DE BALANZEN VAN

DE AMAZONES











2015





Inhoudsopgave :



Hoofdstuk 1. De Openbaring van de Rode Draak – De Val van de Grote Jom

Hoofdstuk 2. De Wet van Kain

Hoofdstuk 3. De Probiotica van de Gnosis – De Verbreking van de Medische Dictatuur

Hoofdstuk 4. De Koran – Het Verborgen Dodenboek – De Jachttocht Door De Onderwereld

Hoofdstuk 5. De Val Van Rian Door Het Verborgen Dodenboek In De Koran

Hoofdstuk 6. De Hoorns van De Buffel-demoon Rian – De Val van Septus

Hoofdstuk 7. Het Oordeel Over De Aardse Slagers

Hoofdstuk 8. De Koraalduivel en de Filistijnse Apocalypse

Hoofdstuk 9. Het Evangelie van Ismael

Hoofdstuk 10. De Demonologie van de Gnosis

Hoofdstuk 11. Het Orakel van Nahum

Hoofdstuk 12. Het Ismaelitische Paradijs

Hoofdstuk 13. De Heersende Nacht van de Koran – De Strijd tegen Absalom – Het Herstel van de Theraphim









Hoofdstuk 1. De Openbaring van de Rode Draak – De Val van de Grote Jom


De Egyptenaren waren vaak bezig met tijdschijven. Verschillende geschriften van hen gingen over de reis door de onderwereld ingedeeld in tijd. Zo werd elk uur beschreven. In de Egyptologie was altijd veel paradoxale ruimte, die verschrikkelijk werd ingekort door het christendom. Het christendom maakte haar glazen stad waar ze de mensheid in opsloot. Dit was de reden waarom de zwarte hond moest komen. Dit is een zwaar lijden. Hij moest door de glazen wanden van de mensen, de geest, doorbreken, om de mens uit te voeren tot de wildernis. Dit is een herhalende gebeurtenis. De mens wordt zo terugontvoerd tot de oorsprongen, tot de Egyptologie. Dit is dus een groot verbrekings-proces. De christelijke geest waarin de mens opgesloten zit als in glas moet doorbroken worden, en de geest moet vernietigd worden, opdat de mens zal vrijkomen. Het doel van de zwarte hond ervaring is te leiden tot de rode hond, die de mens verder zal leiden in de wildernis, ver weg van de stad.


In de Egyptologie is Anubis de zwarte hond, de god van de dood, en Seth is de rode hond, de god van de wildernis.


De zwarte hond ervaring is een soort zondvloed ervaring. De muren van je christelijke geest worden verbroken, en die geest wordt vernietigd, stapsgewijs, vandaar het herhalende karakter van de zwarte hond ervaring. Zo vindt er dan voor dat wat opgesloten was, je ware identiteit, een uittocht plaats, een exodus, maar niet uit Egypte. Nee. Het is precies omgedraaid. Het is de uittocht uit het vernauwende christendom, de glazen stad, tot de oorspronkelijke ruime wildernis van de Egyptologie.


Deze zondvloed komt van Nun, de paradijselijke afgrond, het geheim van alle schepping, in de Egyptologie. Ook moet er hierdoor afgerekent worden met de overfocus op Horus, de nogal overmoedige, opgestane Egyptische christus, om zo plaats te maken voor Osiris, die meer voor het Egyptische pasen staat, als de god van de onderwereld. Door de zondvloed van de zwarte hond komt de troon van Osiris weer terug en wordt de valse Horus, Rian, verslagen. In de Egyptologie staat die troon op de zondvloed van Nun, als gebalanceerd op de golven. Er wordt dus weer om balans geroepen, en om plaats voor de paradox. Dit werd overgenomen door Jezus als hij die op het water loopt, als de tronende Horus, een teken en voorbode van de opgestane Christus.


Horus, als de opgestane Osiris, moet dus beheerst worden. Wij moeten leren de Horus te berijden, en hem niet voor zijn tijd laten opkomen, anders is hij de verbreker van de tucht. Het komt erop neer dat de Jezus-opstanding een soort slaven programma was om mensen op te laten staan als slaven van de glazen stad. Hetzelfde als hoe Osiris, de dood van de Christus-figuur leidde tot Horus, de opstanding van de Christus-figuur. Maar dan wordt er iets heel belangrijks over het hoofd gezien, namelijk de oeroude mythe van Osiris en Seth, zijn broer. Osiris was de koning van Egypte, die door Seth in een kist werd gelokt. Toen sloot Seth de kist, en wierp het in de Nijl. Seth is de woeste god van de wildernis, de god van de chaos, de rode hond, die mensen initieert in de wildernis. Door het sterven werd Osiris door Seth geinitieerd in de onderwereld. Seth moest het koningschap van Osiris verbreken. Deze mythe is sterk symbolisch. Zo zien we dan een zuiverder beeld van hoe sterven en opstanding gaat. De opstanding is de opstanding in de wildernis, de initiatie in de onderwereld. Vandaar dat het om de Seth-Osiris relatie gaat, de Seth-On. De christenen noemen dit gnostische sieraad 'Satan', en strijden tegen 'Satan' om Horus-Jezus in de heersende positie te bewaren. Door tegen 'Satan' te strijden aanbidden christenen dus Rian.


Seth is in het Sranan Tongo SUTU, wat ontploffen, steken en piercen betekent. Van belang is dit voor het verbreken van het mannelijke suprematie syndroom, het mannelijke koningschaps-syndroom, door de besnijdenis, de piercings, van de mannelijke borst. Seth moest op die manier het koningschap van Osiris piercen, doorsteken. Dit is de ware opstanding.


Seth komt terug in het Arawaks als SYTY, wat aap betekent. Het Azteekse Apen-medicijn, oftewel het Ozomahtli-medicijn is om gif te transformeren tot medicijn, als een aparte kunst in het oorlogsvoeren. Het was een dertien-daagse zoektocht naar het medicijn, om een oorlogs-schild te vervaardigen en om items voor je medicijnen-rugtas te verzamelen. Dit is dus juist het dieper in de onderwereld gaan, om zo tot diepere waarheden te komen. De vijand, de tegenstander, het gif, houdt die geheimenissen verborgen. Hiertoe is Seth uitgezonden.


Seth 2:4-7

“Nu dan is Seth als de heilige godenbank, en is Osiris als de heilige godenmedia, en ziet dan, hun strijd heeft Horus voortgebracht, de boodschapper der goden. En Horus dan strijdt mee aan de hand van Osiris. Hoeveel te meer dan zullen wij moeten strijden aan de kant van Seth. Seth dan is de enige die Ra kan beschermen. Zoudt gij dan aan de kant van Horus en Osiris staan, om daarmede tegen Seth te strijden, dan zou uw Ra

vallen. Zo moet gij dan leren ook heilige strijd te voeren om Horus en Osiris in te perken, om Seth aan te hangen, hij die de ware schuilplaats van Ra is. Zo is dan Ra de godenhandel, en gij doet er goed aan in Sethon te onderhandelen.”


Dit is de reden dat Anubis, de zwarte hond, ons tot Seth, de rode hond, brengt.


De mensheid werd gesplitst in de hersenen door het Jezus-en-de-Opstanding programma, die de hersenen liet leven vanuit de Opstanding van Christus, een zeer overmoedige opstanding na drie dagen, om hen zo tot slaaf te maken van de Glazen Stad. Dit was een corrupte opstanding, gebaseerd op het Horus principe. Wat is dan de ware opstanding ? In de Egyptologie is dit Seth, die de koning moest piercen, moest initieren in de onderwereld, in de wildernis. In het christendom is dit Judas, die de koning moest piercen. Judas is Grieks voor de stam Juda. Judas moest zo de koning initieren in de onderwereld en de wildernis. In die zin is Judas dus in de symboliek en de esoterie een belangrijk item. Judas werd door het christendom volledig gedemoniseerd, terwijl het gnostische geschrift het van een hele andere kant liet zien. Judas was een heilige met een belangrijke opdracht. Judas staat voor de ware opstanding, gebaseerd op de Seth mythologie. Het koningschap in ons moet sterven, doorboort worden, opdat wij geinitieerd worden in de onderwereld en de wildernis. Judas is in die zin dus de opstanding in de wildernis, de verlossing uit de stad, zoals Seth dezelfde betekenis heeft in de Egyptologie. Judas hing zichzelf op, wat symbolisch is voor de collar, het afsterven van de valse adem die ons aan de glazen stad verbonden houdt. Judas richtte weer de aandacht op het Aramese woord voor kruis : de galg, het hangkoord.


Seth en Judas zijn een beeld van de Apocalyptische rode draak die strijd tegen het christendom. De draak is een vliegende slang, die veel waarde had in het OT. In de grondtekst en de symboliek is de vliegende slang de naakte oorlogsvoerders. Zij gooien zich naakt in de strijd. Zij hebben niets met de stad. Dit is de ware opstanding, de opstanding in de naakte wildernis, de initiatie in de naakte stam. Zij leven in leegte en duisternis, zoals Seth ook de god van de duisternis is. De adem van de vliegende slangen, de draken, is vuur, waardoor zij de glazen stad smelten. Dit is het vuur van de poel des vuurs, wat voor de gezegenden koel is, en voor de verdoemden is het vernietigend vuur. Het heeft dus een dubbele werking. Wij komen tot de vliegende slang in de Amduat, het boek van de onderwereld, het boek van de verborgen grot, waar op de poel des vuurs de grot van de vliegende slang zich bevindt, de grot van Sokar. Hier vooraf gaande is een lange weg door de woestijn van Sokar. Sokar is hij-die-op-het-zand-staat, wat ook een beeld is van de vliegende slang in de apocalypse. Sokar is deze slang samen met Osiris en Ra, als Sokar-Osiris-Ra. Dit staat dus voor het naakte paradijselijke vlees van de oorlogs-stam. De woestijn die hier dus aan vooraf gaat in het vierde uur is de Restau, de Rosetau, het land van Sokar. Dit wordt ook wel de slangen woestijn genoemd. Alles is in golf bewegingen, golf-patronen, alles gaat tegen elkaar in, als het land van de paradoxen. Alles is een tegenstander van alles. Zo moeten wij dan naderen tot de grot van hij-die-op-het-zand-staat, van Sokar, de rode draak, de vliegende slang, het naakte paradijselijke vlees van de oorlogs-stam. Zand is in het Aramees kostbare stenen, als de geheimenissen van de gnosis. Het lijden is alles wat we niet begrijpen, maar de gnosis brengt daar verandering in. Zo komen wij tot de grote opstanding in de wildernis, tot het Seth-on sieraad, wat gedemoniseerd werd door het christendom als 'satan'. Telkens als er tegen satan gestreden zou worden, zou de mens nog dieper in de glazen stad komen, nog verder verwijderd van de wildernis. Ook mogen wij komen tot het Seth-Judas sieraad, om zo het christendom onder Egyptische druk weer om te buigen tot het oorspronkelijke.


De rode draak is dus een beeld van de opstanding in de wildernis. In het Aramees is de rode draak een beeld van de Urim. Er is ook een geheime weg om tot de vliegende slang te komen, beschreven in de Amduat. Dit geheim is de gruwel van Set. Ook is het het pad van Isis die haar broer volgt. Dit pad is gevuld met de vurige adem van Isis. Ook is het gevuld met de vurige adem van de Wamemty slang. De Wamemty slang leeft door de vurige adem van zijn mond, en is de bewaker van de steen of het ei.


De vuur adem is in het Aramees de adem van de Urim, de toetsende adem. De mond met zijn twee kaken die tegen elkaar inwerken en zo ook samenwerken zijn een beeld van de heilige paradoxen. In het Aramees is de mond ook 'gebod', als de Wet. In het Hebreeuws is het een poort, en een slager. Ook in het Grieks is het een slager, de rand van een wapen, en de doorboring, de besnijdenis, van de borst.


Ook in Openbaring in het Aramees komen we de vurige, giftige adem tegen, als een speer in de mond. Johannes zag de verschijning van de Alfa en de Omega, wiens borst in het Aramees was gepiercet, als een straf of tucht op de borst, als een verbod, als een eed van onthouding. Vaak wordt er vertaald dat deze persoon wit haar heeft, maar in het Aramees gaat dit om witte veren, en het kan ook een wit kleedje zijn van lamsvacht. Dit is dus de persoon die het lam, Jom, heeft geslacht. Al deze kenmerken slaan op het Seth-Judas sieraad, als de leeuw van Juda, wat in het Grieks de leeuw van Judas is. In het Aramees is dit een gesel of een strafmiddel, als een doorborende speer of piercing. Seth is de eerste en Judas is de laatste, als de Alfa en de Omega. Al deze kenmerken zijn kenmerken van de vliegende slang, oftewel de rode draak zelf, oftewel de Urim, de toetsteen. Dit is dus de ware opstanding, wat leidt tot de ware hemelvaart, of hellevaart, oftewel de vrouw, de moederschoot. De Aramese piercings door de borst van de verschijning die Johannes ziet zijn van goud, wat in het Grieks de moederschoot betekent. Dit zijn dus in de diepte de piercings van de moederschoot die tot wedergeboorte leiden, de ware hemel of hellevaart. De hemel is in het Aramees een belegering. De geboorte vindt dus plaats in de belegering door de Amazones. Dit is dus in de diepte het vijfde uur van de Amduat, de nachtreis door de onderwereld, waarin er gekomen wordt tot de vliegende slang als het naakte paradijselijke, oorlogsvoerende lichaam, die verborgen wordt gehouden in de grot van Sokar. Sokar betekent : het schoonmaken van de mond, wat ook de schoonmakende mond zelf is, als de slachtende mond, de doorborende mond, ook vanwege de vurige adem. Deze adem is dus van de poel des vuurs, die onder de grot van Sokar ligt, en wat koel is voor de gezegenden en als vuur is voor de verdoemden. Dit is dus de Urim die een tweeledige functie heeft als toetssteen.







Hoofdstuk 2. De Wet van Kain


Het universum van de gnosis, oftewel het gnosiversum, bestaat uit verschillende lagen, levels. Dit zijn de gnosis vibraties, oftewel de gnosibraties.


  1. OROG – sethon/ seth-judas sieraden

  2. HAM – trollisme

  3. LURUG – botanisme

  4. LAKA – kabouterisme

  5. TAMEE – bacterisme

  6. SPOR – insectisme

  7. RADEE – mensheid


We moeten door de sluiers van het Seth mysterie komen tot de Amazone vormen hiervan. Het raadsel van de Urim en de Thummim ligt hier. Dit is in de apocalypse de verhouding tussen de rode draak en de vrouw op het beest. We moeten dus doordringen in OROG en komen tot de Amazone wildernis daar. De Amazone Urim is daar de JANA, en de Thummim is daar de JANI.


Hierom roofde Horus (Thor, Rian) Seth en stelde dit op als Saturnus, oftewel Saturn, Seth-Thor-Ran, de Seth van Thor en Ran. Ran is een Noorse zeegodin die mannen op zee vangt met haar netten. In haar kwade vorm is zij Jom. De planeet Saturn is dus de door Jom en Rian geroofde Seth, vandaar dat deze planeet heel strategisch is.


In het tweede uur van de faraonische geschriften zien we Saa-Set, IU-SAA-SET, in de vorm van een slang die de poort van de tweede divisie bewaakt in het boek der openingen. Zij is in de Egyptologie de vrouw van Ra, de reiziger door de nacht. Ra reist altijd met de SA, de Egyptische gnosis, die voor hem de poorten opent. SAA-SET is de Sethiaanse gnosis, oftewel de gnosis van Judas, van de piercings, de initiaties in de onderwereld en de wildernis. SAA-SET is de godin van het tweede uur van de nacht, en de vrouw van Ra. In dit uur wordt er een speer gestoken door de slang die ezels vreet. De ezel is een beeld van Seth. AMU-AA is de naam van deze slang. Deze slang vertegenwoordigt wat Jom en Rian hebben gedaan : het wegroven van Seth.


In dit uur zijn de vijanden van Ra gebonden, op weg naar het oordeel. Het is juist zo in de Egyptologie dat Seth de beschermer is van Ra.


Het derde uur of de derde divisie is die van het monster AQEBI, een vorm van GEB, in het boek der openingen. Het pad wat leidt tot de derde divisie is genaamd SEPTET. Seb is een vorm van Geb inde Egyptologie, en Tet is Thoth, dus Geb-Thoth. Thoth is de god van het archief en Geb is de god van de aarde die slechte geesten en zielen gevangen zet. Het derde uur is daarom een uur van gnostische politie. De valse slang wordt hier in stukken gesneden door MAAT, de godin van de wet, de belichaming van de wet. De naam van de godin van het derde uur is de Slager, zij die de ba-zielen besnijdt. In de Amduat is de naam van de derde divisie NET, NUT, oftewel de vrouw van Geb. Ook wordt Geb in deze divisie afgebeeld als een slang. In die zin is Geb de gesel van Nut.


Het vierde en vijfde uur zijn de Sokar-uren, gewijd aan het vinden van de vliegende slang, oftewel de URIM. Het zesde uur is de paradijselijke afgrond in de Egyptologie, de Nun, als een beeld van de moederschoot. Het paradijselijke geslachtsdeel en de paradijselijke moederschoot zijn de Urim en de Thummim. In de apocalypse zijn dit de rode draak en de vrouw op het beest. Bij de Amazones is de Urim en de Thummim, oftewel JANA en JANI, om het loon te bepalen. De Thummim, JANI, is het loon, en dat kan alleen binnengegaan worden door de toets-divisie, de JANA, oftewel het uur van de toets, de Urim. Zo zal er geen vals loon zijn, geen valse genade. Voor hen die geen JANI verdienen, geen loon, vanwege slechte werken, zal JANI een grote straf op hen zijn. In het Egyptisch is loon 'FEKA', wat ook volledigheid en overvloed betekent, als de Thummim. Wij moeten komen tot het paleis van FEKA, om zo onze vangst te laten zien en neer te gooien, om zo door FEKA beloont te worden.


In het begin van de Egyptologie was daar de strijd tussen Ra en Apep. Ra als de god van licht, en Apep, de slang, als de god van chaos, duisternis en leegte. Apep kwam om Ra te initieren, om het licht te doorsteken, om hem zo dieper in de duisternis mee te nemen. Apep werd verschrikkelijk gedemoniseerd, overmatig. Pepe is de bron van alles in het Egyptisch. Apap betekent groots oprijzen als het monster van de duisternis. Dit is een beeld van de Amazones, van de oermoederschoot van de wildernis en de onderwereld. Ra gaf geboorte aan Geb en Nut, en Geb en Nut gaven geboorte aan Osiris en Set (naast Isis en Nephtys). Door de Horus cultus, ook een cultus van licht, werd ook Set meer en meer met Apep vergeleken en gedemoniseerd. ST betekent ook vrouw in het Egyptisch, wat ook verbonden is aan de Amazones.


Apep is dus de schaduw van Ra, zoals ook Iusaaset, Saa-set, dit is, de vrouw van Ra, de meesteres van Ra. Zij is de schepper van alle goden en godinnen, als de grote Egyptische moeder godin, het tweede uur van de nacht, als de godin van het tweede uur. Apep is een andere vorm van haar om Ra te tuchtigen en te initieren. Zij wordt ook genoemd : Iusaas, Juesaes, en Jusas. Alle over-demoniseringen van Apep en Set om Horus op te richten als almachtige koning van Egypte, hebben geleid tot Jezus die de plaats innam van de Moedergodin Juesaes, Jusas. Haar afgekapte deel, Judas, heeft toen wraak genomen. Ook was zij in haar naam, als Iusaaset, verbonden aan Set, maar dit werd in het christendom overgedemoniseerd als satan. Iusaaset, de vrouw van Ra, de godin van het tweede uur, heeft dus verschillende aspecten. Ook geeft zij Ra de macht om zijn vijanden te overwinnen. In de Egyptologie is zij ook de boom des levens.


In de wildernissen van Orog, door het Sethon sieraad en het Set-Judas sieraad, moeten we op zoek gaan naar de poort van Apep. Hier zijn de sieraden verblindend, verlammend en dodend, om zo de paradijselijke natuur te laten opstaan.


De Urim en de Thummim komen naar voren in het vijfde en zesde uur van de nachtreis. In het zesde uur zien we troon van Osiris verschijnen in de Nun, de paradijselijke afgrond. Zo worden de doden geoordeeld, want dit is de hal van het oordeel. Voorafgaande aan het zesde uur, in het vijfde uur, zagen we de rode draak, de vliegende slang, oftewel de Urim. In het EE komt dit ook weer naar voren in de poezie van de vijfde nachtwacht, waar de rode draken spelen.


In het Thummim uur vertalen we Osiris door in de Surinaamse talen. Osiris is de Egyptische god van de dood en het recht. Hij voert recht over de doden in de onderwereld, waar hij zijn vijanden onder zijn voeten heeft. Alle doden moesten tot zijn hal komen waar hun harten gewogen zouden worden. Hiertoe moesten ze door allerlei poorten gaan waar ze getest zouden worden. Hiervoor had Osiris een heleboel hulpgoden. Als hun harten werden gewogen en het hart was licht genoeg, dan kregen ze toegang tot de verdere onderwereld. In het Sranan Tongo is dit OSOYURU, wat huishuur betekent, oftewel toegangsbewijs. Alleen zij die loon zouden hebben ontvangen zouden toegang krijgen. Weer ging het hier dus om eerlijk verdienen en niet om genade. YURU is huur, maar ook tijd (uur). Je loon bepaalt dus voor hoelang je ergens mag blijven, of hoe lang je iets mag gebruiken. Als de tijd om is, dan moet je weer weg, en moet je het weer teruggeven. Dit is waar dit allemaal oorspronkelijk voor staat. In het Karaibs is dit OSU, wat polijsten betekent, kastijding. Dit is om je klaar te maken voor toegang ergens, en voor

tijd ergens. Wij moeten dus loon verdienen voor plaats en tijd.


Hier zien we de Thummim als huur verbonden aan loon. We kunnen dus niet zomaar tot loon en huur komen, maar dit gaat door de Urim, het toetsende uur. In die zin moeten we allemaal voor de troon van Osiris verschijnen om ons verdiende loon te ontvangen. Dit is een belangrijk onderdeel in de nachtreis, de reis door de onderwereld.


In het zevende uur worden de vijanden van Osiris, de vijanden van eerlijk loon, onthoofd. Dit zijn zij die de valse genade leer aanhangen. Het pad tot de zevende divisie wordt bewaakt door een monster slang genaamd AKHA-EN-MAAT, als KAIN-MAAT, de Wet van Kain.








Hoofdstuk 3. De Probiotica van de Gnosis – De Verbreking van de Medische Dictatuur


De wereld is vastgezet in een massa antibiotica en chemische, agressieve schoonmaakmiddelen en verzorgingsmiddelen met een heleboel nare bij-effecten. Zij zijn de martial arts van de schoonmaakindustrie en gezondheidszorg om pappen en nat te houden, maar niet het immuunsysteem geneest. Zo worden de mensen er tussenin gehouden, opdat de verslaving zal standhouden. Het mag niet teveel helpen, en niet te weinig, daarom wordt men in het midden gehouden, want er wordt goed aan verdiend. Een genezen patient is niet goed voor de medische economie. Daarom wordt je bedrogen en bedot op elke hoek van de straat. Deze kunstmatige martial arts maken de bacterieen agressief, en doden ook de goede bacterieen. Dit is geen goed uitgangspunt voor de bacteriologie. Er moet weer een balans komen, en de goede bacterieen moeten ondersteunt en aangevuld worden, zodat ze de slechte bacterieen kunnen vervangen. Door een vermenigvuldiging, aanvulling en opbouw van de goede bacterieen kan de vermenigvuldiging van de slechte bacterieen zomaar ineens stoppen, zodat er balans komt. Dit wordt probiotica genoemd, waarin goede bacterieen op de slechte bacterieen worden losgelaten.


Ook in de gnosis moeten we naar zulke middelen op zoek gaan, diep in de natuur. De natuur houdt wat dat betreft veel geheimen verborgen. Zo mag er een grote uittocht plaatsvinden, terug naar de natuur, terug naar de balanzen en de cyclussen. We moeten afkicken van de martial arts, en komen tot de diepere kennis.


Vaak is het dus zo dat agressieve schoonmaakmiddelen die vol zitten met gevaarlijke stoffen, en ook nog eens teveel worden gebruikt, vaak de slechte bacterieen alleen maar sterker maken en ondersteunen. Dit is de reden waarom de medische dictatuur zich kon verspreiden en vasthechten, juist door het versterken van de slechte bacterien. Probiotica zal helpen deze dictatuur te breken, voor een grote uittocht.


Het is daarom gevaarlijk om zomaar lomp demonen te gaan bestrijden. Het gaat om kennis te vergaren over deze dingen. Het is niet de bedoeling zomaar roekeloos te gaan prikken in allerlei wespennesten. Het zijn raadselen, die we allereerst van een afstand moeten bekijken. Probiotisch zullen we deze dingen moeten oplossen. We mogen hierin op zoek gaan naar de beste probiotica in de gnosis, om weer balans te brengen.


Zo kunnen we de ketenen van de slechte bacterien en hun strategieen verbreken. Doen we dat niet, dan zullen zij alleen maar meer resistentie opbouwen, en hun koninkrijk verspreiden. Veel bacterien zijn al immuun geworden door hedendaagse gevaarlijke middelen en het veelvuldig gebruik ervan. Het zal nu op een hele andere manier moeten gebeuren.


Dus ook juist in de mythologie en de gnosis, in het hele religieuze gebeuren, moeten we probiotisch aan de gang gaan, en niet zomaar overmatig antibiotisch. Er zitten ook een heleboel goede bacterien in religie die we nodig hebben. Deze moeten versterkt, ondersteunt en aangevuld worden, om zo de slechte bacterien te vervangen, hun vermenigvuldiging stop te zetten om zo weer balans te brengen.


Probiotisch gezien is er een hele belangrijke boodschap in de bijbel :


Genesis 16:9


“Keer naar uw meesteres terug en verneder u onder haar hand.”


Dit is één van de belangrijkste verzen van de Bijbel, die geheel is ondergesneeuwd door de populariteit van het Nieuwe Testament en de Jezus cultus.


Vers 11.

Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en hem Ismaël noemen, want de Here heeft naar uw ellende gehoord.


In het Hebreeuws gaat dit om zijn naam, se-mow Yismael. Naam is shem, wat ook piercings betekent. Noemen is qara, oftewel kra, de Levitische gnosis, een anagram van ark en Aker. Zijn moeder is Hagar, van Aker, de dubbele Egyptische wachter van de onderwereld, als de dubbele Moeder. Ismael is 'hij met de dubbele piercing.'


12 Hij zal een wilde mens zijn; zijn YAD, geslachtsdeel, zal tegen allen zijn en de hand van allen tegen hem, en hij zal ten aanschouwen van al zijn broederen wonen.


Is-MA-al, Iysh-MA-al, als slaaf van de wet (ma, maat, Egyptisch) van AL, Delila. AL is in het Hebreeuws ook tegenstander, invasie, inneming, en is ook de god van de Israelieten. Iysh-RA-AL is slaaf van de tijdschijf van Delila. Zij staan bekend als tegenstanders, als AL. Naar haar beeld zijn zij geschapen. Ook duidt de tijdschijf op de bizonjacht, waar alles omheen draait. In die zin bracht Is-MA-al het ware Is-RA-AL voort. Hij heeft een dubbele piercing in zijn YAD, waardoor hij tegen alles is. De Koran is in die zin het boek van Ismael. We kunnen antibiotisch huilen om de letterlijke betekenis, maar we kunnen ook probiotisch ermee omgaan, dus de goede bacterien ervan versterken en ondersteunen, en tot vermenigvuldiging brengen, door ze aan te vullen, zodat er balans gaat komen. De slechte bacterie van de Koran en de Islam kan zich zo niet meer vermenigvuldigen.


In het Hebreeuws staat er dat Ismael een wilde Adam zal zijn, een pere adam. In die zin mogen wij verwachten dat in Ismael een grote paradijselijke waarheid ligt opgeborgen.


In het Aramees staat dat aan Hagar een zoon werd beloofd, omdat de Heere naar haar slavernij had gehoord. Hagar leefde dus in gedwongen slavernij tot de god van Abraham, als een vrouw tot een man, terwijl Hagar stond voor de AKER, de dubbele onderdrukte moeder, de wachter van de onderwereld. Zij was in gevangenschap, maar Ismael zou haar uit die gevangenschap verlossen. In het Aramees is Ismael in vers 12 een wilde man als een catapult, als belegerings-gerei. Dit is ook waar AL voor staat, Del-AL-lah, inname. Dit gebeurt door de YAD. In het Aramees is de YAD ook slaven-sieraden en manuscripten. De belegering is dus geheel door de gnosis en de onderwerping aan de gnosis. Inname gebeurt strategisch, en is daardoor probiotisch. Dit gebeurt in overleg en plansmatig.


Ismael wijst dus terug op Hagar, de AKER, de dubbele Egyptische wachter van de onderwereld met de twee leeuwenhoofden, als een beeld van de dubbele moeder, de vrouwelijke vruchtbaarheid. AKR is een anagram van KRA, de Levitische gnosis, loon, en van ARK, die ook het dubbele karakter heeft vanwege de dubbele cherubs, die in de Egyptologie twee godinnen waren. De ark als boot moet door de tijdschijf heen om tot wedergeboorte te komen, door de uren van de nacht, door het ontmoeten van de godinnen van de uren van de nacht en de monsterlijke wachters van de uren van de nacht, wat zich uit in verschillende divisies. De ark is dus onlosmakelijk verbonden aan de tijdschijf, zonder welke er geen wedergeboorte kan zijn. Zo is de ark dan ook onlosmakelijk verbonden aan de bizonjacht. Ismael is zo als de wedergeboorte door de Aker, door de Hagar. In die zin is Ismael dus belangrijk. Ismael maakte de reis door de tijdschijf, als slaaf van de wet, en bracht zo Israel voort als slaaf van de tijdschijf. In die zin is Israel de opstanding van Ismael, en is er geen Israel zonder Ismael. In die zin is de Koran, het boek van Ismael, van levensbelang, als een zinnebeeld. Wij kunnen alleen tot het ware Israel komen door de diepte van Ismael, hij die de reis door de onderwereld maakte. Zonder Ismael is er in die zin geen wedergeboorte. Ismael leidt hiervoor helemaal terug tot Hagar, tot de AKER.


In het Aramees kwam Ismael om te vernietigen en te slachten in vers 12, om zo te 'openen'. Hij moest verloren betekenissen hierdoor terugbrengen. In het Aramees is dit om de betovering te verbreken, als een vuur wat alles smelt.



Hoofdstuk 4. De Koran – Het Verborgen Dodenboek – De Jachttocht Door De Onderwereld


Ook de Koran is een boek der uren, waar een reis gemaakt wordt door de onderwereld. In die zin is de Koran het Arabische Dodenboek, wat helemaal verkeerd begrepen is, en helemaal verkeerd uitgelegd door hen die er een slaatje uit wilden slaan. Wij moeten tot de kern komen van de Koran, de verborgen gehouden, gestolen gnosis.


De Koran is niet chronologisch, dus om de tijdschijf te zien is het belangrijk dit door de gnosis samen te voegen. Het eerste boek van de Koran, de Opening, is een introductie voor de dodenreis. Hierin wordt gevraagd voor leiding op het rechte pad, om niet op verkeerde paden te komen. Er wordt om hulp gevraagd van Del-ALLAH, Delila, die de meesteres is van de dag van het oordeel, de meesteres van de nacht, van de duisternis. In vers 4 staat : 'Wij zijn uw slaaf.' Dit is belangrijk om niet af te wijken op losbandige paden. Door de heilige slavernij blijft de nomade, de rondtrekkende jager in de onderwereld, Ismael, verbonden aan Haar, aan de Aker, de Hagar, oftewel de ark, de kra, de Levitische gnosis.


Nu gaat het erom dat we niet tot de letterlijke geschiedkundige chronologie van de Koran gaan komen, maar tot de chronologie van de gnosis. Het tweede boek is hoofdstuk 71 van de Koran, genaamd Noach, Nuuh, oftewel NU in het Egyptisch, de grote paradijselijke afgrond, als de almachtige moederschoot. Noach moest de ARK, de KRA, de AKER, bouwen, het grote dubbele beeld van de onderwereld, van de poort. Noach moest het volk waarschuwen, dat zij Del-AL-ah zouden gehoorzamen en hun plichten aan Haar te voldoen. De zondaren zouden weggewassen worden door de regen, maar de gehoorzamen zouden dan de poort van de onderwereld binnen gaan, de AKER, de ark, om zo de cukkah door de onderwereld te beginnen, het feest van de rondtrekkende jagerstenten.


In vers 12 wordt er duidelijk gemaakt dat de gehoorzamen leiding zullen ontvangen op de rivieren van de onderwereld. De ark zou dus over deze rivieren moeten gaan, als een rondtrekkende jachtsboot. Hiertoe is de Koran een gids.


:19 – En (Del)ALLAH heeft de aarde tot een weidse uitgestrektheid gemaakt voor jullie.

:20 – Opdat jullie daar kunnen voorttrekken langs ruime paden.


Dit gaat dus over een jachtstocht door de onderwereld. Verderop in het hoofdstuk zien we dat de zondaren wegens hun zonden verdronken, en toen het vuur moesten binnengaan. Zo wordt er een duidelijke scheiding gemaakt tussen de rondtrekkende jagers van (Del) ALLAH/ Bilha, en de ongehoorzamen. Noach vraagt om vermeerdering van de vernietiging van de kwaaddoeners.


Het derde boek is het derde hoofdstuk : Het Huis van Imran, de vader van Mozes, wat in de worteltekst betekent : 'Zij die de duisternis ingaan.'


In dit boek wordt duidelijk dat (Del)ALLAH de enige is die de juiste interpretatie van de Koran kent, en degenen met een diepgewortelde kennis, gnosis. Niemand neemt het in acht, behalve mensen met verstand, gnosis.


:3 Zij heeft aan jou het Boek met waarheid geopenbaard, dat bevestigt wat ervoor is, en Zij openbaarde de Thora, de WET, en het Evangelie, de JACHT op het valse vee.


:4 Zij stuurde het onderscheid.


:6 Zij is het die jullie vormt in de schoot zoals het Haar behaagt.


Ook de uittocht door de wildernis door MUSA (Arabisch voor Mozes), oftewel MA-SA, in het Egyptisch : de WET van de GNOSIS, beeldt de jachtstocht uit door de onderwereld, dieper de duisternis in, en dieper de wildernis in. Alleen zij die verbonden zijn aan Imran, de bron van MU-SA, oftewel hen die de duisternis ingaan, worden geinitieerd voor deze jachtstocht. Heb je geen deel aan het Huis van Imran, dan stopt de reis hier al, en wordt je teruggedreven tot het wegzinken in de zondvloed, wat eindigt in het Vuur. Het Huis van Imran is dus van levensbelang voor het kennen van de Koran, en voor het voortzetten van de jachtstocht in de onderwereld om het kwaad te overwinnen.


In vers 8 is daarom de smeekbede :


'Onze Heer, maak dat onze harten niet afdwalen nodat U ons heeft geleid en schenk ons Uw loon (Grieks); Waarlijk bent U de meest vrijgevige Beloner (Grieks).'


Zij die dus niet geaccepteerd worden door het Huis van Imran voor de jachtstocht door de onderwereld worden in vers 10 bestempeld als brandstof voor het Vuur.


Boek 4 is hoofdstuk 37 : Degenen Die Zich In Rijen Scharen. Dit is de voorbereiding op de grote oorlog.


1 Bij degenen die zich in rijen scharen,

2 En degenen die zich beteugelen door zich aan banden te leggen,

3 En degenen die de Herinnering voordragen,

4 Jullie Allāh is waarlijk Eén.

5 De Heer van de hemelen en de aarde en wat daartussen is, en de Heer van de landen in het oosten (oudere).

6 Waarlijk hebben Wij de lagere hemel behangen met versierselen, de sterren,

7 En er is een bescherming tegen iedere opstandige duivel.



Dit gaat over de heilige gebondenheid en slavernij, zodat zij niet van het pad zullen afwijken. Probiotisch hebben zij het lagere, het valse vee, versierd, zodat zij in de oorlog beschermd zullen worden, als door een fetish. Een fetish is een relikwie van de wildernis, wat bestaat uit een verslagen vijand of deel van een verslagen vijand, die in een andere context is geplaatst, om tot nut te zijn. De verslagen vijand is dan als een sieraad, een wapen of gebruiksvoorwerp. In die zin moet het gevangen genomen vee in de jacht versierd worden, of tot sieraad gemaakt worden, wat een probiotische strategie is. De vijand zal dus gewoon onderdeel van ons leven moeten zijn, in een betere vorm, in de juiste mate, in de juiste verhouding. Zo is de leugen dus cryptisch gezien een onderdeel en strategie van de waarheid.



In dit boek moeten wij deel hebben in de oorlogs-kaste.



Boek 5 is hoofdstuk 90 : De Stad.

De stad is een bolwerk van de ongehoorzamen die de wildernis hebben veracht en zochten naar materiele rijkdom, om zo de gnosis uit te doven.



19 Maar zij, die niet in Onze tekenen geloven zullen aan de linker hand zijn.

20 Een gesloten Vuur zal hun omringen.



Dit spreekt over de belegering van de stad, wat een grote opdracht is voor hen die zich in rijen hebben opgesteld. In het 100ste hoofdstuk, Boek 6, is dan de uiteindelijke aanval, genaamd De Aanvallers. Dit is gericht tegen hen die een hevige begeerte naar rijkdommen hebben. Dit gaat dan verder in het 102e hoofdstuk, De Wedijver in het Vermeerderen Van Rijkdommen, Boek 7.

1 Jacht naar vermeerdering van rijkdommen en kinderen maakt u onachtzaam,

2 Totdat gij in uw graven nederdaalt.

3 Neen – gij zult weldra te weten komen,

4 Nogmaals neen! Gij zult weldra weten komen.

5 Waarlijk, indien gij de zekerheid van kennis bezit

6 Zult gij zeker de hel zien.

7 Ja, dan zult gij haar met zekerheid van blik zien.

8 Op die Dag zult gij worden ondervraagd over de gaven.

Na de inname van de stad zullen allen met zulke grote rijkdommen ondervraagd worden over deze zogenaamde gaven, zodat de gestolen goederen zichtbaar worden. Dit is dus een belangrijke terugroof-jacht in de onderwereld. Dit is dan ook de definitie van wat de hel is.

In het 111e hoofdstuk, De Vlam, Boek 8, gaat dit verder. Na de ondervraging is er het oordeel, wat zich uit in Vuur en ophanging.



2 Zijn rijkdommen en daden zullen hem niet baten.

3 Weldra zal hij in een laaiend Vuur branden.

4 Ook zijn vrouw, de draagster van brandstof,

5 Om haar hals zal een koord van palm vezels hangen.



Dan, eDeN, plunderde de stam Issaschar, die voor de paradijselijke leegtes staat, en voor het piercen. Dit is het Scorpio teken, de kippenjacht. De kippenjacht is een voorbereidende jacht. Dieper in Scorpio, in de paradijselijke leegtes, komen we tot de bokkenjacht, op bokken en renbokken, oftewel : 'van het letterlijke komen tot het symbolische', wat overgaat in Gad. Ook betekent het 'van komst tot buit'. Dat wat geplunderd was van de Issaschar stam werd gemaakt tot het boek Amos, en daarna Matteus. Amos is een grote vijand die verslagen moet worden. Het is een jachttrofee. Amos behoort tot de wederkomst goden die de jacht moesten afdekken.



Dit komt ook weer terug in het Koranische Dodenboek. Boek 9 is hoofdstuk 96 van de Koran, de Bloedklonter. Hieruit werden de kinderen van Delallah geschapen. Zij worden dus geschapen vanuit het vergoten bloed in de grote oorlog waaraan zij deelhadden. Alleen door bloed kunnen zij tot de ark komen. De ark was in Egypte altijd het principe van de dubbele Moeder, de Isis en de Nepthys, twee zusters, de dochters van Nut en Geb. Zij stonden op de ark om die te bewaken.

Mozes ontving de Wet op de berg Sinai. Sinai betekent 'doornen' in de grondtekst, als een metafoor van piercings. Die piercings gaan door de spieren en/ of door de huid over de piercings, voornamelijk in het borst gebied en arm gebied. De ark betekent in de worteltekst : het plukken van een kip. De ark is de keba in het Aramees. In het Arabisch is de kaba het heiligste deel van de grote moskee in Mekka, waarin zich de zwarte steen bevindt, een steen die door Gabriel zou zijn gegeven aan Adam in het paradijs, en die eerst wit was, maar later zwart werd door de zondeval. Later zou de steen in de handen van Abraham gekomen zijn door Gabriel.


De ark is in de Hebreeuwse worteltekst een slachtplaats van kippen, waar kippen geplukt worden. Hier is waar de mens dus zijn overmoed overwint. In het Grieks staat de kip ook voor het afweren, zij die de grenzen leggen. Zo maken de valse demonische kippen valse grenzen, en valse afscheidingen. De ark is dus het gebied van de kippenjacht, de kippenslacht.


De kippenslacht is ook de slacht van geesten van ijdelheid, geesten die zich trots maken met leugens. In het Aramees zijn zij rovers van het geheugen, geheugen-dieven. Zij proberen de gnosis uit iemand weg te roven, en plunderen herinneringen.


Hebreeen 3 :


10 daarom heb Ik een afkeer gekregen van dit geslacht en Ik heb gezegd: Altijd dwalen zij met hun hart,

en zij hebben mijn wegen niet gekend,


11 zodat Ik gezworen heb in mijn ORGE-ORNIS, KIPPENSLACHT : Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan!


Grieks : dwalen = PLANEO, van PLANOS : vagebond, impersonator, imposter, fraude, bedrieger

Dit is dus wat kippengeesten doen.


Psalm 78


31 daar verhief Gods ORGE-ORNIS, KIPPENSLACHT (Septuagint) zich tegen hen,

richtte een slachting aan onder de GBE, zij die gebrek aan gnosis en profetie hebben.


In het Hebreeuws is de orge-ornis 'aph', het paradijselijke hart, het halssnoer van ademnood, oftewel van het leven door bloedgas. Wij komen dus alleen tot de Wet, die zich in de ark bevindt, door de kippenjacht en slacht.


Iyowb 14


13 Och, of Gij mij in het dodenrijk wildet versteken,

mij verbergen, totdat uw orge-ornis, kippenslacht, geweken was;

dat Gij mij een tijd steldet en dan weer aan mij dacht.


Hier zien we hoe Iyowb vraagt om een duidelijke overgang in de MOWED, tijdschijf, opdat hij weet wanneer de kippenslacht overvloeit in iets anders, in de Septuagint, het Griekse OT. In het Hebreeuws kan het ook betekenen : terugkomen, juist in de zin dat Iyowb op de kippenslacht, de APH in het Hebreeuws, wacht.


Zacharia 7


12 Zij waren wetteloos, hoorden niet naar de wet en de woorden, die de HEERE der heirscharen zond in Zijn Geest, door den dienst der vorige profeten, waaruit ontstaan is een grote kippenslacht, orge-ornis (septuagint) van den HEERE der heirscharen.


Hier wordt 'wetteloosheid' ook als een kippengeest beschreven.


Matteus 7


21 Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil mijns pater, vlees-opslagplaats, slachtplaats, slager, die in de hemelen is. 22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? 23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.


De werkers der wetteloosheid zijn dus kipgeesten.


Wettelozen is in de wortel tekst : onrechtvaardigen van hart en leven, bedrieglijk, zij die ten onrechte anderen veroordelen door hun lage normen. Zij zijn degenen die gebruik maken van valse, frauduleuze bewijzen, zoals het gebruik van verkeerde vertalingen en vleselijke misinterpretaties van de bijbel en de koran.


Wij moeten ons uitstrekken naar de orge-ornis halsketen, het halssnoer van de kippenslacht, oftewel de APH, het paradijselijke hart, de ademnood die leven door bloedgas brengt. Dit is een snoer binnen de DUKKA halsketen van de slachtplaats.


Dit is het bereiken van de Wet door de ark, door de kippenjacht en slacht.


Jesaja 59


19 En men zal vanwaar de zon ondergaat de naam des HEREN vrezen en vanwaar zij opgaat zijn heerlijkheid, want Hij komt als een onstuimige rivier, door de adem des HEREN voortgezweept.


Ook hier komt in de Septuagint het woordje orge-ornis voor, die komt met de heilige adem, door bloedgas, wat de OT Heilige Geest in de diepte van de grondtekst is.


Sirach 16


6 Onder de zondaars werd het vuur van de Heer ontstoken,

onder het ongehoorzame volk ontbrandde de orge-ornis, kippenslacht van de Heer.

7 Hij vergaf de giganten, reuzen, uit de voortijd niet,

die zich, machtig als ze waren, van hem hadden afgewend.


Hier zien we dat de reuzen van de voortijd uit Genesis 6, de nephilim, kippengeesten zijn.


Als we tot de stam Benjamin zijn gekomen, zijn geinitieerd in Tamiym, slavernij, dan zullen we merken dat er nog steeds veel drangen in ons zijn die tegen die slavernij ingaan. Dit zijn vaak kipgeesten, de geesten van overmoed. Wij moeten de jacht aangaan op de kippen van overmoed, om zo tot de leegte te komen. Dit gebeurd door de piercings. Scorpio staat voor de leegte, voor de paradijselijke afgrond, de piercings, de speer. Scorpio staat voor de kippenjacht.


urim – NAPHTALIY – tamiym – scorpio


Dus om in de leegte te komen en te blijven is de kippenjacht noodzakelijk.


Naphtaliy is bewapend met valstrikken, Aries, voor de jacht. Hij is bewapend met lasso's en touwen om te vangen en te binden. Zijn wapens hebben punten en haken, om te steken, te piercen, Scorpio, wat ook tegelijkertijd op de kippenjacht duidt, om dieper in de leegte te komen.


Zo komt ook Naphtaliy van Aquarius tot Cancer, Krab, Gad, van zaad tot bloed.


Dan, eDeN, plunderde de stam Issaschar, die voor de paradijselijke leegtes staat, en voor het piercen. Dit is het Scorpio teken, de kippenjacht.


Door de kippenjacht komen we dus tot de Wet, door de ark tot de Wet. Dit is het bloedgas. Wet is in het Aramees : sieraden. Wij hebben dus deze voetringen en piercings nodig, zoals dat ook in de grondteksten beschreven staat.


Exodus 25


15 De draagstokken zullen in/ als de ringen van de ark blijven, zij zullen er niet uit verwijderd worden.


De ringen van de ark zijn dus in de grondtekst de ringen van de kippenslacht. Deze ringen zijn sieraden in de Hebreeuwse grondtekst die rank en autoriteit aanduiden. In de worteltekst gaat het ook over piercings. 'Draagstokken' zijn in het Hebreeuws delen van het lichaam die afgekapt zijn, in dit geval dus van de kip. Ook betekent het 'afgezonderd'. Het gaat hier dus om botten, vlees of spieren van de kip (en daaraan vastgebonden veren) die als ringen dienen. Deze mogen dus alleen maar voortkomen vanuit de kippenslacht, en zijn daaraan verbonden, dus vanuit slachtsloon, niet vanuit genade. Ook is dit dus alleen voor de afgezonderden.


Ook op andere plaatsen in dit hoofdstuk wordt het duidelijk dat de afgezonderden gepiercet moeten worden, en tot het bloedgas gedreven moeten worden (vers 13).


Psalm 8


4 Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw tenen, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt.


In het Aramees zijn tenen een metafoor van meters. Het werk van uw tenen zijn in het Aramees rituelen, BADA, BD, het belasten, het maken tot een lastdier. In het Hebreeuws is dit offeren, feesten en ook onderdrukken.


De sterren zijn de piercers met vergif, en het brandmerken. De maan is in het Aramees : SAHRA. De hemel is in het Aramees SMY, belegering, als een anagram van MSY. Bereiden, instellen, is in het Aramees TQN, TEQAN, apart zetten als de priesterlijke gaven. De tenen zijn in dit vers de ware hogepriesterlijke stenen.


Spreuken 7


2 Bewaar mijn geboden en leef, en mijn onderwijzing als uw oogappel.

3 Bind ze aan uw tenen, schrijf ze op de tafel van uw hart.


De wet, de afgekapte delen van de valse kipgeesten, zoals botten, vlees en spieren, met veren eraan vastgemaakt, moeten als ringen om de tenen gemaakt worden, zodat de voeten niet van de wet afwijken. Zonder deze ringen is het onmogelijk in de wet te wandelen. De appel is het midden van de nacht, de diepste duisternis.


Psalm 144


1 Van David. Geprezen zij de HEERIN (Grote Amazone), mijn rots, die mijn handen oefent ten strijde, mijn tenen tot de krijg.


De rots is de tijdschijf, de siege, belegering, de binder, de vijandschap, het scheiden, het onderdrukken en vormen, het afkappen, de slager, de ophitser (stirr up). Die mijn handen, YAD, geslachtsdeel, oefent ten strijde, en mijn tenen tot oorlog, QRB, belegering. QRB – cherub – chereb – mes.


Er gaan zware oordelen komen over de voeten van de mensen. Zij die hun tenen hebben omwikkelt met de Wet zullen niet vernietigt worden. Dit zijn zij die hun tenen hebben omwikkelt met het slachtsel van de valse kipgeesten om zo de geest van overmoed te verslaan.


Het is een jacht op de valse islamitische zwarte kippen die door hun valse en letterlijke interpretaties van de Koran de grenzen hebben gelegd. Wij moeten die grenzen doorbreken.


De ark is dus het gebied van de kippenjacht, en van de dubbele Moeder, de lesbische vruchtbaarheid, voor wedergeboorte in de onderwereld.


ORGE = oordeel

wortels = ORNIS, kip, haan


'oordeel over de kip'

'kippen-slacht'


Dit staat voor 'bloeddronkenschap'.


Openbaring 16


19 En de grote polis werd in drie stukken verdeeld en de steden der volken stortten in. En het grote Babylon werd voor God in gedachtenis gebracht, om daaraan de beker met de wijn van de orge-ornis, de kippenslacht, te geven.


Deze voert dus tot dronkenschap. Nu is het belangrijk om de paradox van Babylon te zien. Babylon in de worteltekst is BALAL, een woord wat gebruikt werd in de offerdienst voor : uitgieten, besprenkelen en vervuilen (zalving). BALAL is dus een heilig woord.


Dan zien we de vrouw die Babylon, BALAL, heet, met deze wijnbeker terug in hoofdstuk 17. Zij is een onderdeel van de slagers bediening.


De vrouw, Babylon, BALAL, rijdt op een scharlaken beest. Ook is het een ezel in het Aramees, een lastdier. In het Hebreeuws komt het ook van rood maken, van de tucht. Een ezel heeft ook te maken met het fermentatie-proces, wijn en dronkenschap. Hierom reed Dionysus (Romeins : Bacchus), als god van de wijn en dronkenschap, als IES, op een ezel, wat later door Jezus werd nagebootst.


Ook is dit een beeld van Ismael die 'wilde ezel' werd genoemd, als een beeld van vruchtbaarheid in de worteltekst, of als 'rijder van de wilde ezel'. Dionysus en Jezus wijzen dus terug op Ishmael, waarvan de Koran een gids is, als het Boek en de Wet van Ismael. Hij is dus de kippenslager, de wachter van de ark, om zo tot de Wet in de Ark te komen. De ark is het gebied van de kippenslacht, en van de dubbele Moeder, de lesbische vruchtbaarheid, voor wedergeboorte in de onderwereld.


Kippenslacht :





Boek 10 is het vierde hoofdstuk van de Koran : De Vrouwen, om dit uit te beelden. De vrouwen staan voor de lesbische vruchtbaarheid.



3 En wanneer jullie bang zijn dat jullie de wezen geen recht kunnen doen, wees dan trouw aan vrouwen die jullie goeddunken, twee of drie, of vier; maar als jullie vrezen dat jullie niet rechtvaardig zullen zijn, wees dan trouw aan maar één of degene in het bezit van jullie rechterhanden. Dit is fatsoenlijker zodat jullie geen onrecht zullen doen.

Polytheisme is dus belangrijk om het recht terug te brengen, maar soms moet er monotheisme zijn om tot de Bron te komen. De Gnosis is Eén in Velen.

De kippenjacht gaat over in de bokkenjacht, het komen van het letterlijke tot het symbolische. Er is alleen maar een Wet in het surreele. Dit is het doel van Ismael, de slaaf van de wet van Delallah, van Bilha. De Wet betekent sieraden. Dat is de enige manier waarop wij ons kunnen sieren : door de wet van de gnosis. De bokkenjacht is om deze sieraden te winnen, in de dieptes van het Isasschar gebied. Dit is een groot lijden, want dit zijn piercings. Hierop wijst de doorboring van Jezus aan het kruis, de doorboring van de Iysh, de vechtslaaf, aan de martelpaal, de MOWED, waar Mohammed op wijst.



In de Levitische taal komen wij dus van de MOWED, de zondepaal, de heilige tijdschijf, tot KRA, de loons-gnosis. Dit is dus een heel economisch en vruchtbaar principe. De MOWED riep op tot de jacht en de oorlog, als de heilige paal van de trekkende jagers-tent, de CUKKAH. PNEUMA is een Griekse vorm van KRA, de Levitische gnosis. PNEUMA komt van PNEU, wat een wapen of een strijd betekent in het Oude Grieks. Dit is waartoe wij gepierced moeten worden. PNEUMA is de jacht en de oorlog van de gnosis. Johannes de Doper beeldde de scalpering uit, die nodig was om de Amazone Moeder te ontvangen, en het Jezus mysterie had het gepierced worden verzegeld. Dat zegel moest dus verbroken worden. Als we dan zeggen : In de naam van Gnosis, of PNEUMA, dan zeggen we eigenlijk in het Hebreeuws : Door de PIERCINGS. In ieder geval, door de piercings worden we klaargemaakt voor de uitstorting van PNEUMA. Dit werd verzegeld door de Jezus-Heilige Geest connectie. Door de piercings worden we dus eigenlijk op het oorlogspaard gehesen. Gnosis gaat dan door de piercings stromen, en leidt ons in de oorlog en de jacht.



Er is meer Gnosis te vinden in het bloed van de vijand. Om dit bloed gaat het dus.



Pneuma “geeft” als een betaling, DIDOMI. We hebben dus nadrukkelijk met een loon-systeem te maken. Dit moet ons leiden tot het Efezische mes van Pneuma, de rhema, de goddelijke tong, in Efeze 6. Wij worden voorbereid op de oorlog en de jacht. Dit mes is een slachter van dieren in de grondtekst.



De MAZONA, PNEUMA, scheiding, leidt tot de tongen, het mes, ook als het uitwerpen van visnetten. Dit wordt uitgebeeld door de goddelijke erectie. Dit is wat het ware pinksterfeest inhoudt.


PNEUMA betekent ook onderscheiding, en in diepte betekent het scheiding, MAZONA. Het pinksterfeest is dus in diepte een groot scheidings-feest.


Klaagliederen 1


5 haar jonge kinderen zijn gegaan in/ tot SHEBIY,

PANIYM TSAR.


SHEBIY is in het Aramees de jacht, het gevangennemen van prooi, het onderwerpen van de vijand.

In het Aramees is het een steen in de borstplaat van de hogepriester (SHEBUW), de steen van ASER, als het hogepriesterlijke orakel. Het is een paradoxale steen, omdat het ook gevangenschap betekent. Dit staat gelijk aan PANIYM TSAR, de afgehakte veekop van de vijand in het Hebreeuws. Dit werd dus gebruikt als een orakel. In het Hebreeuws is de PANIYM ook de tijdschijf van het oer. Dit was dus een onderdeel van de slagers-bediening : het afkappen van de koppen van vijandelijk vee, om zo gnosis te laten stromen. De SHEBUW-steen is in de worteltekst de verdeler-steen, de breker-steen van onderscheiding. De steen brengt fragmentatie en is als de steen van ASER verbonden aan de runderslacht. Weer is dit dus een beeld van Petrus/ Mithras en de tafel der toonbroden, wat in de grondtekst de opslagplaats van vlees is.


Dit is dus wat in diepte de Mazona is, in het NT de Pneuma, als de scheider en onderscheider, de heilige tijdschijf van de gnosis. Dit is dus het ware pinksterfeest.


In de Orionse grondslagen van de bijbel, daar waar de bijbel vandaan komt, waarvan de bijbel zo'n verschrikkelijk slap aftreksel maakte, wordt David 'Aan' genoemd, of 'Ahn.' De buffeljacht was een belangrijk onderdeel in zijn leven, in zijn toewijding aan de Moeder Amazone. De buffel is een oud symbool van de zon, waarin SEPTUS ook zijn wortels heeft. Het bloed van de boze geest in buffelvorm, van mannelijke suprematie, beschermde hiertegen. Psalm 29 in de Aramese grondtekst gaat over de buffeljacht. Hierin is HEL de stemmen, de tongen, van God, als jachtgerei. Dit heeft te maken met het communicatie systeem van de gnosis. De stem van God is als een dans van de Vreze des Heeren in de wildernis.


In de openingszin in het Aramees in de Psalm van de Buffeljacht moest de DUKRA, DU-KRA, penis, toegewijd worden aan de Moeder Amazone, en moest aanbeden worden. De jagers moesten volgelingen worden van de DU-KRA, wat de vruchtbaarheid van de gnosis inhield. De DU-KRA zou de tongen van God voortbrengen, oftewel HEL. Vanuit de tongen van de Moeder Amazone zouden ze jacht kunnen maken op de buffels, boze geesten. De DU-KRA was dus een fetish ondergesteld aan de Moeder Amazone om succesvol te zijn in de jacht. De DU-KRA moest IQARA, IKRA, I-KRA, toewijding brengen tot de Moeder Amazone. I-KRA was de toewijdings-gnosis, de gnosis van slavernij. Door I-KRA was Aan, David, verbonden aan de Moeder Amazone.


DU-KRA (penis) + I-KRA (toewijding) = contact met de Moeder Amazone, tongen


Hier zien we dan hoe het pinksterfeest werkte in het OT. In het Aramees moesten van deze principes ter voorbereiding van de buffeljacht tot een feest zijn of festival. De DU-KRA moest onder de Moeder Amazone gesteld worden, en aan haar toegewijd, door de I-KRA. DU-KRA moest grootgemaakt worden onder de Moeder Amazone, want dit was een belangrijk jachts-item. De DU-KRA moest vervolgens de Moeder Amazone prijzen. In het Aramees was hier een dag voor bestemd, als het feest ter voorbereiding op de buffeljacht. In Hebreeuwse context was dit het feest van het hardmaken van het mannelijk geslachtsorgaan. KABOWD-KABAD = hard worden. Dit is de glorie van de gnosis in het Hebreeuws, wat stond voor het hart, of de lever, de opslagplaats van de gnosis. Letterlijk betekent de erectie dus dat het mannelijk geslachtsorgaan wordt tot een hart en een lever, om zo contact te maken met de Moeder Amazone als toewijding, ter voorbereiding op de buffeljacht, om de mannelijke suprematie neer te halen.


De Aanitische (Davidische) voorschriften gaan dan verder met het richten op de naam van de Moeder Amazone, als zijnde piercings, waartoe de KABAD, hardwording, zich moest richten. De aanbidding moest gebeuren in de HADARAH, wat betekent het is een publieke aanbidding. De HADARAH is een sieraad, wat zijn wortels heeft in het zwellen, de erectie (HADAR), en dit was publiekelijk, als een daad van versieren, mooi maken, pronken. Dit gaat om de Wet, want de enige versiering en de enige trots is de Wet. Versiering en trots buiten de Wet om is hoogmoed, ijdelheid, valse leegheid als oppervlakkigheid. De Wet als de Ware Versiering gaat terug naar de paradijselijke situatie waarin Adam en Eva, of de twee paradijs-stammen, naakt waren en zich niet voor elkaar schaamden. Deze dingen waren namelijk heilig, en hadden niets met de werken van boze geesten te maken. De jagers waren naakt en schaamden zich niet voor elkaar, omdat het een belangrijk jacht-ritueel was, en dit was om gemeenschappelijkheid op te wekken.



Dit was heilig, QODESH, verbonden aan de KADESH wildernissen, wat in de wortels een sex-slaaf is verbonden aan de diensten aan de heilige tent, de MEOWNAH. Dit is dus wat het pinksteren in het OT inhoudt : een vruchtbaarheids-cultus (cultus = dehleta = vreze des Heeren) in slavernij tot de Moeder Amazone. Deze jagers moesten dus de geest van de mannelijke suprematie, de buffel, overwinnen door gewijde sexualiteit. Het was een vruchtbaarheids-ritueel. De oude mens, de buffel, moest sterven, en de nieuwe mens moest opstaan. Deze opstanding werd gekenmerkt door het spreken in tongen, oftewel profetische uitingen. Deze vorm van sexualiteit was gekoppeld aan openbaring, het binnengaan en uiten van de goddelijke gnosis.



In Psalm 29 is het spreken in tongen, oftewel het profeteren, om de wapenen en het jachtgerei te verdelen, om een strategie op te zetten, om de juiste combinaties te maken, om zo te overwinnen in de jacht. In het Sranan Tongo, een taal in het Amazone gebied en die ook veel in Suriname wordt gesproken, is wassen WASI, wat ook ritueel wassen betekent. Letterlijk betekent het ook wassen met kruiden. Kruiden zijn in het boek Iyowb het beeld van het bloed van de vijandelijke jachtprooi. Iyowb moest strijden tegen de Geest, om zo te komen tot de kruiden, het bloed van de vijandelijke jachtprooi, oftewel om succesvol te worden in de jacht. Ook staat WASI voor het laten wassen.



De verwijzingen in de Aramese grondtekst naar buffels is ook een verwijzing naar prehistorische buffels.



In de wildernissen van KADESH, waar ook het woordje heilig vandaan komt, QODESH, en wat in de Hebreeuwse wortels sex-slaaf in dienst van de heilige tent, MEOWNAH, betekent, waren buffels opgesteld, ook oerbuffels (RYM), en die waren niet ongevaarlijk. De buffels waren het symbool van de sex-slavernij door mannelijke suprematie, door de patriarchie dus, waartegen Paulus nog gewaarschuwd had dat zij die deze dingen bedreven het koninkrijk van God niet zouden beerven.


Het was de Moeder Amazone tegen de buffel van mannelijke suprematie en sex-exploitatie. In de feestdag van de voorbereiding op de buffeljacht moesten zij komen tot de Aramese QUDSA, wat betekent zij moesten verschillende offers doen. Er moest dus geofferd worden voordat de buffeljacht van start kon. Dit was allemaal een deel van de voorbereiding.


In de Aanitische geschriften van Orion zien we ditzelfde feest waarin boze geesten in varkensvorm geofferd moesten worden. De jagers moesten zichzelf uithongeren in dit feest, in deze periode van voorbereiding. Hun kracht zouden ze niet krijgen van voedsel, maar van rituelen die de gnosis uitbeelden. Zij moesten zich insmeren met varkensbloed, als teken van de overwinning. Dit was ook ter bescherming tegen de buffelgeesten. In het Karaibs, een andere taal in het Amazone gebied, en wat ook in Suriname wordt gesproken door de Karaibeische indianen, heet dit PINAMA of JOMITO.



Psalm 103


7 Hij maakte aan MUSA, MASA, de Wet van de Gnosis (Egyptisch) zijn wegen bekend, aan het volk van Israël zijn grootse daden.


Wegen is ORAH in het Aramees, wat pad van de sexualiteit en de menstruatie is, als het pad van vruchtbaarheid. In het Hebreeuws is dit pad DEREK wat zijn wortels heeft in DARAK, boogschutter en vertrappen. Dit pad leidde door de honger tot de opgeheven slang, de erectie van de WET. In de grondtekst is dit de boog, wat ook het principe van SUW, de jager van de CUKKAH (nomadische, tijdelijke jagerstent) is. De opgeheven slang is een teken van SUW, als loon van de honger. MUSA, MASA moest het volk tot SUW leiden. Ook AAN moest door MUSA, MASA, tot SUW komen.


Leviticus 2


12 Als offergave der eerstelingen, RESHIYTH zult gij ze de HERE offeren, maar zij zullen niet tot een liefelijke reuk op het altaar komen.



RESHIYTH betekent begin, hoofd, geslachtsdeel, en is Genesis. Pinsteren is het feest van de eerstelingen, maar dit was oorspronkelijk een offerfeest waarin de eerstelingen van het gevangen genomen vee, als boze geesten, werden geofferd.

In het OT was het pinksterfeest waarin de eerstelingen werden geofferd ook het feest ter voorbereiding op de buffeljacht.

Dus : RESHIYTH betekent begin, hoofd, geslachtsdeel, en is Genesis.

Psalm 111

10 De Vreze des HEEREN is het begin, RESHITH, geslachtsdeel der wijsheid (religieuze oorlogs-strategie).

Het geslachtsdeel als symbool van de boog, kan dus alleen opgericht worden door de Vreze des Heeren, in het proces van honger. Alles staat en valt door de Vreze des Heeren.

Het kerstfeest werd ingesteld als de voortgang van het zonnewende-feest, zonne-aanbidding, en om de genade-gaven heel materieel voor te stellen, of te bedekken. Dit was een heidens feest, maar is door de tijden heen meer en meer verloederd tot een christelijke Jezus-afgoderij. We moeten terug tot wat het oorspronkelijk was. Oorspronkelijk was het een jachts-feest bij de oude Germanen, het Joel-feest, oftewel het feest van de Wilde Jacht. Levitisch gezien was dit feest het loon van de gnosis, niet als gave. CHRIO is dan gezalfd met het loon van de gnosis. Het ging hier om een goddelijke handel, CHRAOMAI, als de enige manier waarop er CHARISMA, CHARISMATA, kan komen, dus niet als gave maar als loon. Dit komt van CHEIR (hand, YAD, penis in Hebr.) en CHASMA (afgrond, beeld van de vagina). Al deze dingen werden bedekt en verzegeld gehouden door CHRISTOS, een slap aftreksel hiervan, wat resulteerde in het Kerstfeest, Christ-feest. Zo werden de CHARISMATA uitgedoofd door materieele vormen. Het kerstfeest was dus oorspronkelijk het joel-feest, feest van de wilde jacht. Het loon van de gnosis is een jachtsloon, trofeeen. Het kerstfeest is een Saturnisch zegel wat verbroken moet worden. Het CHRIO-CHASMA feest wordt zichtbaar in de diepte van het kruis, wat dus uitloopt op de buffeljacht, van gaven gaan tot loon.


Dus door de bokkenjacht komen we tot de piercings. Boek 11 is hoofdstuk 16 van de Koran : De Bij, een beeld van de piercings, als een beeld van de Wet.




8 En Zij maakte paarden en muilezels en ezels zodat jullie erop kunnen rijden en als sieraad. En Zij schept wat jullie geen weet van hebben.



14 En Zij is het Die de zee dienstbaar heeft gemaakt zodat jullie er vers vlees uit kunnen eten en er sieraden uit kunnen halen die jullie dragen.



Boek 12 is hoofdstuk 83, Plichtsverzuim, wat over de varkensjacht gaat.



7 Neen! Het gedenkschrift over de bozen is in de gevangenis.

8 En wat weet gij er van wat de gevangenis is?

9 Het is een geschreven boek.



18 Neen, het gedenkschrift der deugdzame is voorzeker in de hoogste plaatsen.

19 En wat weet gij er van wat de hoogste plaatsen zijn ?

20 Het is een geschreven boek.



Door de varkensjacht komen we tot de gnosis, tot de kennis.

Jona is een beeld van de visvangst, Boek 13, oftewel het tiende hoofdstuk van de Koran.



De Israelieten moesten 'de berg opgaan', oftewel 'de rund overwinnen.' Zij moesten komen tot de berg van de Moeder Amazone in het paradijs, in de dieptes van Kanaan, in de dieptes van de APHAR, het paradijselijke stof en vuil, in het gebied van de Hettieten.



Christus, Christos, komt van CHRIO, gezalfd met het gerei, het loon, van de gnosis, vee-vet in het OT, TRAB. Het vijandelijke vee-vet werd gebruikt om wapenen en jachtgerei mee te zalven en de phallische speer. TRAB was de oorspronkelijke zalving zoals het bedoeld was. Wij moeten bidden om TRAB. Wij moeten smeken tot de Moeder Amazone om TRAB, de zalving van de gnosis, te ontvangen, om de oorlog te winnen, en om succesvol te zijn in de jacht. Ook komt Christos van CHRAOMAI, handel, en van CHEIR, hand, oftewel YAD, phallus, en van CHASMA, opening, afgrond, vagina. Christos komt voort uit de genitalien, de twee-geslachtelijke YAD,

Apostel, apostello, is scheiding, oftewel TOWRAH, MAZONA, als scheidings-jager. Er is scheiding door de paal, door de wil van de Moeder Amazone, de THELEMA. Thelema betekent selecteren en heeft zijn wortels in AIRO, de visserspeer, of het vissersmes, het besnijdenis-mes.

Hemel = OURANOS, wat komt van OROS, berg, oftewel promoties in het Hebreeuws. Dieper in de wortels zien we AIRO, wat vissen betekent, erectie, verjonging, als het binnengaan van de moederschoot. De visserij staat voor van exoterische voortplanting overgaan tot esoterische voortplanting.



Ook komt OROS, berg, van ornis, een kip, een haan. We zagen dat de berg opgaan stond voor de runderjacht, en hier zien wij de kippenjacht in de wortels. Dit is ook om de moederschoot te openen



De Israelieten moesten tot het Hettitische geheim komen, 'de berg opgaan', oftewel 'de rund overwinnen.' Suw, Esau, beeldde dit uit.



Suw moest door deze scheiding heen, met als gevolg dat de Moeder Amazone hem haatte. Dit werd verzegeld door de kruistocht van Jezus waarin hij verlaten werd door de Vader God, Yahweh. De toorn en haat van de Moeder God rustte op Suw, als de heilige scheiding.



Levieten vereren deze scheiding. Er is een wet van scheiding om de gnosis te ontvangen. Haat brengt ons veel verder dan valse liefde, Jove, de Romeinse heersende god. Haat openbaart, terwijl liefde alles dooft en verblind. Door de haat werd Suw de IYSH van de Moeder Amazone, wat slaaf en vechtslaaf betekent, en ook kampioen, overwinnaar. Suw was gemaakt om te overwinnen als jager, maar hij was overwonnen door de Meownah, de tent van de Moeder Amazone.



De Moeder Amazone is verre van romantisch, maar een wild dier. Romantiek is een zegel. God kan niet getemd worden. De Moeder Amazone, de Jagerin, temt de jager. De jachtslaaf moet zich laten bewapenen door de Amazonen. De Moeder Amazone beschouwde en behandelde Suw als een vijand, net als Iyowb. Hij werd door de Amazonen neergejaagd en naar hun hol gesleept. Iyowb was in de grondteksten door gevaarlijke wilde dieren van Orion aangevallen, en zo was Suw. Dit waren geen aardse wilde dieren, maar goddelijke wilde dieren, als monsterachtige hyena's van Orion.



De mannelijke geslachtsdelen die het paradijselijke lichaam van de onderwereld vormen moeten beteugeld worden, en dat gebeurd door de Amazonen. Deze uitrustingen bestaan ook uit ringen en piercings (juwelen) – KELIY.



De uitrustingen gewonnen uit de APHAR, het paradijselijke stof en vuil.


Woorden worden voor eeuwig in KEP, KEPA (juwelen, hagelstenen in het Aramees) gekerfd, als merktekenen.


Door dit process komt de volgroeiing, volmaking, het naar een hoger level gaan. Door pezen, zenuwen en bloedvaten worden de mannelijke geslachtsdelen aan elkaar verbonden om het tot een hoger geheel te brengen.



Hun huid moest geschonden (besnijdenis, scalpering, piercings etc.) worden, zodat ze Moeder Amazone zouden zien, visioenen zouden krijgen.


De vee-huiden van de boze geesten moeten dus geschonden werden, gesneden, zodat de basis van profetie gelegd kan worden, en er groei zal plaatsvinden in profetie. Hierdoor worden de Amazonen ten volle hersteld. Dit is waarom de Amazonen jacht vereisen, strijd tegen boze geesten, en schending van de huiden van deze geesten. Onze messen mogen niet rein zijn van bloed. Wij moeten het jachtveld op en het strijdveld op, anders zullen onze profetische kwaliteiten vervagen en corrupt worden. Ook onze eigen huid moet dus besneden worden, en daar zullen de Amazonen zorg voor dragen. Boven alles moeten wij streven te profeteren, profetisch te leven, anders is alles een verloren zaak. Boven alles moeten wij streven naar de heilige gebondenheid en heilige slavernij om zuiver te zijn.


Zie daar tot de diepere esoterische sieraden te komen. Het leven is in de diepte een ascetisch sieraad van nauwgezette discipline, van ijzeren wetten waaraan niemand kan ontkomen.


De rode draak, de vliegende slang, als beeld van de Urim en de naakte oorlogsvoerende paradijselijke stam van de onderwereld, is in de apocalypse de achtervolger van de Horus-bron van Jezus, en Jom, Jezus zelf, en haar volgelingen. Jom is de aanbidder van Horus, van Rian, die haar schuilplaats is, van mannelijke suprematie.


Openbaring 12


17En de draak, Urim, naakte stam, werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus, Jom, hebben; 18en hij bleef staan op het zand der zee.


Zand is HL, HAL, HALA, HEL in het Aramees, wat ook 'sieraden' en 'stof' betekent, 'dust', wat APHAR is in het Hebreeuws, het zand van het paradijs. In onze strijd tegen Rian en Jom, de Horus cultus en de Jezus cultus, komen wij tot het zand van het paradijs, de sieraden en wapens van de gnosis. Deze sieraden zijn piercings, waardoor wij worden gedreven tot heilige slavernij aan de gnosis.


De kippenjacht gaat over in de bokkenjacht, het komen van het letterlijke tot het symbolische. Er is alleen maar een Wet in het surreele. Dit is het doel van Ismael, de slaaf van de wet van Delallah, van Bilha. De Wet betekent sieraden. Dat is de enige manier waarop wij ons kunnen sieren : door de wet van de gnosis. De bokkenjacht is om deze sieraden te winnen, in de dieptes van het Isasschar gebied.


Telkens weer moeten we terugkeren tot de bokkenjacht, ook na de visvangst. Boek 14 is het 46e hoofdstuk van de Koran : De Zandheuvels. Telkens weer moeten wij terugkeren tot het staan op het zand, de Wet. Telkens weer moeten we het letterlijke verbreken om tot het symbolische, surreele en cryptische te komen. Dit is de volmaakte Wet. In die zin bouwen we dus wel degelijk ons huis, onze burcht op zand, op de Wet, en zijn wij heilige dwazen. Wij bouwen ons huis in de hel, het Aramese zand.


30 Zij zeiden: O ons volk! Wij hebben naar een na Musa geopenbaard Boek geluisterd, bevestigende datgene wat daarvóór is, leidende tot de waarheid en tot een recht pad.


Dan is er nog de lamsjacht, om weer te worden als een kind. Boek 15 is het 113e hoofdstuk van de Koran : Het Ochtendgloren, de strijd tegen de afgunstige, wat een beeld is van de lamsjacht voor een grote wedergeboorte, en wat ook een beeld is van de strijd tegen Jom, de lamsdraak, het tweede beest van de apocalypse. Op de lamsvacht is het Boek van de Moeder te lezen. Dit zijn allemaal voorbereidingen op de buffeljacht, het opgaan op de berg, als een grote opstanding. Boek 16 is het 52e hoofdstuk van de Koran : De Berg. Boek 17 is het tweede hoofdstuk van de Koran : Het Rund, wat over de runderjacht gaat, de verbreking van de afgoderij tot het gouden kalf, waar christenen zich schuldig aan maken, onder leiding van Jom.


Boek 18 is het 75e hoofdstuk van de Koran : De Opstanding.


1 Neen! Ik roep de Dag der Opstanding tot getuige,

2 Neen! Ik roep de zichzelf beschuldigen de ziel tot getuige.

3 Denkt de mens dat Wij zijn beenderen niet kunnen verzamelen?


5 Maar de mens wenst in ‘t vervolg slecht te handelen.

6 Hij vraagt: "Wanneer is de Dag der Opstanding?

7 Maar als het oog verblind wordt,

8 En de maan verduisterd zal zijn,

9 En de zon en de maan zullen samen gebracht worden,

10 Op die Dag zal de mens zeggen: "Waarheen te vluchten?"

11 Neen! Geen schuilplaats!

12 Slechts bij uw Heer zal dan uw toevlucht zijn.

13 De mens zal op die Dag worden onderricht over hetgeen hij vooruitzond of achterliet.

14 Neen, de mens is een bewijs tegen zichzelf.

15 Zelfs al biedt hij zijn verontschuldigingen aan.

16 Beweeg uw tong er niet mede om deze woorden haastig op te nemen.

17 Het verzamelen en het verkondigen er van rust op Ons.

18 Wanneer Wij dus de Openbaring verkondigd hebben volg dan de verkondiging.

19 Daarna rust de verklaring er van op Ons.

20 Neen, maar gij mensen hebt dit leven lief.


De zon en de maan komen samen, als de Urim en de Thummim. De oorspronkelijke paradijselijke lichaamsdelen komen bij elkaar, als beeld van de opstanding. Het heilige vlees wat door de Aker bewaakt wordt is teruggeroofd. Vandaar dat Ismael hierin een sleutel is, als de zoon van Aker, Hagar. Alleen hierin is het herstel van Israel, het herstel van de heilige slavernij door de heilige tijdschijf van Delallah, Bilha. Dit gebeurt dus door een heilige wedergeboorte, door heilig zaad, de beeltenis van de stam Reuwben, die tot de tent van Bilha kwam. Ook Jakob verplaatste zijn bed naar de tent van Bilha na de dood van Rachel, wat lam betekent in het Hebreeuws, als een beeld van de overwinning over Jom.


Als we het heilig vlees hebben gevonden en teruggeroofd hebben we zo deel aan de stam van naakte oorlogsvoerders.


In het Aramees is de goddelijke donder, Zij met de boog, degene die ook de zondvloed bracht. In het Hebreeuws is de boog voortgekomen vanuit valstrik, het strikken, wat de eigenlijke essentie van de donder is. Zij is de strikster. De goddelijke donder, Rimmon, komt van 'rum', hoog zijn, dronken zijn. De Rimmonim is ook een sieraad van de Torah-boekrol.


In het Aramees is donder ook een beeld van straffen, klagen, tot klagen brengen, een massa (stam), boosmaken. Het is een beeld van de aspecten van de tucht. Het boek van de Donder is dus het boek van de tuchtigende moederschoot, om tot geboorte te brengen en opvoeding, als de matriarchische pedagogiek.


In haar naam worden wij opgeroepen tot de oorlog in de hemelse gewesten en in de onderwereld. In haar naam moeten wij jacht maken op de valse geesten en hen tot onderwerping brengen.


In het paradijs in Genesis 3:1 komen we weer terug bij de RM, het teken van de goddelijke donder.


1 Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst.

Sluwst is RIM, RYM, RM in het Aramees. In het Hebreeuws betekent dit in de worteltekst : naaktheid. De slang is in de worteltekst een metafoor voor de opvoeding, de pedagogiek. Dit was dus een volk die het diepst in de natuur leefde, en het naaktst was. Zij waren het paradijselijke teken, het teken van na de zondvloed, het teken van de donder, van het oorlogsgejoel en het overwinningsgejoel.



Zij die niet door de uren van de Koran komen, worden door de zondvloed meegenomen tot het Vuur. Aan alle kanten kunnen wij er dus afvallen. Telkens worden de uren weer herhaalt, en wij kunnen hierdoor opgroeien, of we vallen terug. In de hindoestaanse mythologie zijn de slangen de bewakers van de schatten van de onderwereld en de gnosis. De paradijselijke, heilige naaktheid staat in die zin voor de probiotica van de gnosis, het jachtsgerei van de natuur. Boek 19 is het dertiende hoofdstuk van de Koran : De Donder. Hierdoor is het fundament gelegd om vee te houden. Boek 20 is hoofdstuk 6 van de Koran : Het Vee.


Boek 21 is hoofdstuk 70 van de Koran : De Wegen van de Opstijging.


8 De Dag waarop de hemelen als gesmolten koper zullen worden

9 En de bergen zullen zijn als lamsvacht.



Zo zien we dat het lamsvacht, de overwinning over Jom, sleutel is in het opgaan op de berg, de runderjacht, het verslaan van Rian, de Horus cultus. Wij moeten daarom eerst, als voorbereiding op de buffeljacht, de lamsjacht beginnen, en het lamsvacht dragen. Dit is wat in diepte de bruiloft van het lam betekent, dat het lamsvacht in bezit wordt genomen, en trots wordt gedragen, om zo tot de berg te gaan, tot de bizonjacht. De opstanding is niet in Jezus, maar in Judas. De opstanding is niet in Horus, maar in Seth. De opstanding is in Ismael, in Mohammed, de ware opstanding van Israel. Boek 22 is hoofdstuk 47 van de Koran : Mohammed. Dit is de oprichting van de tijdschijf, van de Mowed, als de openbaring van Mowed, waarvan Mohammed een beeld is. Dit werd ondergesneeuwd door het christendom.



Boek 1 – Koran 1 – De Opening

Boek 2 – Koran 71 – Noach

Boek 3 – Koran 3 – Het Huis van Imran

Boek 4 – Koran 37 – Degenen Die Zich In Rijen Scharen

Boek 5 – Koran 90 – De Stad

Boek 6 – Koran 100 – De Aanvallers

Boek 7 – Koran 102 – De Wedijver in het Vermeerderen Van Rijkdommen

Boek 8 – Koran 111 – De Vlam

Boek 9 – Koran 96 – De Bloedklonter

Boek 10 – Koran 4 – De Vrouwen

Boek 11 – Koran 16 – De Bij

Boek 12 – Koran 83 – Plichtsverzuim

Boek 13 – Koran 10 – Jona

Boek 14 – Koran 46 – De Zandheuvels

Boek 15 – Koran 113 – Het Ochtendgloren

Boek 16 – Koran 52 – De Berg

Boek 17 – Koran 2 – Het Rund

Boek 18 – Koran 75 – De Opstanding

Boek 19 – Koran 13 – De Donder

Boek 20 – Koran 6 – Het Vee

Boek 21 – Koran 70 – De Wegen van de Opstijging

Boek 22 – Koran 47 – Mohammed











Hoofdstuk 5. De Val Van Rian Door Het Verborgen Dodenboek In De Koran


In Boek 23, hoofdstuk 38 van de Koran : Saaad, worden de bergen in handen van David gegeven, is David de overwinnaar in de runderjacht.


17 Verdraag geduldig wat zij zeggen, en herinner je Onze dienaar David, de bezitter van macht. Hij wendde zich immer tot Del-allah, Bilha.

18 Waarlijk onderwierpen Wij de bergen aan hem, om Del-allah, Bilha, te verheerlijken bij het vallen van de nacht en bij zonsopgang.

26 O David, waarlijk hebben Wij jou gemaakt tot een regeerder in het land; dus vel een rechtvaardig oordeel tussen de mensen.


Hier is David als de in de onderwereld opgestane Osiris die regeert in de Hal van het Oordeel. David is het beeld van de Voeten van de Moeder Amazone die hebben overwonnen. In de Jezus mythologie zet de Christus, de Chasma, de Moeder(schoot) Haar voeten op de Olijfberg, als een teken van de overwinning over de rund van mannelijke suprematie. Als een teken dat loon de valse genade heeft overwonnen.


Voor ons is het zaak om tot het nachtvisioen te komen, waarvan de dageraad een beeld is. Het nachtvisioen bevindt zich in het bloed van de vijandelijke rund. Dit gebeurt dus door de runderslacht. Boek 24, hoofdstuk 89 in de Koran, is De Dageraad. Hierin is de verhouding tussen nacht en dag 10 : 1.


  1. Bij de dageraad.

  2. En de tien nachten.


In de onderwereld is er voor elke dag tien nachten. Dit is dus geen letterlijke dag, maar een nachtvisioen. In het nachtvisioen gaat het erom te streven naar de openbaring van de heilige tijdschijf, de openbaring van de uren.












De Voeten van Christus, als de Chasma, de Moeder(schoot), waarvan David een beeld is, zullen komen om besnijdenis te brengen, om de persbak te betreden. Dan zal het water in bloed veranderen, en de nieuwe wijn stromen. Het Bloed vergoten door de Chasma, de paradijselijke afgrond, van de wortel van David, is onze drank. De Heilige Besnijdenis is onze voedster. Wij moeten in de Heilige Besnijdenis wederom geboren worden en van haar borst drinken. Het zal ons helemaal terugleiden tot de godenberg van Eeden in Ezechiel 28 waar we de amazones zullen ontmoeten. Hier kwam de heerlijkheid van Eeden uit voort. Vanaf deze berg, als beeld van de oerjacht op de vijandelijke rundersoorten is al het goede van de Moeder Amazone gekomen, ook de Heilige Besnijdenis. Op deze berg zullen wij alle geheimenissen van de Moeder Amazone terugvinden. De voetstappen van de Chasma zullen terugleiden tot de berg van Eeden waar alles begon. Waar de Moeder Amazone in Haar heerlijkheid woont. De Moeder Amazone roept ons tot Haar berg. Haar voeten zullen staan op de heilige berg, en Zij zal Haar vijanden tot een voetbank maken. Op David's Troon zal Zij zitten, en zal alle namen kennen van hen die verzegeld zijn, hen die de Heilige Besnijdenis als het zegel van de Moeder Amazone hebben ontvangen.

Laten we vanaf nu een relatie beginnen met de Heilige Besnijdenis, om aan haar gelijkvormig te worden. Laten we deze erfenis niet weggooien, maar op waarde schatten. Het gaat om de besnijdenis van ons hart. Ook is de besnijdenis van onze mond, ons woord, zeer belangrijk, en de besnijdenis van onze ogen en oren. Laten we zo alles in ons leven toewijden aan de Heilige Besnijdenis, en geen deel overslaan. Wanneer onze ogen niet besneden worden staan wij nog steeds in de ogendienst, en kunnen zo niet hogerop komen, en hetzelfde geldt voor de oren. Vandaag de dag zijn wij veelal slaaf van het boze oog en het boze oor. Alleen de Heilige Besnijdenis kan daar korte metten mee maken. De Heilige Besnijdenis is de Gnosis der Wijngaard. De Heilige Besnijdenis is de Schenker van de Moeder Amazone, en de Brenger van de Nieuwe Wijn.

In onze strijd tegen de valse, overmoedige, onrijpe wijn van hoererij is de Heilige Besnijdenis ons harnas. Zij brengt ons tot de ware dronkenschap.

De persbak moet door de Voeten van de Chasma betreden worden, waar David een beeld van is, door de Heilige Besnijdenis.

De wijn van goddelijke dronkenschap komt uit de borsten van de Goddelijke Realiteiten zoals de Heilige Besnijdenis. Dit om te laten zien dat het alleen komt door intimiteit met het Goddelijke.

De borsten van de Heilige Besnijdenis brengen de wijn van gramschap. In Hooglied worden borsten vergeleken met gazellen, snelle viervoeters. Zij zijn de besnijders van de mond. Zij treden de persbak van het verstand, en brengen zo dronkenschap. De stem van de Heilige Besnijdenis besnijdt het hart. In hoofdstuk 5 van Hooglied staat dat er wordt gegeten van de raat en de honing, en van de melk en de wijn wordt gedronken, en dan staat er een oproep om dronken te worden. Ook staat er een oproep om genoten te worden, om te eten en te drinken. De Ogen van de Heilige Besnijdenis besnijden het geweten. In Hooglied staat er : Wendt uw ogen van mij af, want ze brengen mij in verwarring. De Moeder Amazone spreekt door deze dronkenschap om zo het valse verstand en het valse vlees uit te schakelen. Wij moeten ons ernstig uitstrekken naar deze dronkenschap.


De Heilige Besnijdenis is een slachter uitgezonden tot de vijand.

Keer niet terug tot de varkensstal, en tot het eten van varkensvoer, maar drink van de Heilige Besnijdenis.



In het boek Hooglied is de Moeder Amazone donker van huid, als de tenten van Kedar. Dit zijn de goddelijke tenten, OHEL, van de duisternis. De tent of tabernakel wordt op verschillende manieren besproken in de oude geschriften. Kedar is duisternis in de grondtekst, dus we hebben hier te maken met de duistere OHEL, de tabernakel in de mysterieuze diepte. Iyowb klaagde erover dat hij door de moederschoot (BETEN) terecht kwam in de plaats waar haar knieen (BEREK) hem opwachtten, en een plaats waar hij aan de moederborst (SHAD) moest zuigen (YANAQ). Het bracht hem niets dan ellende. In Hooglied staat in de Westerse vertalingen vaak de bruidegom beschreven als een bundeltje myrrhe (MORE), wat bitterheid betekent, en het bracht hem tussen de borsten (SHAD) van de Moeder Amazone voor de hele nacht (1 : 13), maar het gaat hier niet noodzakelijk om een bruidegom. In het Hebreeuws is dit ook een zoon of schoonzoon, zoon van de wet. In het Aramees gaat het om een fokker.


Iyowb wil terug naar de moederschoot, de BETEN, en in zijn pijn wilde hij wel dat hij daar altijd was gebleven, en daar was gestorven, zodat hij niet door al deze dingen heen moest gaan. Hij voelde zich levende in slavernij, en wilde wel dat hij een misgeboorte was, dat hij gewoon een gevangene zou zijn op die plaats waar hij de stem van de drijver niet zou horen (Iyowb 3). Hij verlangde terug te gaan. Hij vervloekte zijn geboorte dag. Er is een plaats voordat de moederschoot je grijpt, en dat is de YADA, het gekend zijn door God, wat de onderdrukking door goddelijke 'discriminatie' en 'racisme' is, wetende dat de Moeder Amazone boven jou staat. Hier ging ook Yirmeyah doorheen. Eerst worden wij gevormd in het hart van de Moeder Amazone, waar de overeenkomsten zijn opgetekend, waar Haar Wet in ons wordt gekerft. Dit is de plaats tussen haar borsten, waar de bittere zielen hangen als bundeltjes myrrhe. De YADA is de goddelijke kennis. YADA is de plaats van belijdenissen, het is de plaats van het goddelijke zien, de profetische kennis (vgl. ZUWR). In het boek Iyowb staan de Onderwereld en de Vernietiger, Abbadown, naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van de Moeder Amazone (26 : 6). Zij zijn als Jagers op ons afgezonden om ons terug te brengen tot de diepere plaatsen van de onderwereld waar wij vandaan kwamen. Iyowb weet dat hij naakt tot die plaatsen zal wederkeren, omdat hij daar naakt vandaan is gekomen. In het boek Openbaring bewaakt Abbadown de put van de afgrond, de Teoom. Zij kent alle geheimen. In het boek Hooglied komen we weer de YAD tegen, het 'mannelijke' geslachtsdeel, de bouwstenen van het paradijselijke lichaam, waaruit myrrhe druppelt, bitterheid (MORE, MARAR). Dit druppelen is in de grondtekst NATAPH, wat profetie betekent. Door de besnijdenis, ook van hart en ziel, brengen wij dit voort. Onze profetie moet bitter zijn, anders mogen we onszelf afvragen of wij wel in profetie leven (5 : 5).


In hoofdstuk 5 keert de zoon, de zoon van de wet, de fokker, terug naar de naaktheid (vers 3). In het Hebreeuws is dat hetzelfde als in ballingschap gaan (GALAH), en dat gebeurt in de grondteksten door armoe (Klaagliederen 1 : 3). In het Aramees wordt de zoon 'uit het net gehaald' (KUTTIN), na de jacht.


In hoofdstuk 6 is de zoon afgedaald door de hof naar de plaats van bedden, ARUWGAH, wat in diepte 'ongetemd' betekent, en wilde ezel, een beeld van Ishmael. Deze afdaling is ook een val in het Aramees, een verliezen of verlaging van status, om zo met de lelien te zijn, wat in de Hebreeuwse grondtekst overwinnings-gejoel betekent, als het zijn met de amazones.


In 7 : 2 wordt de schoot van de Moeder Amazone, BETEN, de schoot van de onderwereld, beschreven als bewapend met overwinnings-gejoel (lelien).


Aan het einde van het boek Hooglied roept de Moeder Amazone Haar zoon op te zijn als een gazelle, een antiloop in het Aramees, UZAYLA (8 : 14), als een renbok. In 7 : 3 worden haar borsten, SHAD, in verband gebracht met de plaats van de UZAYLA in het Aramees. Dit is dus ook een sleutel voor de zoon om daar te komen, in het hart van de onderwereld.


Wij moeten tot het punt komen dat wij 'gekastijde, gehoorzame slaven' zijn van de Moeder Amazone.


De Ziel is in het Hebreeuws de armoede. In de hermitatische geschriften wordt ook gesproken van de komende uitstorting van de Heilige Armoede, die de Heilige Honger is, in verband staande met de Heilige Ziel.

De Bitterheid van de Ziel, Myrrhe, leidt in Hooglied tot de plaats tussen de borsten van de Moeder Amazone in de nacht. Hier is het hart van de onderwereld. Wij moeten er naar streven om het goddelijke etiket 'gekastijd', en 'gehoorzaam' te ontvangen, om ons contact met de Moeder Amazone te herstellen. Hierdoor komen wij tot de levendmakende bronnen van de Ziel (CHAY). CHAY is in diepte 'horen en gehoorzamen'. Dit is dus wat 'leven' daadwerkelijk inhoudt. De 'levende ziel' die in het paradijs werd gegeven (Genesis 2 : 7) betekende dus : 'door kastijding en armoede' (honger, heilige vasten) tot 'horen en gehoorzamen' komen, tot een slaaf van de Moeder Amazone worden, de 'nephesh chay'. In het Aramees betekent 'leven' het zijn in de rauwe, natuurlijke staat, volbloed, ongemixt, als een stromende vloeistof (rivier).

Een ander woord voor 'horen en gehoorzamen' in het Hebreeuws is SHAMA. Dan hebben we het dus over de NEPHESH SHAMA.

Er was ook iets wat al veel eerder in het paradijs werd gegeven : de APH (Genesis 2 : 7), de triller, beven, ook wel het paradijselijke hart, de lankmoedigheid (longsuffering).



De bergen als beeld van de runderjacht is ook een symbool van de borsten van de Moeder Amazone. Wij moeten door de runderjacht terugkeren tot de borsten van de Moeder Amazone, om zo te leven door Haar melk.



In Psalm 17 zien we in het Aramees de vagina van de Moeder Amazone als ringen, YAN, YN, AYNA, die visioenen, HZY, bevatten van richting, koers, leiding, regels en levels. Dit zijn visioenen van correctie, kastijding en discipline. Hierin wordt David ingewijd. YAN, YN, de vaginale ringen van de nachtvisioenen die ook verborgen worden door de vijandelijke runder-geesten zijn een beeld van JANA, de Urim van de Amazones. Hierdoor worden wij geinitieerd in JANI, de Thummim van de Amazones. In Psalm 17 worden wij gered van de goddelozen door de besnijdenis, HARBA, HREB, HOREB, het zwaard van MUSA, MA-SA, zijn speer, wat ook bestraffing en oorlog betekent. HOREB is de berg waar MUSA de tien geboden kreeg. In het Hebreeuws is dit zwaard, CHEREB, wat besnijdenis-mes betekent, en slagtand van het nijlpaard, van de BEHEMOTH. In Psalm 16 laat de Moeder Amazone aan David zien in openbaringen het pad van de sexuele omgang van en met de Wet als de formule tot overwinning. Dit betekent : wij moeten de diepte leren kennen van de Wet.



Jezus greep ons weg uit het Davidische, en verblinde ons, als een mix van Roomse goden. David overwon door het vestigen van de Wet.



De TEQAN, de heilige erectie, betekent het vol worden met het bloed van de vijand, door de AIMA, David, de Bloed-Vergieter. De TEQAN is de heilige verbinding tussen David en Adam, de dronkenschap van het bloed van de vijand. Het bloed van de vijand moet afgenomen worden, anders is de vijand nog steeds in volle kracht en gevaarlijk, heersende over ons. Dit is een oorlog. Ons verstand moet veilig zijn tegen ingeving van de vijand door het bloed van de vijand, door de dronkenschap. Deze dronkenschap is mind-altering, zoals de drugs-bomen in het paradijs. Dit is hoe een erectie werkt : Bloed wordt in het geslachtsorgaan gepompt. Dit is geen onschuldig bloed. Het is het bloed van de vijand.



De YAD is Adam, de penis, de speer, de IDOM, de oorlogs-fetish, die ook Horus gebruikte om het kwaad te overwinnen. Horus overwint door zijn erecte phallus, en werd ook vaak zo afgebeeld. In het christendom werd dit alles afgedekt, en was dit allemaal taboe.



De zalving was in de grondtekst het vuilmaken, rituele verf. In het Hebreeuws betekent zalven ook doen groeien, en dit had te maken met het zalven van de phallus om het erect te maken. Dit gebeurde met dierenvet, maar ook met bloed en zaad, MAYIM, wat ook voetenzweet betekent. Op die manier moest de speer gezalfd worden. 'Gij zalft mijn hoofd met olie.'


'Gij laat mijn phallus groeien door het te zalven met dierenvet,' staat er dan. Hier wordt het woord 'shemen' gebruikt voor dierenvet, waar ook het woord 'semen' vandaan komt, zaad, sperma. In het Aramees is dit MSH, MSHA, MESHA, waar het woordje Messias, Messiah vandaan komt. 'Mijn beker vloeit over,' is dan een gevolg hiervan, en in het Aramees staat er : 'Mijn beker maakt mij dronken,' wat ook weer terugwijst op Adam de paradijselijke dronkenschap. Zo kan dan de oorlog beginnen, en de jacht. In het Hebreeuws betekent dit ook dronkenschap in de diepte van het woord, en beker betekent onreine vogel, als demonen-vogel, demonische kip, Kowc.


De Levieten gebruikten vogels, kippen, om hun huizen schoon te maken en te ontzondigen, zowel levende kippen als dode kippen.



In het Grieks staat de kip ook voor het afweren, zij die de grenzen leggen. Zo maken de valse demonische kippen valse grenzen, en valse afscheidingen. In die zin is ook de kippenslacht een beeld van de Mazona, de scheiding en verstoting door de Amazones, uitgebeeld door kippenveren, wat ook weer wijst op Ishmael, de kippenslachter. De veren beelden de paradox uit, de tegenstrijdigheid van alle dingen, en het syncretisme.


Veren zijn symbolen van communicatie met het hogere, symbolen van de gnosis. Daarom was de Levitische kippenjacht zo belangrijk, want de demonische kippen-geesten die leugens verspreiden met halve en verdraaide waarheden, hielden de gnosis van de mensen vandaan. De kippe-veer was een teken van overwinning over de kip-demonen. Dit werd dan ook een Levitische oorlogs of jachts-fetish. De veer werd een teken van oorlog en de jacht.


Juist omdat de kippenslacht een beeld is van de Mazona, de scheiding en verstoting door de Amazones, houdt de kippenslacht ook verband met de Shebuw steen, de steen van Aser, als de verdeler-steen, de steen van scheiding. In het Aramees is het een steen in de borstplaat van de hogepriester (SHEBUW), de steen van ASER, als het hogepriesterlijke orakel. Het is een paradoxale steen, omdat het ook gevangenschap betekent. Dit staat gelijk aan PANIYM TSAR, de afgehakte veekop van de vijand in het Hebreeuws. Dit werd dus gebruikt als een orakel. In het Hebreeuws is de PANIYM ook de tijdschijf van het oer. Dit was dus een onderdeel van de slagers-bediening : het afkappen van de koppen van vijandelijk vee, om zo gnosis te laten stromen. De SHEBUW-steen is in de worteltekst de verdeler-steen, de breker-steen van onderscheiding, de brenger van fragmentatie, zoals de kippenveer doet. In de hogere gnosis is Aser een Amazone stam, een stam van kippenslachters.


De vrouw op het beest verschijnt als een beeld van de komst van de Amazones, een grote apocalyptische gebeurtenis, na het verschijnen van de tronen, de bruggen, de paarden, na de verbreking van de zegels, om jacht te voeren op het lam, voor de schijn-bruiloft der Amazonen, die altijd in de MAZONA eindigt, de scheiding, en tot de TOWRAH, de Wet van scheiding. Ook Iyowb moest hier doorheen. Het lam moest verslagen worden, omdat het lam alle zegels vasthield, als de grote wachter der zegels. In de diepte van de grondtekst van Hooglied komen de Amazones tot hun zonen in het Hebreeuws, en tot de fokkers in het Aramees. Dit zijn de zonen van de Wet.


Wanneer we Jom, Jezus, het lam, hebben verslagen, oftewel het achtste zegel hebben verbroken, moeten we Rian verslaan, oftewel de grote Egyptische zonnecultus die zich achter Jezus schuilhoudt : de cultus van Horus. Alleen als we de valse Horus hebben verslagen kunnen we ten volle en daadwerkelijk Jezus overwinnen, en klaarkomen met het mysterie. Hiertoe moeten wij tot de berg komen met het lamsvacht, om zo deel te hebben in de runderjacht, als het komen tot de borsten van de Moeder Amazone.


Het boek van de moederschoot, de moeder bijbel, staat geschreven op het lamsvacht. In de diepte van het Grieks betekent het lam : 'van man tot jongetje worden'.


De vrouw zal zitten op het beest aan wateren, aan MAYIM, zaad, wat in de oude talen ook de betekenis van bloed heeft. Zij komt voort vanuit een grote oorlog, een grote jacht. Zij zal het grote achtste zegel openen. Zij is immers de moeder van de gnosis.


Het boek van de moederschoot van de lamsvacht schijnt de weg te zijn tot de wereld waar de zon en de zee zijn overwonnen. Dit boek is biblion in het Grieks, wat ook scheidings-certificaat betekent, oftewel de MAZONA. Hierdoor komen we door het voorhangsel van het lamsvacht tot de moederschoot.


In Leviticus 4 staat dat de Levieten voor het voorhangsel van de tempel hun voeten moesten dopen in runderbloed voordat zij door het voorhangsel heen konden gaan.


Boek 23 – Koran 38 – Saaad

Boek 24 – Koran 89 – De Dageraad



Hoofdstuk 6. De Hoorns van De Buffel-demoon Rian – De Val van Septus


De hoorns van de demoon-runderen zijn belangrijk. Het zijn een soort antennes die hen in verbinding houden met de onderwereld. Dit is een groot wolvengeheim, waar de wolf achter is gekomen. Dit is een belangrijk orakel. De hoorns van de demoon-rund laten hem communiceren met de doden. In het NT is dit de eirene, de vrede, en in het OT is dit de darash en de slm, de Salomo.


De vliegende slang is in het Aramees een beeld van de Urim, en in het Egyptisch een beeld van het heilige vlees, het paradijselijke lichaam. In de Aramees-Hebreeuwse grondtekst is het de naakte, oorlogsvoerende stam in het paradijs. Het paradijselijke, naakte, oorlogsvoerende lichaam wordt bewaakt door de Aker, de dubbele poortwachter van de onderwereld, als een anagram van Hagar. Dit lichaam van de naakte, oorlogsvoerende stam is een beeld van haar zoon, Ismael. Dit is ook het teken van de donder.


We zagen dat de IYSH opgroeit als boogschutter en slager. Dit gebeurt allemaal door HAGAR. De IYSH wordt zo tot een ISHMAEL, oftewel 'een onderscheider van offervee', slagers-kennis. ISHMAEL rooft zo de Salomo-trofee, de hoorns van de buffeldemoon, waardoor hij contact heeft met de doden. Dit is ook een eigenschap van het tweede paard, het rode, oftewel gouden paard, in Openbaring.



Openbaring 6

3 En toen Hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom! 4 En een tweede, een rossig (Aramees : gouden) paard, kwam, en hem, die erop zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en dat zij elkander zouden slachten, en hem werd een groot mes, sikkel-mes, slachter gegeven.



Eirene (als een beeld van Salomo), wordt “weggenomen”, lambano, wat “gevangen door de jacht” betekent, “uitverkozen” en “geplunderd”.

In deze zin is Ishmael het rode paard. Ishmael organiseert een invasie in het rijk van Salomo, om de betekenissen te veranderen, om Salomo eigen te maken, als een trofee. Salomo is dus het doden-orakel, de hoorns van de vijandelijke rund-geest.



Het is dus belangrijk om boogschutter onderscheiding te krijgen, en zo te komen tot slagers-onderscheiding.



Psalm 119


165 Zij, die uw wet, TOWRAH-YARAH, het boogschieten, liefhebben, hebben grote vrede, shalowm, SALOMO,

er is voor hen geen struikelblok.


In de worteltekst van de TOWRAH, de wet, gaat het om 'het leren boogschieten, het leren onderscheiden in het boogschieten, het leren mikken.' Zo kunnen wij de burchten van Salomo veroveren.


Spreuken 3


1 Mijn zoon, vergeet HET BOOGSCHIETEN niet

en uw hart beware mijn geboden, 'de codes van wijsheid' (Hebreeuws).


Spreuken 29


18 Waar het visioen ontbreekt, gaat het volk ten onder, speelt het volk voor leider ;

als het HET BOOGSCHIETEN onderhoudt, is het gelukkig, doelgericht, vol onderscheiding.


Het boogschieten is dus een manier om visioenen te ontvangen. Gelukkig of gezegend is ook in de worteltekst van het Hebreeuws : sterkte, vastheid, stevigheid.


In Openbaring zal het goud in duisternis, haar en veren veranderen, in het originele Aramese NT. Hier zal het gouden paard, Ismael, naartoe leiden, als de brug van de moederschoot in het Aramees.


In dit opzicht is Ismael de URIM, en is zo het rode paard verbonden aan de rode draak.


In de Koran, in Saaad : 34-36 is de Geest, de wind, oftewel Septus, onderworpen aan de Salomo, dus aan het dodenorakel van de buffelhoorns trofee.


Zij die dit orakel niet hadden buitgemaakt zouden nog steeds leven onder de heerschappij van Jom, de Jezus-illusie. Dit geheim wordt in de esoterie ook wel 'de wolvensteen' genoemd. In het Grieks is dit de witte steen beloofd aan de overwinnaars. Wolf in het Grieks, lykos, komt namelijk van leukos, wit. Zo is het witte paard dan de brug der wolven in het Aramees-Grieks, het grote geheim van het dodenorakel, de overwinning over de vijandelijke buffel-geest. Dit wordt ook geschonken aan de martelaren onder het altaar, die zo de paarse ruiter van de slaap, van het vijfde zegel, zullen volgen. Zij zullen dus komen tot de onderwereld. Zo zal dus Rian in zijn val ook Septus meesleuren.






Hoofdstuk 7. Het Oordeel Over De Aardse Slagers


De kerk hield de mens altijd af van buitenaards leven. De kerk wilde zo de controle bewaren. Het lamsvacht van de demonische vorstin van het christendom, Jom, die haar wortels al had in het oude Egypte, staat voor buitenaards contact. Daarom is het zo belangrijk dit lamsvacht buit te maken. Het lamsvacht ligt uitgespreid op de leeuwensteen, als het grote leeuwengeheim. Zij die het vacht nemen van onschuldige lammetjes zullen door de steen vernietigd worden. Het gaat dus om de demonologie, niet om de aardse slagers. Zij zullen hun loon hebben voor het kwellen en vernietigen van de schepping. Zij die leven van dierenvlees zijn te lui om demonen-jagers te zijn, en te laf. Het is een vorm van cheaten, en de gnosis is er tegen. Ook staat het lamsvacht van Jom voor de grote verjonging, als een teken van het kinderparadijs.



In de esoterie is de met lamsvacht bedekte leeuwensteen ook de transformer van ijs. De zegels van de demonische lammeren zullen verbroken worden door de heilige leeuw, en dit zal het boek des levens openen, geschreven op lamsvacht, op lamsleer.


Voor de diepere en verdere verjonging moeten we tot de Griekse wortels komen van het lam, wat de visvangst is. De visgraten laten ons communiceren met tijd, en teruggaan in de tijd. Tijd is dan geen barriere meer, maar een doorgang. In de tempel van de Moeder Amazone moeten wij hiervoor gaan door het voorhangsel van visgraten. Zo wordt tijdreizen een realiteit.


De visvangst staat voor :


Dit wordt ook wel de python steen genoemd.


De hoorns van de demoon-bok staan voor de antennes voor vorige levens. Dit is het geheim van de cobra, de cobra-steen. De demoon-kip staat voor het voorgeslachtelijke contact.


Lamsvacht – wedergeboorte, verjonging, buitenaards contact – leeuw steen

Buffelhoorns – contact met de doden, necromantiek – wolf steen

Visgraten – contact met andere tijden, tijdreizen – python steen

Bokhoorns – contact met vorige levens – cobra steen

Kipbotten – voorgeslachtelijk contact – vos steen

Varkenskop en botten – contact met parallelle werelden – krokodil steen


Aardse slagers zijn gemakzuchtig, en rovers van deze mediamieke voorwerpen, maar deze objecten zullen tegen hen werken met hoge voltage. Ongeoorloofd gnosis roven leidt tot electrocutie.










Hoofdstuk 8. De Koraalduivel en de Filistijnse Apocalypse



De domme mensen weten niets van de dierenwereld, dat zij die nodig hebben om te overleven en te kunnen leven. De kippen en hanen staan voor het contact met de voorgeslachten. Een kip of haan van het leven te beroven heeft ernstige gevolgen. De aardse slager wordt zo van de voorgeslachtelijke bronnen losgesneden. Zijn aura wordt opengereten. Er is niemand die redt. De energie van de kip zal wraak zoeken, en de energieen van de voorgeslachten van de kip zelf. De gnosis zal tegen een aardse kippenslager werken, en zo wordt de aardse slager een vogelvrij verklaarde.


Wel is het dus zaak om de demoonkippen te bestrijden in de hemelse gewesten, om hun kippenbotten buit te maken.


Ook de christelijke apocalypse heeft zijn diepe wortels in de Egyptologie, in de boeken van de uren van de nacht, de Egyptische tijdschijf. Zo zien we in het elfde uur van de Amduat de godin van de tijd rijdende op een slang, zoals de vrouw van openbaring op het beest rijdt. Een andere slang met vleugels is genaamd Ziener, en boven hem zijn twee ogen, de zon en de maan, die staan voor het herstel van het bewustzijn. Dit is een beeld van de Urim en de Thummim. In de Koran is het samenkomen van de zon en de maan een beeld van de opstanding. De oorspronkelijke lichaamsdelen van het paradijs komen bij elkaar. Zo kan er schepping komen. Het twaalfde uur is de wedergeboorte van de zon als de Kepri, de kever, wat een beeld is van de nomade.


In de vissenjacht hebben we te maken met gevaarlijke steekvissen die een uitwendig gratenstelsel hebben, wat ook nog eens giftig is. Er groeien ruggegraten op hun rug, de vinstralen, lange, dunne, giftige pinnen, waar ze mee kunnen steken.


Als deze vissen zijn uitgeschakeld zijn de vinstralen nuttig voor veel dingen. Door de amazones worden ze gebruikt om de borsten van mannen mee te doorboren, als piercings. Ook sieren ze zichzelf hiermee op als de bewakers van hun lichamen. De steekvissen worden ook wel koraalduivels genoemd, of schorpioenvissen of leeuwvissen. Vaak hebben de vinstralen waarschuwings-patronen, verschillende elkaar afwisselende kleuren. Hierin liggen communicatie-systemen verborgen, op hormonaal en bio-electrisch niveau. Vandaar dat de vinstralen belangrijk zijn voor de amazones. Het is een strijd die alleen hen van de gnosis kunnen overwinnen.


Vissen bewaken de poorten van tijd. Zij kunnen eenvoudig een verlammend gif inbrengen tot hen die willen tijdreizen. Niet velen komen langs zulke wachters. De toekomst is het resultaat van de veranderingen gemaakt door tijdreizen. Voor velen zal er dus geen toekomst zijn, omdat ze nooit langs deze vissen zijn gekomen. Ook het eten van vis in de materiele wereld zal vele van zulke poorten blokkeren, zodat de mens zichzelf opsluit, naast vergiftigd te worden door het kwik in de vis.


De straalvinnen moeten buitgemaakt worden voor het openen van belangrijke tijdpoorten.


Wij moeten jacht maken op de ark, zoals de Filistijnen dat deden. Filistijnen zijn 'nomaden' in de worteltekst, als rondtrekkende jagers. De Filistijnen zijn een belangrijke sleutel tot de ark, als ark-jagers, want zij laten zien dat de gnosis teruggeroofd moet worden. KRA is jachtsloon, als jachtstrofeeen. Wij krijgen ons loon door de jacht, door valse geesten te verslaan. Openbaring vindt plaats in en door de jacht.


De buitgemaakte ark werd gebracht tot Ashdowd, een Filistijnse stad. Dit betekent sterkte en hardheid, onderdrukking, geweld en slacht, oftewel bloedvergiet. Dit is ook waar THOTH, het Arawakse TATAN, voor staat, de Neph-Ilim brug, als NEPH-TET-ILIM. De jacht en het jachtsloon, oftewel de jachtstrofeeen, brengen sterkte, hardheid en bloed. Daarna werd de ark tot GATH gebracht, een andere Filistijnse stad, wat wijnpers betekent, als een beeld van bloeddronkenschap, ook als beeld van de slacht.


Goliath kwam uit Gath. Goliath komt van GOLAH, wat openbaring betekent, ontzegeling, naaktmaken en in ballingschap voeren.


In Amowc 3 : 7 staat :


De Heere openbaart/ maakt naakt/ brengt in ballingschap/ maakt : GLY


Hij openbaart RAZ, mysterie, allegorische uitleg, typologische symbolen, sacramenten.


Openbaring staat gelijk aan naakt in ballingschap gaan, en dit is in Yechezqel de opslagplaats van MAYIM, het goddelijke zaad. Yechezqel kwam tot de naakte ballingen, GOWLAH, van TELABIB, wat de geprezen opslagplaats van de vloed, van MAYIM, betekent, aan de brandende oer-rivier KEBAR (CHEBAR) van vermenigvuldiging, van het vele, om groot te maken (Aram.: NHAR, NAHRA, rivier van vuur).


GLY is het geheim van creatie :

OPENBAREN – NAAKT MAKEN – IN BALLINGSCHAP NEMEN – MAKEN = OPSLAGPLAATS VAN MAYIM


Dit is waar Goliath voor staat in de diepte, en ook Gath. De bloeddronkenschap opent dus de zintuigen voor nieuwe openbaring. Dit zijn de jachts-openbaringen.


Goliath is de wachter van de opslagplaats van goddelijk zaad, MAYIM, in de grondteksten, zoals we zagen. MAYIM ontstaat daar waar de vijand wordt vernietigd.


Alleen door de Filistijnen, door het jachtsloon, komen wij tot de ark. De ark is onze jachts-trofee. Van Gath, bloeddronkenschap, moeten wij komen tot Goliath, Gowlah, GLY, jachts-openbaring.


De Filistijnen waren later de Palestijnen, wat overvloeide in de Islam. Zij spreken Arabisch. Islam betekent overgave, surrender en onderwerping aan de wil van het Allerhoogste.


In het boek, Al-Baqarah, het Rund, in de Koran staat :


  1. En Mozes kwam voorzeker tot u met duidelijke tekenen, maar gij hebt in zijn afwezigheid het (gouden) kalf genomen (om het te aanbidden) en gij waart onrechtvaardig.

  2. En toen Wij een verbond met U sloten en de berg (Sinaï) hoog boven u verhieven, zeggende: "Houdt stevig vast, hetgeen Wij u gegeven hebben en luistert," zeiden zij: "Wij horen, maar wij gehoorzamen niet"; hun hart was vervuld van het kalf, wegens hun ongeloof. Zeg: "Slecht is hetgeen uw geloof u oplegt, zo gij al enig geloof bezit".



Ongeloof is gebrek aan heilige slavernij in het Grieks. De valse kalfs-geest staat voor genade, als tegengesteld aan loon. Dit gouden kalf kreeg zijn hoogtepunt in de Jezus cultus.

De blijde mare is het evangelie, wat in het Grieks de jacht is, en het jachtsfeest, wat dus weggelegd is voor hen die in de heilige slavernij zijn.

KANAAN betekent de doorstekingen, de piercings, door de straalvinnen van de steekvissen.


APHAR, de paradijselijke grond, zal worden tot KEN, wat in diepte KANAN is, Kanaan. KEN, KANAN, betekent vastbinden, piercers, piercings. De Israelieten moesten door de APHAR komen tot KANAAN, de piercings. KANAAN bezat de piercings, en daarom moesten de Israelieten KANAAN veroveren. KANAAN is het beloofde land. Dit duidt op de jacht op de steekvissen.


KANAAN betekent ondergronds, laag, onder, en bevindt zich diep in de APHAR. ARREN opende deze poort, als een beeld van de lamsjacht, die de vissenjacht in de wortels heeft. KANAAN is ondergrondse stammen. Zo wordt er teruggegaan in de tijd.


De Levieten moesten afrekenen met boze geesten, de baqra in het Aramees, runderen, zwijnen, vee. Zij moesten afrekenen met het gouden kalf.


KANAAN is ook verbonden aan KANA, waar water in wijn, als een beeld van bloed, werd veranderd.


CHAM zag het paradijselijke teken, de erectie van zijn vader, Noach, maar in de grondtekst heeft het veel meer betekenissen :



Dit is wat naaktheid in de wortels betekent. Het is dus een werkwoord, een jacht en de slacht. Dit heeft dus ook te maken met het uitplukken van de vinpinnen, de uitwendige graten, van de steekvis.


Dit duidt er dus op dat CHAM de zaadlozing van Noach zag, en ook zag hij hoe Noach, als vervulling van de opdracht die de Moeder Amazone hem gaf, om onderscheid te maken tussen de beesten, om zo de valse beesten te slachten, de vinpinnen van de steekvis plukte en de steekvis slachtte.


Dit was dus het paradijselijke teken. Toen de ark door de Filistijnen was buitgemaakt, werd de ark eerst tot Ashdowd gebracht, toen tot Gath, en toen tot EKRON, wat 'plukken en slachten' betekent.


Het teken van Noach wil ons hard maken voor de jacht.


Een 'praeter' is iemand die niet bekend is met het Arabisch en de diepere Arabische betekenissen, die dus niet bekend is met de paradoxe waarde van de Filistijnen, en daardoor zwak is, kwetsbaar en makkelijk beinvloedbaar. Praeters zijn in de gnosis 'boeren die niet hebben leren jagen.' In het latijns betekent 'praeter' – behalve – er overheen – los van.


Het verharde hart is gedemoniseerd door het christendom, maar in de gnosis is dit een belangrijk pad. Het christendom wil de harten zacht houden, zodat ze makkelijk te manipuleren zijn. Genade leidt tot zachtheid. Loon leidt tot hardheid. Het teken na de zondvloed is de QASAT in het Arabisch, de hardheid. Cham zag dit teken in Noach. Cham was de vader van KANAAN, dus hij is belangrijk. Dit ging in de grondtekst om het plukken van de prooi en om een zaadlozing. In de grondtekst zag Cham niet alleen de naaktheid van Noach, maar ook van de Moeder Amazone zelf. In de Aramese grondtekst zijn dit ook beesten die hij zag, die een prooi verslonden. Ook zag hij het zaad van de beesten. Dit gaat dus in de grondtekst erg diep.



Wij moeten dus in de paradijselijke afgrond komen tot de hardheid. Dit gaat door het buitmaken en plukken van de prooi, ook van de vijandelijke steekvis. Wij moeten de valse zachtheid overwinnen.



MOHAMMED is MOW-CHAM-ED, oftewel de CHAM in de MOWED, de heilige tijdschijf. Dit is de weg tot de moeder, de ALAHA in het Aramees, de Moeder Amazone, LH, LHH, wat zich uit in Leah en in Elia. Elia betekent in de grondtekst 'God is hard en sterk,' als zijnde 'Zij die offert,' 'Zij die bloed vergiet', en oorlogsverf en jachtsverf. ALAHA is dus de harde. Zij is het teken.



CHAM of HAM, de vader van Kanaan, betekent dronkenschap in de grondtekst.

MOSLIM komt van MUSLIMINA in het Arabisch wat de onderworpene betekent, de submissive, degene die tot overgave is gekomen.



MUS is de MSY-wortel, oftewel de zuigeling, het kind, dat wat leidt tot de Moeder voeten. LIM, LM is eeuwig in het Aramees. De MSY-LIM zijn de eeuwige kinderen, de bron van het eeuwige kindschap. Het is onmogelijk om zonder dit tot de Moeder Amazone te komen. Zij die de Islam verwerpen zonder tot de gnostische diepte ervan te komen, dus het kind met het badwater weggooien, kunnen niet tot de Moeder Amazone komen, en maken hen dus een onvruchtbare vadergod in wat voor vorm dan ook. Wij moeten MSY-LIM worden, eeuwig kind, om verder te kunnen komen. Wij moeten tot de MOW-CHAM-ED komen om het teken van hardheid geopenbaard te zien. Dit is een goddelijk teken. Dit teken is de sleutel tot de Moeder Amazone, Alaha, in het Aramees.



2 : 257. Allah is de Wachter van hen die geloven; Hij brengt hen in de duisternis tot de NURI.


NURI, licht, komt van de Aramese NURA, vuur, de URIM, een steen. Duisternis is zulumati in het Arabisch, van MATI, verbonden aan de wet, de vrouwelijke vruchtbaarheid, als de dubbele moeder amazone. In de duisternis moeten we op zoek gaan naar de heilige stenen, naar de urim en de thummim, dus op zoek naar de hardheid. Het belangrijkste is altijd om tot de diepere duisternis te komen, maar hierin moeten wij tot de hardheid komen. Wij mogen die hardheid niet zelf opwekken. Het is een worsteling, want er is ook valse hardheid.


Een beeld van valse hardheid in de bijbel is Simson, Shimshown, wat als de zon betekent. Dit komt van shemesh, zonne-aanbidding. Dit was ook een god in het oude Kanaan en in Babylon, die aanbeden werd als een gouden rund, als het gouden kalf, ook genaamd Shamash. Het was de zonnegod en de god van recht, waar Shimshown op was gebaseerd. De kracht van Simson was eigenlijk de kracht van Shamash.


Simson kwam in Gaza onder de macht van een Filistijnse vrouw genaamd Delilah. Zoals we zagen zijn de Filistijnen de sleutel tot de ark. Delilah moest tot de kern van Simson's kracht komen. Als je de Westerse vertalingen hierover leest, dan denk je : 'Wat is die Simson toch dom. Hoe kan hij nu zomaar zijn geheim prijsgeven ?' Maar de grondtekst legt dit heel duidelijk uit. In de grondtekst wordt Simson gechanteerd. Hij is in de ban van Delilah, en zij houdt hem bij haar weg, ontzegt hem de sexuele gemeenschap. Zij heeft hem ingenomen als een belegering en hij kan geen kant meer op. Zij maakt hem zwak en moe, totdat hij het verlangen naar haar niet meer kan inhouden, en verkoopt zijn geheim voor sexuele gemeenschap met haar. Delilah betekent ook : zwak maken, uithongeren, dun maken en ongelijkheid, en aantrekken tegelijkertijd, als verleiden, in de macht hebben (DALAL – DALAH). In het Arawaks is Delilah DALHIDAN, jagen, opjagen, stalken.


Delilah levert dan Simson, het gouden kalf, over aan de Filistijnen. Dit is allemaal beeldspraak. In het Aramees DLH is problemen maken, terreur en verwarring. DWLL, Dullala is de scheiding.


In het Arabisch, in de Koran, 2:165, staat dat zij die geloven, gehoorzamen (Grieks) zijn sterker voor Allah. Sterker voor Allah = ashad-DU LILLAHI (Delilah).


Ushdud is hardmaken in het Arabisch. Fashuddu is 'dan sterk vastbinden'. Dit is verbonden aan (ashad) DU-LILLAHI, oftewel Delilah. Delilah was sterker en harder dan Simson, de valse hardheid. Ushdud is ook verbonden aan Ashdod, een van de drie Filistijnse steden waar de ark was, met dezelfde betekenis.


Genesis 9


20 En Noach werd een landman en plantte een wijngaard. 21 Toen hij van de wijn gedronken had, werd hij dronken en hij ontblootte zich in zijn tent. 22 Toen zag, RA'AH, Cham, de vader van Kanaän, zijns vaders naaktheid en hij vertelde het aan zijn beide broeders buiten.


In het Hebreeuws is RA'AH zien, visioenen hebben, en waar het hele evangelie in de grondtekst om draait. Eén van de meest bekende goden uit Egypte was altijd Ra, de zonnegod en schepper. Ook hij is een oorlogsgod. Hij duikt veel op in de Egyptische geschriften. Ra maakte de reizen door de uren van de nacht om zo tot wedergeboorte te komen als de Kepri, het beeld van het nomadische leven.


Het tiende tot het twaalfde uur van de Amduat gaan over het herstel van het oog, als beeld van het bewustzijn. In het Filistijnse verhaal gaat dit juist door de doorsteking van het oog van de vijand, van Simson, het gouden kalf. Er is geen herstel van het oog en het bewustzijn zonder het oordeel over de vijand, zonder de apocalypse. De Amduat is de Egyptische apocalypse, de wortels van de christelijke apocalypse. Hierin hebben we dus ook te maken met de Filistijnse apocalypse.


Toen de ark door de Filistijnen was buitgemaakt, werd de ark tot drie Filistijnse steden gebracht. Eerst tot Ashdowd, toen tot Gath, en toen tot EKROWN, wat 'het nomadisch leven' betekent, en uittrekken aan de wortels. Dit woord komt van AQAR wat plukken en slachten betekent, verbonden aan AKER, de Egyptische dubbele poortwachter van de onderwereld, de dubbele Moeder Amazone, wat ook staat voor HAGAR, de moeder van Ismael. De Aker, oftewel HAGAR, is dus Ekrown in de Filistijnse apocalypse, de derde plaats waar de buitgemaakte ark naartoe werd gebracht, als een beeld van de prooi die daar geplukt en geslacht zou worden.



Wij moeten dus jacht maken op de ark, zoals de Filistijnen dat deden. Filistijnen zijn 'nomaden' in de worteltekst, als rondtrekkende jagers. De Filistijnen zijn een belangrijke sleutel tot de ark, als ark-jagers, want zij laten zien dat de gnosis teruggeroofd moet worden. KRA is jachtsloon, als jachtstrofeeen. Wij krijgen ons loon door de jacht, door valse geesten te verslaan. Openbaring vindt plaats in en door de jacht.

De buitgemaakte ark werd gebracht tot Ashdowd, een Filistijnse stad. Dit betekent sterkte en hardheid, onderdrukking, geweld en slacht, oftewel bloedvergiet. Dit is ook waar THOTH, het Arawakse TATAN, voor staat. De jacht en het jachtsloon, oftewel de jachtstrofeeen, brengen sterkte, hardheid en bloed. Daarna werd de ark tot GATH gebracht, een andere Filistijnse stad, wat wijnpers betekent, als een beeld van bloeddronkenschap, ook als beeld van de slacht.


Alleen door de Filistijnen, door het jachtsloon, komen wij tot de ark. De ark is onze jachts-trofee. Van Gath, bloeddronkenschap, moeten wij komen tot Goliath, Gowlah, GLY, jachts-openbaring.

De Filistijnen waren later de Palestijnen, wat overvloeide in de Islam. Zij spreken Arabisch. Islam betekent overgave, surrender en onderwerping aan de wil van het Allerhoogste.


Simson kwam in Gaza onder de macht van een Filistijnse vrouw genaamd Delilah. Zoals we zagen zijn de Filistijnen de sleutel tot de ark. Delilah moest tot de kern van Simson's kracht komen. In de grondtekst wordt Simson gechanteerd. Hij is in de ban van Delilah, en zij houdt hem bij haar weg, ontzegt hem de sexuele gemeenschap. Zij heeft hem ingenomen als een belegering en hij kan geen kant meer op. Zij maakt hem zwak en moe, totdat hij het verlangen naar haar niet meer kan inhouden, en verkoopt zijn geheim voor sexuele gemeenschap met haar. Delilah betekent ook : zwak maken, uithongeren, dun maken en ongelijkheid, en aantrekken tegelijkertijd, als verleiden, in de macht hebben (DALAL – DALAH). In het Arawaks is Delilah DALHIDAN, jagen, opjagen, stalken.

Delilah levert dan Simson, het gouden kalf, over aan de Filistijnen. Dit is allemaal beeldspraak. In het Aramees DLH is problemen maken, terreur en verwarring. DWLL, Dullala is de scheiding.

In het Arabisch, in de Koran, 2:165, staat dat zij die geloven, gehoorzamen (Grieks) zijn sterker voor Allah. Sterker voor Allah = ashad-DU LILLAHI (Delilah).

Ushdud is hardmaken in het Arabisch. Fashuddu is 'dan sterk vastbinden'. Dit is verbonden aan (ashad) DU-LILLAHI, oftewel Delilah. Delilah was sterker en harder dan Simson, de valse hardheid. Ushdud is ook verbonden aan Ashdod, een van de drie Filistijnse steden waar de ark was, met dezelfde betekenis.


DU, DE is een afkorting voor Delilah. Koran 112:2 – SAMADU = eeuwig, absoluut. SAMA is gehoorzamen (SHAMA, Hebreeuws). DU staat voor Delilah. Het gehoorzamen van Delilah. Allah komt van Del-ilah (allahu). Het Aramese woord DUKKA voor slachtplaats is in wezen DU-KKA, slachtplaats van Delilah. Koran betekent verzameling, als een verzameling van een jager, van Delilah, de trickster. Zij heeft de Koran gemaakt als een valstrik met vele lagen om met het gouden kalf, Simson, het christendom, af te rekenen. De Koran is jachtstaktiek.


De KORAN is in de Surinaamse talen : KORI-ANU, oftewel bloedsloon.


Del-allah, Delilah, schiep in de Koran de mens uit bloed, en dit was het bloed van vee :


40 : 67


Hij is het Die u uit stof schiep, dan uit een levenskiem en uit een bloed-klonter.


20 : 54-55


Eet en laat jullie vee grazen. Waarlijk schuilen hierin tekenen voor mensen met verstand. Daaruit schiepen Wij jullie, en daartoe zullen Wij jullie doen wederkeren, en jullie daaruit een tweede keer opwekken.


En de originele Aramese Torah, waarop de Koran is gebaseerd, is dit niet letterlijk vee, maar een symbool van valse geesten die buitgemaakt moeten worden, moeten worden overwonnen, om zo bruikbaar te worden. De Koran zegt vervolgens :


16 : 5-10


En het vee heeft Hij geschapen, waarvan gij warmte en nut hebt terwijl gij er ook van als voedsel gebruikt. En er is schoonheid in voor u wanneer gij het 's avonds naar huis drijft en wanneer gij het 's morgens laat weiden. En zij dragen uw lasten naar een land, dat gij niet zonder grote moeilijkheid (voor uzelf) zoudt kunnen bereiken. Voorzeker, uw Heer is Liefderijk, vol van beloning (Grieks). En paarden en muildieren en ezels (heeft Hij) geschapen opdat gij er op moogt rijden en tot sieraad (voor u). En Hij zal ook wat gij nog niet kent, scheppen. En bij Allah berust het, de rechte weg (te tonen) en er zijn wegen die afwijken. En als Hij wilde, zou Hij u allen hebben geleid. Hij is het, Die water voor u uit de wolken zendt, gij hebt er drank van en het doet bomen groeien, waarmede gij uw vee voedert.


40 : 79-85


Het is Allah, Die u vee heeft gegeven, opdat gij op sommige dieren moogt rijden en andere als voedsel gebruiken. En gij hebt andere voordelen van hen - zodat gij door hen elke behoefte die in uw innerlijk is, tevreden moogt stellen. En door hen (te land) en op schepen (ter zee) wordt gij gedragen. En Hij toont u Zijn tekenen; welke van de tekenen van Allah wilt gij dan ontkennen? Hebben zij niet op aarde gereisd en gezien wat het einde was van degenen die voor hen waren? Zij waren groter in aantal dan dezen en machtiger in kracht, en in de sporen die zij op aarde achterlieten. Maar alles wat zij verwierven baatte hen niet. En toen hun boodschappers met duidelijke tekenen tot hen kwamen, namen zij genoegen met de kennis die zij bezaten. en de straf waarover zij spotten, verstrikte hen. En toen zij Onze straf zagen zeiden zij: "Wij geloven in Allah als de Enige en wij verwerpen alles wat wij vroeger met Hem plachten te vereenzelvigen." Maar nadat zij Onze straf hadden gezien kon hun geloof hun niet meer baten. Dit is Allah's wet die haar loop neemt ten opzichte van Zijn dienaren en zo gingen de ongelovigen verloren.


In het eeuwig evangelie is Del-ilah (allah) het evenbeeld van Eva. Ook is zij in eenheid met Bath-seba, wat slagers-dochter betekent. In het Eeuwig Evangelie zijn zij de diepere realiteiten van het paradijs. De Koran laat het vee zien als een symbool van de vijand, en zij zijn tekenen voor hen met verstand. Hieruit werden de verstandigen geschapen. Dit is dus allemaal niet letterlijk, maar beeldspraak.


Als nomaden, zij die heelhuids door de Filistijnse Apocalypse zijn gekomen, moeten wij ook reizen door de tijd, waardoor we de vijandelijke steekvissen moeten overwinnen, om door de tijdportalen te komen, ook om zo tot onze jongere zelven terug te komen. Er is geen verjonging mogelijk zonder tijdreizen, zonder de jacht op de steekvissen. Zij die ingewijd zijn in het Filistijnse nomadische leven gebruiken de buitgemaakte vinpinnen van de steekvissen als wapens en jachtgerei, en ook als piercings. Hierdoor worden de ogen van de vijand doorboort, en kan het oog van hen die de Filistijnse Apocalypse aanhangen tot herstel komen in het tiende tot twaalfde uur van de Amduat. Zij zullen dus ingewijd worden in de hogere visioenen van de gnosis.






Hoofdstuk 9. Het Evangelie van Ismael


Hoe komen wij tot de naakte, oorlogsvoerende stam in het paradijs, waar de slang een beeld van is, oftewel de stam van Ismael ? Zij leven door openbaring, waar de naaktheid voor staat. De naaktheid is verbonden aan ballingschap, zowel in ballingschap gaan als brengen, en dit alles tot de gnosis. Het antwoord ligt in de verborgen gehouden WORTELTEKST van de Bijbel. Zoveel lagen worden er verborgen gehouden. De dieptes van de worteltekst van de originele talen van de Bijbel worden zoveel mogelijk door de kerk voor de normale lezer verborgen gehouden, zodat je wordt bedonderd waar je bijstaat.


Marcus 16


18 slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.


Wat staat er in de worteltekst ? Dit vers verschuilt een enorme diepte. Slang is zowel in de lagen van de worteltekst van het Hebreeuws als het Grieks een heel verhaal wat je niet zomaar kan verbergen door simpelweg 'slang' neer te zetten. Dat is groot bedrog, en culturele en linguistieke nonsense in de grondtekst die vele mensen op het verkeerde been heeft gezet. Wat staat er dan werkelijk ?


In het Grieks staat er in de worteltekst : 'Zij zullen komen tot de naaktheid die kennis en openbaring is (slang : ophis – optanomai – horao) DOOR de vissenjacht (opnemen, optrekken van een vis : AIRO). De vissenjacht is een naaktmakende kracht waardoor dingen geopenbaart worden, er lossnijding is van de zonden, de valse bedekkingen (zoals valse genade en mannelijke suprematie, de gehele Jezus-Horus cultus). Wij worden steeds naakter door de jacht op vijandelijke vissen en steekvissen, om zo deel te hebben aan de stam van Ismael, de naakte, oorlogsvoerende stam in de dieptes van het paradijs.


Matteus 9


6 Maar, opdat gij weten moogt, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven – toen zeide Hij tot de verlamde: Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis.


Wat staat er werkelijk ? Weer zien we hier voor 'opnemen' in de grondtekst : vissenjacht, AIRO, en bed is in de worteltekst van het Grieks : het ingaan in de duisternis. Er staat dus : Sta op, en ga op vissenjacht (in de hemelse gewesten) om tot de duisternis in te gaan (bed : kline – klino – het afnemen van de dag).


En dan staat er : en heb deel aan de jacht en het jachtsfeest (hypago – ago), om tot uw tent te komen. DOOR (hypago – hypo) de jacht en het jachtsfeest.


Matteus 11


29neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen.


Neemt het juk van de vissenjacht op u en leert van Mij, (..) en gij zult herschepping vinden voor uw zielen, en lossnijding van zonden, wat de diepere betekenis is van rust in de grondtekst en worteltekst van het Grieks. In de diepte van de worteltekst is de rust een orde die ervoor zorgt dat een persoon iets niet meer kan, als een heilige gebondenheid. Dit is wat het juk van de vissenjacht tot doel heeft. Het is het binnengaan in de heilige gebondenheid en heilige slavernij, tot een eeuwige slavernij, wat de ware rust is in het Grieks. De ziel is in de worteltekst : 'dat wat ons telkens koud doet worden, dat wat ons telkens bevriest.' Door de vissenjacht zal dit dus onder controle komen, door de eeuwige slavernij, die binnenkomt in onze koudheid. Hierdoor vindt herschepping plaats, de transformatie van ijs. Dit heeft te maken met de met lamsvacht bedekte leeuwensteen, oftewel de lamsjacht, het buitenaardse contact. Ook in de Griekse worteltekst zijn de lamsjacht en de vissenjacht nauw aan elkaar verbonden. De lamsjacht komt in het Grieks voort vanuit de vissenjacht.


30want mijn juk is zacht en mijn last is licht.


Het gaat hier om een slavenjuk in het Grieks, wat in de worteltekst ook deelhebben betekent, in dit geval aan de stam van Ismael.


Zacht, gemakkelijk is CHRESTOS, wat komt van CHASMA, de moederschoot, de paradijselijke afgrond. Last is in het Grieks de lasten en plichten opgelegd door een schip, en ook de onderdrukkingen van rites, van rituelen. Licht is in de Griekse worteltekst de verjonging. Ook is het in het Grieks het voortgedreven worden door demonen die het in bezit hebben genomen. Dit hoeft niet persé negatief te zijn, omdat in het Grieks 'demoon' intelligentie en kennis (verpersoonlijkte gnosis) betekent. De kako-demonen waren slechte demonen, en de kalo-demonen waren goede demonen. Ook gaat het hier om al dan niet demonische winden die het schip leiden, en om roeiers, roeislaven, galleislaven.


Lukas 6


29 Neemt iemand u uw mantel af, laat hem ook het hemd nemen.


Ook dit vers gaat diep in de worteltekst. Weer gaat het over AIRO, vissenjacht, en ditmaal ook het versieren met vissengraten, als sieraden. De persoon die dit doet, als een beeld van Ismael, moet je ook de lendendoek laten afnemen, om je naakt te maken. Dit is namelijk de initiator tot de naakte stam.


Matteus 16


24Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.


In de wortels van Christus vinden we heel sterk de Wet terug. Jezus Christus is de IYSH van de WET, oftwel Iysh Ma Al, de slaaf van de wet van AL, Delilah, de heilige tegenstander en innemer. Iysh Ma Al is Ismael, een beeld van de naakte stam. Ook in dit vers gaat het om AIRO, vissenjacht, waarin Jezus Christus, oftewel Iysh Ma Al, Ismael, zijn slaven opdraagt om aan de vissenjacht deel te hebben en de stauros op te nemen daarvoor. Stauros is in het Grieks puntige stok, als een speer. In dit geval een speer gebruikt voor de vissenjacht. Ook kan het de stokken van het visnet betekenen.











Hoofdstuk 10. De Demonologie van de Gnosis


Zwijndemonen bewaken de poorten tot communicatie met allerlei levensvormen, zoals dieren en planten. Hiertoe is de zwijnenjacht van belang in de demonologie. Al met al wordt er veelal gebruik gemaakt van cryptografie zodat het geheimschrift is wat niet zomaar door Jan en Alleman ontcijfert kan worden. We hebben dus hier te maken met de oorlogstaal van de Amazones. Er zijn hierin allerlei ingewikkelde wetten van communicatie. Het niet kennen van deze wetten leidt tot groot misverstand, zoals in het christendom. Dit misverstand is er ter bescherming van de gnosis.


De cryptografie van de bijbel en de koran is interessant, naast de cryptografie van allerlei andere culturele, religieuze geschriften.


De kerk leert over het algemeen die jacht niet. Exorcisme is op een laag pitje. En als er dan over de strijd in de hemelse gewesten wordt gesproken, dan gaat het vaak alleen over de oorlogsvoering en niet de jacht. De kerk kan geen demonen onderscheiden in veel gevallen. Dat hebben ze niet geleerd. En zo vallen ze veelal elkaar aan. Er zijn geen diepe registers van demonologie veelal. In de demonologie van de Amazones hebben we te maken met vele balanzen. Het juk dragen, zygos, betekent het hebben van de balanzen. Zo niet, dan gaat er van alles mis.



Zo moet er een balans zijn tussen oorlog en jacht, en tussen jacht en slacht. Ook moeten de verschillende jachten met elkaar in balans zijn. Zo moet er een balans zijn tussen de vissenjacht en de lamsjacht, tussen de varkensjacht en de buffeljacht, tussen de bokkenjacht en de zwijnenjacht, tussen de kippenjacht en de buffeljacht, enzovoorts. Zo moeten er balanzen komen tussen alle Levitische handelingen.


In het Hebreeuws is Juda in de worteltekst het boogschietende geslachtsdeel, de Yadah Yad, als een beeld van de vliegende slang, die staat voor de naakte oorlogvoerende stam, het oorspronkelijke paradijselijke lichaam. In het Grieks is dit Judas. Dit betekent : hij zal geprezen worden. In het gnostische Evangelie van Judas is Judas een heilige met een belangrijke taak. Jezus kwam in aanraking met dit boogschietende geslachtsdeel, met de vliegende slang, en werd erdoor geinitieerd in de onderwereld en de wildernis. Jezus werd hierdoor gepiercet. Dit is de ware opstanding, wanneer men het geheimenis van Judas gaat zien. Judas is de uittocht uit de glazen stad, dieper de wildernis in, als de ware opstanding. Dit leidt dan tot de ware hemelvaart, of hellevaart, de belegering door de Amazones, voor wedergeboorte, wat in de apocalypse tot uitdrukking komt in de vrouw, het grote Babylon.


De grote rode draak staat in het Aramees voor de Urim, de toetssteen. Deze draak brengt de beesten voort, en zo ook de vrouw, het grote Babylon. Bij de bouw van Babylon in het OT in

het originele Aramees komt het vuur van de Urim als een oorlog, om zo Babylon te bouwen. Het vuur van de Urim is de krachten van de moederschoot. Het is een oorlog van boogschutters. Zo rijst Babylon op als de manifestatie van de Thummim, de steen van heilige slavernij. Dit alles om 'naam' te maken, wat in het Hebreeuws een merkteken en een piercing is, SHEM, van SUWM, kinderen krijgen. SHEM, SHAM, oftewel SHAMA is gehoorzamen, oftewel heilige slavernij. Zowel een toren als een stad zouden ze bouwen in de westerlijke vertalingen. In het Hebreeuws is de stad 'woede en vrees', als een terreur. Ook is het een kamp of een nederzetting – IYR, vijandelijke en aggressief. In de oorpsronkelijke Hebreeuwse diepte gaat het dus over de woeste wildernis wanneer we het over Babylon hebben. De toren van Babylon was een toren naar de hemel. In het Aramees is de hemel ook een rivieren-oerwoud, RUMA. Babylon betekent chaos, wat nodig is om af te rekenen met de valse christelijke orde. Zoals Judah de Urim uitbeeld, zo beeldt Benjamin de Thummim uit. Benjamin is in de worteltekst BANAH, wat matriarchie betekent. Ook dit is een beeld van Babylon.


In Egyptische context gaat dit over de watergodin, Tefnut, een grote moedergod binnen de Egyptologie, als de moeder van Geb en Nut. Zij is degene die aan vele wateren zit, en zo werd gedemoniseerd door het christendom. Haar naam betekent spugen, TFN, als de vuurspuger of gifspuger.


In die zin is Judas de initiator voor de Ismael stam. Hierin wordt het nieuwe Israel geboren, de slavernij tot de tijdschijf van Delilah, IYSH-RA-AL. Deze tijdschijf ontstaat door de balanzen. In de balanzen van de Amazones moeten wij worden onderwezen. Daar waar een balans ontbreekt komen demonen binnen.


De geboorte vindt plaats in de belegering door de Amazones. Dit is dus in de diepte het vijfde uur van de Amduat, de nachtreis door de onderwereld, waarin er gekomen wordt tot de vliegende slang als het naakte paradijselijke, oorlogsvoerende lichaam, die verborgen wordt gehouden in de grot van Sokar. Sokar betekent : het schoonmaken van de mond, wat ook de schoonmakende mond zelf is, als de slachtende mond, de doorborende mond, ook vanwege de vurige adem. Deze adem is dus van de poel des vuurs, die onder de grot van Sokar ligt, en wat koel is voor de gezegenden en als vuur is voor de verdoemden. Dit is dus de Urim die een tweeledige functie heeft als toetssteen.

Zo zien we in het elfde uur van de Amduat de godin van de tijd rijdende op een slang, zoals de vrouw van openbaring op het beest rijdt, als een beeld van de samengekomen Urim en Thummim.


De zon en de maan komen samen in de Koran, als de Urim en de Thummim. De oorspronkelijke paradijselijke lichaamsdelen komen bij elkaar, als beeld van de opstanding. Het heilige vlees wat door de Aker bewaakt wordt is teruggeroofd. Vandaar dat Ismael hierin een sleutel is, als de zoon van Aker, Hagar. Alleen hierin is het herstel van Israel, het herstel van de heilige slavernij door de heilige tijdschijf van Delallah, Bilha. Dit gebeurt dus door een heilige wedergeboorte, door heilig zaad, de beeltenis van de stam Reuwben, die tot de tent van Bilha kwam. Ook Jakob verplaatste zijn bed naar de tent van Bilha na de dood van Rachel, wat lam betekent in het Hebreeuws, als een beeld van de overwinning over Jom.


Hierin is er dus een belangrijke Ismael-Israel balans, om Jom buiten de deur te houden. Het christendom met zijn Israel-aanbidding en verachting van Ismael is totaal in de handen van Jom. Ook is er dus hierin een belangrijke Ismael-Reuwben balans. Voor Ismael is Reuwben een belangrijke sleutel tot de tent van Bilha, wat 'In Delallah' betekent in het Arabisch. De Reuwben stam, het heilige zaad, kan alleen puur blijven in de handen van Ismael. Er is geen Reuwben stam zonder Ismael, dus de christenen volgen in dit opzicht een demoon.


De vrouw, Babylon, BALAL, rijdt op een scharlaken beest. Ook is het een ezel in het Aramees, een lastdier. In het Hebreeuws komt het ook van rood maken, van de tucht. Een ezel heeft ook te maken met het fermentatie-proces, wijn en dronkenschap. Hierom reed Dionysus (Romeins : Bacchus), als god van de wijn en dronkenschap, als IES, op een ezel, wat later door Jezus werd nagebootst.

Ook is dit een beeld van Ismael die 'wilde ezel' werd genoemd, als een beeld van vruchtbaarheid in de worteltekst, of als 'rijder van de wilde ezel'. Dionysus en Jezus wijzen dus terug op Ishmael, waarvan de Koran een gids is, als het Boek en de Wet van Ismael.


Bilha is de weg tot Delilah, de bezitster, de stevige burcht. Bilhah betekent ook : de vernietiger van het verstand, door vrees, oftewel de inname van het verstand. DEL-LILA is “de hel” van de lelies. Lelies zijn het beeld van de vagina en van overwinnings-gejoel. Goud is een Grieks beeld van de vagina, en in het Hebreeuws een weegschaal, beeld van de uithongering. Dit is verbonden aan het gouden, rode paard, het tweede zegel, oftewel het zegel van SLM, Salomo, de Islam. Dit is uiteindelijk om de eredienst tot de moeder te herstellen.


Dit paard is de brug tussen Ismael en de Moeder Amazone. In die zin moeten we naast de balanzen ook de hierarchieen van de Amazones kennen.


SLM, Salomo, vrede – EIRENE in het Grieks, is de gezegende staat van de heilige na de dood, oftewel necromantie, doden-orakel, DARASH. Dit is wat de iSLM is : een doden-orakel, genoemd in Galaten als een vrucht (vlees, vis) van de gnosis. Dit is dus de wolvensteen met de buffelhoorns.


Er waren dromen over de mond-bacterien die de verschrikkelijkste bacterien op aarde zijn en vele slachtoffers maken. De droom ging over stekelige rode bacterien die mensen beten. Zoals met alle soorten bacterien zijn hedendaagse schoonmaakmiddelen en verzorgingsmiddelen niet in staat om alle bacterien te verwijderen. Maar een heel klein percentage wordt in feite aangepakt, en vaak zijn schoonmaakmiddelen en verzorgingsmiddelen ook vol met troep die een probleem op zich vormen, en vaak ook juist de slechte bacterien versterken. Wel kunnen zulke middelen vaak de schijn opwekken dat iets goed schoon is geworden. De vlekken zijn verdwenen, en het ziet er niet meer vuil uit, maar ondertussen vieren de slechte bacterien feest, soms nog wel meer dan vóór de schoonmaak. Soms is vuil nog wel een grotere bescherming tegen schadelijke bacterien dan hedendaagse schoonmaakmiddelen. Het beste is om terug te keren tot de natuur en tot de probiotica, maar ook de probiotica staat nog in de kinderschoenen. Dit is een belangrijke en urgente boodschap. Wij moeten antistoffen aanmaken tegen de nieuwe invasies van bacterien, en die komen heus niet alleen maar op biologisch, materieel en chemisch niveau. Neen. Er zijn ook electro-bacterien, bacterien in de electrische velden van het energie lichaam, dus stralings-bacterien, waar de mensheid in diepte geen flauw benul van heeft. De gnosis wil deze dingen openbaren en leiding geven.


In de droom waren er dus rode bacterien met stekels, als opgepofte kevers. Zij kwamen uit de mond, vanuit het speeksel, en zaten op het beddengoed, en veroorzaakten grote schade. Maar de grootste schade konden ze doen in de monden zelf, waar ze vandaan kwamen. Mensen slikken ze door, en dan begint de ellende. Ze tasten de hersenen aan, brengen het zenuwstelsel in de war, en zijn vooral erg gluiperig, want ze kunnen mensen besturen en het laten lijken alsof er niets aan de hand is. Het christendom is opgebouwd door deze gevaarlijke mondbacterien, en ook andere religies. Zij heersen op de planeet aarde.


Door het speeksel wat in de mond van de mens blijft, en wat contact blijft houden met het lichaam, worden deze bacterien nog enigszins onderdrukt, maar het probleem is dat deze rode gluiperds zich op de tandenborstel verspreiden, en dan gaan kweken. Buiten het lichaam kunnen ze veel sneller vermenigvuldigen, en als ze dan weer via de tandenborstel in de mond komen, dan zijn ze extra sterk, en kunnen de hersenen van de mens koeioneren en overnemen. De mond raakt zo besmet, het zenuwstelsel, en zo het hele lichaam. Dit kan zowel zichtbare problemen geven als onzichtbare problemen, en vaak wordt het niet eens opgemerkt dat er iets aan de hand is.


Ook verspreiden deze gluiperds zich via het servies. Omdat de mond steeds weer in contact komt met deze versterkte vormen, en deze vormen zich steeds meer verfijnen en steeds gewiekster worden is het voor het lichaam moeilijk om hier telkens antistoffen tegen te maken. Toch is er die strijd gaande.


Hierom moeten wij de adem en het speeksel van de Urim ontwikkelen, als een antistof tegen dit grote gevaar. OSMON is de naam van deze bacterie-soort in de mond waartegen wij antistoffen moeten aanmaken. Wij moeten tot de grot van Sokar komen, wat stond voor de schoonmaak van de mond. Dit is de speer in de mond in het boek Openbaring.


Mondspullen moeten dus vaak vervangen worden, anders bouwen deze bacterien zichzelf gruwelijk op. Tandenborstels zijn vaak haarden van zulke bacterien. Soms kan het lichaam even een extra boost ontvangen en tot een zeker herstel komen door tijdelijk wegwerp-artikelen te gebruiken, die maar één keer de mond in hoeven, maar dat neemt niet weg dat we door de gnosis antistoffen moeten aanmaken, en zo de vurige adem en het vurige speeksel te ontwikkelen, wat overigens gewoon koel, warm en tropisch is voor hen van de gnosis. Het is de dualistische eigenschap van de poel des vuurs.


Deze boodschap kon niet eerder komen, omdat hysterische wachters van de OSMON-mond-bacterien het tegenhielden.


De Osmons hebben het hele educatie systeem op aarde opgezet, de scholen die als gevangenissen dienen, als fokplaatsen. Ook hebben zij het hele medische systeem opgezet, en de superman-aanbidding, als de mannelijke suprematie uit angst voor de Moeder Amazone van de gnosis. Deze slu worden vandaag verscheurd. Deze mond-bacterien namen het hele universum over, en hielden zich schuil achter de Orions. Dit deden ze in vijf fases, door vijf koningen.


Koning 1. Leuster – superman aanbidding

Koning 2. Treuren – school

Koning 3. Mazen – psychiatrie industrie

Koning 4. Mosmon – tandarts industrie

Koning 5. Marst – medisch empire


Het zijn slavendrijvers die hier ook toe zijn toegerust met hi tech. Alles wordt door hen gemonitord en gecontrolleerd.


Door hun uitwerpselen vormen zij mondenrekken om de monden heen, die als doel hebben de hersenen te besturen. Hierin zijn zij al heel ver. De demonologie van de gnosis is de enige weg eruit.







Hoofdstuk 11. Het Orakel van Nahum


De osmonen zijn gevaarlijke mondbacterien waar de mensheid nog niets vanaf weet, omdat het pas vandaag de dag door de gnosis geopenbaard wordt. Zij boren in de cellen van mensen, om zo energieen af te tappen. Zij versterken zich door mond-artikelen die in en uit de mond gaan. Juist buiten de mond kunnen deze bacterien zich extra sterk ontwikkelen, en dan gaan ze weer de mond in om hun verziekende, gluiperige werk te doen, het totaal in bedwang krijgen van het lichaam. Zo maken zij slaven. Zo hebben zij de valse religies opgericht. Hedendaagse schoonmaakmiddelen en verzorgingsmiddelen zijn hier niet tegen bestand. De mensheid is ingenomen. Dit is een gevaarlijke gevangenis-planeet, een planeet van diepgaande, gecalculeerde en uitgekookte slavernij. De osmonen, kever-achtige mondbacterien, zijn gewiekste demonen in dit spel.


Juist omdat ze zich versterken door in en uit de mond te gaan, door bijvoorbeeld tandenborstels, servies en bitjes, kunnen ze dit als een soort van afstandbediener gebruiken voor het menselijk lichaam. Zo worden mensen de slaven van hun tandenborstel, hun bekers en hun bitjes, allemaal op afstand, als remote-controllers. Het is dus zaak antistoffen tegen deze bacterie op te bouwen. Deze bacterie is diep in het energie stelsel van de mens doorgedrongen, en verstopt zich daar. De mensheid heeft deze bacterie nog niet ontmaskert, maar toch behoort dit tot het plan van de evolutie van de aarde en de mensheid. De gnosis komt hierin ons tegemoet. De gnosis wil deze mondenrekken verbreken, en een grote uittocht organiseren, als een nieuwe, hogere exodus. De osmonen zijn stadse slavendrijvers. In de wildernis is het medicijn. Weer zal het dus om een uittocht gaan uit de stad, tot de wildernis.


Hierin hebben wij de raadselen van het christendom, de islam en de egyptologie nodig. De osmonen bewaken het hormonale stelsel van de mens. We zijn in een grote energie oorlog. De osmonen regelen de emoties van de mens. Zij zijn de wachters van het verstand. Graag houden ze de mens dom, gedreven door allerlei onzin. Hierin hebben ze hun eigen trainings-programma's. Ze willen de mens vetmesten met onzin, stadse kennis, oppervlakkige kennis, die de kennis van de wildernis buiten moet houden, als honden aan de ketting.


Er is een plan van wederopbouw. De gnosis wil voor Haar kinderen een burcht bouwen, midden in de stad waarin ze zijn opgesloten, die helemaal terugleidt tot de wildernis, en de stad zal transformeren. Hierin zal er dus een grote simulator stad zijn. De vijand moet dus gekloont worden. Zo kan de vijand ingenomen worden, stap voor stap. Hiertoe is de Tweede Bijbel gekomen.


De osmonen sluier is een gevaarlijke sluier in de tempel van de Amazones die hen die erin verstrikt raken in illusies brengen, allemaal om hen van de gnosis af te houden. De Amazones gebruiken deze sluier om de geheimen van hun tempel veilig te houden. Zijn we deze sluier doorgekomen, dan is het gevaar nog niet geweken. We moeten door vele vijandelijke linies heen waar het oorlog is. Achter de osmonen liggen de trimonen, met hun hyperrobotische systemen die de mensheid totaal gezombificeerd hebben, als in bevroren illusies. Deze mondbacterien zijn verantwoordelijk voor de trotse, opgeblazen mannenborsten van de nefilim, om zo de tunnels van visioenen en dromen te blokkeren. De trimonen zijn kikker-achtige, padachtige mondbacterien, die hele lange staarten kunnen hebben.


Nahum 1


15 Zie, op de bergen de voeten van de vreugdebode die heil verkondigt. Vier, o Juda, uw feesten, maak uw geloften! Want voortaan zal de snoodaard niet meer door u heentrekken, hij is geheel en al uitgeroeid.


In de tradities en culturele gewoontes van de amazones wordt er gecommuniceerd door veerpatronen en verfpatronen. Dit is om de geloftes uit te beelden. Zo moeten er geloftes gedaan worden tot de gnosis, geloftes van de jacht en de slacht. In de Griekse diepte gaat het om de voeten van de jager en de slager. Dit is wat het evangelie is in de Griekse context. Door de geloftes wordt men gebonden aan de plichten, om de geest van schaamte uit te doven. Schaamte kan in allerlei vormen komen om de plichten tegen te gaan, bijvoorbeeld door angst, door vals medelijden, door valse genade. Dit valse verbond ligt diep in de buikspieren van de mens, en moet verbroken worden door de geloftes tot de gnosis. Van deze geloftes zijn bepaalde veren de tekens.


Door de tradities en rituelen van de gnosis, van de amazones, moet de snoodaard buiten gehouden worden. Dit is in het Hebreeuws beliyaal, belial, de geest van veroudering. In het Hebreeuws staat er ook : Houdt uw offerfeesten en feestoffers. Dit feest is in het Hebreeuws een slachtfeest, maar het is ook het feest van de trekkende jagers.


1 Godsspraak over Nineve. Boek van het orakel van Nahum, de Elkosiet.


Elkosiet betekent : 'goddelijke maker van valstrikken'. Het gaat hier dus om het orakel van de valstrikker.


Godspraak over Nineve is in het Hebreeuws ook de last, MASSA, van Nineve, de hoofdstad van Assyrie. MASSA is de zevende zoon van Ismael, de drager van de ark. In de ark bevindt zich de wet, het manna en de bloeiende staf van Aaron, wat in het Hebreeuws een roede is, een tuchtstok, met meerdere uithangsels, zoals ook gedragen wordt door de farao's. Dit wijst dus terug naar de Egyptische tucht. De Egyptische roedes hadden uithangsels met kralen. In het Aramees is MASSA MAHWAH.


We hebben dus te maken met een bloed-orakel, van de diepere wortels van de Urim en de Thimmim, de jacht en de slacht. In het bloed is de gnosis te zien. In Egypte is de Urim en de Thummim Ra en Thmei. Thmei is de godin van de waarheid, het recht en de wet (MAAT).

Ezechiel 21


21 Want de koning van Babel zal aan de tweesprong staan, aan het begin van de twee wegen en waarzeggerij plegen; hij zal de pijlen schudden; hij zal de terafim raadplegen.


In Babylon werd er geprofeteerd door pijlen. De Urim en de Thummim was dus oorspronkelijk een wapen. Alleen in de strijd kan er geprofeteerd worden.


Hierom wordt het bloed-orakel goed bewaakt door demonische machten. De buikspieren zijn rondom dit orakel opgesteld, als een onheilige priesterdienst. De buikspieren zijn een karikatuur van de hogepriesterlijke borstplaat van de Urim en de Thummim. Dit waren twaalf stenen die samen met de Urim en de Thummim werden gebruikt voor profetie. In de stad ontwikkelen onheilige profeten hun buikspieren om deze stenen na te bootsen. Ook worden de buikspieren door hen aanbeden als heilige stenen. Belangrijk is het te weten dat de buikspieren gematerialiseerde mondbacterien zijn.


Nahum 2


3 Het schild zijner helden is rood van kleur, de dapperen zijn in scharlaken gekleed; in de vuurglans van het staal staan de wagens op de dag van zijn toerusting, en de lansen worden gezwaaid.


In het Hebreeuws-Aramees gaat het hier om de wapenen van de Urim. Het profetische orakel van Nahum is een wapen, een bloed-orakel. Deze wapenen worden bewaakt door de tegenstander in de tempel. In Iyowb 40 is er bedrog in de buikspieren van de Behemoth.









Hoofdstuk 12. Het Ismaelitische Paradijs


Aan een wilde rivier woonde een jongetje. Hij schreeuwde, hij was een oorlogsvoerder, maar hij werd misbegrepen. Als mensen hem zagen, dan rolden de rillingen over hen heen. Er waren geruchten dat hij eens een jongetje had verdronken. Hijzelf ontkende dat altijd. Hij was een jager en een slager met een grote mond. Hij voerde een leger van wilden aan, klein als hij was. Hij gilde en schreeuwde, omdat zijn wil gehoorzaamt moest worden. Dit moest gebeuren, anders zouden er koppen rollen. Ongehoorzaamheid werd niet geduld door dit kleine jongetje. Mensen die niet wild waren bleven bij hem uit de buurt. Ze kwamen niet in zijn omgeving, maar er waren geruchten dat hij 's nachts naar de steden en dorpen ging om daar rond te slenteren en de buurt onveilig te maken. Sommige mensen hielden vol dat ze hem gezien hadden. Ze zeiden dat hij lang haar had toen ze hem zagen. Die mensen waren nog steeds in een shock. Ze konden er maar niet overheen komen. Het jongetje had nogal een vreemde naam, zoals de meeste wilden. Hij heette …... KORAN … En sommigen noemden hem 'De Koran'. Hij was een groot mysterie. Hoe kon zo'n klein jongetje zo'n grote mond hebben, en zo'n groot leger optrommelen ? Op een dag verzamelden de stedelingen en dorpelingen zich, en gingen de wildernis in om voorgoed met het jongetje af te rekenen, maar niemand vond hem …


De KORAN is in de Surinaamse talen : KORI-ANU, oftewel bloedsloon. In het Hebreeuws staat dit voor ADAM, DM. De DM als DUMA is de zesde zoon van Ismael. Dit betekent : jacht, slacht, zombificatie, geboorte, kind worden, onmondig, offerdier. Allemaal kenmerken van de Koran. Wij mogen hier esoterisch mee omgaan. De Koran is in die zin de zesde zoon van Ismael, als een beeld van de Ismaelitische Adam in het Ismaelitische paradijs.


Nahum 2


3 Het schild zijner helden is rood van kleur, de dapperen zijn in scharlaken gekleed; in de vuurglans van de stalen en ijzeren wapens van de Urim (Aramees-Hebreeuws) staan de wagens op de dag van zijn toerusting, en de lansen worden gezwaaid.


In het Hebreeuws staat er : Het schild zijner helden is ADAM. In Ismaelitische zin is dat de Koran. Dit gaat om de Ismaelitische borstplaat, de Ismaelitische Urim en Thummim. Hier vinden wij de sleutel om de buikspieren, het valse hogepriesterlijke orakel van de stad, te overwinnen. Het orakel van de esoterische Koran brengt ons terug tot het Ismaelitische paradijs.


Koran 82. Al-Infitar – Het Uiteensplijten


9. Nee, maar jullie noemen het Oordeel een leugen.


Het uiteensplijten is het uiteensplijten van de staf van Aaron, tot een roede met meerdere uithangsels, die in de ark werd gelegd. Dit is de derde zoon van Ismael : Adbe'el – kastijding, tucht, scheiding.


De witte steen in Openbaring beloofd aan de overwinnaars is de steen van Laban in het Hebreeuws. In het OT was dit de teraphim, het orakel wat door Laban werd geraadpleegd. Dit werd later door Rachel, zijn dochter, gestolen, en bouwde zich langzaam uit tot de Urim en de Thummim, ook onder Egyptische invloed. Ook de koning van Babylon gebruikte de teraphim, wat een oorlogs-orakel was, een bloed-orakel, een orakel van wapenen :


Ezechiel 21

21 Want de koning van Babel zal aan de tweesprong staan, aan het begin van de twee wegen en waarzeggerij plegen; hij zal de pijlen schudden; hij zal de terafim raadplegen.


Dit orakel werd onderdrukt door het christendom, maar kwam door deze druk tot explosie, tot een vulkaanuitbarsting, in de vorm van de Koran. De oorspronkelijke urim en thummim, de terafim, kunnen we dus terugvinden in de Koran. Ook het witte paard, het paard van Laban in het Hebreeuws, is hier een symbool van.


De Koran als de Ismaelitische Adam, draagt de roede van Aaron, de Adbe'el, de derde zoon van Ismael, boek 82 van de Koran, de Al-Infitar, het uiteensplijten, de roede met de gekraalde uithangsels. Dit is een voorwerp wat in de ark ligt. Het rode paard van de openbaring is in het Hebreeuws het paard van Adam, oftewel het paard van de Koran, de tuchtroede. De Koran zelf in de ark is de gouden kruik met het verborgen manna, wat ook aan de overwinnaars wordt beloofd. Hierin zit namelijk de esoterie en de gnosis opgeborgen. Dit houdt ook in dat alleen de overwinnaars de Koran kunnen interpreteren, en de interpretering is esoterisch. Het gaat om de esoterische Koran, de leugen als het raadsel en de heraut van de Waarheid.


Het jongetje kijkt om, en verandert in een skelet, en rent dan de onderwereld weer in. Hij leeft aan twee kanten van het scherm, in de paradox. Wij moeten puzzelmeesters zijn, slotenmakers en slotenmeesters. Hiertoe zijn wij geroepen. Kunnen wij genezing brengen aan dit kind ? Kunnen wij dit kind beter leren begrijpen ? Kunnen wij door alles heenprikken om een kinderhand te bereiken ? Deze duisternis gaat diep.


Hij steekt zijn hand uit en bedelt. Wijzen wij een bedelaar af ? Het is nog maar een klein kind. Evolutie in de kinderschoenen. Maar dit kind heeft geeneens schoenen. Het kind leeft diep in de wildernis achter raadselen. Zouden wij dit kind prikken met onze stokken ? Kennen wij dan niet het gevaar van de beren ? Beren hoeden over dit kind.


Het kind heeft zijn hand uitgestoken. Zouden wij niet dit kind meenemen om dit kind te verzorgen ? Nu hebben we de kans. Het zou heel goed de laatste kunnen zijn.


Wie kent de geschiedenis van dit kind ? Hoe is het kind geworden zoals hij is ? Deze duisternis is diep. Hij rende weg van huis, en is nu terug. Zou het kind weer misbruikt worden, dan zou het kind weer weglopen, en ditmaal voor altijd.


Ik nam het kind in mijn armen. Zolang was dit kind van mij weggeroofd geweest. Het kind had het mooiste mondje wat ik ooit had gezien. Ik was niet boos omdat het kind aan de drugs was omdat het mij miste. Maar nu wilde ik de drugs vervangen door mezelf. Ik kon niet boos zijn. Het kind had me nodig. Een kind aan ons gegeven, maar het kind werd alleen maar woest gemaakt. Ik voelde mij als een vaderbeer. Ik zou dit kind beschermen. Ik had het kind teruggevonden. Een opvoeding in de gnosis. Het kind was nog steeds klein. En zo kon het kind eindelijk opgroeien.


Ik nam het kind tot het Ismaelitische paradijs. Ik vertelde het kind over zichzelf. Het geluk wat ik zag in de ogen van het kind betekende meer voor mij dan wat dan ook. Een beetje geluk voor een kind, om de wonden te verzachten. Deze duisternis is diep.


Hij schreeuwt nog steeds, maar nu met een glimlach. Hij krijst nog steeds, maar de pijn wordt minder, en het geluid begint weg te vagen. Een nieuwe wereld. Het kind marcheert nu in het leger van de gnosis, nog steeds een kindsoldaat, maar het kind groeit op. Liefdevolle correcties brengen het gebabbel van het kind weer terug. Laat het kind maar veel babbelen. Het is voor herstel. Liefdevol zullen de betekenissen veranderen. Dit kind heeft de gnosis verdient. Een kat in het nauw maakt rare sprongen.


Ik neem het kind op reis, naar de andere kant van de wereld, voor nieuwe gezichtspunten. Ik neem het kind naar kruispunten. Kind, je moet nu kiezen.










Hoofdstuk 13. De Heersende Nacht van de Koran – De Strijd tegen Absalom – Het Herstel van de Theraphim



De cryptografie kan doordringen in het diepste hart en de diepste kern van de vijand om te laten zien wat er was gestolen, om zo alles te veranderen. In die zin is de cryptografie van levensbelang om de nieuwe wereld te bouwen waarin zelfs de vijand een plaats heeft en gebruikt wordt, en waarin de vijandelijke streken langzaam ontmaskerd worden en wegvagen. Alles zal dus teruggeroofd worden. In die zin is de cryptografie een noodzakelijk deel van de territoriale oorlogsvoering en moet iedere cult of kerk ontweken worden die een gebrek heeft aan cryptografie, want zij binden de mens aan het letterlijke en aan de valse omsmeltingen van de piratenbuit. De cryptografie leidt dus terug tot de oorspronkelijke samenstelling van de gnosis.


Werken zoals de Bijbel, de Koran, en de Egyptische en Boeddhistische geschriften MOETEN dus als cryptografische puzzels beschouwd worden, anders worden we erdoor opgeslokt en vastgezet om als eeuwige slaven het dramatische letterlijke te dienen en te aanbidden. Er is hierin geen andere weg. De cryptische uitleg van deze geschriften en hun syncretisme worden hysterisch en obsessief bewaakt door de agressieve mondbacterien, die deze wereld hebben geschapen in een bevroren visioen. Hierin richtten zij hun hogepriesterlijke buikspieren op tot eredienst aan de stad. Het zijn clowns. De buikspieren zijn de materialisaties van de meest verschrikkelijke mondbacterien. Het zomaar kijken naar zo'n vals orakel van de stad brengt je onder een valse geest van profetie, waardoor je de ingevingen van de stad zult krijgen.


De nacht van de Koran is een belangrijk item in de Islamitische esoterie. In de Koran is een dag gelijk aan tien nachten. De nacht in de onderwereld is dus tien keer langer dan de dag. Dit is dus een Koranische nacht, de nacht waarin de Koran werd geopenbaard. Wij moeten ernstig streven naar deze nacht. Hier is waar in de Koran de Gnosis en de engelen bij elke aangelegenheid neerdalen, in boek 97 van de Koran, de Grootsheid, de Majesteit, gaat over deze Nacht van Grootsheid, deze Nacht van Majesteit, die beter is dan duizend maanden. Maanden zijn in het Hebreeuws vernieuwingen (vernieuwingen van wapens, gebouwen en steden). In deze nacht van de onderwereld werd de Koran geopenbaard.


Omdat de oorspronkelijke Urim en Thummim van het midden-oosten, de teraphim, was onderdrukt en ondersneeuwd door het christendom kwam dit bloed-orakel weer terug door de Koran. De Urim is boek 86, Hij die bij Nacht komt, At-Taariq, waarin de mens geschapen werd uit water, MAYIM, bloed, wat tussen de rug en ribben voortkomt. In Spanje en andere barbaarse landen worden speren door de ruggen van runderen gestoken in arena's. Dit in plaats van de jacht op demonen. Wij komen voort uit de demonenjacht. Boek 86 is het jachtsorakel om zo tot wedergeboorte te komen door het bloed van demonen. Duizend is in het Hebreeuws een woord voor runderen en vee in de worteltekst. De Koranische Nacht van Majesteit en Grootsheid is beter dan duizend maanden, beter dan de restauraties van demonische runderen en demonisch vee. De barbaarse mens houdt de demonische runderen en het demonisch vee in stand, en brengt deze tot vernieuwing, terwijl dieren worden mishandeld in plaats van de demonen.


Daarom is het binnengaan van de Nacht van de Onderwereld belangrijk om hiermee af te rekenen, en zo de jacht op de demonen tot aanvang te roepen. Boek 86, Hij die bij Nacht komt, At-Taariq, is het jachtsorakel van de terafim, de Koranische Urim. Boek 96, de Bloedklonter, is de Thummim, waar de mens uit bloedklonters wordt geschapen, waar de leugenachtigen bij de haren worden gegrepen, als een beeld van veren. De demoon-kip wordt hier geplukt en geslacht. Dit is het slachtsorakel van de teraphim, de Thummim van de Koran. Ook verwijst dit naar de verstrikking van Absalom's haren in een tak, waardoor hij gedood werd door Joab, de legeraanvoerder van David. Absalom was in deze mythe een verkrachter en een moordenaar, een gevallene. Boek 96, de Bloedklonter, gaat over de oorlog tegen Absalom.


Door de Koranische Nacht van de onderwereld, de Nacht van Majesteit en Grootsheid, komen wij tot de heilige bloevergieting. Zo komt het oorspronkelijke bloedsorakel van jacht en slacht weer in werking. 86-96 is daarom een belangrijke centrale code in de Koran, tot herstel van de oorspronkelijke Urim en Thummim, de Teraphim.


Absalom is een beeld van de buikspieren, van de moordende en verkrachtende mannen van de stad, de oplichters en de bedriegers.


Absalom betekent 'vader, oorsprong, van Salomo', en in de worteltekst 'vader, oorsprong, heerser, van loon'. Absalom werd gezien als de grootste van het koninkrijk voor allerlei flutredenen. Hij is de wachter van het loon, de wachter van de Thummim. De borstspieren en de buikspieren werken samen als een moordmachine, als de stadse Urim en Thummim. Zij houden de teraphim verborgen. Absalom is hierin als een valse Thummim. Koran 96, de Bloedklonter, rekent met deze geest af.


Er was nog een derde belangrijke steen naast de Urim en de Thummim, die in de Teraphim nog wel belangrijker was dan de Urim en de Thummim.


In het Aramees is het een steen in de borstplaat van de hogepriester (SHEBUW), de steen van ASER, als het hogepriesterlijke orakel. De SHEBUW-steen is in de worteltekst de verdeler-steen, de breker-steen van onderscheiding. De steen brengt fragmentatie. Dit is het framewerk.


Ook is dit de PESSA steen in het Aramees. In het Hebreeuws is dit de GOWRAL. De PESSA, de PES, wat 'lot' betekent in het Aramees, een kleine, 'verdelende' oftewel onderscheidende steen. Deze steen wordt in Leviticus 16 gebruikt om te bepalen welke bokken er zijn, en hoe ze apart behandeld moeten worden. De steen geeft dus raad in jacht, offer en oorlogs-strategie. De SHEBUW-steen heeft dezelfde betekenis als de PESSA in de worteltekst als de verdeler-steen, de breker-steen van onderscheiding. In het Aramees is de PESSA ook een boek, een tekst, een compositie. Deze steen is dus het framewerk. Voor de slagers is dit een fundamentele steen.


In het Hebreeuws is dit dus de GOWRAL, wat ook systematisch betekent en compensatie, wraak, wat in de worteltekst de ruige steen is. GOWRAL is loon in de grondtekst. De GOWRAL, oftewel de PESSA, of SHEBUW, is een heersend loonsysteem, aangesteld over de Urim en de Thummim, waarvan Absalom slechts een karikatuur is, een valse, corrupte schaduw. Ook staat deze steen voor kastijding in het Hebreeuws.


In het Ismaelitisch is dit boek 82 van de Koran, Al Infitar, het Uiteensplijten van de staf van Aaron, tot een roede met meerdere gekraalde uithangsels, die in de ark werd gelegd. Dit is de derde zoon van Ismael : Adbe'el – kastijding, tucht, scheiding. Dit is dus een allerhoogst heilig item. In Egypte is dit de Nekhaka, die door Osiris aan de farao werd overgedragen als een symbool van autoriteit. Dit was ook een vruchtbaarheids-symbool. Een variant hierop is de veer van Maat, de veer van de Wet, waardoor de doden geoordeeld werden. Ook de veer is een verdeler en onderscheider. Wij moeten komen tot grote onderscheidingen. Veel kennis moet hieraan opgeofferd worden. Iemand kan veel kennis hebben, maar zonder onderscheiding is hij nergens.


Ad-be'el, Uwd-bel, is in het Aramees-Hebreeuws 'vuur van Jupiter.' Bel is Jupiter in het Aramees, en ook Heer. 'Jupiter is Heer', wat ook door de Romeinen werd beleden. Israel, Judea, werd door de Romeinen ingenomen en werd een Romeinse provincie. Een Joodse Jupiter werd toen geintroduceert : Jezus. Uwd, Ud, is vuur in het Hebreeuws. In de wortels is dit harken, als een beeld van de verdelersteen, de tuchtroede met de meerdere uithangsels. Bel, Jupiter, kwam om Bilha (In Del-allah, Arabisch) aan de kant te schuiven. De tuchtroede van Bilha werd door Jupiter-Jezus geroofd. Ad-Be'el was oorspronkelijk Ad-Bilha. De AD is in de Hebreeuwse worteltekst een hark, ook een pook die het vuur ophitst. Omdat het verbonden was aan de roede van Bilha werd door de christelijke kerk de heks met de bezemsteel, de roede, gedemoniseerd. Jupiter-Jezus zou overnemen. In het Aramees is de Hebreeuwse AD de rituele drank, de bron.


De tuchtroede met de gekraalde uithangsels is dus de bezitster van de Urim en de Thummim. Zij is de Grote Onderscheider. Ook de paradijselijke rivier die zich in meerdere rivieren uiteen splitst is hiervan een beeld, en in de apocalypse waarin de Thummim de Urim berijdt, als de vrouw op het beest, is dit het beeld van de wateren waaraan zij zit. In de Griekse grondtekst zijn dit ook de wateren van de zondvloed. De vrouw op het beest wordt door deze wateren geleid. Het geeft haar onderscheiding.