DE HIERARCHIEEN VAN DE AMAZONES











2015










Inhoudsopgave :


Hoofdstuk 1. De PESSA – De Hogere Gnosis
Hoofdstuk 2. De Stenen van de Teheraphim
Hoofdstuk 3. De Komst van de Spierenknopers
Hoofdstuk 4. De Etymologie van de Gnosis – De Cryptografie van Geloof
Hoofdstuk 5. De Wijngaard van Noach
Hoofdstuk 6. De Amazone op de Waterbuffel
Hoofdstuk 7. God Uit de Hemel Gezet – De Grote Ontmaskering en Val van God en Jezus
Hoofdstuk 8. De Territoriale Jacht in de Amazone Theologie
Hoofdstuk 9. Het Amazone Dodenboek
Hoofdstuk 10. De Krokodillen van WARSA
Hoofdstuk 11. De Strijd Tussen KAIN en ABEL – De Demoonkabouters van SIDIRIN
Hoofdstuk 12. De Jacht op de Demoon-leeuwen
Hoofdstuk 13. De Overeenkomsten tussen de Islam en de Amazone Theologie
Hoofdstuk 14. De Dood van Gabriel – De Oprichting van de KABA
Hoofdstuk 15. Overeenkomsten tussen de Romeinse, Griekse en Amazone Theologie
Hoofdstuk 16. De Leprechaunse Piramide
Hoofdstuk 17. De Imp
Hoofdstuk 18. Het Merkteken van het Beest









Hoofdstuk 1. De PESSA – De Hogere Gnosis


Wij moeten de Pessa-steen ontvangen, de verdeler-steen, oftewel de gekraalde tuchtroede, om daar door getuchtigd te worden, en ook om erdoor te tuchtigen. Wij moeten zowel getuchtigden als tuchtigers worden door deze steen. De pessa steen kan alles op diepte schatten en onderscheiden, en is daarmee één van de belangrijkste stenen van het profetische leven.


De pessa hebben we nodig om in de onderwereld te leven. De pessa is het loon van onderscheiding. In de gnosis is het belangrijk om tot de onderscheidings-steen, de verdeler-steen te komen. Wij moeten geinitieerd worden in de Pessa. Dit is de gekraalde uiteengespleten staf van Aaron, de tuchtroede, oftewel in Ismaelitische termen de Adbe'el (Ad-Bilha), de derde zoon van Ismael, en in de Koran de Infitar.


Wij mogen ons wenden tot de Pessa, die tijdenlang achter de Urim en Thummim verborgen werd gehouden, terwijl deze steen over de Urim en Thummim heerste in de Teheraphim. De Pessa is de heilige gekraalde tuchtroede in de ark, de uiteengespleten staf van Aaron. Hiermee werden in de mythe grote wonderen gedaan en plagen gezonden. Deze tuchtroede kan dus genezing brengen en oordeel. Het kruis-verhaal is hier een slap aftreksel van, en moest de Pessa verborgen houden. Door het kruis-verhaal van het evangelie in vieren te splitsen maakte de kerk haar eigen pessa, een valse pessa, maar alle diepere betekenis ging verloren en werd angstvallig verborgen gehouden. De Koran kwam als een waas over de kerk om juist te verwijzen naar deze diepe verborgenheid. Wij mogen komen tot dit grote verlaten eiland.


Openbaring 12


17 En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; 18 en hij bleef staan op het zand der zee.


Zand is HL, HAL, HALA, HEL in het Aramees, wat ook 'sieraden' en 'stof' betekent, 'dust', wat APHAR is in het Hebreeuws. De draak, de URIM, stond op het zand van de rivier.


Deuteronomium 33


18 Van Zebulon zeide hij: Verheug u, gij Zebulon, over uw tochten, en gij, Issakar, over uw tenten. 19 Volken zullen zij roepen tot de berg; daar zullen zij offers brengen naar de eis, want zij zullen gezoogd worden met de overvloed der zeeën en met de meest verborgen schatten van het zand der zee.


In het Aramees is zand ook : kostbare stenen. Dit is dus een metafoor voor de stenen van de hogepriester. De steen die hen allen heeft onderverdeeld, de breker-steen, de steen van onderscheiding, is de SHEBUW, oftewel de PESSA. In die zin is de PESSA een groot paradijselijk, verlaten eiland waartoe we moeten terugkeren. Door de inwijdingen tot de PESSA ontstaat er communicatie met de PESSA. Zo wordt de Teheraphim hersteld. De Pessa ligt dus diep opgeborgen in het zand, de aphar, van het paradijs.


In de KJV, wiens rechten zijn opgeborgen in de kroon van Engeland, is het Johannes zelf die op het zand staat. Johannes betekent het opzetten van tenten en innemen, belegeren en bewonen. In die zin is het een teken dat we de Pessa mogen terugroven en mogen bewonen. Dit is een teken voor de zieners. Johannes mocht tot de gebieden van de apocalypse komen, de gebieden van de Pessa, om daar de hemelse realiteiten te zien. Dit was een grote intocht. Johannes betekent in de wortels belegeraars, innemers (chanah).


In het Grieks is zand AMMOS, wat verbindingen betekent in de worteltekst. Ook Gog en Magog in Openbaring 20 worden gelijkgesteld aan het zand van de zee. Hierop rustte de draak, de Urim in het Aramees. Gog betekent berg en is een Rubeniet in het OT. In Ezechiel komt Gog vanuit het Noorden, wat 'verborgen schatten' betekent. Ruben was degene die kwam tot Bilha in haar tent. Ruben staat ook voor het heilige zaad. Magog betekent top, overkapping. Gog en Magog kwamen om het christendom in te nemen. Ook dit is dus een beeld van de Pessa.


Johannes is dus in de worteltekst belegeraar en het opzetten van tenten, CHANAH, wat een anagram is van Hannah, de moeder van Samuel, Shama-Al, de slaaf van Del-allah.


Hannah in het OT verkocht (nathan) haar zoon Samuel aan een mara, een slavenbezitster, waardoor Samuel een na'ar werd, een jonge slaaf. Hiervoor moest er een rund geslacht worden. Hannah kwam met drie runderen in I Samuel 1. In de grondtekst kan het ook gewoon betekenen dat de rund werd geslagen, en niet geslacht. De rund is een teken van mannelijke suprematie, en de geest van mannelijke suprematie moest eerst geslagen worden voordat Samuel aan de slavenbezitster verkocht kon worden. Hannah moest hiermee wachten totdat Samuel de juiste leeftijd had bereikt.


Toen hij aan de mara werd verkocht moest Samuel voor haar neerbuigen. Dit gebeurde in de Qidmah, het diepere, westelijke deel van het paradijs, ouder dan eDeN. Hannah betekent in de grondtekst 'uithongering', 'omsingelen', tent en kamp, hetzelfde als CHANAH, het wortelwoord van Johannes. Hannah is een oorlogs-strategie en een jachts-strategie.


Pessa is de belichaming van de hogere gnosis, de schat in de eeuwige duisternis. De duisternis is dus niet een doel op zich, maar een middel. Uiteindelijk moeten we tot grotere onderscheiding komen, tot het diepere mysterie van het nachtzicht. In de worteltekst is het Griekse zand van de zee ook het zout. Zo belichaamt de Pessa een geheel nieuwe natuur, van zand, wateren en zout, als een ontdekt verlaten eiland.


De Pessa komt dus voort vanuit het Noorden in het OT. Als er over het Noorden gesproken wordt in het OT, dan gaat het in de wortel tekst over het verborgene, een valstrik, duisternis. De Pessa is dus een hoger onderdeel in de Theheraphim, het orakel van de valstrikker, het orakel van Nahum, als het grote bloeds-orakel, het orakel van jacht, slacht en kastijding. Dit orakel leidt ons tot in de dieptes van het Ismaelitische paradijs, tot de naakte, oorlogsvoerende stam. Wij moeten de Pessa boven alles eren, want dit is de oorspronkelijke tuchtroede van Bilha, wat werd ondersneeuwt door het kruis van het christelijke geloof. Zonder deze tuchtroede komen we nergens. De buikspieren, de geest van Absalom, vormden een valse pessa, als de geest van valse onderscheiding, valse onderverdeling, valse hierarchie, en vals oordeel. Ook de verschrikkelijke geest van valse vergelijking kwam hierdoor opzetten. Wij moeten de valse pessa verslaan door tot de ware pessa te komen. Dit kan alleen door diepe initiatie in de pessa, de hogere gnosis. Hierin moeten wij de hierarchieen van de Amazones leren kennen.








Hoofdstuk 2. De Stenen van de Teheraphim


Iyowb 28


: 6 – DUKKA/ DUKKETA = rituele slachtplaats waar het saffier ligt, de steen van de

schrijfpriester, van communicatie, van profetie, SAPPIL, SAPPILA, met de hoofdtooien.


In Iyowb 28 is een plaats, een bron, een MOWTSA van de juwelen en sieraden.


EBEN is de hagelstenen die een onderdeel zijn van de apocalypse. Deze stenen worden gebruikt om een

eeuwige plaats te bouwen, tot het oprichten van een stam.

Het zijn de stenen van de duisternis, van ambush, surprise attacks : EBEN OPHEL. Men doorvorst

het uiterste van de duisternis om zulke stenen te vinden, en de duisternis wordt onderverdeeld, zodat

er zicht komt (het zogenaamde nachtzicht, waar ook het Eeuwig Evangelie over spreekt).


De EBEN, de steentabletten, zijn de MAQOWM, het arsenaal, van saffieren, en het heeft het stof (APHAR) van ZAHAB, de weegschaal en exotische sieraden. Saffieren, CAPPIYR, zijn de stenen van de schrijfpriester, van communicatie, in het Hebreeuws. In Yechezqel 1 wordt de troon van de Moeder Amazone beschreven als van saffieren.


Dit is waar Iyowb doorheen ging. Abbadown en Shadday, de twee goddelijke vernietigers, waren op jacht naar hem. Iyowb werd in hopeloosheid ondergedompeld, waarin hij wegzonk tot een heilige verdoemenis, in de bitterheid van zijn ziel. De Moeder Amazone had hem niet vergeven. De Moeder Amazone had zich afgescheiden van hem, als een heilige scheiding.


De DUKKA, de heilige rituele slachtplaats wordt hysterisch bewaakt door de URIM en de THUMMIM.


SAPPIL is in de diepte van de grondteksten 'de goddelijke en paradijselijke geschriften', 'dat wat gegraveerd is op goddelijke en paradijselijke sieraden', en ook is het een vloeistof, een paradijselijke olie, in die sieraden, waarin de hoogste kennis is opgeslagen. Die olie is in het vuil, stof en zaad van het paradijs. We hebben te doen met een goddelijke vervuiling, besmeuring, opgeslagen in sieraden. Zij beinvloeden ons lichaam. Wij moeten leven vanuit deze vuile olie. SAPPIL is een diepere laag in de ZUWR laag. Het Zegel van Christus, de gezalfde, moet verbroken worden om tot deze laag te komen.

SAPPIL staat voor saffier in het Aramees, waar de troon van gemaakt is. SAPPIL is de goddelijke schriftgeleerde, de boeken van de troon. Wij moeten altijd alles testen aan de hogere boeken, de levende, goddelijke boeken voor God's troon.

SAPPIL zijn de graveringen in de voetringen, en de vloeistof, olie, binnenin deze ringen. SAPPIL kan ook door de andere sieraden heenstromen. SAPPIL zijn de heilige paradijselijke stenen van de troon-geschriften, en ten diepste is SAPPIL een goddelijke, paradijselijke drug.


SAPPIL is het geheim van MAYIM, het goddelijke zaad. MAYIM betekent ook : voetenzweet. De SAPPIL werd versluierd door het verhaal van Maria Magdalena die de voeten van Jezus zalft met kostbare nardusmirre en haar tranen, als een beeld van paradijselijk voetenzweet. Dit zit dus in de ringen. MAYIM heeft in het hebreeuws deze betekenis, maar wordt door vele vertalingen niet zo neergezet. Dan zou het paradijs dus voortgekomen zijn vanuit voetenzweet, maar omdat ze de diepere betekenis hiervan niet begrijpen en zelfs vrezen, vertalen ze MAYIM gewoonweg in 'water'. Voetenzweet is een beeld van geperste druiven in de wijnpers, het resultaat van het oordeel. Daarom is dit door religieuze geesten gevreesd.

Waarom kwam de schepping voort vanuit MAYIM, voetenzweet ? Dat is heel simpel : Het was het resultaat van oordeel. Het was het werk van de wijnpers. SAPPIL is een hoge graad van DAHAM, paradijselijke vloed en overweldiging. Het zijn de diepere bronnen en fonteinen van het paradijs.

SAPPIL is de opening van de troonboeken.

SAPPIL is waar het harde het zachte heeft voortgebracht, en het zachte het harde. Het is de plaats waar het hardste en het zachtste elkaar opgewekt hebben. Hier zijn de schatten opgeslagen. Het is een rivieren-gebied, en een gebied van gesteente. Het is het geheim van de paradijselijke vloed, en het goddelijke zaad, de vruchtbaarheid.

Daarom willen wij niet dat SAPPIL van ons wijkt, want dan is alles verloren. Wij willen komen tot Haar dieptes. Ook Iob kwam tot haar dieptes, en Yechezqel. Zij kwamen tot het goddelijke saffier, de machten van de troon. Hier is alle kennis opgeslagen. SUKKAL wordt door haar uitgezonden om ons te onderwijzen, om ons kennis en zintuig te geven. SUKKAL leidt terug tot haar, de opgeslagen kennis, het imperium van de troon-boeken. Zij wordt geopend aan het einde van het boek Openbaring, om de levenden en de doden te oordelen.

In SAPPIL worden wij toegerust tot de jacht.


In Koran 68, Qalam, Pen, staat :


3 En voorzeker er is een loon voor u dat niet zal ophouden.


Dit gaat over het eeuwige loon.


16 Wij zullen hem op de snuit brandmerken.


Het eeuwig loon heeft te maken met de pen, als een beeld van het brandmerken (AMMOS, AMOS, AMOWC). De schriftgeleerde en schrijfknecht is dus een beeld van het merken en piercen van vijandelijk vee.


Ook dit zijn allemaal uitingen van de Pessa. We mogen de saffieren trap innemen en bouwen, en Rian zal hiervan afgeworpen worden in het EE.


In het EE bevindt zich ook een kruik met honing in de ark.

Honing is een beeld van de piercings, vanwege de stekende bijen die het voortbrengen.

Dit gaat over de vertalende kracht. Practisch gezien gaat dit over de gerei-makers, zoals tentenmakers, sieradenmakers en wapenmakers, waardoor het vijandelijk vee verwerkt wordt tot leefgerei. Belangrijk is het dus om niet te blijven steken tussen de jacht en de slacht, maar gerei-makers te worden, dingen door te vertalen.


Dit is ook de boodschap van Koran 16, De Bij, An-Nahl.


5 En het vee, Hij heeft het voor jullie geschapen. Hiervan krijgen jullie warme kleding en andere voordelen, en jullie eten ervan.

6 En er schuilt schoonheid in voor jullie, wanneer jullie het terug naar huis drijven en wanneer jullie het uitsturen om te grazen.

7 En zij dragen jullie zware lasten naar gebieden, die jullie anders niet hadden kunnen bereiken zonder julliezelf leed te berokkenen.



Deze vertalings-steen is in Ismaelitische termen de Hadar, de achtste zoon van Ismael – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin. Deze steen had een belangrijke plaats in de Teheraphim, en heerste zelfs over de Pessa.



De Teheraphim :

  1. HADAR

  2. PESSA

  3. THUMMIM

  4. URIM


Zoals de Pessa het saffier is, zo is de Hadar het staal. Staal is in de Hebreeuwse worteltekst 'vertaling'. Dit is de reden waarom het volk van de gnosis in de hogere regionen geleid worden door 'Saffier en Staal', oftewel 'Pessa en Hadar'.


In de Griekse worteltekst is Johannes een tentenmaker, een gerei-maker, CHANAH, wat verwijst naar HANNAH in het OT, de moeder van Shama-Al. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee, op de Pessa. In die zin is CHANAH de Griekse naam van de vertalingsteen. CHANAH rijdt in die zin op de PESSA, als het staal op het saffier.


Shama-Al komt op hetzelfde neer als Iysh-Ma-Al. Beiden betekenen : slaaf van AL, Del-allah. AL is in het Hebreeuws tegenstander, wat ook de OT definitie is van Ismael. In het Hebreeuws is Hannah 'CHANNAH', als de bron van dit principe, wat we dus weer tegenkomen in de worteltekst van Johannes in het Grieks. Samuel is in de worteltekst gerei wat de slaaf tot gehoorzamen brengt, zoals geluid. Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat van een idol voor Shama-Al, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer was geslacht, dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een bloed-orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen.


De god Hadd, Add, werd door de Israelieten overgenomen als de stam Gad. In het Aramees was Shama-Al de zoon van Had. Had is verbonden aan de rund en de runderjacht.


In de Amazone Mythologie is de dochter van Gad genaamd Amaan. Zij keerde zich tegen haar vader en organiseerde een vrouwenleger, barbaren, tegen de Joodse religie, dat zich verzette tegen alle instellingen. Ze trokken de wildernis in, omdat ze zich tegen de slavernij verzetten. Ze leefden als Amazones. Ze leefden van de jacht en wilde bessen. Ook leefden ze van de slavernij waarin ze mannen tot slaaf maakten en verkochten. Dit deden ze uit zelfverdediging.


Dochters van Amaan :


Amaan stichtte Tessalonica. Sarat, een leider binnen de Amaan-hierarchie, stichtte Galatie en Korinthe.


Dit waren van oorsprong Amazone nederzettingen en kampen. Toen verlieten ze hun nederzettingen en namen vele slaven mee naar Amerika in boten. Ze gingen veelal onder de grond wonen in een onderaards rijk.


In het Aramees zijn in Psalm 8:3 de tenen en de attributen van de tenen, rituele teenringen, de ware hogepriesterlijke stenen. In Spreuken 7:3 moesten de teenringen als wetten om de tenen gedaan worden. In die zin maakte Hannah dus rituele teenringen van de terafim voor Shama-Al, die zijn voeten moesten bewaren op het pad van de Amazones.

Waar vaak het woordje profeet in de Westerse vertalingen staat om aan te duiden wat Samuel was geworden, daar staat in het Aramees 'vertaler'. In het Hebreeuws is dit in de worteltekst voort laten bubbelen, orakelse dichters en gekken, dwazen, of doen alsof. In de worteltekst wordt dit gelijkgesteld aan spasme. Dit zien we ook in het leven van jakob terug die door de Moeder Amazone op zijn heup werd geslagen, kreupel en spastisch werd geslagen, wat ook een belangrijk onderwerp is in de Amazone Mythologie. Dit gebeurde in de worteltekst ook met Shama-Al die spastisch werd geslagen, zodat hij niet meer door spieren leefde, maar door hogere paradijselijke impulsen. Dit is dus de ware betekenis van een OT profeet of vertaler. Zij waren wilden, raadselachtig, heilige idioten. Zij waren extravagant in hun taal. Er is zoiets als een heilige krankzinnigheid, een heilig delirium in de OT betekenis. Hiertoe werd Shama-Al ingewijd. In het OT stond dit ook gelijk aan woede. Een voorbeeld hiervan was de profeet Habakuk die geweldadige visioenen had en woede-uitbarstingen. Ook was het tegelijkertijd het tegenovergestelde als extatische opgewondenheid.


I Samuel 2


3 Spreekt toch niet steeds zo hoogmoedig,

geen arrogante taal kome uit uw mond.

De Heere immers is een God van kennis

en door Haar worden de daden gewogen.


Shama-Al sprak recht voor het volk Israel, niet voor geld, maar zijn zoon Abiah begon recht te spreken voor steekpenningen. Abiah liet zich omkopen, en dat is de geest die het hedendaagse rechtssysteem heeft opgesteld. Het is een markt.


Boven de Hadar is er de Misma-steen, de steen van esoterische robotica. Misma is de vijfde zoon van Ismael : gehoorzamen, slavernij, shama, als de Ismaelitische vorm van Shama-Al. Dit leidt tot de Kaduma, Kadama steen, teleurstellen, oer, origineel, bewaken, wat de steen van de eeuwige jeugd is, het originele kinderlijke, die boven de Misma steen ligt in de Teheraphim.


  1. KADAMA

  2. MISMA

  3. HADAR

  4. PESSA

  5. THUMMIM

  6. URIM



De teheraphim herstelt dus de Ismaelitische inzettingen.


In de Semitische mythologie (Ugaritisch, Noord-West Semitisch) was de godenberg genaamd de berg van Lel, de berg van de nacht. Hier troonde El, die als kinderen had : Yamm (JOM), de Schat van El. Zij is de heerser van de zee. Verder : Nahar, heerser van de rivieren, en MOT, heerser van de dood. El wilde Hadd, de god van de orakels (teheraphim), van zijn troon stoten, en gaf dit als een opdracht aan Yamm (JOM). Dit was de grote opkomst van het christendom om de teheraphim uit te doven, en de symbolische, esoterische runderjacht waarvoor Hadd stond, om zo de patriarchie te vestigen, als het domein van mannelijke suprematie. De goddelijke ambachtsman Kothar versloeg Yamm door twee magische stokken, en Hadd beeindigde het. Zo wordt er gesproken over de overwinning van Hadd over het meervoudige zeemonster Lotan. De namen van de magische stokken zijn Yagrush en Ayamur, die ook door Hadd werden gebruikt om Yamm te verslaan.





Hoofdstuk 3. De Komst van de Spierenknopers


Abraham kwam oorspronkelijk uit Babylon. In de Rabijnse literatuur krijgen we een veel beter plaatje te zien van Abraham. Nimrod, de stichter en koning van Babylon, stelde Terah, de vader van Abraham aan als zijn minister. Nimrod kwam voort uit de Cham, Ham – Cush bloedlijn. Ham was één van de zonen van Noach die zijn vader naakt zag, als een teken van de naakte paradijselijke oorlogsvoerende stam. Nimrod was een groot jager. De bron van zijn grootsheid lag in het feit dat hij de dierenhuiden van Adam en Eva droeg, en hun fetishen, die God voor hen had gemaakt. Deze huiden werden doorgegeven van vader op zoon. Noach kreeg ze in zijn bezit, en zij werden gestolen door Ham, en gegeven aan zijn zoon Cush, die ze aan zijn zoon Nimrod gaf. Dit gaf hem grote macht over zijn prooi, die hem hierom vreesden. Hierom werd Nimrod tot koning gemaakt. Toen Abraham geboren werd vroeg Nimrod aan Terah om het kind aan hem te verkopen, zodat hij het kon doden. Terah verborg Abraham, en gaf Nimrod een zoon van één van zijn slaven, die Nimrod toen in stukken sloeg.


Nimrod wordt soms ook als een stam gezien, niet als een persoon. Ook begon Nimrod steden te bouwen in Assyrie. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer was geslacht, dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen.


De god Hadd, Add, werd door de Israelieten overgenomen als de stam Gad. Had is verbonden aan de rund en de runderjacht. De Had stam wordt dus verborgen gehouden, zij die nog steeds de oorspronkelijke orakels gebruiken.


Abraham had meer zonen dan alleen maar Isaak en Ismael :



Genesis 25


1 En Abraham nam wederom een vrouw, Ketura geheten. 2 En zij baarde hem Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. 3 En Joksan verwekte Seba en Dedan. En de zonen van Dedan waren de Assurieten, de Letusieten en de Leümieten. 4 En de zonen van Midjan waren Efa, Efer, Chanok, Abida en Eldaä. Deze allen waren de zonen van Ketura. 5 Abraham nu gaf alles wat hij had aan Isaak, 6 maar aan de zonen van de bijvrouwen, die Abraham had, gaf Abraham geschenken, en hij zond hen, nog bij zijn leven, weg van zijn zoon Isaak, oostwaarts, naar het Oosterland.


Deze verzen worden angstvallig door de kerk genegeerd. Alle aandacht wordt op Isaak gevestigd, en Ismael wordt min of meer gedemoniseerd of verschrikkelijk gedegradeerd. Kinderen groeien vaak op horende dat Abraham twee zonen had. Isaak was uitverkoren, en Ismael werd min of meer aan de kant gedrukt. Over de andere zonen van Abraham horen ze niet of nauwelijks. Vele kinderen weten niet eens dat Abraham nog andere zonen had.


Zimran betekent in de Hebreeuwse worteltekst “het plukken van prooi”, en “maker van psalmen”. Zimran is de oudste zoon van Abraham door Ketura. Ook betekent het : “maker van lamsfetishen, veefetischen”. Zimran is een nog onontdekte constellatie ver weg in het heelal, een reusachtig moeder-constellatie van Orion. In de Amazone mythologie was Zimran een spierenknoper, een spierenbinder. Hij nam de spieren van zijn prooi, en maakte daar tenten van, wapens en tuigjes. Ook maakte hij deze dingen van hun ingewanden. Dit was belangrijk, omdat de spieren zo'n groot gevaar zijn. Ook wij moeten spierenknopers worden, om de vloek van de spieren te verbreken. Ook kunnen spieren gebruikt worden in de hekken en muren van een kamp. Wij moeten doorgaan totdat de macht van de spier totaal is verbroken. Ook het schepenbouwen is hierin van belang, Noach.


Spieren zijn gevaarlijke, hardnekkige mondbacterien die de illusie van de aarde hebben gemaakt. Het zijn mondparasieten die zich hebben gematerialiseerd in het lichaam van de mens, en alles onder hysterische controle houden. Het is een gevaarlijke drug. Spieren zijn honende wezens die overmatig anderen degraderen voor alle verkeerde redenen. Ze liegen en bedriegen. Ze kunnen het verstand van een mens compleet in bezit nemen. Hierom is het spierenknopen zo belangrijk. Wanneer een demoonbuffel is neergejaagd is dit nog niet het einde. De spieren van de demoon zullen je blijven bespotten, bedonderen en bedriegen totdat je de spieren hebt opgeknoopt voor een tent, een muur, hek, riem, wapen of schip. Spieren proberen voortdurend karikaturen van je te maken, om je proberen de afgrond in te helpen, totdat je die spieren vastbindt, opknoopt. Het gaat hier om de uiteindes van de spieren van de vijandelijke prooi. Wordt je lastig gevallen in je gedachtes en aangeklaagd met onzin, dan is dat een spieruiteinde. Knoop dit vast in een schip, bijvoorbeeld aan de zijkant, of in een tent, of een kamphek of voor een kampmuur, en knoop dan het andere uiteinde. Wij moeten vele van deze spieren opknopen. Zij moeten gewoon hun plaats krijgen, en zullen blijven klagen, schelden, zeuren, liegen en bedriegen totdat jij ze hun plaats hebt gewezen, en hen daar vast hebt gemaakt door de ambacht van het spierenknopen. Dat is de boodschap van Zimran. Er vindt nu een grote uittocht plaats, die gaat tot Zimran.







Hoofdstuk 4. De Etymologie van de Gnosis – De Cryptografie van Geloof


Schoonmaak en dus ook schoonmaakmiddelen kan heel bedriegelijk zijn. Iets kan schoon lijken, terwijl het in wezen gewoon wit staat van de schadelijke bacterien. Veel schoonmaakmiddelen in de industrie zijn hyper-chemisch en agressief. Zij vernietigen de beschermende bio-laagjes en de goede bacterien, en geven de indruk dat alles glimt en goed schoon is, terwijl er massa's schadelijke bacterien vrij spel krijgen. Een heleboel bacterien weet de wetenschap niet vanaf, omdat ze niet meetbaar zijn met de huidige instrumenten, en ook van electro-bacteriologie weet de wetenschap niet veel af in het grote plaatje. Wij moeten ons dus bewapenen. Mensen denken vaak dat als het schoon lijkt het dan ook schoon is, en geven als excuus dat ze een schoonmaakmiddel hebben gebruikt, wat de illusie wekt dat het dan klaar is, maar niets is minder waar. Schoonmaakmiddelen kunnen maar een klein percentage bacterien verwijderen, en trekken vaak weer andere bacterien aan, omdat ze de goede bacterische wachters vernietigen. Ze vernietigen de natuur. Zo worden er gevaarlijke chemische spelletjes gespeeld, en worden mensen dom gehouden. De aarde is ingenomen door zulke spelletjes, en de aarde is zelfs een visioen gecreeerd door gevaarlijke mondbacterien. De aarde is een gevangenis en een slavenkamp. De mensheid wordt behekst en in de greep gehouden door parasieten.


Hoe is dit gekomen ? Hiervoor moeten we ver teruggaan. In de oudere Egyptische en Atlantische (Nia) mysterieen bevatte de ark de tabletten van zonde en oordeel. In de Egyptologie werden zij opgeschreven door Thoth voor elke dode. Deze magische tabletten bevatten dus al hun zonden, hun schuld, en het oordeel hierop voor het hiernamaals. Ook in Atlantis, het Pan-tijdperk, of het Nia-tijdperk, was dit het geval. De ark werd bewaakt door twee stormvogels : Numar en Telles, in de Dresdo cultus, het Atlantische Egypte. Deze stormvogels werden uitgeschakeld door Heilige Geest parasieten en Lazar, de valse stormvogel van het bloed van Christus. Het christendom is gebouwd op het bloedvergiet van de twee stormvogels die de originele Atlantische ark bewaakten, waarin de tabletten van zonde en oordeel lagen. Het was voor de doden niet eenvoudig om tot de ark te komen, omdat de ark hen hun zonden liet zien, en het oordeel, door deze tabletten. Daarom maakten parasieten de tabletten van de tien geboden om de tabletten van zonde en oordeel te vervangen, om zo de doden te misleiden. De doden wilden de tien geboden zien, waarmee ze andere konden lastig vallen. Daarom waren er veel arkjagers, maar tot de Atlantische ark durften niet velen te komen.


In deze tijd worden Numar en Telles hersteld. Zij brengen de Atlantische ark terug, met de tabletten van zonde en oordeel. In de Egyptologie waren dit de tabletten van Thoth. Dit zijn dus de tabletten van tucht. Een ieder moet tot deze tabletten komen om hierdoor geoordeeld te worden. Anubis woog altijd de harten tegen de veer van Maat op de weegschaal van de Hal van het Oordeel. Thoth stond daarbij met het tablet van zonde en oordeel, wat hij altijd opschreef. De originele tabletten in de ark waren dus veel persoonlijker. Het waren sprekende tabletten.


De Egyptologie gaat dus helemaal terug tot de Nia-Egyptologie in het Nia-tijdperk (Atlantis, Pan), wat de Dresdo cultus was, een reusachtige cultus in het Midden-Oosten van die tijd.


De cryptiek van geloof :


Ge-loof, GE-Love.

GE = aarde in het Grieks, Gaia, moeder aarde.

Loof, Love is L-Jove, EL-Jove.

El is de god van Israel, en Jove is de god van de Romeinen, Jupiter, Iywob-Thor.

Israel werd ingenomen door Jove, de Romeinen, en er kwam een samensmelting tussen EL en Jove. Dit gebeurde na het Griekse wereldrijk, waar het Romeinse wereldrijk min of meer uit voortkwam. GE-EL-JOVE, Griekenland, Israel, Rome : GELOOF.


Dus de tabletten van zonde en oordeel werden vervangen door de tabletten van de wet, en toen door de tabletten van geloof. Love, liefde, is dus de samensmelting tussen EL en JOVE, tussen Israel en Rome. Geloof en liefde werd een verlammende kracht, om de gnosis uit te doven. In het Grieks is geloof PISTIS, wat in de worteltekst terugleidt tot luisteren en gehoorzamen, gebondenheid, als de kennis van en door de heilige gebondenheid. In het Aramees is Jupiter Bel. Bel verwijst terug naar Bilha. Jupiter kwam om Bilha te vervangen. Ook verwijst het terug naar de Ad-Be'el, de tuchtroede in de ark, de heilige pessa-steen, de verdeler-steen, het loon van onderscheiding. In het Aramees is de Hebreeuwse AD de rituele drank, de heilige graal, de bron. Zo is de waarheid dus nog steeds verweven in de valse drie-eenheid van geloof, en wordt geopenbaard door de cryptografie van de gnosis. Ze kunnen zich niet verborgen houden. De Moeder, GE, Gaia, werd in deze drieeenheid door El en Jupiter onderdrukt, door GELOOF. Geloof, hoop en liefde, en de grootste onder deze is de liefde, love, oftewel EL-JOVE, de mannelijke twee-eenheid. Wij mogen dit door de etymologie terugleiden. EL komt van AL : tegenstander, invasie, inneming, van Delilah. JOVE, OVE, komt van OVA, de Boeddha van het Insectisme.


Ova is niet zomaar een god, maar iets wat je zelf moet worden. Ova is de verlichting, het nachtzicht, de nachtzon, de oranje zon. Het is de oranje verlichting, de weg tot het kleine, tot de andere wereld, dwars door de spiegel tot de parallel-realiteiten. Ova is in het Insectisme de shamanistische god van de eiken die door de onderwereld reist, door de groene rivieren van de wildernis, in een kano. In het Amazonisch wordt dit “Pesa” genoemd.


Dus EL-JOVE komt van AL-OVA, de verlichting van Delilah, de dodenreis van Delilah, AL-PESA. Dit is dus de diepte wat het GELOOF verborgen heeft gehouden. PESA is dus een hoge staat van geinitieerdheid in de Amazone Theologie, wat je kunt vergelijken met Ova-schap en boeddhaschap. Dat is ook wat PISTIS is doorvertaald in het Amazonisch : PIS-TIS, PESA-TS. In het Aramees is TS juk. PESA-TS is dan het juk van de Amazonische verlichting, wat in wezen gewoon een diepere verduistering is, als de Amazonische verduistering. Dit is een extatisch moment, als een mentaal orgasme van de Amazonische gnosis. Geloof ? Liefde ? Nee. AL-OVA, het komen tot de kern van de Amazonische nacht-cyclus. Dit is wat PISTIS is, als de openbaring van de heilige gebondenheid, de kennis van en door de heilige gebondenheid, de PESSA, de hogere gnosis. Dit is de grote onderscheidings-gnosis, de kennis van en door de heilige tucht, een belangrijk item in de heilige ark.


Door Jupiter, Jove, veroverden de Romeinen een groot gebied van de wereld, wat het fundament werd voor de nieuwe wereld. Jupiter staat voor Job-Thor, oftewel Iyowb-Thor, wat betekent : De Job van Thor-Horus-Rian, de grote mannelijke god, als de Job van de patriarchie. Job is voor de mannelijke supremisten belangrijk, omdat hij voor het veroveren van het bloed van de vijand staat. In de grondtekst is Iyowb toegewijd aan de Amazones, in het Aramees-Hebreeuws. Wij moeten dus loskomen van Iyowb-Thor, Jupi-ter, die Iyowb-Bilha verborgen hield, Iyowb toegewijd aan Bilha.


Ad-be'el, Uwd-bel, is in het Aramees-Hebreeuws 'vuur van Jupiter.' Bel is Jupiter in het Aramees, en ook Heer. 'Jupiter is Heer', wat ook door de Romeinen werd beleden. Israel, Judea, werd door de Romeinen ingenomen en werd een Romeinse provincie. Een Joodse Jupiter werd toen geintroduceert : Jezus. Uwd, Ud, is vuur in het Hebreeuws. In de wortels is dit harken, als een beeld van de verdelersteen, de tuchtroede met de meerdere uithangsels. Bel, Jupiter, kwam om Bilha (In Del-allah, Arabisch) aan de kant te schuiven. De tuchtroede van Bilha werd door Jupiter-Jezus geroofd. Ad-Be'el was oorspronkelijk Ad-Bilha. De AD is in de Hebreeuwse worteltekst een hark, ook een pook die het vuur ophitst. Omdat het verbonden was aan de roede van Bilha werd door de christelijke kerk de heks met de bezemsteel, de roede, gedemoniseerd. Jupiter-Jezus zou overnemen. In het Aramees is de Hebreeuwse AD de rituele drank, de bron.


David is DEVI-AD. Devi is Sanskriet voor het goddelijke vrouwelijke, en AD is de verdeler-steen, de steen van onderscheiding, oftewel de heilige tuchtroede. David, DEVI-AD, is dus de tuchtroede van Bilha. Zij houdt de PESSA-steen vast van de hogere geinitieerdheid in de gnosis. Door de tuchtroede komen wij tot het bloed van de vijand, zoals Iyowb. Wij moeten namelijk beseffen dat de vijand diep in ons is. Het pad van Iyowb is daarom onmisbaar in de gnosis, en was onmisbaar voor het leven van David. Iyowb moet Thor overwinnen, om zo tot Bilha te komen. Jupiter moet verbroken worden.


Ook is dit een beeld van Jakob die zijn intrede doet in de tent van Bilha na de dood van Rachel, en het is een beeld van Ruben die tot de tent van Bilha gaat om tot haar te komen. Ruben is een beeld van het zaad. Dit zaad moest geofferd worden aan Bilha.


De hindoeistische code :


De-Vi het vrouwelijke goddelijke. De staat voor delilah, en Vi staat voor de broer van Odin in de Noorse mythologie. Vi is verbonden aan de Vanen, wat in het Germaans de Wanen zijn. De Wanen worden ook wel de alven genoemd, de elven. Zij zijn vruchtbaarheidsgoden en jachtsgoden, onderworpen aan Moeder Natuur, in tegenstelling tot de Asen, die de handelsgoden zijn, en meer stads, verbonden aan Odin die de macht had overgenomen van de oergodinnen. Ook het christendom was aan de kant van Odin, waar het woordje God vandaan komt. De wanen werden gedemoniseerd. De psychiatrie gebruikt het woord wanen op één lijn met psychoses als een ziektebeeld.


Ook Shi-va, de oorlogsgod en scheppende god, is als Shu-Vi verbonden aan de Wanen. Shu is de getooide Egyptische god, hij die de hemelen draagt, zoals de Griekse Atlas. Shu komt voort uit SA, de Egyptische gnosis, de opener van de poorten van de onderwereld. Shiva, of SA-VI, staat voor de gnosis van de Wanen. VI komt ook weer terug in het woord VI-sioenen, VI-SA-oenen, de gnosis van de Wanen (Shiva) geopenbaard. Het gaat om deze verbeeldingskrachten, visionaire krachten, die ons helpen. Ook Vishnu, de bewarende en beschermende oerschepper van het hindoeisme draagt dit in zich als VI-SHU-NU, VI-SA-NU. Nu staat voor de Egyptische paradijselijke afgrond, waar ook het woord Noach uit voortkwam, en wat verbonden is aan het Nia-tijdperk (Atlantis), en de Noach van het pre-atlantische (Dorgische) tijdperk, NI. NU is verbonden aan de oerafgrond, de oerleegte en het oerwater. Ook is dit de oerduisternis waar alles uit voortkwam. Visioen is een anagram van VISHNU, van VI-SA-NU, de openbaring, bron, van de gnosis van de Wanen (elven, karsuiken).


KRISHNA, KRA-SA-NU, is dan de openbaring van de Kra, de Levitische gnosis, en de SA, de Egyptische gnosis, de brug daartussen. In die zin is Krishna een belangrijke schakel als KRA-SA-NU. Krishna is de hoofd-god van het hindoeisme, het goddelijke kind. In het Sanskriet betekent KRSNA duisternis. Khrisna wordt ook wel gezien als de achtste incarnatie en avatar van Vishnu. In deze achtste incarnatie maakt de Wanische en Egyptische Gnosis dus contact met de Levitische Gnosis.


Agni is een van de belangrijkste goden in de Rig Veda van het hindoeisme. GAN-NI, GAN-NU, als de tuin van NU. GAN is tuin in het Aramees. Het gaat hier dus om de tuin van de oerafgrond. AGNI, GAN-NU, is in het hindoeisme de god van het offeren, de god van vuur, de boodschapper van de goden. Vuur, vuurmerk, is UWD in het Hebreeuws. In de wortels is dit harken, als een beeld van de verdelersteen, de tuchtroede met de meerdere uithangsels. Dit is ook waar GAN-NU voor staat. Het krijgen van visioenen, VISHNU, VI-SA-NU, openbaringen van de bron van de wanen-gnosis, is onlosmakelijk verbonden aan de tuchtroede, aan het offeren, aan de tuin van NU, de paradijselijke tuinen van de afgrond van de onderwereld. In boek 1 van de Rig Veda, Psalm 1 vers 2 staat dat AGNI, GAN-NU, de tuchtroede van de tuin van NU, aanbeden werd door de oerzieners. In vers 3 groeit men op door deze tuchtroede in de tuin van NU. In vers 4 is het offeren volmaakt in de tuin van NU door deze tuchtroede. Agni, GAN-NU, is in het hindoeisme de Zoon van de hemelen, die zijn ouders “doodde”, overwon, na zijn geboorte. Hij blijft voor eeuwig jong, en kan onsterfelijkheid bieden en mensen na hun dood van zonden bevrijden, wat dus een veel oudere vorm is van Christus. Dit is dus de tuchtroede van de paradijselijke afgrond. Hij rijdt ook soms op een bok. Voor de Wanen is het dus belangrijk om tot deze tuchtroede te komen. Zij zijn jagers en moeten dus ook het offeren leren. In Psalm 2 van boek 1 van de Rig Veda, gaat het om het komen tot SOMA, SA-MA. SA-MA is in het Egyptisch de Gnosis van de Wet, wat dus leidt tot de openbaring van zonde en oordeel, de oorspronkelijke tabletten van de Ark. SA-MA is in het hindoeisme de onsterfelijkheids-drank van de goden. SA-MA is ook een hindoeistische runder-god. SA-MA geeft goddelijke visioenen, opent de zintuigen. Dit is dus het bloed van de vijandelijke rund wat gedronken moet worden.


In Psalm 2 gaat het over VAYU, de god van de wind en de adem, VA-Iyowb, als de bloedbron van de Wanen, de heilige graal van de Wanen. VAYU, VA-Iyowb, moet komen tot de SA-MA, de bloedsdrank van de overwonnen vijandelijke rund, tot de runderjacht, de Gnosis van de Wet.


GAN-NU, de tuchtroede van het offeren, moet in Psalm 13 offeren tot de god INDRA, NU-DE-RA, de heilige tijdschijf van Delila in NU. Indra is de dondergod, oorlogsgod en slager in het hindoeisme. Ook is hij de god van regen en stormen. Ook wordt hij SA-KRA genoemd, wat de brug is tussen de Egyptische gnosis en de Levitische gnosis, wat dan geopenbaard wordt in KRISHNA, KRA-SA-NU. Hier komt ook het woordje CRAZY vandaan, KRA-SA, wat 'gek' betekent, 'krankzinnig', en wat uitgebuit werd door de psychiatrie. Het is een markt om de brug tussen de Egyptische en Levitische gnosis verborgen te houden. Hierom ligt de sleutel van bevrijding opgeborgen in het hindoeisme, en kan alleen gebruikt worden door de Gnostische cryptografie en etymologie. De hindoeistische sleutel moet dus geactiveerd worden. De activatie code ligt opgeborgen in het geheim van de Wanen. Dit geheim ligt opgeborgen in Wanaheim, waar de Wanen wonen. In de Psalmen van de Rig Veda wordt het duidelijk dat het grote tijdswiel van de Amazones (delila) alleen maar werkt door de SA-MA, de rituele drank van het vijandelijk runderbloed (Psalm 16).


In Psalm 22 komt Indra, NU-DE-RA, het grote tijdswiel van de Amazones in de afgrond, in aanraking met Vishnu. Vishnu is de bewarende en beschermende oerschepper van het hindoeisme, VI-SHU-NU, VI-SA-NU, waarvan Visioen een anagram is. VISHNU, VI-SA-NU, Visioen, de openbaring, bron, van de gnosis van de Wanen (elven, karsuiken). In deze psalm is dit 'het oog van de hemel.' NU-DE-RA brengt dus VI-SA-NU voort, visioen. Dit is een mechanisme van de Wanen.


In Psalm 23 zien we Varuna, de god van de oeroceaan, de oerduisternis en de wet, en is hierdoor verbonden aan NU. VA-RA-NU is het heilige tijdswiel van de Wanen in de afgrond. In Psalm 23 wordt Varuna opgesteld als een security systeem.


In die zin kunnen we stellen dat Wanaheim de paradijselijke afgrond is. WANA-HAM (WANA-CHAM) wijzende op HAM, de zoon van Noach die het paradijselijke teken zag, het teken van de naakte oorlogsvoerende stam, het grote donderteken van de zondvloed. Het hindoeisme is dus een cryptische beschrijving van Wanaham, het gebied van de Wanen, de heilige elven, oftewel de karsuiken in het EE. De Wanen zijn visioenen van de heilige afgrond, VISHNU. In die zin is het hindoeisme dus noodzakelijk voor de uittocht uit de verbeeldingsloze stad terug tot de wildernis. Hierin moet de elf doorvertaald worden tot datgene waar het daadwerkelijk voor staat. De Wanen zijn de diepere wortels van de elven. Elven op zich hebben nog vaak te maken met eLVen, LOVE, EL-JOVE, en hun GELOVEN. Wij moeten komen tot de diepere kennis van de Wanen, van de WANA. Wij moeten ingewijd worden in het grote visioen. Dit is een Amazone visioen. Dieper hebben de elven te maken met AL-OVA, de Amazonische verlichting en verduistering door de Amazone onderwereld, door de Amazone nacht-cyclus, de PESA-TS, de PISTIS. Dit is de verlichtende verduistering van de heilige gebondenheid, de eeuwige vlam. Zij is omhult door groot ijs, en zal alleen door Ragnarok ontwaken, het Armaggedon van de Noorse Apocalypse, de Gotterdammerung in het Germaans, de Schemering van de goden. Ragnarok is het tijdperk van verduistering en verlichting, het tijdperk van ijs waarin de diepere machten van vuur worden opgewekt, als het ijs wat begint te branden. Het is de openbaring van de tijdschijf in de tuin van NU, in de ark : RA-GAN-NU-ARK. Ragnarok begint met Fimbulvetr, de Verschrikkelijke Winter, die drie winters achter elkaar is, zonder een zomer. Dit wordt ook wel de Fimbulwinter genoemd. Dit zal een grote duisternis opwekken, waarin de heersende machten ten onder zullen gaan. Wanneer dan de eeuwige vlam wordt opgewekt zal alles verslonden worden en wegzinken in de oeroceaan.










Hoofdstuk 5. De Wijngaard van Noach


Waar komen die agressieve mondbacterien vandaan die deze bijtende wereld hebben geschapen waarin iedereen lijdt vandaan ? Zij komen voort uit nog agressievere voet-bacterien. De grondtekst van Genesis laat zien dat de wereld werd gemaakt uit voetenzweet, MAYIM. Dit is een grote realiteit. De speekselproductie wordt geheel beheerst door de voet-bacterien. Hierom moeten wij de voetringen van de gnosis ontvangen om aan deze schadelijke bacterien te ontkomen. De voet is het contactpunt met de aarde, met de onderwereld. Daarom is de voet de poortwachter van de onderwereld.


Agni, GAN-NU, is de tuin van Nu in het Aramees-Egyptisch, als de wijngaard van Noach. In dit gebied wordt de Soma, SA-MA geoogst en gedronken, de druiven van buffelbloed. SA-MA is in het Egyptisch de gnosis van de Wet. SA, kennis, komt voort vanuit de vedische godin USA, de ochtendschemering, de dageraad. In het Sranan Tongo is SA 'vrouw'. SA-MA is in die zin de Wet van het vrouwelijke. USA-MA is de Wet van het nachtzicht.


In de tweede psalm van het eerste boek van de Rig Veda zien we Mitra opkomen, MA-THORA, oftewel de brug tussen de Egyptische Wet en de Hebreeuwse Wet. Mitra is de Hindoeistische god van de heilige gebondenheid. In vers 8 heeft Mitra zijn kracht en macht gekregen door het liefhebben en koesteren van de Wet, oftewel het onderzoeken van de gnosis van de Wet, komende tot een begrip van zonde en oordeel.


De Wanen komen voort uit de Zimranieten, van Zimran, de zoon van Abraham door Ketura. Dit zijn de spierenknopers. Dit zijn dus de wortels van de elven, alven, waar zij vandaan komen, waarvan het hindoeisme een beeld is. Dit is het grote geheim van de wanen opgeborgen in Wanaham.


Dit is de wijngaard van Noach waar Ham het paradijselijke geslachtsdeel zag, als een beeld dat hij de slang had overwonnen die dit geheim bewaakte. De slang is slechts een heenwijzer naar het paradijselijke geslachtsdeel. In het hindoeisme zijn de slangen de bewakers van de gnosis. De slangensluier moet verbroken worden. In die zin is Ham de Aramees-Hebreeuwse vorm van Indra die de slang overwon. Indra, NU-DE-RA, is de Amazonische tijdschijf in NU, in de grote afgrond, waar het hindoeistische paradijs een beeld van is. Deze tijdschijf is een slager van beesten. NU-DE-RA, Indra, komt veel terug in de Rig Veda, één van de oudste boeken van het hindoeisme. De Rig Veda is een psalmenboek bestaande uit tien boeken, tien mandala's. Mandala betekent cirkel in het Sanskriet, cyclus. De mandala is een symbool van de eeuwigheid. Zo zijn er dan tien eeuwigheden, tien cyclussen, in de Rig Veda. Ook zijn het opslagplaatsen van gnosis.


Het drinken van de SA-MA, USA-MA, is een belangrijk item in de Rig Veda. In de Bijbelse grondtekst is dit SHAMA, wat luisteren en gehoorzamen betekent, oftewel het item van heilige slavernij tot het goddelijke, tot de gnosis. Samuel, SHAMA-AL, is in de worteltekst gerei wat de slaaf tot gehoorzamen brengt, zoals geluid. SHAMA brengt de goddelijke verlamming en kwetsbaarheid, gevoeligheid, om zo opgericht te worden in de heilige slavernij tot de gnosis. Door dit te drinken krijgen wij visioenen. Dat is wat de morgen betekent : een nachtvisioen. Dit is waar de Vedische nachtzon, de godin USA voor staat.


SHAMA komt om gevoelig te maken voor de stem van de Amazone, en maakt dat daaraan gehoorzaamt wordt, als 'horen en gehoorzamen'. SHAMA is de profetische leidraad die het Woord (DABAR) omzet in acties, als de kracht tot gehoorzamen. DABAR bestaat uit de geboden, waarschuwingen, bedreigingen, liederen en beloftes. De mandala is hierin een map van de geografie van de gnosis.


De SHAMA geeft dus eerst grote leegte, en daarna worden er visioenen gegeven. Ook betekent SHAMA onderscheiding. In die zin is het het drinken van de PESSA, de hogere gnosis, het Amazonische nachtvisioen. De SHAMA is dus een beeld van de heilige tuchtroede, de bloeiende staf van Aaron, in de ark. Zij belichaamt en geeft dit paradijselijke, rijkelijke sap. Het is waar de Amazonische vrouwenborst voor staat.


Zij is de Grote Onderscheider. Ook de paradijselijke rivier die zich in meerdere rivieren uiteen splitst is hiervan een beeld, en in de apocalypse waarin de Thummim de Urim berijdt, als de vrouw op het beest, is dit het beeld van de wateren waaraan zij zit. In de Griekse grondtekst zijn dit ook de wateren van de zondvloed. De vrouw op het beest wordt door deze wateren geleid. Het geeft haar onderscheiding. In het Ismaelitisch is dit boek 82 van de Koran, Al Infitar, het Uiteensplijten van de staf van Aaron, tot een roede met meerdere gekraalde uithangsels, die in de ark werd gelegd. In Egypte is dit de Nekhaka, die door Osiris aan de farao werd overgedragen als een symbool van autoriteit. Dit was ook een vruchtbaarheids-symbool. Een variant hierop is de veer van Maat, de veer van de Wet, waardoor de doden geoordeeld werden. Ook de veer is een verdeler en onderscheider. Wij moeten komen tot grote onderscheidingen. De veer staat ook voor Sara, het paradijselijke zaad. Het zaad is een beeld van de stam Reuben, de sleutel tot de tent van Bilha. In die zin stelt SHAMA, de rituele drank, een grote cyclus voor. Alles draait hierin om de steen van Assur, de steen van de bizonjagers, om zo te komen tot het grote geheim van de spierenknopers, het geheim van Zimran-Ham, Wana-ham.


Het rund in al zijn vormen : gnoe, kalf, bizon, buffel, waterbuffel, is daarom een grote sleutel. Het rund bezit de verlichtende kennis van het nachtvisioen.


In het EE zal het vrouwelijke (de tepel) het boze oog overwinnen :


Hermitaten 6


5 En de Geest was als een boom vol ogen, hebbende geen rust, dag noch nacht, en de Heer sprak

deze woorden : 'Zalig hen die in de tempel leven.' En ik zag een tepelboom opkomen uit het mos

om de ogenboom te verslinden. En de Heer sprak : 'Nu is de tijd dat de Geest strijdt tegen de

eeuwigheden, en Hij zal overwinnen.'


In de grondteksten is de tepel ook medicinaal, ogenzalf, niet alleen maar de verwoester. In het

Sanskrit is de tepel de projectie, het paradijs en de hemel. Ook betekent het geduld en verdragen. De

tepel geeft dus de kracht om het kruis te dragen, en projecteert een nieuwe wereld. In de diepte roept de Openbaring ons op dit te kopen, wanneer er staat : 'Koop ogenzalf van mij.' De tepel is 'de kracht die doet bloeden.' Het is de macht van de bloeiende staf van Aaron, het bot met de tepels, oftewel de borstenboom. De rib, het bot, is de bijl, en de tepel is de rand van de bijl, in het Sanskrit. De tepel transformeert het oog, transformeert de wereld, door de pin en door de zalf.


In de mythologie van het hindoeisme kwam de aarde voort uit de oceaan van melk, waarin God woonde. De melk moest gekarnt worden, zodat de nectar van onsterfelijkheid op zou komen.


In het Aramees-Hebreeuwse paradijs dreef God de mens steeds meer naar het oosten. Dat begon al in Eden zelf, waar God een hof maakte in het oosten. De slaap die over Adam viel was ook als afscherming van de zee van zaad of melk. In het Sanskrit wordt slaap uitgebeeld door een kameleon, een hagedis, een slang en een hond. De kameleon is ook de arend in het Aramees. De arend (vgl. Garuda, mythische vogel van de Mythologie van het hindoeisme, beeld van de ark, het voertuig van God) bracht de heilige vrouw, het teken, tot de wildernis, waar de aarde haar mond opende om de stroom van de slang te verscheuren, als een beeld van de Tehowm, de NU, de heilige afgrond, die ons tegemoet komt. De arend wil ons ook daar brengen.


Ook voor ons is het belangrijk om SHAMA, 'mayim', het goddelijke zaad, te ontvangen. Hiervoor moeten wij het goddelijke teken in ons leven ontvangen, als een weg terug naar het paradijs, om zo niet in het oosten te blijven steken, maar op te gaan naar de zee van zaad, de zee van melk, in het westen, om zo door de leegte tot de Tehowm, de NU, de paradijselijke afgrond, te komen. In de paradox, in de worteltekst, is het Oosten juist het oudere paradijs, als een beeld van de paradijselijke afgrond. In die zin wordt het uitgebeeld door de wijngaard van Noach. De zondvloed is de terugkerende oerzee van melk, die het visioen van de wijngaard van Noach geeft, door de ark. In de derde psalm van de eerste mandala van de Rig Veda is dit de godin Sarasvati, de godin van kennis, die komt als een nachtvisioen. Dit is dus de bron van oudere paradijsen om de rituele drank, de SHAMA terug te brengen door de ark, als een visioen van tucht, waar de staf van Aaron voor staat. Dit is ook waar Samuel, SHAMA-AL voor staat, als de tuchtroede om tot gehoorzaamheid te brengen.


In Psalm 8 is de SHAMA een hoog zwellende hemelse oceaan, als wijde stromen komende van de hoogtes. De SHAMA wateren zijn vol met vee, vol met waterbuffels, rijp voor de aanbidders.


Psalm 9 gaat over de SHAMA feesten. Indra, NU-DE-RA, giet de SHAMA uit. RA'AH, RA, is zien, onderscheiden, het hebben van visioenen in het Hebreeuws. Het gaat hier dus om het zien van Amazonische visioenen in de dieptes van de paradijselijke afgrond. In die zin is NU-DE-RA een schenker en een beeld van SHAMA. NU-DE-RA is de goddelijke jager in de mythologie van het hindoeisme. In die zin komen we door NU-DE-RA tot SHAMA. De jacht in de gnosis is de sleutel tot deze oeroceaan. Dit is een oceaan van melk en vergoten bloed van de vijand. Melk is de bloedvergieter.


Het gieten van de SHAMA door NU-DE-RA, de goddelijke jacht, brengt dan bloeds-vreugde van de geslaagde jacht in Psalm 9. Dit is het teken van vruchtbaarheid, van nieuwe schepping. Het is het teken van Ajuwth, de eerste zoon van Ismael. Dan wordt het loon naar werken gegeven door NU-DE-RA, het oordeel. Dit is dus zeker geen lichtzinnig gebeuren. Zij die misbruik hebben gepleegd worden hierdoor zwaar gestrafd. Iedereen krijgt loon naar werken. De tucht en het oordeel komt tot een ieder. De Nia-ark verschijnt om zonde, schuld en oordeel te laten zien. Dan in Psalm 10 wordt NU-DE-RA, de Amazonische jacht, aanbeden. Dan wordt NU-DE-RA SA-KRA genoemd, oftewel de brug tussen de Egyptische Gnosis en de Levitische Gnosis. Ook betekent de SA-KRA de Levitische Gnosis van de Amazone (SA, Sranan Tongo = vrouw). Het is de Gnosis van de Amazonische offerdienst.


Dan vragen de aanbidders aan NU-DE-RA om de stal van het vee, van de runderen, te openen, om hen nog meer te zegenen. Ze vragen NU-DE-RA ook om nog meer wateren van de hemel. Ook de psalmen en aanbiddingen zijn deel van SHAMA.


Psalm 11 gaat over de grot van Vala, die veel runderen bevat. Ook USA, de godin van de ochtendschemering, de dageraad, het nachtvisioen, was hierin opgesloten. Hieraan verbonden is de SA, de amazone, het vrouwelijke (Sranan Tongo), de gnosis (Egyptisch). NU-DE-RA splitste deze grot open. Vala betekent omheining, wat de hof van Eden betekent in het Hebreeuws. Vala was een grot van steen, en de broer van de slang van het hindoeisme, de Vrtra. Beiden waren zij asura's, natuur-energieen, die in oorlog leefden met de deva's, de goden. Van de Asura's komt ook Assur voort, de boom van kennis. Vrtra was de tegenhouder, de stenen slang, de bewaker van de rivieren, die deze blokkeerde. Door SHAMA overwon NU-DE-RA deze blokkades. Dit komen we ook weer tegen in het verhaal van Mozes die water uit de rots sloeg, de geboorte van Mitra uit de Rots, de geboorte van de Kerk uit de Rots, Petrus, en de opstanding van Christus uit de grot.


DANU was de moeder van Vrtra, die ook verslagen werd door NU-DE-RA. Danu staat voor de Dan stam en ook eDeN, DN. In de strijd tegen Vrtra werden de beide kaken van NU-DE-RA verbroken. Dat wil zeggen dat Vrtra alleen verslagen kon worden door grote stilte, het zevende zegel, oftewel de paradijselijke afgrond, de NU, oftewel de wijngaard van Noach, die de SHAMA rijkelijk voortbracht.


In het Agni, GAN-NU gebied, wordt de SHAMA uitgegoten. Agni, GAN-NU, is de boodschapper van de goden, de grote vertaler. Zoals de SHAMA-drank grote gelijkenissen vertoont met de PESSA steen van onderscheiding, so vertoont Agni, GAN-NU, grote gelijkenissen met de HADAR steen van vertaling in de teraphim.


Zoals de Pessa het saffier is, zo is de Hadar het staal. Staal is in de Hebreeuwse worteltekst 'vertaling'. Dit is de reden waarom het volk van de gnosis in de hogere regionen geleid worden door 'Saffier en Staal', oftewel 'Pessa en Hadar'.

Deze vertalings-steen is in Ismaelitische termen de Hadar, de achtste zoon van Ismael – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin. Deze steen had een belangrijke plaats in de Teheraphim, en heerste zelfs over de Pessa. De terafim was een bloed-orakel.


HADAR = GAN-NU

PESSA = SHAMA


Van 'deva' komt ook het woord divine, wat dezelfde betekenis heeft : goddelijkheid. Zij waren in oorlog met de asura's die steeds vaker gedemoniseerd werden in veel gevallen. Belangrijke asura's zijn Mitra en Varuna, de god van de oeroceaan, de oerduisternis en de wet. MI betekent in het Sanskrit binden. Dit is ook waar het Egyptische MA vandaan komt, de Wet. In diepte is de SHAMA, de SA-MA de SA-MI, de heilige gebondenheid in de gnosis. Ook dit is een aspect van de PESSA steen.


De deva's namen de heerschappij, en demoniseerden veelal de asura's. Het Latijnse Deus, god, ging heersen, en demoniseerde Assur, de boom van kennis, overmatig. Hieruit voort kwam het engelse 'Divine'. De asura's waren natuur-energieen van de duisternis, terwijl de deva's 'de schijnenden' waren, de goden van het licht, om te verblinden. Oorspronkelijk ging het om het gnostische, het asurische, wat langzaam werd overgenomen door het g-OD-delijke, ODIN, de DEUS, de DIVINE, de machten van het licht. De asura's waren oorspronkelijk wachters in de Azteekse hemelen, maar werden tot slaaf gemaakt in het hindoeisme. Nadat het hart van het offer was uitgerukt door de Azteken werd het offer van de piramide trap afgeworpen. Dit is een beeld van wat er in het EE met Rian gebeurt, dat hij van de saffieren trap wordt afgeworpen. Saffier staat voor de PESSA, de steen van onderscheiding. Dit gebeurt wanneer de gnosis van de PESSA, de SHAMA, wordt hersteld, en de gnosis van de HADAR, GAN-NU, de steen van vertaling, waar staal een beeld van is.


In Psalm 14 worden de rode paarden, de vurigen, voor de wagen van Agni, GAN-NU, gespannen. GAN-NU is dan de ruiter van de rode paarden. GAN-NU is de grote vertaler, een beeld van de HADAR-steen. De HADAR is dan een hogere PESSA-steen, een hogere onderscheiding. Binnen de PESSA steen zijn er onderverdelingen van hogere levels, de Amazonische hierarchieen.


Het Azteekse apen-medicijn verandert gif in een medicijn. In de mythologie van het hindoeisme hebben de apen een sterk bemiddelende functie in de bevrijding van het goddelijke vrouwelijke, Sita. Sita is in het Sanskrit de heilige gebondenheid. De apen vallen het eiland aan waar zij door een demoon gevangen wordt gehouden, waar zij een brug naartoe bouwden.


Na het verbreken van de zegels wordt het reukoffer-altaar zichtbaar. Het vuur daarvan wordt op aarde geworpen vanuit het wierrookvat. Wierrook is het teken van de aap in het sanskrit. Aap betekent ook harig, en is het beeld van de zon. Ook staat de aap voor medicijn, en is verbonden aan de kleur zwart en het donkere. In het Sanskrit is de aap de wapensmid, de maker van de wapenrusting. We zagen de zon zwart worden als een haren zak, wat het beeld is van de aap. De vrouw is bekleed met de zon, oftewel is bewapend door de aap, voor de oorlog en de jacht. De aap is het teken van scherpe ogen, van bovennatuurlijke visioenen, maar ook staat het voor blindheid. De aap is het goddelijke oog.


Kubera is een opperhoofd van demonen, de demoon van weelde en geld. Zijn naam komt van 'kumba', wat verbergen betekent. Hij is de zoon van Vishrava, roem. Daarom wordt hij ook 'de zoon van roem' genoemd. Ook hij is een heer van het eiland Lanka, waar Sita naar ontvoerd was, en die gered werd door apen.


Golgotha, Kranion, betekent 'doodshoofd' of 'plaats van doodskoppen'. Ook betekent het 'harige plaats,' of 'plaats van haar.' In het Sanskrit is het een plaats van apen, waar zij bezig zijn het medicijn te bereiden. Zij zijn in het Sanskrit 'boom-zwervers', zij die van boom tot boom gaan, van fundament tot fundament, om daar genezing te brengen.


In het Sanskrit zijn apen vuurgoden, zoals Agni, GAN-NU, een vuurgod is. Hanuman, GAN-NU-AMEN, was één van de apenleiders van het hindoeisme. Amen is het verborgene in het Egyptisch. GAN-NU-AMEN is de verborgen tuin van Nu, de verborgen wijngaard van Noach, in de afgrond van de onderwereld.


De aap staat in het Sanskrit voor “doden in het verborgene”, kinasa, KANA-SA, “het piercen, doorsteken in en door de gnosis”. Het betekent de verbondenheid aan Yama, de god van de dood. Ook is de aap in het Sanskrit een beeld van de zondvloed. De aap is de boodschapper van RAMA, de zevende incarnatie van VISHNU. RAMA is de belichaming van de gnosis, de leer van het hindoeisme, de dharma, het hogere, zuivere bewustzijn (brahman).


In het Aramees-Hebreeuwse paradijs in Genesis 3:1 komen we weer terug bij de RAMA, de RM, het teken van de goddelijke donder.



1 Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst.

Sluwst is RM, RAMA, in het Aramees. In het Hebreeuws betekent dit in de worteltekst : naaktheid. De slang is in de worteltekst een metafoor voor de opvoeding, de pedagogiek. Dit was dus een volk die het diepst in de natuur leefde, en het naaktst was, oftewel de naakte oorlogsvoerende stam, RAMA. Dit is een beeld van de openbaring van de gnosis. In de zevende incarnatie komt het visioen dus tot de naakte, oorlogsvoerende stam. De aap is de boodschapper, de ramaduta van deze stam. De aap is in het Sanskrit de brenger van geluiden. Ook is het een wilde bok, of het dragen van de attributen van een bok. In die zin is HANUMAN, GAN-NU-AMEN een beeld van de bokkenjacht, van het letterlijke komen tot het symbolische. De aap is de wachter van het symbolische. De aap helpt ons om aan het letterlijke te ontkomen.

Ook Anubis, de Egyptische gids en wachter van de onderwereld, komt voort uit Agni, GAN-NU, als Gannu-bis. BIS betekent rondtrekken en splitsen in het Sanskrit, van BUS, verdelen, onderscheiding. In die zin is Anubis, Gannu-bis, een beeld van de tuchtroede van de afgrond van de onderwereld, en een cyclus daar. BUS betekent ook uitgieten. In Psalm 22 van de eerste mandala (poort van de onderwereld) druipt er honing van de tuchtroede.



Het ascetisme, zelf-kastijding, komt ook weer terug in het woord brahman in het Sanskrit, wat gelijkstaat aan een heilig leven. BRAHM betekent rondtrekken, dus weer hebben we hier met een cyclus te maken, die alle gnosis heeft opgeslagen, en de vaste eeuwigheden uitbeeldt. BRAHMI is vis, vissenjacht, waarin de MI de heilige gebondenheid voorstelt. Ook zien we de AMEN terug in brahman, als BRAH-AMEN, wat leven in het verborgene betekent. BRAHM komt ook weer terug in ABRAHAM, ABRAHM. Vanuit de grote cyclus van de paradijselijke afgrond, brahman, kwam RA voort.

GANESHA, de olifantengod van de kennis en het rondtrekken, GAN-NU-SA, is de gnosis van de heilige afgrond, de gnosis van GAN-NU.


In Psalm 21 van de eerste mandala (magische poort in de hemelse gewesten) van de Rig Veda zijn Agni, GAN-NU, de wijngaard van Noach, en Indra, NU-DE-RA, de visioenen van de heilige afgrond, de twee hoofd-sleutels tot het drinken van de SHAMA. Zij maken hierdoor de vijand kinderloos. In Psalm 23 is NU-DE-RA een beeld van het loon. De SHAMA is zeer sterk geworden doordat het gemengd is met melk. VA-YU, de god van de wind en de adem, VA-Iyowb, als de bloedbron van de Wanen, de heilige graal van de Wanen, oftewel van de Zimranieten, de heilige spierenknopers, wordt ook uitgenodigd om te drinken van de heilige SHAMA samen met NU-DE-RA, Indra. Deze SHAMA is de aanbidding die tot hen wordt gezonden. Dan krijgt de SHAMA genezende kwaliteiten, zoals het water van Bethesda, wat 'gevangenis van tucht,' betekent. Ook begint SHAMA dan te spreken over deze genezing. Ook kan de SHAMA dan van zonden vrijzetten, en van leugens. Dit gebeurt dus wanneer het bloed van de vijandelijke prooi wordt gemengd met moedermelk. Dan krijgt het genezende kracht. GAN-NU, de wijngaard van Noach, de tuin van de paradijselijke afgrond, wordt dan beschreven als vol van melk.


Dan in Psalm 24 doet Varuna, de oeroceaan en oerduisternis, het verdere genezingswerk, om te leiden tot ADITI, AD-TA, de moeder van de goden. TA is in het Sanskrit de samenwerking tussen de heupen, de borsten en de moederschoot als een wapen. AD is de tuchtroede. AD-TA is de Vedische oorlogsgodin en vruchtbaarheidsgodin. ADITI is ook melk in het Sanskrit en runderjaagster. Ook is zij de vrouwelijke Brahma.


Hierdoor verjongt de GAN-NU, de wijngaard van Noach, de tuin van de heilige afgrond, zich, in Psalm 26. In Psalm 27 verkoopt Agni, GAN-NU, de gaven, oftewel het loon (hetzelfde als in het Grieks waar gaven en loon ook onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Deze verkoop gebeurt door de stromen van Sindhu, een geheel van wateren als een zondvloed, komende van de lippen, van een olifants-slurf (GAN-NU-SA, de gnosis van de heilige afgrond), of van een slangendemoon, en door VISHNU, visioenen. Dit zien we ook terug in Openbaring, waar de slang een stroom van water uit zijn mond laat komen.


In Psalm 28 geeft de godin geboorte aan de vijandelijke prooi, als het persen van de SHAMA, waarvan NU-DE-RA moet drinken. Haar brede heupen zijn ervoor om het sap vast te houden. Wanneer NU-DE-RA drinkt is er het helderste geluid van de drums van de overwinnaars. Alles wat overgebleven is van de SHAMA moet in bekers op buffelhuiden gezet worden.


Psalm 31 laat GAN-NU zien als voortgekomen vanuit twee moeders.


We zagen hoe de buikspieren werden gemaakt door gevaarlijke mondbacterien die werden bestuurd door voetbacterien. Deze drie-eenheid, driehoek, wordt bestuurd door de lachspieren, die onder controle staan van oogbacterien, traanbacterien, waarin Jom haar schuilplaats heeft.


Indra, NDR, de oorlogsgod in de Indologie, komt terug in het Hebreeuws en Levitisch als NDR, Neder, wat gelofte betekent. In het Aramees is het NDR, Nadar, als oorlogs-gelofte en offer-gelofte.


Agni, de god van het vuur en het offeren in de Indologie, is de Hopi god van het vuur, de dood en de onderwereld, en ook een god van oorlog, Mosau, wijzende op Mose, Mozes, de tocht door de wildernis. Mozes wijst weer terug op Maat, Ma, de Egyptische godin van de Wet, die op haar beurt weer terugwijst op MI, de heilige gebondenheid en het oordeel in het Sanskrit. Niemand kan in die zin aan het oordeel ontkomen. Waar Agni rijkdom geeft is dit natuurlijk de diepere rijkdom van het paradijs, van de gnosis. Rijkdom betekent ook opvoeding in het Sanskrit. In die opvoeding wordt geleerd dingen makkelijker te maken, makkelijker toegankelijk, SUPAYANA, wat leidt tot de rust en de stilte, de SVASTHYA. In het Levitisch is dit de NUWACH, rust, het knielen, als een berusting in de heilige slavernij. NUWACH is een beeld van Noach, NU, de paradijselijke afgrond, als het bereiken van de wijngaard van Noach. NUWACH is het wortelwoord van het Levitische NICHOWACH wat de zoetheid van het offeren is (Lev. 1:17). NUWACH heeft te maken met verlatenheid, verlaten en verbannen.


Zoals in het Grieks is in het Sanskrit de gave verbonden aan loon en beloning, VARA. De VARA-gave is dus altijd loon, als overdracht. Dit uit zich in het ontvangen van nieuw gebied.

Loon is verbonden aan tijd. VA-RA is de tijdschijf van de Wanen (Noors : Vanen, VA), oftewel van de Zimran-stam, de stam van de spierenknopers. GA-VE, GE-VA, is de aarde (Grieks) van de Wanen, wat de onderwereld van de Wanen is in het Hebreeuws (GE = ERETS, onderwereld). GE is ook GAEA, GAIA, in het Grieks. GAYA is een rundersoort in het Sanskrit. GAVE, GA-VE is de runderen van de Wanen, van Zimran, de spierenknopers. GIFT is het Engels van GAVE. GE-FT, GE-FETI, is de strijd (FETI, Sranan Tongo) tegen de valse, vijandelijke runderen (GE, GAYA, Grieks-Sanskrit). Die strijd houdt in de jacht en de slacht, het offeren. In die zin is het loon altijd verbonden aan het strijden en offeren van demonen, van het kwaad, in de demonologie. Loon is dus onlosmakelijk verbonden aan het vergoten bloed van de vijandelijke prooi. Ook in de Openbaring zien we het beest in het Grieks opkomen uit GE, GAEA, de aarde, wat in het Sanskrit een rundersoort is, GAYA. We hebben dus te maken met een runderbeest, een soort monsterlijke buffel of bizon. Dit beest heeft hoorns in het Grieks waarmee hij vissen doorspietste (arnion – ario, iro). Dit is dus een vleesetend runderbeest, een vissenjager. De draak was uit de hemel geworpen tot de GE, GAEA, de aarde, oftewel tot de runderen in het Sanskrit. De draak veranderde dus in een rund als een oordeel, en ook zijn engelen veranderden in runderen. Daarom had het monsterlijke buffel of bizonbeest nog steeds de stem van een draak.











Hoofdstuk 6. De Amazone op de Waterbuffel


In de esoterie droeg Kain de hamer of het mes van Thor om daarmee het bloed te vergieten van Abel, een beeld van BEL, de Aramese vorm van Jupiter. De Romeinse Jupiter is JOVE, de god van geloof en liefde. Abel representeert in die zin een demoon die Kain moest offeren in de mythologie. Omdat Kain nog geen offers had gebracht werd hij afgewezen door de godenwereld, maar juist door dit offer kreeg hij het merkteken. In die zin is Thor, Horus, Rian, een wapen, een mes, wat we eerst moeten overwinnen en daarna gebruiken. Wij moeten leren dit mes te bedwingen.


Alles in ons leven kan komen als een mes om ons te besnijden en scalperen, als een beeld van het ontvangen van de gnosis, contact met het archetype van de Moeder. Dit is ook waar in diepte de doornenkroon voor staat. In de Kabbalah is dit de top van de boom des levens, de Kether, de vlammenkroon. De boom des levens is de boom van honger, als een tuchtplaats van honger in het Hebreeuws, wat om de leegheid en het vasten gaat, om zo aan het einde van dit pad de heilige scalpering te zien. Ook de aap is hier een beeld van, een zegel, in de wortels van het Sanskriet.


Het Azteekse apen-medicijn verandert gif in een medicijn. In de mythologie van het hindoeisme hebben de apen een sterk bemiddelende functie in de bevrijding van het goddelijke vrouwelijke, Sita. Sita is in het Sanskrit de heilige gebondenheid. De apen vallen het eiland aan waar zij door een demoon gevangen wordt gehouden, waar zij een brug naartoe bouwden.

Na het verbreken van de zegels wordt het reukoffer-altaar zichtbaar. Het vuur daarvan wordt op aarde geworpen vanuit het wierrookvat. Wierrook is het teken van de aap in het sanskrit. Aap betekent ook harig, en is het beeld van de zon. Ook staat de aap voor medicijn, en is verbonden aan de kleur zwart en het donkere. In het Sanskrit is de aap de wapensmid, de maker van de wapenrusting. We zagen de zon zwart worden als een haren zak, wat het beeld is van de aap en de scalpering. De vrouw is bekleed met de zon, oftewel is bewapend door de aap, het scalperende mes, voor de oorlog en de jacht. De aap is het teken van scherpe ogen, van bovennatuurlijke visioenen, maar ook staat het voor blindheid. De aap is het goddelijke oog.

Kubera is een opperhoofd van demonen, de demoon van weelde en geld. Zijn naam komt van 'kumba', wat verbergen betekent. Hij is de zoon van Vishrava, roem. Daarom wordt hij ook 'de zoon van roem' genoemd. Ook hij is een heer van het eiland Lanka, waar Sita naar ontvoerd was, en die gered werd door apen.

Golgotha, Kranion, betekent 'doodshoofd' of 'plaats van doodskoppen'. Ook betekent het 'harige plaats,' of 'plaats van haar.' In het Sanskrit is het een plaats van apen, waar zij bezig zijn het medicijn te bereiden. Zij zijn in het Sanskrit 'boom-zwervers', zij die van boom tot boom gaan, van fundament tot fundament, om daar genezing te brengen.

In het Sanskrit zijn apen vuurgoden, zoals Agni, GAN-NU, een vuurgod is. Hanuman, GAN-NU-AMEN, was één van de apenleiders van het hindoeisme. Amen is het verborgene in het Egyptisch. GAN-NU-AMEN is de verborgen tuin van Nu, de verborgen wijngaard van Noach, in de afgrond van de onderwereld.

De aap staat in het Sanskrit voor “doden in het verborgene”, kinasa, KANA-SA, “het piercen, doorsteken in en door de gnosis”. Het betekent de verbondenheid aan Yama, de god van de dood. Ook is de aap in het Sanskrit een beeld van de zondvloed.


Dit is dus in de diepte de KETHER in de Kabbalah. Het is het mes wat scheiding maakt, waardoor het verbonden is aan de PESSA steen van onderscheiding, de hogere gnosis. Dit komt voort vanuit de scalpering en heeft de scalpering als resultaat.


Dit is een strijd tegen boze geesten in de hemelse gewesten die zich symbolisch manifesteren als dieren. Zouden wij strijden tegen de onschuldige dieren om ons heen, dan zou dat groot boerenbedrog zijn : cheater magie. Zij die werken volgens deze magie drinken van de graal van Circe, de Griekse godin van de magie, om zo te veranderen in zwijnen. Dit is een valse heilige graal.


GE is de aarde in het Grieks, wat de onderwereld is in het Hebreeuws, ERETS. GE is ook GAEA, GAIA, in het Grieks. GAYA is een rundersoort in het Sanskrit. GIFT is het Engels van GAVE. GE-FT, GE-FETI, is de strijd (FETI, Sranan Tongo) tegen de valse, vijandelijke runderen (GE, GAYA, Grieks-Sanskrit). Die strijd houdt in de jacht en de slacht, het offeren. Ook in de Openbaring zien we het beest in het Grieks opkomen uit GE, GAEA, de aarde, wat in het Sanskrit een rundersoort is, GAYA. We hebben dus te maken met een runderbeest, een soort monsterlijke buffel of bizon. Dit beest heeft hoorns in het Grieks waarmee hij vissen doorspietste (arnion – ario, iro). Dit is dus een vleesetend runderbeest, een vissenjager, waarvan de waterbuffel een beeld is. De draak was uit de hemel geworpen tot de GE, GAEA, de aarde, oftewel tot de runderen in het Sanskrit. De draak veranderde dus in een roof-waterbuffel als een oordeel, en ook zijn engelen veranderden in waterbuffels. Daarom had de monsterlijke waterbuffel nog steeds de stem van een draak.


Openbaring 19


17 En ik zag een amazone staan in de HELIOS AIRO, VISSERIJ, de zon van water, en zij riep met luider stem en zeide tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods, 18 om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen, die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten.


Wie zijn die koningen ?


Openbaring 17


13 En ik zag uit de bek van de draak en uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen; 14 want het zijn geesten van duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de koningen van GE, de koningen van de roof-waterbuffels, om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag van de almachtige God.


Openbaring 19


20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. 21 En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees.


In de demonologie is de apocalyptische vogel de kippenjager, in de zin dat de kippenjager de veren draagt van de demoon-kip. In de demonologie is de kippenjacht onmisbaar, omdat het het komen tot de leegte uitbeeldt.


Openbaring 19


17 En ik zag een amazone staan in de HELIOS AIRO, VISSERIJ, de zon van water, en zij riep met luider stem en zeide tot alle kippenjagers die in het midden des hemels waren: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods, 18 om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen, die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten.


De vrouw op het beest die zit aan vele wateren kan gezien worden als de vrouw op de waterbuffel, want ook dit beest komt uit de aarde, GE, GAYA, namelijk uit de afgrond. In het Grieks is de afgrond in de worteltekst ook de zee, een beeld van armoede, leegte (honger). Dit beest komt dus zowel uit de aarde als uit de zee, als de waterbuffel. De afgrond, de zee is in de diepere worteltekst de voet, als de poort naar de onderwereld. Dit beest komt dus voort vanuit de voet. De vrouw, amazone, heeft de waterbuffel overwonnen, onder haar voet, en gebruikt het als haar rijdier. Door haar voet drijft ze het beest voort. Ook Iyowb dreef de waterbuffel, de behemoth, voort met zijn voet, na het overwinnen van zijn geslachtsdeel, de leviathan.


In de Openbaring heeft de Amazone die de waterbuffel, het beest, berijdt, sexuele omgang met de koningen van GE, GAYA, oftewel de koningen van de roof-waterbuffels.


Openbaring 17


2 met wie de koningen der aarde (GE, GAYA, waterbuffels) gehoereerd hebben, en zij, die op de aarde wonen, zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij.


Nu, in het Aramees kunnen dit ook koninginnen zijn, vrouwelijke bezitters van de waterbuffels waar de waterbuffelrijdende amazone sexuele omgang mee heeft. In het Grieks is deze sexuele omgang ook het handelen in slaven.


Op de planeet Toran hebben vrouwen kinderen van beesten, ook van waterbuffels. In deze mythologie moet de dochter de waterbuffel, haar vader, overwinnen, wat symbool staat voor het overwinnen van de vader cultussen. Ook voor de dochter moet er emancipatie zijn, en de dochter moet de oude natuur, de waterbuffel, van haar vader overwinnen. Op de planeet Toran wordt dit uitgebeeld. Wij mogen de waterbuffel-demoon niet in leven laten. Het beest moet in de jacht gevangen worden, en naar de slacht worden gedreven, anders zal de vrouw slaaf blijven van de man, en zal de dochter onderdrukt blijven door de waterbuffeldemoon. Het gaat dus niet alleen om de vrouw die de oude natuur van de man moet overwinnen, maar ook de dochter zal de oude natuur van haar vader moeten overwinnen. Hierbij zal de moeder haar dochter helpen. Dit is natuurlijk heel archetypisch en universeel. De moeder moet dus in dit opzicht aan de kant van haar dochter staan, en door dit principe wordt elke vijand overwonnen. De vijand is de gnosis-loze man die zich superieur waant. In het insectenleven snelt de vrouwelijke insect op deze vijand af om haar eieren in de vijand te leggen, of door met de vijand te paren en hem dan op te vreten. Zo rekent de vrouwelijke insect met de vijanden af, als een deel van het ecologische systeem. Dit gaat dus heel diep, dat de oude natuur van de man zo zijn macht over de dochter verliest, zodat zij zich zal emanciperen. De dochter zal zo niet de slaaf zijn van de dromen van haar vader. Tot dit doel hebben de vrouwen van Toran kinderen van vee.


Ook zijn de zogenaamde 'koningen der aarde', de koningen van de waterbuffels, de mannelijke overwinnaars van de waterbuffel, oftewel de waterbuffelslagers. In het Aramees zijn dit ook de priesters, als zij die offeren, de slagers. In de Griekse worteltekst zijn de koningen de voeten, wat een symbool is van hen die hebben overwonnen. De mannelijke buffelslagers hebben zo 'sexuele omgang' met de amazone waterbuffelrijder, wat in de worteltekst betekent dat zij als slaven aan de amazone waterbuffelrijder werden verkocht. In het Aramees is dit het verraad. Zij werden in de val gelokt door de amazones, door de moeder en de dochter.


In de Griekse Mythologie rijdt de Kreteense godin Europa op een rund. Toen ze de rund overweldigde en beteugelde, snelde het rund naar de zee, en zwom met haar op zijn rug weg van de kust, als een beeld van de waterbuffel. In de Henochiaanse mythologie van Europa bestaan er dertig zogenaamde 'aethyrs' waarin de afgrond, de grote leegte, is onderverdeeld. De 'vrouw op het rund', oftewel de 'vrouw op het beest', is in de tweede aethyr. Dit staat gelijk aan Eva en de slang. Omdat de slang, de leviathan, het geslachtsdeel uitbeeld van de behemoth, van de waterbuffel, en Eva die berijdt, beeldt dit dus de geslachtsgemeenschap uit die Eva had met de waterbuffel, waardoor Kain werd geboren. Zoals we zagen kan dit dus ook weer anders uitgelegd worden in de verschillende grondlagen van de apocalyptiek in de originele talen. Het is zowel de lesbische amazone vruchtbaarheid als de onderwerping van de mannelijke waterbuffelslagers om hen tot slaven te maken. In de tweede Aethyr ontvangt Kain het merkteken van slavernij tot de amazones, het merkteken van de waterbuffel, het beest, doordat hij een offer had gebracht, de waterbuffel heeft geslacht.


Hier overwon Kain Jupiter, Abel, BEL, het Roomse systeem, en ontving zo het amazone merkteken.


In de tweede aethyr, de tweede fase, het tweede deel van de grote afgrond, wordt de leviathan, het geslachtsdeel van de waterbuffeldemoon, de behemoth, getuchtigd met eeuwige verdoemenis. Dit is natuurlijk een symbool, want er is geen letterlijke eeuwige verdoemenis, en in het Grieks is dit een beperkte tijd en een plaats. Uit een plaats kun je ook weer weggaan onder bepaalde condities, of je houdt op te bestaan. De eeuwige verdoemenis beeldt dus iets uit, en mag niet letterlijk genomen worden. De leviathan is een andere uiting van Jom. We hebben hier dus met de Jom demoon te maken. De leviathan is woest en begint 'de kinderen van de mensen' te eten. Dit betekent dus ook 'de dochters der mensen', die een demoonras op zichzelf zijn. De leviathan is op dit punt als een krokodil. Maar de leviathan wordt alleen maar hongeriger en hongeriger. Niets verzadigd de leviathan. De leviathan wordt dus uitgehongerd door de vrouw op het beest, op de waterbuffel.


In de negende aethyr, de negende leegte, is de dochter van de amazone op de waterbuffel.


Kijken we verder naar de amazone op de waterbuffel, en naar de “koningen” die sexuele omgang met haar hadden, dan zien we in het Grieks nog dieper in de worteltekst dat de “sexuele omgang” piercingen zijn. In die zin worden dus de waterbuffels gepierce en de mannelijke waterbuffelslagers.

 

Openbaring 18


3 omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid.


In het woord kooplieden worden de piercings weer genoemd in de worteltekst, zodat het 'de piercingen van de waterbuffels' zijn, of 'piercings van de mannelijke waterbuffelslagers'. Rijk is in de grondtekst ook veelvuldig en goed uitgedost, in de zin dat er vaak veren aan de piercings verbonden zijn, dit als een teken van de gnosis die komt door de piercing. De piercings hebben in het Grieks hun kracht vanwege de Wet. De piercings leiden in het Grieks tot de verharding, wat ook de erectie inhoudt, als vruchtbaarheids-symbool. Ook brengt dit de balans terug. Zowel de waterbuffels als de mannelijke waterbuffelslagers worden door de piercings onderworpen aan de Amazone op de waterbuffel. Dit is noodzakelijk om de leugengeest van mannelijke suprematie te verbreken.


Zo kan dan ook de dochter tot emancipatie komen, wat gebeurt in de negende aethyr, de negende leegte in de grote afgrond.


Hoe komen we van de tweede leegte, afgrond, tot de negende afgrond ?


In de derde afgrond zien we het mysterie van Lilith, Al-Alythe. Zij was de eerste vrouw van Adam in de Israelitische mythologie, die niet voor Adam wilde buigen. Zij was ook geschapen vanuit het stof van de aarde zoals Adam, vanuit de GE (Grieks) wat weer duidt op het bloed van de waterbuffel-demoon. Zij was dus niet zoals Eva geschapen uit de rib van Adam. Al-Alythe vluchtte naar de wildernis. Lilitu was in de Babylonische mythologie een stormdemoon of nachtdemoon die op mannen joeg. In de Sumerische mythologie was ze een tempelprostituee, waar we in de apocalypse de veel diepere betekenis zagen. Het is een vruchtbaarheids-symbool, en zij werden Qadishtu genoemd. Dit komt van Qetesh, de Egyptische en Kanaanitische godin van de vruchtbaarheid. Zij werd soms afgebeeld als een naakte vrouw op een leeuw, wat ook in de Orionse mythologie voorkomt, en wat een beeld is van de vrouw op het beest in Openbaring. QETESH is een anagram van QESHETH, de Hebreeuwse boog, het teken na de zondvloed, en het paradijselijke teken van de naakte, oorlogvoerende stam. De Qadishtu is ook verbonden aan heilig, QODESH, verbonden aan de KADESH wildernissen, wat in de wortels een vruchtbaarheids-slaaf is verbonden aan de diensten aan de heilige tent, de MEOWNAH. In het Aramees is heilig ook verbonden aan tempelprostitutie, en aan de engelen. Een engel is in het Aramees een tempelprostituee, verbonden aan de vruchtbaarheids-cultus. Juist omdat sexualiteit zo'n machtig wapen is wat heel overweldigend en beangstigend kan zijn is het zo belangrijk dat onze sexualiteit een onderdeel is van de heilige slavernij. Al-Lythe is daartoe de initiatie.


In Psalm 18 zien we dat David ingewijd wordt in de vagina van de Amazone. Dit gebeurt door GATA, het wenen. De sexuele omgang, HBB, betekent : oorlogs-groet, oorlogs-voorbereiding. Dat binnengaan van David is het woord LL, LALU, wat ingewijd worden in mysterieen betekent, het penetreren in geheime kennis. LALU is de Davidische Lilith. Ook betekent het : rijp worden. Dit is de Psalm van de dag van de bevrijding van Saul. In het Aramees gebeurde dit opmerkelijk genoeg door HEL (HYL, HAYL, HAYLA). HEL is het accurate Aramese woord voor het leger van de Heere, van de essentie, het beste deel. Wij moeten terugkeren tot HEL om te ontkomen aan de hand van Saul (in het Hebreeuws : aan de penis, YAD, van Saul). Wij hebben dus in de strijd tot Saul te maken met een verkrachtings-geest. Nadat HEL David heeft bevrijd, opent de Amazone de vagina voor David, de poorten van de paradijselijke afgrond. De Amazone laat David ook zien dat sterkte frequentheid betekent, TQYP, TAQQIP. In Psalm 17 zien we in het Aramees de vagina van de Amazone als ringen, YAN, YN, AYNA, die visioenen, HZY, bevatten van richting, koers, leiding, als timmerman gereedschap, regels en levels. Dit zijn visioenen van correctie, kastijding en discipline. Hierin wordt David ingewijd. Dit komt ook weer terug in het boek 'Het Timmerman Systeem – Het Dodenboek van David'. In Psalm 17 worden wij gered van de goddelozen door de besnijdenis, HARBA, HREB, HOREB, het zwaard van Mozes, zijn speer, wat ook bestraffing en oorlog betekent. HOREB is de berg waar Mozes de tien geboden kreeg. In het Hebreeuws is dit zwaard, CHEREB, wat besnijdenis-mes betekent, en slagtand van de waterbuffel, van de BEHEMOTH. In Psalm 16 laat de Amazone aan David zien in openbaringen het pad van de sexuele omgang van en met de Wet als de formule tot overwinning. Dit betekent : wij moeten de diepte leren kennen van de Wet : de zonde en het oordeel.


Deliyla is de Filistijnse Lilith. Zij had de taak Simson te onderwerpen aan het Amazone Gezag. De boog na de zondvloed als een paradijselijk teken stelt het geslachtsdeel voor. Het voorvocht en zaadlozing zijn metaforen van de oorlogsvoering en de jacht door de boog, het schieten van de pijlen.


In Openbaring 18 wordt Babylon tot een kooi van onreine kippen. Dit leidt tot het geween van de koningen en kooplieden van de waterbuffels, oftewel de gepiercete mannelijke waterbuffelslagers. Waarom ? Omdat de jacht op de kipdemonen het komen tot de leegte betekent, tot de afgrond, tot de zee, waarvan het wenen een beeld is. Ook komt het wenen door het vuur in Babylon, wat in het Aramees de Urim is, het toetsen.


Lilith, oftewel de Davidische LALU, is in de derde afgrond een monsterlijke aap, het zegel van de scalpering wat verbroken moet worden, oftewel het zegel van de doornenkroon. De aap houdt de scalpenjacht verborgen. LALU is in die zin de initiator tot de scalpenjacht. In de Amazone Mythologie is er in de wildernis een reusachtige rivier genaamd de rivier van scalpen. Aan deze rivier wonen wilde jongens-stammen die door de Amazones verstoten zijn en in oorlog met hen leven en handel. Een grote Amazone stam aan de rivier van scalpen is de Zukki stam. Een andere rivier is de rivier van het verdrink-offer. Een stam van Amazones aan de rivier van het verdrink-offer is de Hiti.


In de vierde afgrond, PES, komen we tot de PESSA steen van onderscheiding.


In de vijfde afgrond komen we tot het hoofd van de waterbuffeldemoon als de gehoornde kroon.


In de zesde afgrond vinden we het samenspel tussen enorme hardheid en zachtheid. Dit is de afgrond van Thoth, TATAN in het Arawaks, hardheid. Deze afgrond is het geheim van de schepping.


In de zevende aethyr, afgrond, leegte, zien we het samenspel tussen vuur en ijs, hoe het diepere ijs het vuur doet ontwaken. IJs is in de Hebreeuwse worteltekst 'kaal', een beeld van de scalpering.


In de achtste afgrond zien we het samenspel tussen duisternis en visioenen. In de diepste duisternis wordt het nachtzicht gevormd. Dit is de zwarte zee waarin de visioenen van land worden gevormd. Het is het samenspel tussen de grote duistere oceanen van de slaap en de stranden van het 'ontwaken', het dromen.


De negende afgrond is de dochter van de Amazone op de waterbuffel.


De tiende afgrond is de grote stilte, het samenspel tussen stilte en geluid.


De elfde afgrond is de grote eeuwigheid, het samenspel tussen eeuwigheid en tijd. De naam van deze afgrond is IKH, IKU, een groot fetish van de Amazones.


De twaalfde afgrond is het samenspel tussen materie en anti-materie, als het samenspel tussen verborgenheid en manifestatie.


De dertiende afgrond is het samenspel tussen de goddelijke verlamdheid en de erectie, oftewel tussen zwakte en sterkte. Dit is de plaats van de oorlogen en de arena's.


De veertiende afgrond is het samenspel tussen dood en leven.


De vijftiende afgrond is het samenspel tussen het lijden en de heilige dronkenschap, de extase. Hier is de plaats van de goddelijke drug en het goddelijke zaad.


De zestiende afgrond is het samenspel tussen waarheid en leugen, waarin de leugen het raadsel van de waarheid is, als een masker.


De zeventiende afgrond is de afgrond van de balanzen.


De achttiende afgrond is het samenspel tussen honger en voedsel en tussen vergetelheid en geheugen. Ook is dit de plaats van Iacchos, de phallische Griekse god, die het mannelijke vruchtbaarheids-deel vertegenwoordigt. De Romeinen maakten hier Bacchus van, de god van de wijn en de dronkenschap, als de onderwerping van de mannelijke phallus aan de AB, de vader in het Hebreeuws, als AB-Iacchos, Bacchus. De phallus werd gevormd in honger.


De negentiende afgrond is de afgrond van de hierarchieen. Al het verkeerde en valse komt voort uit de verdraaiingen van de hierarchieen, het hogere verwarren met het lagere.













Hoofdstuk 7. God Uit de Hemel Gezet – De Grote Ontmaskering en Val van God en Jezus


De twintigste afgrond, leegte, is het samenspel tussen vernietiging en schepping.


De eenentwintigste afgrond, leegte, is het samenspel tussen bestaan en niet-bestaan.


De tweeentwintigste afgrond is het grote wiel van subjectiviteit, het veranderen van gezichtspunt. Hier is het samenspel tussen gezichtspunt en het veranderen van gezichtspunt. Zij die niet tot deze lelie komen zullen door het water worden opgeslokt. Het oog van Shiva, SA-VI, de gnosis van de Wanen, Zimran, de spierenknopers, vernietigt alle externe bestaansvormen.


De drieentwintigste afgrond is Thor, het mes van Thor, waarmee Kain Jupiter, de grote god van het Romeinse rijk, versloeg. Hier overwon Kain Rian, de Horus-demoon, en nam het als zijn mes.


De vierentwintigste afgrond is de moederschoot, de vagina en de checed, anus, de twee uiteindes van de moederschoot. Wij komen tot de jachtmaaltijd door de Vagina, de leegte, de paradijselijke afgrond, om geloftes, vows, te maken tot de gnosis, tot de grote moeder. De heilige vagina ingaan betekent komen door de leegte tot de jachtmaaltijd, tot slavernij aan de moeder. Dit is een heilige eed. De Vagina is de cheir, de straf, als een oorlogs-voorwerp. De vagina, leidt helemaal terug tot het Hebreeuwse woord “checed” de eeuwige verdoemenis, als de eeuwige tucht. De vierentwintigste afgrond is dus de plaats van geboorte, tucht en de eeuwige verdoemenis.


Wij moeten komen van de chasma tot de checed om aan het valse, letterlijke, externe christendom te ontkomen. Dit betekent komen van de paradijselijke vagina tot de paradijselijke aars. In Romeinen 7 moet de man naar deze plaats geleid worden, zodat de vrouw eindelijk van de wet, de fokkerij in de grondtekst, bevrijd wordt. Dit gaat om een diepere wedergeboorte waar de man niet door de vagina wordt geboren, maar door de aars, tot volle bevrijding van de vrouw. Ook in het EE wordt er een paar keer over dit soort geboortes gesproken.


De vijfentwintigste afgrond is het samenspel tussen gevoel en ongevoel.


De zessentwintigste afgrond is de verstoting door de Amazones, het Oedipus-complex, het verlangen naar de Moeder, maar teruggeworpen worden op het zelf.


De zevenentwintigste afgrond is het samenspel tussen één en meerderen.


De achtentwintigste afgrond is het samenspel tussen goed en slecht, en tussen kennen en niet kennen.


De negenentwintigste afgrond is het samenspel tussen wildernis en stad, tussen chaos en orde, tussen het organische en het kunstmatige.


De dertigste afgrond is het samenspel tussen boeken en visioenen, tussen het geschrevene en ongeschrevene.


De eerste afgrond is de maskers van de Amazones.


De afgronden vormen een cyclus. De geinitieerde moet over deze grote dertigvoudige afgrond tot de overkant gaan. Zij die de overkant niet bereiken zullen door de grote afgrond opgeslokt worden. Velen blijven steken in de eerste afgrond, tussen de maskers van de Amazones.


Zij die door de afgronden trekken worden geplaagd door illusies die ze moeten overwinnen om tot grotere leegtes te komen, en zo tot de overkant van de afgrond.


Aan de overkant van de afgrond is God overwonnen. Het Amazone woord voor God en Godin is vrouwelijk en is ILA, waarvan God en Godin perversies en corrupties zijn. Het Amazone woord voor Heer is ook vrouwelijk : TARU. Dit zijn dus de oorspronkelijke vormen. God wordt hierdoor uit de hemel gezet. God is een groep zwarte honden. Het stamt af van het Afrikaanse godo, gudu, lucht, als de luchtgod, en kodo, oud. God is een oude luchtgod. In die zin zijn Del-ILAh en BILhA belangrijk, omdat de de Amazone ILA in zich dragen. Ook Allah, ILAh, het Arabische woord voor god, draagt dit in zich. God kwam om af te leiden van het bloedvergietende karakter van de ILA. De luchtgod moest dit allemaal bedekken. De ILA TARU is de Amazone Heere God, als de Heerin Godin, als de Grote Amazone. God is een grote kudde renbokken wiens energieen in elkaar zijn gesmolten om een groep zwarte honden te vormen. Door de ILA worden de honden weer gesplitst, zodat het gewoon weer demoon-renbokken zijn. Hoe meer ze worden gesplitst, hoe zwakker ze worden.


Ook de Jezus-figuur komt uit Afrika. In het originele Aramees is Jezus Eshu Mseka. In het Hebreeuws Yeshua en Yehoshua. Eshu is de West-Afrikaanse trickster god (Nigeria). Hij houdt ervan tussen echtgenoten te stoken, en om mensen door slangen te laten bijten om daar even later het geneesmiddel voor te verkopen. Hij is de boodschapper van de goden, tussen mens en god in, en vraagt om bloedoffers waarmee hij gevoed moet worden. Hij is de wegenmaker. Hij brengt de offers van de mensen op tot de hemel, als een bemiddelende functie. Hij is de opener van de Weg, en de poortwachter. Eshu kwam als Jezus tot het Westen als een oordeel.


In de Afrikaanse mythologie is Iku, de god van de dood, de enige die Eshu kan verslaan. Iku is ook een naam van God in de Amazone Theologie, en een belangrijk fetish.


Eshu is verder de sleutelbewaarder van de persoonlijke zegeningen. Al zijn karakter-eigenschappen komen weer terug in de Jezus-figuur van de mid-oostelijke en westerlijke mythologie.







Hoofdstuk 8. De Territoriale Jacht in de Amazone Theologie



In de territoriale jacht moet goede onderscheiding verkregen worden in de jacht-seizoenen en jacht-tijden. We moeten de tekenen leren onderscheiden die ons aansporen tot een zekere jacht.

OTTUS is een gif van de Orionse Ottus boom, van besjes wiens gif de horens kan reduceren, minder scherp maakt, en van een hoge graad kan het de horens doen afbreken binnen enkele seconden of een paar minuten tot een paar uren.

Grijp je speren, doop de punten in gif, en ga de jacht aan. Ook kun je pijl en boog gebruiken, met pijlen gedoopt in gif. OTTUS doet de horens slinken. OTTUS kan ook de genetische structuren van de prooi veranderen.

TIKI-pijlen zijn pijlen waardoor ze niet terug kunnen veranderen in gevaarlijker vee. Deze pijlen brengen hen in een lager bewustzijn. Er moet geleerd worden over de verschillende giffen, hoe deze te mengen en te gebruiken. Ook kunnen er veren van kipdemonen aan de pijlen gebonden worden. Elke veer heeft weer een ander effect, daarom moet er ook geleerd worden over de verschillende kipdemoon-veren en hun functies. Het zijn jachts-fetishes in het fetishisme van de Amazone Theologie.

De territoriale jacht op de kip-demonen vindt plaats in Azie, waar zware territoriale kipdemonen over de Aziatische landen zijn aangesteld. Woeste hanen zijn zij, als kemphanen. Zij vechten onderling en vliegen territoriale jagers aan. Het is de Amazonische hanenjacht.



KUTA-hanen – China

zwarte hanen met witte, blauwe, paarse of rode kragen.

Deze veren hebben een verlammende werking, zijn slaapverwekkend. Het zijn zwaar giftige veren.



IRKW-hanen – India

Magische veren die naar de hel leiden, naar het oordeel. De veren zijn magische wegen van het oordeel. Zij gebruiken TIRKW-trollenmagie. De TIRKW is een gevaarlijk trollenwapen met veel scherpe uitsteeksels die gif afscheiden om zielen te brengen tot de Elsav, de put van eeuwiggroeiende verdoemenis, vaak gebruikt in oorlog.

Witte hanen met andere kleuren of geheel wit.



JELO-hanen – Indonesie

Spasme, blokkeren en verwarren de spieren en het zenuwstelsel.

Geel-blauwe hanen.



JAGA-hanen – Japan

Veroorzaken blindheid, felle lichten.



HONU is het Amazone woord voor de jacht.

TARIM is de Amazone jacht ila (godin),

ILA TARIM.



Amerika – varkensjacht

Engeland (NU-GE, NU-GAYA) – runderjacht

Afrika – bokkenjacht, lammerenjacht

Azie – kippenjacht

Europa – vissenjacht

Rusland – buffeljacht

Mid-Oosten, Arabie – bokkenjacht, lammerenjacht



De diepere wortels van het christendom liggen in Egypte, maar de Egyptische mythologie komt voort uit Afrika. Onder Egypte ligt Sudan, Nubie, waar de voorloper van Horus vandaan komt : Mandulis, de zonnegod, half havik, half mens. Sudan is het land van de boogschutters, het land van de boog. Nubie had ook twee leeuwinnengodinnen : Menhit en Mehit. Menhit was de godin van de oorlog en de slacht (veeslacht), als de voorloper van Sekhmet, en Mehit was de godin van de jacht, als de voorloper van Neith. Beide godinnen kwamen ook weer voor in de Egyptische Mythologie. Menhit was ook een kroon-godin, als beeld van de scalpering.

De territoriale demoon van Sudan is een zwarte bok, renbok, die de sleutels tot de Amazone zeeen bewaakt. Dit zijn :



Door het pantheon van de Amazone Theologie wordt de territoriale jacht in Afrika geopend :

ILA TARUK – godin van de schepen, scheepvaart, scheepbouw en psalmen (ila van het lied)

schip = metafoor van lied

ILA MEME – godin van de oorlog

ILA TARIM – godin van de jacht


De naam van de territoriale demoon van Sudan is : BAKZA. Hier komt ook de Romeinse Bacchus-geest van de valse dronkenschap uit voort.











Hoofdstuk 9. Het Amazone Dodenboek


De polis is in het Grieks een arena, een oorlogsveld. De polis is de stad, als een metafoor van de arena en het oorlogsveld. In die zin moet de stad als een zegel verbroken worden. Deze stad is van 'goud', chrysion, wat komt van 'cheiro', tuchtsysteem, en van 'chasma', moederschoot. De stad is dus ook een metafoor van de tuchtigende moederschoot. De stad moet ook in die zin als een zegel verbroken worden.


Het woord voor slager in de Amazone oertaal is TAGA. ILA TAGA is de Amazone godin van de slacht.


IKU – de Naam van God, Godin

ILA TARU – Heerin Godin, Heere God

ILA MEME – Godin van de Oorlog

ILA TARIM – Godin van de Jacht

ILA TAGA – Godin van de Slacht – metafoor : VOET

ILA TARUK – Godin van de Psalmen, Rivieren en de Scheepvaart

ILA ATA – Moeder God, Moeder Godin


Pilatus, Pilate in het Engels, is een anagram van de ILA ATA. Pilatus, ILA ATA, geselde Jezus, IYSH, vechtslaaf, om hem later te laten piercen en scalperen. De IYSH werd naakt gemaakt, en toen bekleed met een rode mantel, als beeld dat de IYSH deelkreeg aan de naakte, oorlogsvoerende stam van IYSH-MA-AL, oftewel de IYSH werd geinitieerd in de Wet van de Amazones (overtuiging van zonde en oordeel). De rode mantel staat voor het oorlogsbloed en het jachtsbloed. Zo kwam de IYSH tot ILA TAGA, de Amazone godin van de slacht. Zijn oude natuur was een offerdier, en zijn nieuwe natuur zou zelf een slager worden. ILA TAGA is een anagram van Golgotha.

Al deze bijbelteksten zijn dus corrupties van het oorspronkelijke Amazone Dodenboek. De IYSH is de initiaat die in de onderwereld het Amazone pantheon moet leren kennen, om zo tot hen ingewijd te worden. In de oertaal van de Amazones is de IYSH ook de VULA, wat zowel kemphaan als vechtslaaf betekent. Het oorspronkelijke Amazone Dodenboek, waarvan de bijbel een perversie is, is een inwijding in de territoriale oorlog en

jacht in de onderwereld.


ILA MAKA – Godin van tucht, oordeel, zonde overtuiging


Jezus is een Amazonisch oordeel.

JESA-gif, van de Amazonische KALUS-boom,

gemaakt van besjes,

wekt dromen op, illusies, bedwelming

waardoor het slachtoffer denkt, projecteert,

dat een onschuldige voor hem moet

sterven, maar waardoor hij zelf deel

wordt van die onschuldige en

daardoor sterft. Dit is een valse

zwakheid van vals, vijandelijk vee,

zoals degene die gelooft dat Jezus

moet sterven voor zijn zonden,

maar daardoor deel wordt van

het lichaam van Jezus en daardoor

zelf sterft, als de eeuwige dood.

Dit is de straf voor hen die

projecteren, de lafaards en de misleiders.


GONUN-gif – van de GONUN-boom (Amazonische)


denkt dat geloof een vervangmiddel kan zijn voor kennis.


Het christendom van blind geloof is dus een jachttaktiek van de Amazones.


Geloof werkt door spierkracht, borstspieren,

kennis werkt door het geslachtsdeel.


GONUN verlamd en verbreekt de borstspieren, en wekt de phallische kracht op.


Geloof is een straf wanneer men zich meer baseert op van horen zeggen dan op de heilige gebondenheid, slavernij en kennis. Geloof is een straf voor de luien en de spijbelaars.


In de jacht kunnen deze giffen gemengd worden.


Het Amazone pantheon :


IKU – de Naam van God, Godin

ILA TARU – Heerin Godin, Heere God

ILA MEME – Godin van de Oorlog

ILA TARIM – Godin van de Jacht

ILA TAGA – Godin van de Slacht – metafoor : VOET

ILA TARUK – Godin van de Psalmen, Rivieren en de Scheepvaart

ILA ATA – Moeder God, Moeder Godin

ILA MAKA – Godin van tucht, oordeel, zonde overtuiging









Hoofdstuk 10. De Krokodillen van WARSA


De stad, de polis, is dus een arena, de oorlogsvelden in de wildernis. De hersenen vertalen het als een stad, maar dit is een leugen, een zegel. In het Amazone Dodenboek gaat het ook over de gevaarlijke tocht door een gebied genaamd WARSA. Dit is een grote wildernis waar gevaarlijke krokodillen leven, reusachtig groot. In werkelijkheid zijn dit parasieten. Het zijn doodsparasieten, houtparasieten. In principe komen zij als een groot oordeel tot hen die onrechtmatig iets doden. Bijvoorbeeld als er onrechtmatig vee wordt geslacht, of onschuldige mensen. De doodsparasieten komen dan in de trofees wonen, en zullen de eigenaar van die onrechtmatige trofeeen (zoals botten, schedels, huiden, tanden, ogen, veren) tot verderf brengen. Dit is dus een grote waarschuwing in territoriale oorlogsvoering en jacht. Zo zijn er dan vele wetten en spreuken in het Amazone Dodenboek om veilig te blijven tegen de krokodillen van WARSA. Deze krokodillen zijn een reeel probleem, en brengen velen tot de afgrond. Het is een strijd tegen deze parasitaire krokodillen, tegen doodsparasieten, houtparasieten, een strijd waarin alles losgelaten moet worden. Juist de bezitterigheid maakt iemand tot een prooi van deze doodsparasieten.


De overwonnen doodsparasieten moeten gebracht worden tot onder de woestijn, in kooien, waar zij veranderen in bokken. Dit zijn de bokken van de dood, en nog steeds potentieel gevaarlijk, en velen hebben de macht om los te breken uit deze onderwoestijnse kooien, vandaar dat de bokkenjacht noodzakelijk is, tot verdere overwinning van deze machten van de dood. De Amazones initieren voor deze strijd en jacht, daarom mogen zij aangeroepen worden in deze trektocht en jachttocht. Hierin moet met strategie gewerkt worden. Het is niet slim om zomaar een krokodil van Warsa aan te vallen zodra je oog erop valt. Het is belangrijk om dichtbij de Ila's (godinnen) van de Amazones te blijven, en niet op eigen houtje of in paniek deze zware doodsgeesten te bestrijden. De gnosis moet inzicht geven en leiden, via profetische strategieen. Er mag gebeden worden tot de Amazone Ila's, maar luisteren is nog wel belangrijker. Ook de gebeden moeten voortkomen vanuit het luisteren. Soms kan een Amazone Ila je aansporen om tot Haar of tot een andere Ila te bidden. Hierin werken ze met elkaar samen. De banden met de Ila's kunnen versterkt worden door de demonen die je hebt verslagen aan hen te offeren. Zo blijf je er ook niet zelf mee rondlopen.


De Ila's zijn dus de manifesteringen en verpersoonlijkingen van de gnosis. De doodsparasieten, de krokodillen van WARSA, zijn dus de lugubere scheppers van de schadelijke oogbacterien, voetbacterien en mondbacterien, de lachspieren, de buikspieren en verder het gehele verderfelijke spierenstelsel van de mens. Vandaar dat de trektocht door WARSA en de overwinning van de inwonende krokodillen van levensbelang is voor verdere verlichting en verduistering door de gnosis. De krokodillen van WARSA zijn hierin valse verlichtingen. Dit is de straf op het onrechtmatig jagen en strijden, het onrechtmatig slachten en het onrechtmatig opstellen van trofeeen en fetishen. Velen vallen aan de krokodillen van WARSA ten prooi door spijbelfeestjes en joyriding. Hun trofeeen zullen zich tegen hen keren. Hierin ligt een zeer duister geheim.


Wij kunnen de krokodillen niet alleen bestrijden. Dit moeten wij doen met de Amazones, de personificaties van de gnosis, de personificaties van de emancipatie. Wij moeten haken door hun kaken slaan, en door hun ogen, om hen zo te trekken tot de woestijnen van Eling, wat beschreven is in het Amazone Dodenboek, de papyrus van ILA MEME, de Amazone oorlogs-godin. Veel van dit boek komt weer terug in het boek Openbaring van de bijbel. Openbaring is een grote corruptie van het Amazone Dodenboek, zoals de gehele bijbel is. De krokodillen moeten in de put van Eling geworpen worden, tot onder de woestijnen. Hier worden zij gekooid en zal ijzer en staal over hen tronen. In de put van Eling worden de krokodillen tot bokken. Vele bokken zullen uit deze put ontsnappen, waardoor de bokkenjacht noodzakelijk is. De put van Eling is voornamelijk bedoeld als een middel om de krokodillen te reduceren tot bokken. Het is dus geen einddoel. Door de put van Eling begint de bokkenjacht pas echt. De bokkenjacht is van het letterlijke komen tot het symbolische en cryptische, als sleutel tot de surreeele wereld. De put van Eling is de eerste ondergang van de doodsparasieten van WARSA. Vele bokken zullen vluchten tot de dodenvelden van KERAM. Op deze velden vindt dus de bokkenjacht plaats. Achter deze velden is de bokkenslachtplaats, KARDAT, waar ook bokken gefokt worden. Hier moeten de bokken naartoe gedreven worden. Belangrijk is het om toegang te krijgen tot KARDAT. Velen kunnen daar niet binnenkomen. Misleiders, lafaarden, materialisten en hen van de valse genade krijgen daar geen toegang. Ook tot de KARDAT zijn er initiaties door de Amazones.


Achter de KARDAT ligt de DUKKA, de algemene slachtplaats. Ook tot de DUKKA moet men geinitieerd worden. Misbruik wordt zwaar gestrafd. Velen krijgen geen toegang tot de DUKKA. Speren doordringen de indringers.


Naast de KARDAT en de DUKKA ligt de HIREIN, de kippenslachtplaats. De jacht op de demoon- kippen is belangrijk om tot diepere leegte te komen. Ook zijn de kippenonderdelen van belang in de verdere oorlogsvoering en jacht. Speciale kippen-veren zijn sleutels tot hogere gebieden, en zijn noodzakelijk om bepaalde demonen uit te schakelen. Achter de HIREIN, de kippenslachtplaats, liggen de velden van RADTH, waar de kippenjacht plaatsvindt. Hier wonen de kipdemonen die de heilige graal bewaken, en de geheimen en het raadsel van bloed.









Hoofdstuk 11. De Strijd Tussen KAIN en ABEL – De Demoonkabouters van SIDIRIN


Iyowb werd geplaagd door dromen en visioenen die hem angst aanjoegen. Dit was zo erg dat hij de hongerdood en de wurging verkoos boven het leven (7 : 14-15). In het Aramees staat er dat hij naar Abbadown verlangde, de Hel, de verlorenheid, de Vernietiger. In het boek Iyowb staat Zij naakt voor het Aangezicht van ILA (Amazone Godin). Wurging betekent in de diepte getemd worden, initiatie (inwijding) en overgave. Iyowb verlangde naar de heilige halsketen, de heilige gebondenheid en de heilige slavernij tot ILA (Abbadown, Shadday). Hij wilde zijn leven verliezen hiervoor. Abbadown is ook de plaats van vernietiging. Iyowb had een sterk doodsverlangen, en vernietigingsverlangen. In het boek Iyowb zien we dat ILA (ILA TARIM, jachtgodin) als zodanig naar hem op jacht was, als Shadday, de almachtige goddelijke vernietiger (6 : 4). Het hart van het paradijselijk lichaam, de APH, betekent de ademnood, de wurging, maar die heeft dus de diepere betekenis van de halsketen. Door de zondeval was er de slavernij tot de windgod DOOR ZUURSTOF ADEM, door GEEST. Hiervan is de kipdemoon een beeld.


De paradijselijke APH raakte verloren en in de vergetelheid. En geleidelijk aan werd de Geest over de Ziel geplaatst, en alles begon zijn betekenis te verliezen. De mens verloor profetie en werd gebonden aan vaagheid, prosperity geestelijkheid, loze wolken zonder wateren, zonder mayim, zonder zaad en bloed van de vijand (II Petrus 2). Prosperity is uitgezonden om profetie te doven, om alles vaag en materieel te houden, waarin je ziel wordt opgesloten en tot een slaaf wordt gemaakt van de Geest van Prosperity, de Windgod, de ZUURSTOF ADEM. Hiervan was Abel een beeld. Abel is HEBEL in het Hebreeuws, de adem van ijdelheid en oppervlakkigheid, HEBEL-HABAL. Daarom moest KAIN tegen deze demoon strijden. Dit is een kipdemoon, de god van de lucht.


Wij moeten komen tot de Amazonen-kennis, de donkere bruid van het Hooglied, de duistere (verborgen, verre, uitheemse) tabernakels, tenten, de OHEL van Kedar. De halsketen, ANAQ, brengt ons terug tot deze tenten, waar het toetsen begint. Zoals gezegd mogen wij niet buiten de OHEL om toetsen, anders komen we onder het Levitische oordeel. Deze tenten zijn het symbool van de wildernis.


In het Aramees verlangt Iyowb niet alleen maar naar Abbadown, maar onderzoekt haar ook, wat een onderdeel is van de heilige necromantie, het contact met de ERETS, de onder-aarde.


Als ILA aan het einde van het boek Iyowb zijn plagers heeft geoordeeld krijgt Job hoofdtooien in het Aramees en halsringen (collars), als een teken dat hij eindelijk de ANAQ heeft ontvangen. Ook is hij nu klaar voor hogere Levitische priesterdienst, door het ontvangen van de verentooi (KLILA), als teken dat hij de windgod, de kippendemoon, heeft verslagen.


Bij dit oordeel moesten zeven demonische runderen of demonische kalveren geofferd worden. Zeven heeft in het Hebreeuws in de diepte de betekenis van een eed afleggen, zweren, vervloeken, vastbinden en slavernij tot ILA. Daarom is het een heilig getal van de heilige ketenen. Ook moesten er zeven geslachtsdelen van demonisch vee geofferd worden in het Aramees, DKAR, DEKRA (Iyowb 42).


Het is een grote exodus uit het rijk van de valse Windgod, terug naar het beloofde land.


De TANNIN, TANNINA in het Aramees is de slang, oftewel het geslachtsdeel van de BEHEMOTH, wat ook besproken wordt als de Leviathan. Iyowb wordt opgedragen een haak door de APH (hart) van de slang, van het geslachtsdeel van BEHEMOTH, te halen, oftewel om de wurggreep te verbreken. De BEHEMOTH moet tot de BETEN, moederschoot van de onderwereld, gesleept worden voor geboorte daar om een eeuwige slaaf van hem te maken in de grondteksten. Ook zegt de grondtekst : doorsteken, uithuwelijken. Dit gaat dus weer heel diep. Dit gaat over de Hoseaanse, Amazonische schijn-huwelijken (BERIYTH) om de vijand te ontmaskeren en te binden. LAQACH komt ook voor in dit betoog, als zijnde huwelijk, gevangenneming en (slaaf-)verkoop. Er zal een dogma worden opgericht, zegt de grondtekst. Maak hem tot een EBED OWLAM, een eeuwige slaaf. Maak hem tot een kip (TSIPPOWR) om mee te spelen, en bindt hem vast voor uw meisjes (NA'ARAH). De grondteksten laten dus zien dat dit de slang is van het paradijs als het geslachtsdeel van de BEHEMOTH, van het demonisch vee.


Iyowb wordt opgedragen om een vleesmaaltijd (KARAH) te maken van deze kip samen met zijn stam, om het in stukken te verdelen voor de Kanaanieten, om zijn huid te doorsteken, om hem kaal en naakt te plukken (GALAH).


Hij wordt tot OKLAH, wat in diepte vlees van gevogelte betekent.


De FUCHSIL is de put waarin roofdieren, slangen, veranderen in kippen. In onze gevechten met demoon-slangen zoals de Leviathan, JOM, moeten zij gedreven worden tot de FUCHSIL. Wij moeten ze zenden tot de FUCHSIL. Daarna begint de kippenjacht in de velden van RADTH, van de kippenjacht. De kip-demonen van ABEL moeten door de KAIN roeping onderworpen worden.


De varkensdemoon staat voor de spijbelfeestjes. De roofhonden zijn een groot probleem in de demonologie. Zij moeten verandert worden in varkens in de VIRKE put, in het VIRKE gebied, een gebied van boerderijen, en dan begint de varkensjacht. Ook demonen gebruiken deze strategieen. Ze zijn voortdurend bezig om zielen, energie-lichamen, te veranderen in vee, om ze zo te exploiteren. Dit doen ze door middel van zware betoveringen. Wij worden voortdurend aan zulke zware betoveringen blootgesteld. Demoon-kabouters zijn hierin erg ver. In het Amazone Dodenboek staan spreuken om deze vee-betoveringen af te weren en te verbreken. Mensen kunnen soms jarenlang onder zo'n betovering lijden. Dit is ook een heel belangrijk deel van de demonologie. De demoon-kabouters zijn woest over het Amazone Dodenboek en proberen het met alle macht tegen te houden. Ze stampen met hun voetjes, en schoppen tegen de zielen die in aanraking komen met het Amazone Dodenboek. Maar ze schoppen tegen steen, en bezeren hun voetjes, met als gevolg een enorm gevloek en getier. Ze moeten hun fokhandel loslaten, al hun boerderijtjes waarin ze zielen kweken als vee.


Een valse demonische put waarin zielen tot kippen worden betoverd is de NENKO.

Meerdere valse veranderputten :

NETERON – runderen, buffels

NETEROTH – varkens, zwijnen

NETEROPH – lammeren

SPETZA – vissen

SPETZACON – duiven

NETERIN – bokken


Het algehele gebied is het SIDIRIN gebied, van de demoon-kabouters, een boerderijen-gebied met valse veranderputten.


De veranderputten van de gnosis waar demonen in vee worden veranderd zijn :


FUCHSIL – kippen, hanen, kemphanen

VIRKE – varkens, zwijnen

LEVER – lammeren

TAUVAR (de put van Eling) – bokken

HUNNUS – runderen, bizons, buffels, gnoes

HANEN – vissen


De slachtplaats waar runderdemonen worden geslacht : HUD

De buffeljachtvelden : HOR


De slachtplaats waar varkensdemonen worden geslacht : HANAR

De varkensjachtvelden : HANAS











Hoofdstuk 12. De Jacht op de Demoon-leeuwen


Voordat we de leeuwenjacht starten moeten we daarvoor eerst naar de bokkenjacht-velden in het KERAM-gebied. Daar is het noodzakelijk om op twee soorten bokken te jagen :


De DAMMA-bokken – DAM is het Hebreeuwse woord voor bloed en schoonheid. Ook gaat dit om de DHAMMA, de Boeddhistische leer, de oververlichting. (Sanskrit : Dharma). Het bloed van de DAMMA-demoonbokken hebben we namelijk nodig in de jacht op de demoon-leeuwen. Dit bloed schijnt giftig te zijn voor demoon-leeuwen. In de HANEN, de veranderput waar roofdieren tot vissen worden, worden de demoon-leeuwen door dit zeer giftige bloed tot vissen. Voor de jagers van de gnosis is dit bloed niet giftig.


De DOUA-bokken – Ook dit bloed is belangrijk in de jacht op de demoonleeuwen. In de HUNNUS, waar roofdieren tot runderen worden, wordt de demoonleeuw door dit bloed tot een bizon.


Wij moeten onze pijlen dus dopen in het dikke bloed van deze boksoorten, en zo de leeuwenjacht aangaan. Belangrijk is het om de geraakte leeuwen dan te slepen tot de HANEN of de HUNNUS. Belangrijk is het om deze giffen gescheiden te houden. Er zijn dus DAMMA-bloedspijlen en DOUA-bloedspijlen. Deze pijlen zijn zeer krachtig, en zullen al direct effect hebben op de leeuw, maar om hen volledig bizon of vis te laten worden is het belangrijk dat ze gesleept worden tot de HANEN of de HUNNUS.


De DOUA-bokken zijn ook bokken van valse schoonheid. Het is een markt. Ze verkopen onzin over schoonheids-idealen, om zo vee te fokken. Het zijn fokmeesters. Iedereen die zo idioot is om de schoonheids-idealen van de stad te geloven wordt tot lamgemaakt vee, slachtvee en fokvee. Deze bokken regelen ook de hartslag en de spiersamentrekkingen en uitstrekkingen, het hele bewegings-mechanisme. Het zijn de hartkloppers, de heartknockers. Wanneer iemand niet ingeeft aan hun schoonheids-idealen, en niet hun producten kopen, dan wordt zoiemand door deze geesten gemarteld, wat ook ademhalings-problemen kan geven. Velen zijn te zwak om zich hiertegen te verzetten. DOUA is ook verbonden aan DOUANE, de grensbewaking. Ook deze grenzen worden bewaakt door marteling. Zo maken zij vele gevangenen, die op hun beurt ook weer gevangenen maken. De DOUA-bokken hebben hier groot vermaak in. Zij zijn dronken. Op hun beurt zijn zij dus weer belangrijk in de leeuwenjacht. Wij kunnen niet zonder dit bloed.


Hoe maken wij jacht op de DOUA-bokken in de KERAM-velden ?


Hiervoor moeten we naar de kippenjachtvelden van RADTH. Het bloed van de TRAS-kipdemonen is giftig voor de DOUA-bokken. De TRAS-kipgeesten zijn een alarm-systeem van praterigheid en praatziekte, roddel, om de stilte en het luisteren uit te doven. Zij zijn clowns die afleiden van de gnosis die ze bewaken.


De TRAS-kippen moeten op gejaagd worden met het bloed van de WETON-kalveren. Dit zijn demonen van getallenleer en corrupte rationaliteit. Dit bloed wordt gebruikt in de put van verjonging, waar volwassen vee tot jong vee wordt gereduceerd : kippen tot kuikens, bokken tot bokjes, rooflammeren tot makke lammetjes, runderen tot kalveren, varkens tot biggen, volwassen roofvissen tot vissen. De valse put van verjonging is de VELTA, die in Azie ligt, en waar demoonkabouters zielen naartoe slepen om hen te verjongen en mak te maken.













Hoofdstuk 13. De Overeenkomsten tussen de Islam en de Amazone Theologie


De hierarchieen van de Amazones worden veelal vastgelegd door verensystemen, kippen of hanenveren in allerlei soorten die status uitbeelden. Die status is belangrijk om demonen te verslaan en onderworpen te houden. Die status mag niet overdreven worden, en ook niet ten onder gaan in valse nederigheid. Door overmoed komen de veren tegen de drager. De veren communiceren, geven signalen, zetten de grenzen. De verenstelsels zijn een belangrijk en diepgaand onderdeel van de Amazone Theologie en Demonologie.


De WETON-kalveren worden ook uitvoerig gefokt en bewaakt door valse amazones die verslagen moeten worden. Hiervoor moeten de jagers naar HOR, de runderjachtvelden. Hier vinden dus ook vele Amazone oorlogen plaats. Het is een enorm groot gebied. Volgens het Hyena Boek van de Hel duurt het vele nachten om door het HOR gebied heen te trekken voor de runderjacht en de bizonjacht. Aan het uiteinde van het HOR gebied ligt de stad der jakhalzen, waar de troon van de jakhalzen verbrijzeld moet worden door de jagers.


Zowel in oorlog als jacht moeten de gevangenen en de prooi in bepaalde situaties en seizoenen naar de verjongingsputten worden gesleept, die als een soort baarmoeders zijn waarin de gevangenen en de prooi hun dreiging verliezen. Ze worden ontwapend, en worden tot jongere versies gereduceerd. Ze verliezen zo hun roofkwaliteiten. Dit gebied heet de KABA.


Dit komt ook weer terug in de Islam. Mohammed is een code voor een bepaald Amazone principe wat gaat komen, de Amazone op het witte paard, de Hamad. Hamad is Zij die tot submissie brengt.


Als we het Heilige der Heilige binnengaan en daar de ark zien, dan moeten we beseffen dat de ark komt uit het oude Egypte. Hier had Mozes zijn wijsheid vandaan, alhoewel hij het allemaal om begon te draaien voor de lichtgoden. We kijken naar de twee cherubs, de cherubim, op de ark, maar dit waren twee godinnen, twee vrouwen, op de Egyptische ark, namelijk ISIS en NEPHTYS, als een beeld van de dubbele vrouwelijke vruchtbaarheid. Dit is ook wat MATI in het Sranan Tongo betekent : de vruchtbaarheid tussen twee vrouwen.

 

Dit is waartoe het witte paard was uitgezonden. MATI rijdt op het witte paard. Maar doorvertaald in het Arabisch is dit niet Madh, maar HAMAD, Zij die tot onderwerping brengt. HAMAD rijdt dus op het witte paard in de Arabische apocalypse.


In de Arabische mythologie werd de witte steen tot een zwarte steen, door de zonde. Zo zal ook het witte paard tot een zwart paard worden.

 

Koran 2 – Het Rund

 

15 Allah spot met hen en laat hen rusteloos in hun blindheid dwalen.

 

Al-ama betekent mentale en fysieke blindheid. Al-ama, ALMA, betekent eeuwig in het Aramees. Dit gaat over het gaan tot de eeuwige duisternis, het zwarte paard. In Amazone mythe is het bekend dat zij soms de ogen van mannen uitstaken, om te voorkomen dat die mannen de macht over hen zouden nemen. Ook Simson's ogen werden door de Filistijnen uitgestoken, doordat Delilah hem in de val had gelokt, ook als een beeld van de valstrikken van de Amazones. ALMA rijdt op het zwarte paard in de Arabische apocalypse. Wij moeten blindgemaakt worden om de duisternis in te gaan. Onze valse ogen moeten uitgestoken worden. Ook Jezus sprak over het uitrukken van de ogen.


De Hadith is de apocrypha van de Islam. In de Hadith Mohammed (Hamad de Amazone) vloog op een wit paard naar de hemel. Mohammed (Hamad, Zij die onderwerpt) is de ruiter op het witte paard. Het witte paard is in het Arabisch de Buraq, al-buraq, wat donder en bliksem betekent. Op dit witte paard maakte Mohammed een nachtreis van Mekka naar Jeruzalem en naar de hemel.

 

Koran 13 – De Donder

 

  1. Zij is het, Die u de bliksem toont vrees en hoop veroorzakende en Zij doet zware wolken ontstaan.

  2. En de donder verkondigt Haar glorie met de lof die Haar toekomt, en de engelen doen het uit ontzag voor Haar en Zij zendt de bliksem en treft er mede, wie Zij wil; nog steeds redetwisten zij over Allah. terwijl Zij streng is in het straffen.

 

Dit is een metafoor van de komst van Mohammed (Hamad) op het witte paard, en de openbaring van de Koran.

 

Openbaring 10

 

1 Ik zag een andere machtige engel uit de hemel neerdalen. Een wolk omhulde hem en de regenboog was om zijn hoofd. Zijn gezicht was als de zon en zijn benen waren als zuilen van vuur. 2 Hij hield een kleine boekrol geopend in zijn hand. Hij zette zijn rechtervoet op de zee en zijn linkervoet op het land. 3 Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult, en daarna lieten de zeven donderslagen hun stem horen. 4 Ik wilde opschrijven wat ze gezegd hadden, maar een stem uit de hemel zei tegen mij: ‘Wat de zeven donderslagen gezegd hebben, moet je geheimhouden. Schrijf het niet op.’

5 Toen hief de engel die ik op de zee en het land zag staan, zijn rechterhand op naar de hemel. 6 Hij zwoer: ‘Zo waar de schepper van de hemel en alles wat daarin is, en van de aarde met alles wat daarop is, en de zee met alles wat daarin is, tot in eeuwigheid leeft: het is de hoogste tijd! 7 Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods geheim werkelijkheid worden, zoals hij zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd.’

8 Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: ‘Haal de geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft.’ 9 Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: ‘Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing.’ 10 Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag. 11 Toen kreeg ik te horen: ‘Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en koningen profeteren.’

 

Dit gaat over de Koran. De zeven donderslagen zijn de Koran en de komst van Mohammed (Hamad de Amazone, Zij die onderwerpt) op het witte paard. Toen Adam de kaba bouwde, de heiligste, centrale plaats van de islam, een kubus, viel de witte steen naar beneden vanuit de hemel, die Adam toen gebruikte voor de kaba. Later werd deze steen zwart door de zondeval. Jibril (Gabriel) gaf later de steen aan Abraham die hem gebruikte om de kaba te herbouwen met Ismael. De zwarte steen kwam dus door de zonde, maar heeft ook de macht de zonde te overwinnen. In het boek Openbaring zal hen die overwinnen de witte steen gegeven worden. De witte steen staat voor de steen van Adam, de steen van het paradijs.

 

Metaforisch gezien moet Mohammed (Hamad de Amazone) aangenomen worden als Zij die tot onderwerping brengt, als het in ontvangst nemen van het witte paard, de Buraq en de witte steen. Dit is het boek 'De Donder'. De pinksterbeweging stopte met de doop in de geest, en de gebondenheid in de geest wordt nauwelijks geleerd. Waar is de verworpen heilige gebondenheid toen naartoe gegaan ? Naar de islam. Jibril, Gabriel, komt van het Hebreeuwse Gabar, wat de heilige gebondenheid door overweldiging en onderwerping betekent. De KEBA is de Aramese ark, wat in het Arabisch de KABA is als een ark-gebied, het heiligste gebied. In de Egyptologie is dit verbonden aan Geb, de god van de aarde. Hij is de groene vruchtbaarheidsgod, als een equivalent van het groene paard van overwinning, het vierde paard, wat dan overgaat en nauwverbonden is aan het witte paard van de dubbele moederschoot die geboorte voortbrengt. Wij moeten dus terugkeren tot het mysterie van de ark en van Jibril, Gabriel, de metaforen van de heilige gebondenheid, een stap verder dan de 'doop in de Heilige Geest', een stap verder dan pinksteren. Daarvoor staat de Islam symbool. Wij moeten komen tot onderwerping. Geb, de Egyptische god van de aarde, ving ook de slechte zielen van de doden om deze te binden en gevangen te zetten, zodat ze niet het hiernamaals binnen konden gaan. Ook dit is een taak van Gabriel, die in de woordbetekenis een oorlogsvoerder is, een jager en een slager.


De KABA is in Amazone Theologie en Demonologie dus de put van verjonging van krijgsgevangenen en prooi, wat in het Arabisch het heilige der heilige is, het arkgebied. Hier wordt dus geofferd aan de Amazone baarmoeder. Ook moet hier zaad en bloed geofferd worden, zoals de Spartaanse strijders zichzelf geselden en hun zaad offerden aan de altaren van de Spartaanse oorlogsgodin. In de Indiaanse Theologie en Demonologie werden babies gezien als krijgsgevangenen, en de geslachtsdelen werden gezien als de verdoemde krijgsgevangen die geofferd moesten worden. Dit is dus wat in diepte het binnengaan van het mannelijke geslachtsdeel in de vagina betekent. Het is een offer-ritueel, waardoor de krijgsgevangene of de prooi tot nieuwe geboorte komt, onderworpen aan de Moeder ILA (Godin, ILA ATA).


Dit is dus de diepere betekenis van de ark, dat het ook een verjongende offerplaats is, de plaats van nieuwe geboorte, tot grotere controle door de Moeder ILA. De ark is een beeld van de Amazone baarmoeder. Wij moeten dus de valse offerplaats van verjonging, de valse ark, de VELTA, tot onderwerping brengen aan de KABA.


Wanneer het in de Apocalypse over de ruiter op het witte paard gaat, dan gaat dit over de komst van Mohammed en het Mohammedanisme, wat wijst op de komst van MEME, de Amazone oorlogsgodin (ILA MEME). Zowel in het Mohammedanisme als de Amazone Theologie staat de KABA centraal. Dit is de ark die de baarmoeder uitbeeldt, de verlammende baarmoeder waar het gevangene aan onderworpen moet worden. Dit is de ware betekenis van de sexuele daad. Het is een oorlogs en jachtsritueel tot onderwerping van de vijand door de nieuwe geboorte.


De ruiter op het witte paard staat voor de grote amazone oorlog, wat overgaat in de ruiter op het zwarte paard, wat staat voor de grote amazone jacht. De duisternis, arab in het Hebreeuws, is verbonden aan de jacht. Dit loopt dus over in het rode paard, volgens de Orionse code. Dit is een beeld van de grote slacht.


Witte paard – Oorlog – ILA MEME

Zwarte paard – Jacht – ILA TARIM

Rode paard – Slacht – ILA TAGA


Het vierde paard : De overwinning ligt in het verjongen van de vijand en de vijandelijke prooi, in de KABA. Dit is het arkgebied. Wij moeten geinitieerd worden in dit gebied. ILA KABA is de Amazone ruiter op dit paard, de Amazone godin van de verjonging van de vijand. Een heel leger van jonge kinderen en jonge prooi volgt haar.


Openbaring 6


7 En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom! 8 En ik zag, en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde.


Alle andere paarden komen uit dit paard voort. Oorlog, jacht en slacht zijn de seizoenen van de KABA.


De komende tijd gaan er grote openbaringen van bloed komen en door bloed. Wij moeten ernstig streven naar de bloeds-visioenen.















Hoofdstuk 14. De Dood van Gabriel – De Oprichting van de KABA


Een official kwam in vrede met de mededeling dat Gabriel dood was. Gabriel is puur een christelijk verzinsel om de KABA verborgen te houden en te vervalsen. De official had lang voor dit systeem gewerkt en had gemengde gevoelens. De official kwam mak en geheel ontwapend. De official werd geketend en ging een cel in, waardoor er verder geco

mmuniceerd kon worden.


Het grote Gabriels-standbeeld was gevallen, en de grote KABA zou in de plaats van Gabriel worden opgericht. Dit is de komst van het vierde paard, en daardoor alle andere paarden. De cyclus van de KABA zou hersteld worden.


Met de dood van Gabriel is de VELTA, de valse plaats van verjonging die de demoonkabouters gebruiken om ons tot mak vee te maken, opengebroken, waardoor de gevangenen kunnen ontsnappen. Dit is een grote uittocht, en daarmee de intocht in Jeruzalem. Dit is een Amazone invasie. Gabriel heeft door zijn dood de macht over Jeruzalem verloren, waardoor Jeruzalem nu wordt onderworpen aan de Amazone captors.


De WELA-bizons zijn de wachters van de KABA, demoonwachters. Het bloed van de WELA-bizons geeft visioenen van de KABA. Het bloed van de WETON-kalveren is belangrijk in de jacht. Zorg dat je het altijd bij je hebt, door het te kopen of door de jacht. Zodra de prooi roofkwaliteiten bezit en volwassen is is het vaak belangrijk de pijlen in het WETON-kalverbloed te dopen. Dit bloed verjongt de prooi zodat het geen bedreiging meer vormt. Het WETON-kalverbloed moet dus verdient worden. Als het van de Amazones wordt gekocht, dan zal dat moeten gaan door eerlijk loon. Er is dus geen gemakkelijk genade-dansje zoals in het christendom. Belangrijk is om de getroffen vijandelijke prooi te slepen tot de KABA.


Daarom is het belangrijk om geinitieerd te worden in de WELA-bizonjacht. Zij die de kunst verstaan de vijand te verjongen zullen de overwinnaars zijn. Zodra het WELA-bizonbloed stopt te stromen zal de KABA verdwijnen. Daarom is discipline in deze jacht belangrijk. De Amazones wijden de jagers hiertoe in onder de tucht. Steden ontstaan daar waar een gebrek is aan het verjongen van de vijand van de gnosis. Zonder het WELA-bizonbloed kunnen wij niet dieper tot de wildernis komen, en blijven wij opgesloten in de stad, bewaakt door roofdieren en roofvee.


Het is belangrijk om in de jachttocht in de wildernis te gaan tot de zeeen van het WELA-bizonbloed, om zo de eeuwige bloedsvisioenen van de KABA te ontvangen. Deze zeeen liggen ver achter het HOR-jachtgebied van de runderen, achter het HUD-gebied, de runderslachtplaats.


In de wildernis is er een grote oorlog tegen de leprechauns. Zij staan achter elke boom om de nomaden illusies te verkopen, om hen zo weer vast te zetten in de stad. Het zijn kleef-kabouters die veel jagers strikken. De leprechauns moeten overwonnen worden om tot de zeeen van WELA-bizonbloed te komen. Deze zeeen liggen opgeborgen in het boek Romeinen. Er zal dus een invasie in Rome moeten komen. Het is belangrijk om te smeken om de Toorn van de Amazones.


Romeinen 1


1 Paulus, een dienstknecht van Christus Jezus, een geroepen apostel, afgezonderd tot verkondiging van het evangelie van God,


Paulus is in het Grieks de verhongerde, de leegte. In het Latijn is hij de servus van Jezus Christus, de slaaf van de Moeder, van de ILA ATA in het Amazonisch, en de slaaf van de IYSH, van de vechtslaaf. De geroepen apostel is in het Latijns de opgeroepen veroordeelde, de vocatus apostolus. De opgeroepen veroordeelde is verhongerd hiertoe en tot slaaf gemaakt aan de Amazone moederschoot. Ook is de opgeroepen veroordeelde afgezonderd.


2 dat Hij tevoren door zijn profeten beloofd had in de heilige Schriften.


Profeten zijn in het Latijns de aankondigers van onheil. De Amazones deden dit vaak door liederen om angst in te boezemen bij hun gevangenen en vijanden. In het Latijns deden ze dit door inkervingen, piercingen, scripturis. De afgezonderde, verhongerde slaaf, de opgeroepen veroordeelde was dus al besneden en gepiercet. Er waren inkervingen in zijn lichaam gemaakt. Dit waren allemaal tekenen van het oordeel door de Amazones.


In het Latijn wordt de verhongerde, veroordeelde, afgezonderde, opgeroepen slaaf dan ingedeeld in een partij, een GRATIA, om het geloof te brengen. Geloof is in het Latijns een touw, FIDES, als beeld van de oorlog en de jacht. Dit touw zou gehoorzaamheid en onderwerping brengen. Het Westerse christendom heeft dit allemaal vertaald in geloof en genade, om te onderwerpen aan een naam, Jezus Christus, terwijl naam, NOMEN, in het Latijns 'kennis' betekent, de GNOSIS.


7 aan alle geliefden Gods, geroepen heiligen, die te Rome zijn: genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.


In het Latijns is de vader, de patre, een fokrund. Door de fokrund, door het bloed van de fokrund, is er vrede, het contact met de onderwereld, de moederschoot. Het 'komen tot de vader' is dus niets anders dan door de runderjacht te komen tot de runderfokkerij, om zo te komen tot de zeeen van het bloed van de WELA-bizons om zo de eeuwige bloeds-visioenen van de KABA te ontvangen, de verjonging van de vijand.


De Heere is in het Latijns de Dominus, verbonden aan Dominium, wat feest en jachtsmaaltijd betekent. Juist door het bloed van de vijandelijke WELA-bizon te drinken en zijn vlees te eten komen de visioenen van de KABA, tot bevordering van de jacht en de fokkerij. Dit is dus de Latijnse diepte van het 'komen tot de Vader door de Heer'. Wij krijgen het bezitterschap over de vijandelijke rund door alle rituelen van het runderfeest. Dit is wat het evangelie in de Latijnse diepte is.


In het Latijns is het evangelie de aankondiging van het touw. Dit is wat het Latijnse profetenschap inhoudt. Zij brengen de boodschap van het touw.


8 In de eerste plaats dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen, omdat in de gehele wereld van uw geloof gesproken wordt.


Wereld, mundo, is in het Latijns wassen, in dit geval het wassen in de zeeen van het bloed van de WELA-bizons. Dit brengt dus niet geloof voort, maar touw, en de aankondiging van het touw. Hierin ontstaan dus de oorlogspsalmen en de jachtspsalmen. Mundo is ook verbonden aan mundus, wereld, decoratie, sieraden, versiering. Dit is ook de betekenis van het Griekse woord voor wereld, kosmos. Wij moeten dus niet gewassen worden in het bloed van Jezus, maar in het bloed van de Vader, de PATRE, oftewel de fokrund, in de zeeen van het bloed van de WELA-bizons.


9 Want God, die ik met mijn geest dien in het evangelie van zijn Zoon, is mijn getuige, hoe ik onophoudelijk te allen tijde bij mijn gebeden uwer gedenk,


Getuige is ook testikel in het Latijns, testis, waarvan Paulus, de verhongerde, de leegte, een slaaf is.


FACIO is Latijns voor de erectie en MEMORIA is de herinnering, als het oprichten van de herinnering, het herinneren, door het geslachtsdeel. De paradijselijke mens had in de Hebreeuwse en Aramese grondtekst en in de Orionse Paradijs Mythologie geen spieren maar geslachtsdelen. Als deze geslachtsdelen vollopen met bloed dan brengt dit herinnering in het Latijns. Daarom zijn de zeeen van het bloed van de WELA-bizons bronnen van herinnering voor de jagers, terwijl het vergetelheid is voor de vijand.


De AD, tucht, is in het Latijns 'naar', als het middel van contact, het verbinden van twee punten. Dit is de enige manier om te bewegen, om ergens te komen.


11 Want ik verlang u te zien om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking,


De GRATIA, het ingedeeld worden in een partij of clan, brengt versterking, confirmo.


16 Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek.

non enim erubesco evangelium virtus enim Dei est in salutem omni credenti Iudaeo primum et Graeco


De kracht Gods is de VIRTUS in het Latijns, het geslachtsdeel, wat dus komt voor een ieder die gelooft, CREDO, een ander woord voor FIDES, touw. Alleen door het touw kunnen we terugkeren tot het paradijselijke lichaam en de spieren overwinnen.


17 iustitia enim Dei in eo revelatur ex fide in fidem sicut scriptum est iustus autem ex fide vivit

Want gerechtigheid Gods, tucht, wordt daarin geopenbaard uit touw tot touw, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit TOUW leven.


REVELO is naakt worden. Dit gebeurt door het touw.

SCRIBO is inkervingen, piercingen, de aankondigingen en de tekenen van het touw, de taal van het touw.


18 revelatur enim ira Dei de caelo super omnem impietatem et iniustitiam hominum eorum qui veritatem in iniustitiam detinent

Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden,


CAELO verbindt in het Latijns de inkervingen en piercingen aan opgericht werk, als een beeld van de erectie van het paradijselijke geslachtsdeel. Het goddelijke geslachtsdeel kan alleen bloedpompen door de taal van de inkervingen en piercingen. Het is de taal van de wapens wat het geheim is van de oorspronkelijke paradijselijke 'spier' of pees : de phallus.


19 quia quod notum est Dei manifestum est in illis Deus enim illis manifestavit

daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard.


In het Latijns is de openbaring het verraad. Manifesto is de ontdekking en het verraad. Elk visioen is een pijl van de Moeder Amazone, ILA ATA, om ons te strikken. Het is nooit openhartig, duidelijk en eerlijk. Er schuilt altijd weer wat achter, want het zijn raadselen om ons te initieren en te testen. Wij moeten ermee puzzelen. Daarom is het visioen altijd een goddelijke valstrik.












Hoofdstuk 15. Overeenkomsten tussen de Romeinse, Griekse en Amazone Theologie


Romeinen 1


20 invisibilia enim ipsius a creatura mundi per ea quae facta sunt intellecta conspiciuntur sempiterna quoque eius virtus et divinitas ut sint inexcusabiles

Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.


Creatura mundi is in het Latijns het maken van sieraden en fetishen

Facta is de zwelling van het mannelijke geslachtsdeel waardoor dit gebeurt. De verfijnde paradijselijke erectie van de paradijselijke pees of 'spier', het geslachtsdeel, is de bron voor de fetish-makers, de gerei-makers.


21 quia cum cognovissent Deum non sicut Deum glorificaverunt aut gratias egerunt sed evanuerunt in cogitationibus suis et obscuratum est insipiens cor eorum

Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.


In het paradijs waren het hart en het geslachtsdeel één, als bloedpompen in het gehele lichaam. Het fallische hart was de paradijselijke pees of 'spier'. De demoon YEFS, een Aziatische demoon, kwam om scheiding te maken tussen het hart en de penis, waardoor het hart een corrupt instituut werd. Ook de penis verloor zo zijn glorie en werd een beeld van spot en krankzinnigheid. Zo verloren zowel het hart als het geslachtsdeel vruchtbaarheid. De muur tussen hart en geslachtsdeel moet dus verbroken worden.


22 dicentes enim se esse sapientes stulti facti sunt

Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden,


Dit gebeurde door de scheiding tussen hart en geslachtsdeel. Stulti is ook afgestompt in het Latijns, en oppervlakkig, doelloos.


Wat de westerlingen domweg in goedkope genade vertalen is in het Latijns het ingedeeld worden in een partij of clan, GRATIA, en in het Grieks is het gewoon loon, als loonsgaven, CHARIS, niet genadegaven. Er is geen genade. Alles moet verdient worden. Dit is dus een strenge tuchtmeesteres en arena-meesteres, als de Amazone oorlogsgodin. Genade is een dief, een cheater, oftewel groot bedrog. Hierop is het gehele christendom gebouwd als op drijfzand.


In de Romeinse mythologie waren de Gratien de godinnen van de kunst en de vruchtbaarheid, wat natuurlijk aan een heleboel loonswetten is onderworpen. In de Griekse mythologie waren dit de Chariten. Zij waren de dochters van de Romeinse god van het bloed, Bacchus, van het Griekse Iachhos (Dionysis). Iachhos was een beeld van de rituele bloedsvreugde (iakhe) en het rituele overwinningsgejoel in de initiaties in de Eleusische mysterien. De vrouwelijke vorm van Iachhos is MISA. Iachhos is de zoon van Demeter, de Griekse godin van de oogst en de vruchtbaarheid, als de loonsgodin, waaraan de Eleusische mysterieen zijn gewijd. Deze mysterieen zijn feesten ter ere van haar. Feesten zijn ook een uiting van loon. Ook worden hierin haar zoon Iacchos, oftewel haar dochter MISA, en haar dochter Persephone, de Griekse godin van de onderwereld, vereerd. Dit alles duidt aan dat er alleen loon is door bloed, als een poort tot de onderwereld. Eén van de attributen van Demeter is de graanhalm, die zij schonk aan Triptolemos, als een teken van het leren van de wetten van de oogst, oftewel het loon. De graanhalm is ook het beeld van het heilige vasten, de verhongerde jager die tot de leegte is gekomen. Dit is ook het symbool van Hans die telkens dit door de tralies stak voor de slechtziende Jom, de kannibaalse heks, die hem probeerde vet te mesten, en dit symbool aannam als de vinger van Hans, waardoor zij dacht dat hij te dun was om op te eten. In de mysterien van Eleusis werd gevierd dat Iachhos tot de onderwereld kwam, en onderworpen werd aan de godin van de onderwereld, Persephone, zijn meesteres en minnares. In de Romeinse mythologie was dit de godin Proserpina. Demeter is in de Romeinse mythologie Ceres.


In de Amazone theologie is Demeter de Grote Moeder, de ILA ATA. MISA, één van haar dochters, de bloedsgodin, oftewel de godin van de slacht, is de ILA TAGA. In de Eleusische mysterien wordt Iachhos aan beiden onderworpen, naast de onderwerping aan Persephone, de godin van de onderwereld, die in de Amazone Theologie de godin van de jacht is, ILA TARIM, als beeld van de duisternis en de onderwereld. Dit kan ook gezien worden als de onderwerping aan Artemis, de Griekse godin van de jacht. Net als Circe en Demeter heeft zij de macht mannen in vee te veranderen.


Triptolemos kreeg van Demeter graanhalmen en een jachtwagen om de graanhalmen te verspreiden, als de leer van Demeter, de leer van de oogst, het loon. Zij die Triptolemos tegenwerkten werden door Demeter veranderd in dieren en vee. Ook hier zien wij de strijd tussen genade en loon, en dat genade tot het veranderd worden in fokvee leidt. In die zin is Demeter ook een beeld van ILA KABA, de Amazone godin van de verjonging van de vijand. Triptolemos was de zoon van de koning van Eulesis. De jachtwagen die Triptolemos kreeg van Demeter werd voortgetrokken door draken, als een beeld van de gevleugelde fallus, wat een beeld is van de naakte oorlogsvoerende stam. De gevleugelde fallus is niet daadwerkelijk gevleugeld, maar is een beeld van de verbreking van de scheidingsmuur tussen hart en geslachtsdeel, waardoor het paradijselijke lichaam weer volop meedoet in de oorlog en de jacht. Dit is een teken van de overwinning over de leprechauns die staan voor het verzuim in oorlog en jacht. Zij houden meer van het strikken en de landbouw. Leprechauns zijn boeren zowel voor de landbouw als veeteelt. Het zijn grote lafaarden die het moeten hebben van groot bedrog. Door de verbreking van de muur tussen hart en geslachtsdeel komen de loonsgaven van onderscheiding van leprechaundemonen vrij, tot grote ontmaskering. Het is belangrijk zicht op het werk van deze plaaggeesten te krijgen.









Hoofdstuk 16. De Leprechaunse Piramide



Hoe geweldig leprechauns het fokken, martelen en slachten van vee ook vinden, de landbouw is hun grote liefde. Ze zijn namelijk toch wel erg lui, en hoeven zo minder na te denken en op te passen. Vandaar dat ze er grote vreugde in scheppen om hun vee te veranderen in kasplantjes. Dit gebeurt in de TIVIER, een berucht gebied in het SIDIRIN gebied van de leprechauns. Boven alles zijn zij dus boeren. Hun uiteindelijke en grootste doel is hun slachtoffers te veranderen in planten, struiken en bomen die veel voedsel voortbrengen. De leprechaun is namelijk erg bourgondisch ingesteld en houdt van lekker eten. De leprechaun is een echte levensgenieter, vooral ten koste van anderen. De leprechaun wil hierover niet al te veel nadenken. De leprechaun heeft zijn eigen kennis, en heeft dit keurig afgebakend. Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.


Zo wordt degene die een leprechaun tegen het lijf loopt blootgesteld aan een enorme stortvloed van knagende oppervlakkigheid, die allemaal vragen oproepen waarop geen antwoord komt zolang de betovering van de leprechaun werkende is. Voor de leprechaun is de TIVIER belangrijker dan alle vee-verander putten. De leprechaun aanbidt de TIVIER. De TIVIER is zijn god, zijn agrarische god. Vandaar dat de leprechaun ook heel boers spreekt. De leprechaun kent geen schaamte en valt niet om te praten. De leprechaun moet overwonnen worden.


De leprechaun houdt dus wel van zijn stukje vlees, maar kan ook zeker niet zonder zijn boontjes en aardappeltjes. Ook op fruit is de leprechaun dol, vooral op sinaasappelen, die zijn lekker zuur, en daar kan hij weer lekker zuur mee doen in de kerk. 's Zondags gaat de leprechaun heilig naar de boerenkerk, en dan door de week is de leprechaun de grootste ellendeling. Zodra hij even vrije tijd heeft houdt hij veelal van varen. De leprechaun gaat graag op vakantie om van zijn macht te genieten. Dan doet hij stoer overal waar hij gaat, en laat zijn bling-bling zien. Hij is dol op sieraden, gouden riemen en verder alles wat blinkt en er duur en waardevol uitziet.


In de strijd tegen de leprechaun is het dus belangrijk de TIVIER te overwinnen.


De leprechaun is ook dol op bakkerijen. Veel leprechauns zijn bakkers. De bakkers werken weer nauw samen met de restauranten. De bakkers zijn de konings-leprechauns. Zij heersen over de boeren, de kleermakers, de schoenmakers en de speelgoedmakers.


Leprechauns zijn de grote vijanden van eerlijk loon. Daarom maken ze graag gokkasten en kansspelletjes zoals loterijen. Het christendom is een groot gokpaleis wat ze hebben gebouwd. Maar er worden hoge prijzen betaald. Te gokken met een leprechaun laat je altijd verliezen. Je verliest je ziel aan hen. Het is nooit vrijblijvend. De gokspelletjes leiden allemaal tot de TIVIER. De opperbakker en opperkoning van de leprechauns is TOJE, de bewaker van de SAPININEN, de sprookjes. Hij is de grote gokkoning en paus van de leprechauns die zij aanbidden. Alles moet aan hem getoetst worden.


In de Amazone Mythologie waren de Amazones de originele stichteressen van Griekenland en het Romeinse rijk. Dit waren oorspronkelijk nederzettingen en kampen. Ook Sparta werd door de Amazones gesticht. Vrouwen waren geemancipeerd en hadden een grote plaats in het leger. Artemis de jachtgodin, en Enyo de oorlogsgodin werden aanbeden. Artemis is in Amazone termen ILA TARIM, en Enyo is in Amazone termen ILA MEME. Er was een goede en zware balans tussen oorlog en jacht. De Spartaanse opvoeding was sober en hard, wreed.


In de letterlijke zin was de Spartaanse initiatie natuurlijk zwaar demonisch, maar in de mythologie en esoterie heeft het weer waarde, en staat zij symbool voor grote dingen. Op jonge leeftijd verkochten de moeders hun zonen aan de eforen, de hoogste vrouwelijke amazone administrateurs van Sparta. Zij werden in oorlogskampen opgevoed met strakke hand. Zij aten bloedsoep, vaak bereid met vers varkensbloed. Ook leerden zij poezie en muziek.


Ook waren de eforen nauw betrokken bij het keuren van de kinderen. Als een kind niet goed was in de ogen van de eforen, dan werd het kind gebracht naar de Apothetai, een gebied van kloven, of van de Taygetus bergen afgeworpen.


De liefde is geen vervanging voor kennis. Wij moeten leren wandelen in de kennis en de wil van de Amazone. Het leven is erg dubbel. Vaak moeten we met Iyowb zeggen : 'De Amazone heeft gegeven, de Amazone heeft genomen. De Amazone zij geprezen.' (Iyowb 1:21)


Zowel in het Latijn als het Aramees is “gegeven” uitbetaald zijn in loon. “Genomen” is in het Aramees genomen in oorlog, en het huwen, als een oorlogsstrategie. In het Latijns is “gegeven”, DEDO, ook de verstoting. In het Aramees is “gegeven” ook het onderhandelen. In het Aramees is “geprezen” ook gebaseerd op het knielen en de jacht, als in dit geval de scheidings-jacht als onderdeel van de slavernij tot de Amazone. Ook is het gebaseerd op gebed. Iyowb zegt in hetzelfde vers dat hij naakt uit de moederschoot is gekomen, en naakt tot de moederschoot zal terugkeren.


Wij moeten leren wandelen in de kennis en de wil van de Amazone, wetende dat Zij ook verstoot. Dit is belangrijk om los te komen van de valse Amazone en de valse Moeder. In die zin is Iyowb 1:21 een Spartaans vers. “Gegeven” is in het Aramees ook verbonden aan het voortbrengen van kinderen. Ook betekent het “doden”. Soms worden gegeven kinderen weer door de Amazones weggenomen, waarvan de Spartaanse opvoeding een symbolisch beeld is. Kinderen gingen altijd door een strenge selectie en initiatie. Zij die achtergebleven werden aan hun lot overgelaten of gedood.


Er is ook nog een verborgen hogere orde boven en achter de bakkersorde van de leprechauns. Dit is de orde van de steenbakkers. Zij kennen de geheimen zielen te verstenen om deze stenen te gebruiken om steden te bouwen. De steenbakkerijen zijn vaak diep ondergronds in de mijnen. Hier haalt de politie-macht van de leprechauns zijn kracht en autoriteit vandaan. De naam van dit gebied is de GOTAMER. Belangrijk is het dus om uit dit gebied te ontsnappen en zo geheel te ontstenen. Deze leprechauns weten het lichaam om te zetten tot klei om dit tot steen te bakken. Ook kunnen ze zieleplanten omzetten tot steen door ingewikkelde processen. De oppersteenbakker is ZENKS. Steenbakkers worden ook wel “de zwarte koningen” genoemd, die in het verborgene heersen over de andere koningen.


Er zal een grote opstand tegen de zwarte koningen moeten komen. Zij werken met de macht van de dood. Ook tandartsen, markt-medici en de psychiatrie werken onder deze koningen. Zij helpen dus mee om zielen te verstenen. Er zal een grote verzachting moeten komen, om zo het ware harde op te wekken. Dit is iets wat ze vrezen. De zwarte koningen willen afleiden van de jacht, en richten op een zware politie-macht die alles controleert en onder controle houdt. Zij moedigen de agrarische cultuur aan, de boeren partij, en verachten de jacht. De TIVIER en de GOTAMER zijn een groot excuus om niet te hoeven jagen. Zij zijn praeters, boerenvolk, en geen jagers. De jacht staat in het leprechaunse gebied op een laag pitje. Er wordt veel meer waarde gehecht aan oneerlijke, misleidende handel, om zo zielen te strikken. De leprechaun is in zijn strikkerijen erg lui. De TIVIER en de GOTAMER houden grote delen van de buffeljacht verborgen. Zij hebben dus de hogere jachtszintuigen uitgedoofd, zodat zielen niet tot ware wedergeboorte kunnen komen. Er wordt misleidend geadverteerd.


In Leviticus 4 staat dat de Levieten voor het voorhangsel van de tempel hun voeten moesten dopen in runderbloed voordat zij door het voorhangsel heen konden gaan.


De hoorns van de demoon-runderen zijn belangrijk. Het zijn een soort antennes die hen in verbinding houden met de onderwereld. Dit is een groot wolvengeheim, waar de wolf achter is gekomen. Dit is een belangrijk orakel. De hoorns van de demoon-rund laten hem communiceren met de doden. In het NT is dit de eirene, de vrede, en in het OT is dit de darash en de slm, de Salomo.

 

De vliegende slang is in het Aramees een beeld van de Urim, en in het Egyptisch een beeld van het heilige vlees, het paradijselijke lichaam. In de Aramees-Hebreeuwse grondtekst is het de naakte, oorlogsvoerende stam in het paradijs. Het paradijselijke, naakte, oorlogsvoerende lichaam wordt bewaakt door de Aker, de dubbele poortwachter van de onderwereld, als een anagram van Hagar. Dit lichaam van de naakte, oorlogsvoerende stam is een beeld van haar zoon, Ismael. Dit is ook het teken van de donder.

 

We zagen dat de IYSH opgroeit als boogschutter en slager. Dit gebeurt allemaal door HAGAR. De IYSH wordt zo tot een ISHMAEL, oftewel 'een onderscheider van offervee', slagers-kennis. ISHMAEL rooft zo de Salomo-trofee, de hoorns van de buffeldemoon, waardoor hij contact heeft met de doden. Dit is ook een eigenschap van het tweede paard, het rode paard, in Openbaring.

De vikingen met hun hoornhelmen zijn die dit vertegenwoordigen. Ook de indianen droegen buffelhoofden als een fetish voor de buffeljacht. Ook Mozes die met de stenen wetten van de Sinai afkwam droeg deze hoorns in de grondtekst, nadat hij de Amazone had ontmoet. QARAN is het Hebreeuwse woord voor hoorns, wat heenwijst naar de KORAN, de KRA van NU, het loon van de afgrond, van de oermoeder. Ook David putte uit deze bron wanneer hij tot de DARASH kwam, en bracht zo dit Salomonische orakel voort, als een groot labyrinth. Salomo is een beeld van het strikken van de buffelgeest. De hoorns zijn een machtig metafoor van vruchtbaarheid, het contact met de onderwereld. Het is de opening van een grote poort terug tot de wildernis.

Een nog geheimere orde binnen de bakkers-orde is de orde van de metaalbakkers. Zij zijn veelal nog dieper ondergronds in de mijnen, waar zielen tot metaal worden bewerkt. Hiervan worden auto's en andere voertuigen gemaakt, en andere soorten van technische apparaten. De naam van dit leprechaun-gebied is LEFTIG. De metaalbakkers heersen achter de schermen over de steenbakkers. Zij worden de rode leprechaunkoningen genoemd. De oppermetaalbakker is FERTIG.

De rode koningen dragen de sleutels van de stad en de wildernis en hebben zichzelf onbereikbaar gemaakt. Zij kunnen verschijnen als rode ridders om hel en verdoemenis te brengen.



  1. bakkers – witte koningen – leider : TOYE

  2. steenbakkers – zwarte koningen – leider : ZENKS – gebied : GOTAMER

  3. metaalbakkers – rode koningen – leider : FERTIG (FERTOG) – gebied : LEFTIG



In de ovens van LEFTIG bevinden zich een heleboel auto-industrieen. Zielen worden hier tot auto's gemaakt om het haastige leprechaun-volk te dienen. Hier worden de zielen getemt. Muziek is hiertoe een groot middel in de hand van de metaalbakker-leprechaun. De leprechaun is dol op muziek. Muziek staat voor de leprechaun op een hoger plan dan literatuur. De leprechaun verstopt zijn gestolen gnosis in muziek, en verafschuwt de diepere gnosis. De leprechaun is een groot spijbelaar en feestjesvierder.

Nog hoger in de koninklijke hierarchieen van de leprechaun zijn de textielbakkers. De leprechaun is een overmatige vereerder van textiel. Dit alles om de jacht verborgen te houden. Zo is textiel een zwak surrogaat voor de huid van de vijandelijke prooi, een namaakproduct, wat juist van de huidjacht moet afleiden. De textiel zal dus ook vaak niet lijken op een huid. De leprechaun is daar veelal bang voor. DRUM is de naam van het gebied van textiel-bakkerijen, waar zielen tot textiel worden verwerkt. Ze eindigen vaak als handtasje van een leprechaun, of een kledingstuk of een schoen. Ook kunnen ze eindigen als laken of deken, als een gordijn, of meubel-bekleding. Daarboven bevinden zich de plastic-bakkers. De leprechaun is dol op plastic. Hier maakt hij zijn speelgoed van. De leprechaun doet ook aan plastische chirurgie. De naam van het gebied van de plastic-bakkerijen is TAKEN.



  1. textiel-bakkers – groene koningen – leider : AAMS – gebied : DRUM

  2. plastic-bakkers – paarse koningen – leider : EVEN – gebied : TAKEN



De TAKEN is ook een groot geheim van de charismatische beweging waar zielen tot plastic worden verwerkt, om zo volledig onder de controle van de leprechaun te komen. De leprechaun manipuleert en inspireert plastic. De leprechaun aanbid plastic. Zo verliest een mens de heilige en goddelijke hardheid. De leprechaun heeft hierin een groot genot. Zo ontstaat er een grote piramide van de leprechauns, een piramide-schema, met piramide-koningen binnen zijn hierarchie. Wij moeten de leprechaun-hierarchie leren kennen om zo een beetje de hierarchieen van de amazones te leren begrijpen.


Hierboven zijn de muziek-bakkers. De leprechaun is dol op muziek, en produceert die overmatig, zodat het de diepere zintuigen blokkeert. Het is een security-systeem, omdat de leprechaun de diepere stiltes vreest en verafschuwt. De muziek-bakker leidt het leprechaun-volk door muziek. Muziek-bakkers zijn beroemd en hebben grote faam. Ook de justitie van de leprechaun is hierop gebaseerd. De muziek-bakkers hebben grote macht over de leprechaunse piramide.


  1. muziek-bakkers – grijze koningen – leider : TARF – gebied : SMEEL


De leprechaun is in diepte een muziekgeest, om de hogere vormen van de gnosis te ontwijken. De leprechaun is een spijbelgeest en voert oorlog tegen de gnosis. Deze oorlog wordt gestreden door muziek. Met een leprechaun valt niet te praten. De leprechaun zingt altijd dezelfde liedjes. Moe kun je daarvan worden. Het leprechaunse zegel is een belangrijk zegel om de tempel van de Amazones te bewaken. Het is een roofdier uitgezonden tot elke ziel die dichtbij het tentenkamp van de amazones is gekomen. Deze kat kan veranderen in een leeuw of een panter. 'De leprechauns over u !' roept Delila tot elke Simson die tot haar probeert te komen. Zo test Zij de zielen die naderen tot Haar poorten. Ook dit zijn de maskers van de Amazones die de diepere hierarchieen van de Amazones verborgen houden. Zij prediken de mannelijke overheersing, de mannelijke superioriteit, volledig tegengesteld aan hun matriarchie, en hun amazone hierarchieen, maar dit is juist om die hierarchieen veilig te stellen. De Amazone spreekt dus met twee tongen, en is in gevecht met haarzelf. Ze liegt en bedriegt, omdat Zij niet wil dat iemand Haar gnosis steelt. Alles zal verdient moeten worden door de jacht.












Hoofdstuk 17. De Imp



Verder in de diepte van leprechaun zijn zij de corrupties en perversies van de Lokogamen, de sieraden van het lijden die in het EE besproken worden. Zij zijn de corrupties en perversies van de magische manuscripten van de Amazone Bijbel.


Wij moeten de leprechaunse piramide overmeesteren, anders zal het nog steeds ons overmeesteren. Als wij meesters over deze piramide zijn geworden, dan is er een verdere strijd in de stad tegen de skeletten, piraten, dieven, rovers, kannibalen, en zombies die de steden onder heerschappij houden.


De zombies zijn het hart van de stad. Zij takelen af om tot roofdieren te worden, en daarna als vee, zodat de oorlog zal overgaan in de jacht. Eerst is het monsterachtig vee met roofdier-kwaliteiten. Eerst zal het vee leeuws zijn, waardoor de leeuwenjacht noodzakelijk is. De leeuw is de cryptische kracht van de zombie. Zij houden zich schuil in de kerken, gerechtshoven, medische hoven en politieke hoven, de marktplaatsen van de samenleving.


De leprechaun is de corruptie van loon, de genade, de valse handel, die door de zombie vrijmoedig wordt gebruikt. De valse kabouter is heilig voor de zombie. Ook bevindt de zombie zich in de marktplaats van het leger en de politie, waar veel valse spelletjes worden gespeeld. Ook de zombie heeft zijn koningen. Zombies ontstaan waar de onderhandeling belangrijker wordt dan de jacht. Zombies zijn handelaars in dood en bedrog. Ook de agrarische cultuur is erg belangrijk voor de zombie. De zombie houdt van lekker eten, vooral verkregen in de handel. Voor geld kan de zombie veel doen. Alhoewel de zombie erg van de jacht houdt, is oplichting toch zijn favoriet. In naam is de zombie dus geen echte jager, maar meer een oplichter. Ook is het agrarische, boerse, nog altijd belangrijker voor de zombie dan de jacht. Zombies zijn verzot op jagen en stropen. Ook heeft de zombie veel genot in het slachten, maar dit zijn meer hobbies dan daadwerkelijk zijn dagelijks beroep. Het zijn voor de zombie allemaal bijzaken, alleen voor bijzondere gelegenheden. De zombie is een groot watersporter. Hier voelt de zombie zich helemaal thuis. De zombie is een schepenbouwer, de slaaf van de grote zombie schepenkoningen. De zombie is een roeier, de galeislaaf van de zombie-koningen. De zombie-schepen zijn grote spookschepen. De zombie staat voor de scheepvaart. De zombie is een transport-geest.


De zombie heeft een bloedhekel aan visserij. De visserij is wat de zombie vreest. Hierop is zijn scheepvaart dan ook niet gericht. De zombie is een groot zegel op de visserij. Wij moeten de zombie overwinnen om vissenjagers te worden. Wel ziet de zombie de zee als een grote keuken. Er zijn veel zeeplanten die door de zombie gebruikt worden in de zombie-keuken. Voor de zombie is de zee een groot mijnengebied, waaruit vele stoffen gewonnen worden. Zo heeft de zombie veel booreilanden opgericht in de oceanen. Hierin is het schip een belangrijk vervoermiddel.


We worden voortdurend beschoten door de zombies met advertenties om te zien of wij toehappen. De zombie is een strikker. De zombie is als een evangelist die langs de deuren gaat.


De zombie bewaakt het geheim van de vruchtbaarheid. De fallus is een jachtszintuig, de voet een slachtszintuig en de tepel een oorlogszintuig. Als de zombie is bestreden, moet de clown bestreden worden. De clown is ook een strikker-geest. De wereld is vol met clownsgeesten die de aarde onder controle houden. Daarna begint de strijd tegen de candymen. Zij worden overwonnen en gedood door het vijfde zegel van de slaap, het fundament en brandpunt, het vuurpunt, van de gnosis. Dit is het vetmesten van de demoon-rund. Dit doodt de spieren, en is de vaginale kracht van de vrouw. Dit principe wordt ook wel de cirkel-sluiter genoemd. De demoon-rund moet vetgemest worden.


Sexualiteit is een diep demonologisch ritueel. Het zwellen van de fallus in de vagina is het beeld van de fokker (vagina) die de rund (fallus) vetmest voor de slacht. De zaadlozing is de uiteindelijke slacht, het doen vloeien van het bloed van de vijandelijke vetgemeste rund. Jezus Christus, wat in de grondtekst gewoon de vagina is, is de Herder, de ra'ah in het Hebreeuws, wat ook runderfokker betekent. Jezus Christus moest het beeld van het vetmesten van de vijandelijke rund verborgen houden. De vagina is de voeder van de gevangen vijandelijke rund, wat de fallus van de man moest vertegenwoordigen. Dit probeerde de mantra “Jezus is de goede Herder” verborgen te houden, als masker van de Amazones. In het Hebreeuws is de RA'AH de vetmester van de afvallige Israelieten die het beeld waren van de vijandelijke rund.


De ademhaling van de gevallen mens gaat anders dan de ademhaling van de paradijselijke mens. Wanneer de gevallen mens de zuurstof inademt, dan wordt deze zuurstof geabsorbeerd door de longen, en de energie die dat opwekt stroomt dan in de borstspieren, en glijdt dan naar de buikspieren, om zo een onheilige tempel op te richten, een onheilig stammenverbond, als priesterlijke dienst tot de mannelijke overheersing. Wanneer de paradijselijke mens ademhaalt, dan wordt er bloedgas ingeademt in de longen, dat door de longen meteen wordt geabsorbeert en wordt omgezet in energie die direct door de armen heenvloeit, tot de handen, dus niet tot de borstspieren. Dit is een groot verschil. Vanuit de handen vloeit de energie tot de genitalien, die rechtstreeks de ogen ingaat. Vanuit de ogen stroomt de energie tot de borstkas waar het wordt omgezet in tepel-energie. Dit is dus een strijd tussen spier en tepel. De spier maakt slaven tot de superieure vader, terwijl de tepel terugleidt tot de baarmoeder. De paradijselijke 'spier' of pees was een combinatie tussen de fallus en de tepelstof. Deze combinatie leidde tot diep in de duisternis van de oer-baarmoeder, hebbende een zuiver licht, dat van de paradijselijke vuren van de onderwereld, de waterlichten, het nachtzicht, geboren vanuit de diepste en grootste duisternis. De impen, corrupte vormen van elven, scheidden de fallus van de tepelstof.


De fallische kracht wordt dus opgewekt door de paradijselijke ademhaling, die weer connectie maakt met de tepel, belangrijke paradijselijke zintuigen. De tepel houdt de paradijselijke hierarchieen in zich, en is een beeld van het paradijselijke hart, voortkomende vanuit fallische energie.


Vanuit de borst stroomt de energie dan naar de schouders :


adem-energie :

longen – armen – handen – genitalien – ogen – borstkas – tepels – schouders


Wanneer wij te leren ademen als de paradijselijke mens, dan zal dit een harnas bouwen tegen de imp. De imp zal hierdoor scheel worden en zijn zicht zal verslechteren, zodat de imp ons niet meer kan vinden, en zal verdwalen in het labyrint van de gnosis. De imp is dus verdoemd.


Trees en Tippel zijn de twee imps die ervoor zorgen dat de adem-energie niet rechtstreeks naar de armen gaat, maar in de borstspieren wordt opgeslagen, om vandaar te worden opgeslagen in de buikspieren. Trees is de rechter arm-wachter imp, en Tippel is dit voor de linker arm. Deze twee imps moeten verslagen worden. De arm-poorten moeten geopend worden. Dit is een grote initiatie. Leer te ademen in je armen en niet in je borstspieren. Laat het stromen door je handen, genitalien, ogen en dan pas mag de energie tot de borstkas komen om in je tepels te stromen, om ze tot de schouders te gaan. De longen nemen dus de adem op om dit in energie te transformeren voor allereerst de armen. Als je dit te snel naar je hoofd laat stromen, dan geeft dit gedachtes van de imp, en wordt je verstand beheerst door hen. Zij zijn grote misleiders, tricksters, plaaggeesten. De imp wil jouw ziel tot hun slaaf maken.


Vanuit de schouders moet de energie een nieuwe glimlach of lach opwekken, in zogenaamde fallische mondtepels, dus niet door de lachspieren. De imp is een zwaar verouderde corrupte vorm van een elf, omdat de imp de oorspronkelijke fallische tepel had ingeruild voor de spier, het overmoedig lachen, en overmoedig corrupte kracht gebruiken. Hierdoor verouderde de imp, niet door een natuurlijke veroudering, maar de veroudering door de zonde. De glimlach of lach van de fallische mondtepels is verjongend, en beschermd tegen verouderende impen-energie. De imp zal hierdoor nog ouder worden en afsterven.


adem-energie van de paradijselijke mens :

longen – armen – handen – genitalien – ogen – borstkas – tepels – schouders – fallische mondtepels glimlach en lach


Dit is dus de heilige, paradijselijke lach die verjongt en tot wedergeboorte brengt. Daarna moet de energie direct de schenen in stromen :


longen – armen – handen – genitalien – ogen – borstkas – tepels – schouders – fallische mondtepels glimlach en lach – schenen


Daarna stroomt de energie naar de billen :


longen – armen – handen – genitalien – ogen – borstkas – tepels – schouders – fallische mondtepels glimlach en lach – schenen – billen – buik – rug – armen – oren – benen – voeten – armen – voeten – billen – schouders – schenen – voeten – billen – schouders – armen – genitalien – tepels – voeten – neus – voeten – neus – voeten – schouders – genitalien – billen – nek – schenen – voeten – genitalien – fallische mondtepels glimlach en lach – schenen – voeten – schenen – voeten – oren – armen – schenen – hoofd – bloed – fallische mondtepels glimlach en lach – handen – schenen – billen – armen – borstkas – tepels – bloed – fallische mondtepels glimlach en lach – voeten – fallische mondtepels glimlach en lach – hersenen – bloed – hersenen – bloed – genitalien – voeten – longen


Zo is de circulatie compleet. De schenen zijn uitgedost met veren en mesjes in de strijd. Als kemphanen zijn wij toegerust. Zo zal de imp geen plaats meer in ons hebben, en zal uitsterven.


In het adem-energie van de afgevallen mens heerst de impen-energie. Snel wordt alles naar de hersenen geleid, zodat de hersenen overbelast worden en onder controle komen van de impen. De impen hebben hierin een groot genot. De adem-energie komt direct na de longen in de borstspieren, en daalt dan naar de buikspieren, om ze de hersenen binnen te gaan en te vergiftigen door grote overmoed, en dan stroomt er veel bloed.


adem-energie van de afgevallen mens : longen – borstspieren – buikspieren – hersenen – bloed – lachspieren – hersenen – borstspieren – buikspieren – lachspieren – voetspieren – rugspieren – schouderspieren – armspieren – borstspieren – lachspieren – genitalien – lachspieren – genitalien – billen – nek – huilspieren – lachspieren – huilspieren – ogen – borstspieren – buikspieren – billen – botten – nek – schenen – lachspieren – borstspieren – buikspieren – nek – genitalien – voeten – nek – armen – borst – tepels – oren – borstspieren – buikspieren – huilspieren – schenen – voeten – lachspieren – genitalien – nek – neus – botten – nek – hart – longen














Hoofdstuk 18. Het Merkteken van het Beest


Na de strijd tegen de imps is er een strijd tegen de pixies, corrupte vormen van feeen, alhoewel niet alle pixies demonisch zijn, zoals niet alle demonen corrupt zijn.


Eén van de grootste taboes van het christendom is het merkteken van het beest.


In de NUN vindt de verlamming plaats, in de paradijselijke afgrond. De NEN voert oorlog tegen ons om ons te breken, om ons te piercen. De Egyptische NUN doet dit door SEKMETH, de godin van de oorlog, de wraak en pestilentie, vaak afgebeeld als een vrouw met een leeuwenhoofd. Zij wordt ook wel het oog van Ra genoemd. In het Karaibs is zij SEKE-META. SEKE betekent verlamdheid, en META betekent een merkteken krijgen of hebben. SEKETU is mankheid, en SEKEME is verlamde. Wij worden hierdoor dus als Jakob geslagen om ons mank te maken, om SEKETU en SEKEME te ontvangen. Dit is dus een bepaalde gevoeligheid. Zo worden wij wedergeboren in loon, los van genade.
In het Sranan Tongo :

SEKANTI = strand (zand = sieraden in het Aramees, en sieraden = wapens in het boek Iyowb)
METI = beest
SEKI = schudden

Klaagliederen 3

Vers 48 gaat over de klaagrivier. Deze rivier komt ook terug in Iyowb 21 : 33 in de Vulgata, de Latijnse bijbel.

21 : 33 – De volgers van de duisternis (het 'kwaad', oftewel het tegengaan, degenen die vechten) gaan naar het zand van de Cocyti/ Cocytus, de rivier van klaagzang, een rivier in de lagere wereld, onderwereld, en waar ze hun volgelingen mee naartoe nemen. Vgl. De draak, de bewaker en bewaarder van de URIM, die op het zand der zee staat in Openbaring, oftewel : die bewapent is. Dit is de rivier van tranen. De draak is ook een slang of zeeslang, als beeld van een halsketen.

In het Sranan Tongo en het Karaibs tezamen betekent SEKHMET dus :
het merkteken van het beest, de piercing of halsketen die tot schudden leidt, tot de heilige vreze, om zo te bewapenen. Dit zijn de eigenschappen van de URIM, waar dit plaatje in het Aramees over gaat.


In het Aramees-Sranan Tongo is Sekhmet 'de ruiter van het beest', SKY-METI. SKY is rijder, top, in het Aramees, en METI is beest in het Sranan Tongo. Sekhmet is dus de vrouw op het beest, de vrouw die zowel mens als beest is. In het Egyptisch hebben de godinnen veelal deze dualiteit, de overgang van mens tot beest en beest tot mens. Zij hebben hun oorsprong in beesten. Dit komt ook terug in het EE.


In het Aramees is zand ook : kostbare stenen. Dit is dus een metafoor voor de stenen van de hogepriester. De steen die hen allen heeft onderverdeeld, de breker-steen, de steen van onderscheiding, is de SHEBUW, oftewel de PESSA. In die zin is de PESSA een groot paradijselijk, verlaten eiland waartoe we moeten terugkeren. Door de inwijdingen tot de PESSA ontstaat er communicatie met de PESSA. Zo wordt de Teheraphim hersteld. De Pessa ligt dus diep opgeborgen in het zand, de aphar, van het paradijs.

In de KJV, wiens rechten zijn opgeborgen in de kroon van Engeland, is het Johannes zelf die op het zand staat. Johannes betekent het opzetten van tenten en innemen, belegeren en bewonen. In die zin is het een teken dat we de Pessa mogen terugroven en mogen bewonen. Dit is een teken voor de zieners. Johannes mocht tot de gebieden van de apocalypse komen, de gebieden van de Pessa, om daar de hemelse realiteiten te zien. Dit was een grote intocht. Johannes betekent in de wortels belegeraars, innemers (chanah).

In het Grieks is zand AMMOS, wat verbindingen betekent in de worteltekst. Ook Gog en Magog in Openbaring 20 worden gelijkgesteld aan het zand van de zee. Hierop rustte de draak, de Urim in het Aramees. Gog betekent berg en is een Rubeniet in het OT. In Ezechiel komt Gog vanuit het Noorden, wat 'verborgen schatten' betekent. Ruben was degene die kwam tot Bilha in haar tent. Ruben staat ook voor het heilige zaad. Magog betekent top, overkapping. Gog en Magog kwamen om het christendom in te nemen. Ook dit is dus een beeld van de Pessa.

Johannes is dus in de worteltekst belegeraar en het opzetten van tenten, CHANAH, wat een anagram is van Hannah, de moeder van Samuel, Shama-Al, de slaaf van Del-allah.

Hannah in het OT verkocht (nathan) haar zoon Samuel aan een mara, een slavenbezitster, waardoor Samuel een na'ar werd, een jonge slaaf. Hiervoor moest er een rund geslacht worden. Hannah kwam met drie runderen in I Samuel 1. In de grondtekst kan het ook gewoon betekenen dat de rund werd geslagen, en niet geslacht. De rund is een teken van mannelijke suprematie, en de geest van mannelijke suprematie moest eerst geslagen worden voordat Samuel aan de slavenbezitster verkocht kon worden. Hannah moest hiermee wachten totdat Samuel de juiste leeftijd had bereikt.

Toen hij aan de mara werd verkocht moest Samuel voor haar neerbuigen. Dit gebeurde in de Qidmah, het diepere, westelijke deel van het paradijs, ouder dan eDeN. Hannah betekent in de grondtekst 'uithongering', 'omsingelen', tent en kamp, hetzelfde als CHANAH, het wortelwoord van Johannes. Hannah is een oorlogs-strategie en een jachts-strategie.


In de Griekse worteltekst is Johannes een tentenmaker, een gerei-maker, CHANAH, wat verwijst naar HANNAH in het OT, de moeder van Shama-Al. In de KJV staat Johannes op het zand van de zee, op de Pessa. In die zin is CHANAH de Griekse naam van de vertalingsteen. CHANAH rijdt in die zin op de PESSA, als het staal op het saffier.

Shama-Al komt op hetzelfde neer als Iysh-Ma-Al. Beiden betekenen : slaaf van AL, Del-allah. AL is in het Hebreeuws tegenstander, wat ook de OT definitie is van Ismael. In het Hebreeuws is Hannah 'CHANNAH', als de bron van dit principe, wat we dus weer tegenkomen in de worteltekst van Johannes in het Grieks. Samuel is in de worteltekst gerei wat de slaaf tot gehoorzamen brengt, zoals geluid. Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat van een idol voor Shama-Al, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer was geslacht, dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een bloed-orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen.


CHANNAH, Hannah, komt dus in de apocalypse weer terug, als het wortelwoord van Johannes. Zij benadert de vrouw op het beest. In de KJV bewondert Johannes de vrouw op het beest, en in de grondtekst vereert en aanbidt Johannes de vrouw op het beest, oftewel Sekhmet. Hannah komt tot de vrouw op het beest, om haar zoon aan Haar te verkopen.


In het Aramees zijn in Psalm 8:3 de tenen en de attributen van de tenen, rituele teenringen, de ware hogepriesterlijke stenen. In Spreuken 7:3 moesten de teenringen als wetten om de tenen gedaan worden. In die zin maakte Hannah dus rituele teenringen van de terafim voor Shama-Al, die zijn voeten moesten bewaren op het pad van de Amazones.
Waar vaak het woordje profeet in de Westerse vertalingen staat om aan te duiden wat Samuel was geworden, daar staat in het Aramees 'vertaler'. In het Hebreeuws is dit in de worteltekst voort laten bubbelen, orakelse dichters en gekken, dwazen, of doen alsof. In de worteltekst wordt dit gelijkgesteld aan spasme. Dit zien we ook in het leven van jakob terug die door de Moeder Amazone op zijn heup werd geslagen, kreupel en spastisch werd geslagen, wat ook een belangrijk onderwerp is in de Amazone Mythologie. Dit gebeurde in de worteltekst ook met Shama-Al die spastisch werd geslagen, zodat hij niet meer door spieren leefde, maar door hogere paradijselijke impulsen. Dit is dus de ware betekenis van een OT profeet of vertaler. Zij waren wilden, raadselachtig, heilige idioten. Zij waren extravagant in hun taal. Er is zoiets als een heilige krankzinnigheid, een heilig delirium in de OT betekenis. Hiertoe werd Shama-Al ingewijd. In het OT stond dit ook gelijk aan woede. Een voorbeeld hiervan was de profeet Habakuk die geweldadige visioenen had en woede-uitbarstingen. Ook was het tegelijkertijd het tegenovergestelde als extatische opgewondenheid.


Profeet is dus een misvertaling, maar is een kreupel of spastisch geslagen slaaf.


De vrouw heeft sexuele omgang met de koningen in de apocalypse. Maar dit gaat om slavenhandel in de grondtekst. Koningen zijn voeten. Voeten worden dus geketend en verkocht aan de vrouw op het beest. Hannah verkocht Samuel aan Haar als slaaf. Ook gaat dit in de grondtekst door piercingen, oftewel het merkteken van het beest. De piercings leiden in het Grieks tot de verharding, wat ook de erectie inhoudt, als vruchtbaarheids-symbool. In diepte betekent deze verharding het terugkeren tot de natuur van het beest, het veranderen in een beest. Volgens het EE zijn mensen beesten. Wij hebben dit diep in onze ziel en moeten hiertoe terugkeren. Wij moeten het merkteken van het beest ontvangen. Wij moeten onszelf laten berijden door de beestachtige vrouw, een nog groter en verschrikkelijker beest. Zij is een alfa beest.


In de Egyptologie zien wij de wisselwerking tussen mens en beest. Dit komt ook terug in Daniel 7 :


2 Begin van het bericht. Daniël hief aan en zeide: Ik had in de nacht een gezicht en zie, de vier winden des hemels brachten de grote zee in beroering, 3 en vier grote dieren stegen uit de zee op, het ene verschillend van het andere. 4 Het eerste geleek op een leeuw, en het had adelaarsvleugels. Terwijl ik bleef toezien, werden het de vleugels uitgerukt, en werd het van de grond opgeheven en op twee voeten overeind gezet als een mens, en werd het een mensenhart gegeven.


De vrouw op het beest is zelf een beest, en een onderwerper van beesten. Dat is de boodschap van het EE en de verdere gnosis. In plaats van gedoopt te worden in de Heilige Geest, als het ontvangen van de Heilige Geest, moeten wij het Beest ontvangen. In het EE wordt God beschreven als een Beest. Naar die aard zijn wij geschapen.


Neith is de Egyptische godin van de duisternis en de jacht. Ook is zij een oorlogs-godin. Zij werd genoemd : “Al wat was, is en zal zijn.” In de apocalypse staat het net iets anders :


Openbaring 17


8 Het beest, dat gij zaagt, was en is niet, en het zal opkomen uit de afgrond en het vaart ten verderve; en zij, die op de aarde wonen, wier naam niet geschreven is in het boek des levens van de grondlegging der wereld af, zullen zich verbazen, als zij zien, dat het beest was en niet is en er toch zal zijn.


Ook is dit merkteken van toepassing op Christus, de moederschoot. Het beest is er wel en niet, omdat het beest zich als een vrouw kan manifesteren. Het getal van het beest is het getal van een mens. Dit gaat om een grote groep beesten, weerbeesten, die als het nodig is in menselijke gedaante kunnen komen. Verbazen is in het Grieks weer aanbidden, en in de worteltekst gaat dit om een ontmoeting. Johannes bezocht de vrouw op het beest, als Hannah die haar zoon aan de Mara verkocht, aan de slavenhandelaar. Mara is een woord voor God in het Aramees, de bezitster. Dit is dus de Vrouw op het Beest, en ook het Beest zelf. In de genitalien zitten de creatieve krachten om in een beest te veranderen. Daarom worden vandaag de dag de genitalien overmatig gedemoniseerd of verkeerd voorgesteld. Men wil het geheim niet prijsgeven.


Het Beest moet dus ontwaakt worden in ons. Niet Geest, maar Beest. Dit gaat diep en is geen spelletje. De Egyptische godinnen zijn reflecties van de beesten die wij eens waren. Er is dus een nauwgezette cyclus gaande. In het EE wordt duidelijk dat juist door de onderdrukkingen we weer terugveranderd worden in beesten. De Egyptische godinnen staan dus voor beesten die uit het menselijke bewustzijn gingen. De mens kwam in een diepe slaap.


SEKHMET – godin van de oorlog – ILA MEME

NEITH – godin van de jacht – ILA TARIM

HATHOR – godin van de slacht – ILA TAGA


Hathor is ook wat het merkteken van het beest inhoudt. Hathor staat ook heel specifiek voor de runderjacht en de runderslacht, als godin van de runderen. Hathor betekent huis van Horus, wat in het Hebreeuws de bayith van Horus is, de gevangenis van Horus. In die zin is Hathor de godin die in Haar lichaam Rian heeft opgesloten en overwint. Het huis van Hor is ook het huis van de buffeljachtvelden, wat Zij belichaamt. Het huis is in de Egyptologie het vrouwelijke lichaam. De buffeljacht vindt dus plaats in Hathor, in Haar lichaam. Het getal of merkteken van het beest houdt in de grondtekst de vermenigvuldiging in, de massa, zodat het beest tot beesten wordt. Wij moeten in vele beesten veranderen.


Hadd, Add, Hat was het Assyrische goddelijke orakel. Als het offer was geslacht, dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen.

Hadd, Add, Hat, werd door de Israelieten overgenomen als de stam Gad. Had is verbonden aan de rund en de runderjacht. De Had stam wordt dus verborgen gehouden, zij die nog steeds de oorspronkelijke orakels gebruiken.


Hathor is ook de grote godin van de vruchtbaarheid.


Het merkteken van het beest is in de Griekse worteltekst ook de gnosis van het beest, de kennis van het beest.


Waarom is de godin, de grote Ila, zo moeilijk te bereiken ? Waarom heeft de mens daar zoveel strijd mee ? En hoe kan men beest worden ? Dit is inderdaad niet simpel en goedkoop. De grote Ila neemt niet zomaar mensen aan, en haat mensen. Wij kunnen niet zomaar als mens tot Haar komen. Ze zou ons vernietigen. Als mens zijnde worden wij van Haar afgehouden, opdat wij de gnosis niet zullen zien. Het is als mens moeilijk de godin, de grote Ila, te behagen. Wij kunnen alleen tot de godin komen als vee. Ook kunnen wij niet zomaar beest worden. Eerst moeten wij vee worden. Hierin zien we weer het esoterische belang van het NT. De IYSH kwam als een lam tot de moederschoot. Dit lam werd geslacht. Wij kunnen alleen tot de beestachtige moederschoot komen door de slacht, als slachtvee. In het EE is dit de heilige verslinding. Wij kunnen niet slachten zonder eerst geslacht te worden. Wij moeten als offervee tot de godin komen. De IYSH werd onderworpen aan de heilige alfa beesten van de gnosis. Hij kwam tot het Beest, niet de misvertaling 'geest'. De IYSH kwam in het Aramees tot de duisternis.


godin van de oorlog – Sekhmet – ILA MEME – godin van de leegte, woestijn, wildernis

godin van de jacht – Neith – ILA TARIM – godin van de duisternis, nacht

godin van de slacht – Hathor – ILA TAGA – godin van de hel


Hulda, Hel, was de moedergodin van het Germaanse gebied, die door de christelijke invasies werd gedemoniseerd. Hulda, Hel, was de Hathor van de Germanen.


Dat wat men slap vertaalde in 'geest' is in het Grieks de scheppende, beestachtige pit waar het lichaam uit voortkwam. Deze beesten waren voortgekomen uit de leegte. In het Aramees zijn zij de belichaming van geur, odor. Dit heeft dus niets met Geest te maken, maar met Beest. De IYSH kwam allereerst tot het Beest als slachtvee, en werd toen zelf tot beest, als leeuw van de duisternis, de leeuw van de jacht, de leeuw van Judas (Juda), oftewel de zwarte leeuw, wat geen echte leeuw is, maar een nog verschrikkelijker beest. Deze zwarte leeuw was onderworpen aan de alfa zwarte leeuwen, zoals Iyowb aan hen was onderworpen.


De IYSH werd dus eerst zelf verslonden door de zwarte leeuwen, en werd later één van hen, zoals Iyowb. Leeuw is de RH in het Aramees, zoals de duisternis dat is, RH, wat men had misvertaald in 'geest'. De RH is de zwarte leeuw, een verschrikkelijker beest dan een leeuw.


Het reukorgaan is het zintuigelijk vermogen van het beest, ook in de grondteksten. Dit orgaan ontstaat in de leegte, waarvan het beest de verpersoonlijking en belichaming is. In de hogere gnosis is dit een basis-vermogen. De reuk vertelt een verhaal. Allereerst moeten wij stom worden als vee om tot dit orgaan te komen. Wij voelen ons misschien vaak zonder woorden, of zelfs met een verlies aan concentratie, om zo in verwarring af te dalen. Wij willen misschien vaak onze vijand of hen die ons tarten voor schut zetten of het hen goed betaald zetten, maar voelen ons als slachtvee in veel situaties als wij tot de hogere gnosis komen, want zonder het worden tot vee zullen wij nooit beest worden. Het worden tot vee is de sleutel tot het beest. De opstanding van de IYSH staat voor het uiteindelijk worden tot beest. Dit is een reuk-orgaan, een grote verlichting in de nacht, als het komen tot het grote nachtvuur, de onderscheiding van de duisternis, oftewel het nachtzicht, de hel. Het beest leidt vervolgens tot de dieptes van het zijn van vee, dus dit is een grote, heilige paradox. Wij kunnen in die zin niet zonder 'het kruis' leven, zonder pasen. Die diepte vinden we terug opgeborgen in de islam. Wij moeten tot volledige overgave komen, en het verlies van het zoonschap. Alleen zo kunnen wij volledig beest worden. Zwarte leeuwen verstoten hun jongen. De verstoten zwarte leeuwen komen zo onder een alfa zwarte leeuw die niet hun moeder is. Hierin zien we ook weer Hannah (Johannes) terug, die haar zoon, Shama-Al, verkocht aan het Beest.


Het beest komt in de grondtekst voort uit de leegte, als het beest van de afgrond. In het EE gaat het erom het beest in onszelf te vinden, een pit dieper dan de ziel. Dit is ook tot het herstel van de neus, het reukorgaan, om zo de valse stemmen en visioenen in ons te doven. Alle stemmen, dromen en visioenen moeten onderworpen worden aan het heilige reukorgaan.


Het gaat dus niet om het Woord van de Geest, maar om het Woord van het Beest.


Op de pinksterdag werden de profeten en vertalers (apostelen) vervuld met het Beest in plaats van de Geest. Waar vaak het woordje profeet in de Westerse vertalingen staat, daar staat in het Aramees 'vertaler' (apostel). In het Hebreeuws is dit in de worteltekst voort laten bubbelen, orakelse dichters en gekken, dwazen, of doen alsof. In de worteltekst wordt dit gelijkgesteld aan spasme. Dit zien we ook in het leven van jakob terug die door de Moeder Amazone op zijn heup werd geslagen, kreupel en spastisch werd geslagen, wat ook een belangrijk onderwerp is in de Amazone Mythologie. Dit gebeurde in de worteltekst ook met Shama-Al die spastisch werd geslagen, zodat hij niet meer door spieren leefde, maar door hogere paradijselijke impulsen. Dit is dus de ware betekenis van een OT profeet of vertaler. Zij waren wilden, raadselachtig, heilige idioten. Zij waren extravagant in hun taal. Er is zoiets als een heilige krankzinnigheid, een heilig delirium in de OT betekenis. Hiertoe werd Shama-Al ingewijd. In het OT stond dit ook gelijk aan woede. Een voorbeeld hiervan was de profeet Habakuk die geweldadige visioenen had en woede-uitbarstingen. Ook was het tegelijkertijd het tegenovergestelde als extatische opgewondenheid.


Profeet is dus een misvertaling, maar is een kreupel of spastisch geslagen slaaf, als een beeld van het worden tot vee, de enige manier om het Beest te ontvangen. De pinksterdag was dus een grote oogstdag, na de nacht van het kruis. Wij moeten streven naar de uitstorting van het Beest in ons leven. Dit kan alleen door het kruis. Wij mogen geen overmoedige beesten zijn. Het Grote Beest zal alle valse beesten slaan.


Dit is waarom christenen het Beest demoniseren en verafschuwen. Zij vrezen het Beest, omdat het hen zal ontmaskeren en verslaan. Het merkteken van het Beest is daarom een groot taboe in de christelijke kerk, en verklaart ook hun haat tot dieren, die zij vaak nog elke dag eten. Zij proberen zich te verstoppen voor het Grote, Heilige Beest. Zij houden meer van de Geest, de bedrieger, de stedenbouwer. Zij verafschuwen de wildernis. Er moet een grote exodus komen. Terug tot het Beest. Hierin is Hathor, ILA TAGA, de Grote Slager, de sleutel.


Het beest komt uit de afgrond, uit de leegte. De leegte kwam uit het Beest. De afgrond kwam voort vanuit het Beest. Hierin ligt alle duisternis opgeborgen, de Schepper van de Nacht.


Wij kunnen niet zomaar tot het kruis komen. Wij moeten eerst tot de kribbe komen, de voederbak van het vee. Wij moeten worden tot jong vee, tot de geboorte van vee, onderworpen aan vee. Wij moeten door de kribbe komen tot Hathor. Toen Shama-Al aan de Mara werd verkocht door Hannah moesten er runderen kreupel geslagen worden, als een beeld van het worden tot jong vee, pasgeboren vee. In die zin is Shama-Al een beeld van de kribbe, van de Iysh in de kribbe. Hathor is een oud beeld van de moeder, bijmoeder of meesteres van Horus, als het huis van Horus, zijn gevangenschap. Maria is daar een Israelitische vorm van. In die zin werd de Iysh, als de Shama-Al, het kreupel geslagen vee als een beeld van jong, pasgeboren vee, opgedragen aan het Beest. Wij moeten het mysterie van de kribbe in de Egyptische en apocalyptische context leren begrijpen.


Sekhmet – oorlogsgodin – witte paard

Neith – jachtsgodin – zwarte paard

Hathor – slachtsgodin – rode paard


De Shama is daarom centraal in het hindoeisme. Zonder de Shama, de kribbe, de geboorte als vee, de verkreupeling van het vee, het onderworpen zijn aan sterker en ouder vee, kunnen wij niet tot de Godin, de Ila, komen. Het hindoeisme is dus een belangrijke cryptische sleutel om uiteindelijk te worden tot Beest. Het is als de zwavel-formule van de hel.


SA-MA is in het hindoeisme de onsterfelijkheids-drank van de goden. SA-MA geeft goddelijke visioenen, opent de zintuigen. In de Psalmen van de Rig Veda wordt het duidelijk dat het grote tijdswiel van het Beest alleen maar werkt door de SA-MA, de rituele drank.


Agni, GAN-NU, is de tuin van Nu in het Aramees-Egyptisch, als de wijngaard van Noach. In dit gebied wordt de Soma, SA-MA geoogst en gedronken. SA-MA is in het Egyptisch de gnosis van de Wet. SA, kennis, komt voort vanuit de vedische godin USA, de ochtendschemering, de dageraad. In het Sranan Tongo is SA 'vrouw'. SA-MA is in die zin de Wet van het vrouwelijke. USA-MA is de Wet van het nachtzicht. Dit is de diepte van het merkteken van het Beest, dat de goddelijke vrouwelijke wet in ons wordt geprint, en het maakt ons tot wedergeboren vee. Dit is waar de kribbe, de veevoederbak voor staat.


Het drinken van de SA-MA, USA-MA, is een belangrijk item in de Rig Veda. In de Bijbelse grondtekst is dit SHAMA, wat luisteren en gehoorzamen betekent, oftewel het item van heilige slavernij tot het goddelijke, tot de gnosis. Samuel, SHAMA-AL, is in de worteltekst gerei wat de slaaf tot gehoorzamen brengt. SHAMA brengt de goddelijke verlamming en kwetsbaarheid, gevoeligheid, om zo opgericht te worden in de heilige slavernij tot de gnosis. Door dit te drinken krijgen wij visioenen. Dat is wat de morgen betekent : een nachtvisioen. Dit is waar de Vedische nachtzon, de godin USA voor staat.

SHAMA komt om gevoelig te maken voor het Beest, en maakt dat daaraan gehoorzaamt wordt, als 'horen en gehoorzamen'. Dit gaat door het reukorgaan. SHAMA is de profetische leidraad die het Woord (DABAR) omzet in acties, als de kracht tot gehoorzamen. DABAR bestaat uit de geboden, waarschuwingen, bedreigingen, liederen en beloftes. De mandala is hierin een map van de geografie van de gnosis.

De SHAMA geeft dus eerst grote leegte, en daarna worden er visioenen gegeven. Ook betekent SHAMA onderscheiding. In die zin is het het drinken van de PESSA, de hogere gnosis, het Amazonische nachtvisioen. De SHAMA is dus een beeld van de heilige tuchtroede, de bloeiende staf van Aaron, in de ark. Zij belichaamt en geeft dit paradijselijke, rijkelijke sap. Het is waar de Amazonische vrouwenborst voor staat.

Zij is de Grote Onderscheider. Ook de paradijselijke rivier die zich in meerdere rivieren uiteen splitst is hiervan een beeld, en in de apocalypse waarin de Thummim de Urim berijdt, als de vrouw op het beest, is dit het beeld van de wateren waaraan zij zit. In de Griekse grondtekst zijn dit ook de wateren van de zondvloed. De vrouw op het beest wordt door deze wateren geleid. Het geeft haar onderscheiding. In het Ismaelitisch is dit boek 82 van de Koran, Al Infitar, het Uiteensplijten van de staf van Aaron, tot een roede met meerdere gekraalde uithangsels, die in de ark werd gelegd. In Egypte is dit de Nekhaka, die door Osiris aan de farao werd overgedragen als een symbool van autoriteit. Dit was ook een vruchtbaarheids-symbool. Een variant hierop is de veer van Maat, de veer van de Wet, waardoor de doden geoordeeld werden. Ook de veer is een verdeler en onderscheider. Wij moeten komen tot grote onderscheidingen. De veer staat ook voor Sara, het paradijselijke zaad. Het zaad is een beeld van de stam Reuben, de sleutel tot de tent van Bilha. In die zin stelt SHAMA, de rituele drank, een grote cyclus voor.

Ook voor ons is het belangrijk om SHAMA, 'mayim', het goddelijke zaad, te ontvangen. Hiervoor moeten wij het goddelijke teken in ons leven ontvangen, als een weg terug naar het paradijs, om zo niet in het oosten te blijven steken, maar op te gaan naar de zee van zaad, de zee van melk, in het westen, om zo door de leegte tot de Tehowm, de NU, de paradijselijke afgrond, te komen. In de paradox, in de worteltekst, is het Oosten juist het oudere paradijs, als een beeld van de paradijselijke afgrond. In die zin wordt het uitgebeeld door de wijngaard van Noach. De zondvloed is de terugkerende oerzee van melk, die het visioen van de wijngaard van Noach geeft, door de ark. In de derde psalm van de eerste mandala van de Rig Veda is dit de godin Sarasvati, de godin van kennis, die komt als een nachtvisioen. Dit is dus de bron van oudere paradijsen om de rituele drank, de SHAMA terug te brengen door de ark, als een visioen van tucht, waar de staf van Aaron voor staat. Dit is ook waar Samuel, SHAMA-AL voor staat, als de tuchtroede om tot gehoorzaamheid te brengen, de verjonging en wedergeboorte van het vee, door de verkreupeling.

In Psalm 8 is de SHAMA een hoog zwellende hemelse oceaan, als wijde stromen komende van de hoogtes. De SHAMA wateren zijn vol met vee, vol met waterbuffels, rijp voor de aanbidders.

Psalm 9 gaat over de SHAMA feesten. Indra, NU-DE-RA, giet de SHAMA uit. RA'AH, RA, is zien, onderscheiden, het hebben van visioenen in het Hebreeuws. Het gaat hier dus om het zien van Amazonische visioenen in de dieptes van de paradijselijke afgrond. In die zin is NU-DE-RA een schenker en een beeld van SHAMA. NU-DE-RA is de goddelijke jager in de mythologie van het hindoeisme. In die zin komen we door NU-DE-RA tot SHAMA. De jacht in de gnosis is de sleutel tot deze oeroceaan. Dit is een oceaan van melk en vergoten bloed van de vijand. Melk is de bloedvergieter.

Het gieten van de SHAMA door NU-DE-RA, de goddelijke jacht, brengt dan bloeds-vreugde van de geslaagde jacht in Psalm 9. Dit is het teken van vruchtbaarheid, van nieuwe schepping. Het is het teken van Ajuwth, de eerste zoon van Ismael. Dan wordt het loon naar werken gegeven door NU-DE-RA, het oordeel. Dit is dus zeker geen lichtzinnig gebeuren. Zij die misbruik hebben gepleegd worden hierdoor zwaar gestrafd. Iedereen krijgt loon naar werken. De tucht en het oordeel komt tot een ieder. De Nia-ark verschijnt om zonde, schuld en oordeel te laten zien. Dan in Psalm 10 wordt NU-DE-RA, de Amazonische jacht, aanbeden. Dan wordt NU-DE-RA SA-KRA genoemd, oftewel de brug tussen de Egyptische Gnosis en de Levitische Gnosis. Ook betekent de SA-KRA de Levitische Gnosis van de Amazone (SA, Sranan Tongo = vrouw). Het is de Gnosis van de Amazonische offerdienst.

Dan vragen de aanbidders aan NU-DE-RA om de stal van het vee, van de runderen, te openen, om hen nog meer te zegenen. Ze vragen NU-DE-RA ook om nog meer wateren van de hemel. Ook de psalmen en aanbiddingen zijn deel van SHAMA.

Psalm 11 gaat over de grot van Vala, die veel runderen bevat. Ook USA, de godin van de ochtendschemering, de dageraad, het nachtvisioen, was hierin opgesloten. Hieraan verbonden is de SA, de amazone, het vrouwelijke (Sranan Tongo), de gnosis (Egyptisch). NU-DE-RA splitste deze grot open. Vala betekent omheining, wat de hof van Eden betekent in het Hebreeuws. Vala was een grot van steen, en de broer van de slang van het hindoeisme, de Vrtra. Beiden waren zij asura's, natuur-energieen, die in oorlog leefden met de deva's, de goden. Van de Asura's komt ook Assur voort, de boom van kennis. Vrtra was de tegenhouder, de stenen slang, de bewaker van de rivieren, die deze blokkeerde. Door SHAMA overwon NU-DE-RA deze blokkades. Dit komen we ook weer tegen in het verhaal van Mozes die water uit de rots sloeg, de geboorte van Mitra uit de Rots, de geboorte van de Kerk uit de Rots, Petrus, en de opstanding van Christus uit de grot.

DANU was de moeder van Vrtra, die ook verslagen werd door NU-DE-RA. Danu staat voor de Dan stam en ook eDeN, DN. In de strijd tegen Vrtra werden de beide kaken van NU-DE-RA verbroken. Dat wil zeggen dat Vrtra alleen verslagen kon worden door grote stilte, het zevende zegel, oftewel de paradijselijke afgrond, de NU, oftewel de wijngaard van Noach, die de SHAMA rijkelijk voortbracht.

In het Agni, GAN-NU gebied, wordt de SHAMA uitgegoten. Agni, GAN-NU, is de boodschapper van de goden, de grote vertaler. Dit is het gebied van de kreupelgeslagenen. Zoals de SHAMA-drank grote gelijkenissen vertoont met de PESSA steen van onderscheiding, so vertoont Agni, GAN-NU, grote gelijkenissen met de HADAR steen van vertaling in de teraphim.

Zoals de Pessa het saffier is, zo is de Hadar het staal. Staal is in de Hebreeuwse worteltekst 'vertaling', wat wijst op spasme en verkreupeling, het sterven van de spier. Dit is de reden waarom het volk van de gnosis in de hogere regionen geleid worden door 'Saffier en Staal', oftewel 'Pessa en Hadar'.
Deze vertalings-steen is in Ismaelitische termen de Hadar, de achtste zoon van Ismael – belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin. Deze steen had een belangrijke plaats in de Teheraphim, en heerste zelfs over de Pessa. De terafim was een bloed-orakel.

HADAR = GAN-NU
PESSA = SHAMA

Van 'deva' komt ook het woord divine, wat dezelfde betekenis heeft : goddelijkheid. Zij waren in oorlog met de asura's die steeds vaker gedemoniseerd werden in veel gevallen. Belangrijke asura's zijn Mitra en Varuna, de god van de oeroceaan, de oerduisternis en de wet. MI betekent in het Sanskrit binden. Dit is ook waar het Egyptische MA vandaan komt, de Wet. In diepte is de SHAMA, de SA-MA de SA-MI, de heilige gebondenheid in de gnosis. Ook dit is een aspect van de PESSA steen.

De deva's namen de heerschappij, en demoniseerden veelal de asura's. Het Latijnse Deus, god, ging heersen, en demoniseerde Assur, de boom van kennis, overmatig. Hieruit voort kwam het engelse 'Divine'. De asura's waren natuur-energieen van de duisternis, terwijl de deva's 'de schijnenden' waren, de goden van het licht, om te verblinden. Oorspronkelijk ging het om het gnostische, het asurische, wat langzaam werd overgenomen door het g-OD-delijke, ODIN, de DEUS, de DIVINE, de machten van het licht. De asura's waren oorspronkelijk wachters in de Azteekse hemelen, maar werden tot slaaf gemaakt in het hindoeisme. Nadat het hart van het offer was uitgerukt door de Azteken werd het offer van de piramide trap afgeworpen. Dit is een beeld van wat er in het EE met Rian gebeurt, dat hij van de saffieren trap wordt afgeworpen. Saffier staat voor de PESSA, de steen van onderscheiding. Dit gebeurt wanneer de gnosis van de PESSA, de SHAMA, wordt hersteld, en de gnosis van de HADAR, GAN-NU, de steen van vertaling, waar staal een beeld van is. Rian zal hierdoor steeds dieper en dieper gevangen raken in Hathor, als een valstrik.

In Psalm 14 worden de rode paarden, de vurigen, voor de wagen van Agni, GAN-NU, gespannen. GAN-NU is dan de ruiter van de rode paarden. GAN-NU is de grote vertaler, een beeld van de HADAR-steen. De HADAR is dan een hogere PESSA-steen, een hogere onderscheiding. Binnen de PESSA steen zijn er onderverdelingen van hogere levels, de Amazonische hierarchieen, en de hierarchieen van het Beest.

Het Azteekse apen-medicijn verandert gif in een medicijn. In de mythologie van het hindoeisme hebben de apen een sterk bemiddelende functie in de bevrijding van het goddelijke vrouwelijke, Sita. Sita is in het Sanskrit de heilige gebondenheid. De apen vallen het eiland aan waar zij door een demoon gevangen wordt gehouden, waar zij een brug naartoe bouwden.

Na het verbreken van de zegels wordt het reukoffer-altaar zichtbaar, als een beeld van het Beest. Het vuur daarvan wordt op aarde geworpen vanuit het wierrookvat. Wierrook is het teken van de aap in het sanskrit. Aap betekent ook harig, en is het beeld van de zon. Ook staat de aap voor medicijn, en is verbonden aan de kleur zwart en het donkere. In het Sanskrit is de aap de wapensmid, de maker van de wapenrusting. We zagen de zon zwart worden als een haren zak, wat het beeld is van de aap. De vrouw is bekleed met de zon, oftewel is bewapend door de aap, voor de oorlog en de jacht. De aap is het teken van scherpe ogen, van bovennatuurlijke visioenen, maar ook staat het voor blindheid. De aap is het goddelijke oog.

Kubera is een opperhoofd van demonen, de demoon van weelde en geld. Zijn naam komt van 'kumba', wat verbergen betekent. Hij is de zoon van Vishrava, roem. Daarom wordt hij ook 'de zoon van roem' genoemd. Ook hij is een heer van het eiland Lanka, waar Sita naar ontvoerd was, en die gered werd door apen.

Golgotha, Kranion, betekent 'doodshoofd' of 'plaats van doodskoppen'. Ook betekent het 'harige plaats,' of 'plaats van haar.' In het Sanskrit is het een plaats van apen, waar zij bezig zijn het medicijn te bereiden. Zij zijn in het Sanskrit 'boom-zwervers', zij die van boom tot boom gaan, van fundament tot fundament, om daar genezing te brengen.

In het Sanskrit zijn apen vuurgoden, zoals Agni, GAN-NU, een vuurgod is. Hanuman, GAN-NU-AMEN, was één van de apenleiders van het hindoeisme. Amen is het verborgene in het Egyptisch. GAN-NU-AMEN is de verborgen tuin van Nu, de verborgen wijngaard van Noach, in de afgrond van de onderwereld.

De aap staat in het Sanskrit voor “doden in het verborgene”, kinasa, KANA-SA, “het piercen, doorsteken in en door de gnosis”. Het betekent de verbondenheid aan Yama, de god van de dood. Ook is de aap in het Sanskrit een beeld van de zondvloed. De aap is de boodschapper van RAMA, de zevende incarnatie van VISHNU. RAMA is de belichaming van de gnosis, de leer van het hindoeisme, de dharma, het hogere, zuivere bewustzijn (brahman).

Hierdoor verjongt de GAN-NU, de wijngaard van Noach, de tuin van de heilige afgrond, zich, in Psalm 26. In Psalm 27 verkoopt Agni, GAN-NU, de gaven, oftewel het loon (hetzelfde als in het Grieks waar gaven en loon ook onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Deze verkoop gebeurt door de stromen van Sindhu, een geheel van wateren als een zondvloed, komende van de lippen, van een olifants-slurf (GAN-NU-SA, de gnosis van de heilige afgrond), of van een slangendemoon, en door VISHNU, visioenen. Dit zien we ook terug in Openbaring, waar de slang een stroom van water uit zijn mond laat komen.

In Psalm 28 geeft de godin geboorte aan de prooi, als het persen van de SHAMA, waarvan NU-DE-RA moet drinken. Haar brede heupen zijn ervoor om het sap vast te houden. Wanneer NU-DE-RA drinkt is er het helderste geluid van de drums van de overwinnaars. Alles wat overgebleven is van de SHAMA moet in bekers op buffelhuiden gezet worden.

Psalm 31 laat GAN-NU zien als voortgekomen vanuit twee moeders.

Agni, de god van het vuur en het offeren in de Indologie, is de Hopi god van het vuur, de dood en de onderwereld, en ook een god van oorlog, Mosau, wijzende op Mose, Mozes, de tocht door de wildernis. Mozes wijst weer terug op Maat, Ma, de Egyptische godin van de Wet, die op haar beurt weer terugwijst op MI, de heilige gebondenheid en het oordeel in het Sanskrit. Niemand kan in die zin aan het oordeel ontkomen. Waar Agni rijkdom geeft is dit natuurlijk de diepere rijkdom van het paradijs, van de gnosis. Rijkdom betekent ook opvoeding in het Sanskrit. In die opvoeding wordt geleerd dingen makkelijker te maken, makkelijker toegankelijk, SUPAYANA, wat leidt tot de rust en de stilte, de SVASTHYA. In het Levitisch is dit de NUWACH, rust, het knielen, als een berusting in de heilige slavernij. NUWACH is een beeld van Noach, NU, de paradijselijke afgrond, als het bereiken van de wijngaard van Noach. NUWACH is het wortelwoord van het Levitische NICHOWACH wat de zoetheid van het offeren is (Lev. 1:17). NUWACH heeft te maken met verlatenheid, verlaten en verbannen.

De SHAMA is dus een groot gebied waarin vee wordt verjongd en verkreupeld. Dit wordt ook de KABA genoemd, de ark. De ware ark is dus de kribbe. Zonder de kribbe komen wij niet tot het kruis. Wij kunnen alleen als jong, pasgeboren vee tot de Godin komen, tot ILA. De KABA is een gebied van grote ontwapening. Zonder de KABA zou de Toorn en Wraak van de Godin, de Grote ILA, ons totaal vernietigen, en velen zullen gaan tot de totale vernietiging. De KABA is een groot en verschrikkelijk beest wat de menigtes zal keuren.


Hierdoor verjongt de GAN-NU, de wijngaard van Noach, de tuin van de heilige afgrond, zich, in Psalm 26 van de Rig Veda. In Psalm 27 verkoopt Agni, GAN-NU, de gaven, oftewel het loon (hetzelfde als in het Grieks waar gaven en loon ook onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Deze verkoop gebeurt door de stromen van Sindhu, een geheel van wateren als een zondvloed, komende van de lippen, van een olifants-slurf (GAN-NU-SA, de gnosis van de heilige afgrond), of van een slangendemoon, en door VISHNU, visioenen. Dit zien we ook terug in Openbaring, waar de slang een stroom van water uit zijn mond laat komen.

In Psalm 28 geeft de godin geboorte aan de prooi, als het persen van de SHAMA, waarvan NU-DE-RA moet drinken. Haar brede heupen zijn ervoor om het sap vast te houden. Wanneer NU-DE-RA drinkt is er het helderste geluid van de drums van de overwinnaars. Alles wat overgebleven is van de SHAMA moet in bekers op buffelhuiden gezet worden.


Hierdoor verjongt de GAN-NU, de wijngaard van Noach, de tuin van de heilige afgrond, zich, in Psalm 26 van de Rig Veda. In Psalm 27 verkoopt Agni, GAN-NU, de gaven, oftewel het loon. GAN-NU is Channah, het Hebreeuwse woord voor Hannah, de moeder van Shama-Al. Dit is het wortelwoord van Johannes. Hannah verkocht Shama-Al aan het Beest, als een slaaf, als een prooi. De Shama-Al boeken en Openbaring zijn dus onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Shama-Al staat voor de ware loons-gaven. De loons-gaven zijn prooi. In Shama-Al hebben wij de loons-gaven ontvangen, als de verdere merktekens van het Beest. Alleen in het Beest kunnen wij de loonsgaven, Shama-Al, SA-MA, ontvangen. Dit is waar het in het hindoeisme om gaat. Hindoeisme, de boeken van Shama-Al, en het boek Openbaring zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Zij vormen de basis voor de werking van het charismatische. De loons-gave van genezing is een prooilam. Ook de verdere loonsgaven zijn prooivee.