Folio 5r. 1599, 23 september. Peeter Van Gelmen, Henrick Coenen, Frans Convents, Dierick Palmaerts als momber van zijn huisvrouw Catharina Convents: akkoord over goederen na overlijden van Frans Van Gelmen en Alete Neven zaliger, hun ouders.
Peeter Van Gelmen, als oudste zoon, heeft voordeel. Hij vraagt het versterf van zijn broer Frans Van Gelmen en van zijn neef Claes Claes: de winning in Rechoven en appenditien huis en hof en alle andere goederen onder Herck gelegen, met uitzondering van ± 22 roeijen land opt Damervelt gelegen onder Herck, 18 roeyen opt Daemervelt, 18 roeyen opt Herckervelt, ½ bunder op die Bommer. Deze laatste goederen zijn voor Henrick Coenen en Frans en Dierick voorschreven. Peeter zal niets meer eisen uit de nalatenschap. Overeenkomst over andere goederen en lasten. Gelegen onder Schulen/Lummen en de voornoemde onder Herck gelegen.
Folio 7r. 1599, datum weggevallen. Jacob Schats, verhuurder, en Frans Schepers, huurder.
Huis en hof met 6 vat land genaamd “den Berbos” onder Schuelen en 5 zillen broek er achter gelegen. Voor 40 rinsgulden per jaar, boven de straatlasten. Frans moet 2300 walmen leggen. Ingang half maart 1599 voor 3 jaar. Opgemaakt in Lummen in het huis van Jan Valckaerts, getuigen Aerdt Swijsen rentmeester en Henric Kenens, Herman van Uutricht. Peeter Aerdts, notaris.
Folio 9r. Na blanco pagina’s: aldus gedaan en gepasseerd binnen Herck in het woonhuis van Peeter van Gelmen, ter presentie van Jan Clercx, Wouter Vande Venne. Dit hoort bij de akte van folio 5r. De twee huuracten werden achteraf ingenaaid.
Folio 33r. Laatste gedeelte van een akte, waarvan het vorige deel, op een heel klein restant na, werd uitgescheurd: “gelegen wesende op de schans tot Stall onder Coirsel, ter oirsaecken sijnder offitien duer eens pretens”. Lambrecht moet 24 gulden Brabants betalen. Hiervoor zullen de meubelen op de schans dienen. Getuigen: Balthasar Vander Locht, scholtet in Spalbeeck, Hennen Everaerts, Lenaert Vander Eijcken en Gielis Coecx.
Folio 38v. 1604, 29 juli. Michiel Coex, wonend opt huis Lummen, heeft gerenuncieerd mits deze, en doet er stipulatie over in handen van de notaris, van de constitutie zoals hij hiervoor gegeven heeft aan de heer Balthasar Vander Locht, scholtes van Spalbeeck. Hij renoncieert ook van het proces dat Vanderlocht voor hem heeft aangespannen volgens de voornoemde constitutie of andere aangaande het versterf van Maria Coex zaliger, waar Jan Van Ranst onlangs als tochtenaar uitgestorven is, tegen Tielman Van Elsrack cum suis. Deze renuntiatie zal hij voor goed, vast en onverbrekelijk houden. Opgemaakt in het huis van Wouter Van Elsrack in presentie van Aerdt Swijsen rentmeester van de heer van Lummen, Aerdt Frericx.
Folio 39r. 1604, 25 juli. Michiel Coex wonend opt huis Lummen en Tielman Van Elsrack wonend in Kermpt hebben een akkoord gesloten betreffende de actie, gerechtigheid en het versterf dat Michiel eventueel mocht aangestorven zijn na de dood van Maria Coex, waar Jan Van Ranst onlangs als tochtenaar is uitgestorven. Om proces te vermijden betaalde Tielman 36 gulden Brabants. Opgemaakt binnen vrijheid Lummen in het huis van Wouter Van Elsrack in aanwezigheid van de rentmeester van de heer van Lummen Aerdt Swijsen en van Aerdt Frericx.
Folio 71v. 1613, 28 augustus. Marten Bolgri, inwoner van Schuelen, en Aerdt Smolders, inwoner van Berbroeck leggen een verklaring af op verzoek van Willem Geerts, inwoner van Berbroek. Marten zegt dat Gielis Heeren, wonend in Berbroeck, hij hem kwam en verklaarde dat Willem Geerts hem 6 of 7 gulden had geleend om te mogen employeren om kosten wegens zijn huisvrouw die gevangen zat. Gielis zou het geld zo snel mogelijk terugbetalen of hij zou hem daarvoor gerst laten die hij “ter helft” gezaaid had op de goederen van Marten onder Berbroeck. Zo is ook gebeurd bij de oogst.
Aerdt Smolders verklaart dat op Sint Jacobsdach laatstleden ’s morgens Willem Geerts hem verklaard had dat hij Gielis Heeren geld gaf. Zei ook dat de vrouw van Willem keef dat hij dat gedaan had. ’s Anderendaags heeft Gielis Heeren hem de gerst ter hand gesteld. Mocht de opbrengst groter zijn dan het geleend geld, dan zou Willem dat teruggeven aan Gielis “suppleren en opleggen”. Brengt het minder op, dan moet Gielis bijbetalen. Opgemaakt in Lummen binnen vrijheid, getuigen Aerdt Swijsen en Aerdt Driessch.
Folio 73r. 1613, 08 maart. Maria Fleron weduwe van Willem Geerts zaliger, met haar broer Francsois Fleron en haar neef Geraerdt Fleron, borger van de stad Hasselt 1) maken een akkoord met mr. Peregrinus Van Hamel in naam van Marie Van Hove, de moeder van zijn vrouw uit kracht van procuratie van 17.06.1612 ondertekend Peeter Buycx notaris, 2). Het gaat over verlopen van koren- en geldrenten, zowel Loons als Brabants, zoals Van Hove volgens brief en bescheiden jaarlijks trekt op goed gelegen in Coersel, dat aan Marie Fléon vanwege haar man Willem Geerts toebehoort. Maria zal 250 rinsgulden Brabants betalen. Peregrinus heeft 150 gulden ontvangen, 100 gulden zal op Pinksteren betaald worden, 50 gulden op “Egidii” en 50 gulden op … erna. Blijft ze in gebreke, dan zal Peregrinus onmiddellijk tot saisijn en geleyde mogen komen, zonder oppositie, zonder conde. Opgemaakt binnen vrijheid Lummen in het huis van Willem Neven, Loonse officier. Getuigen: dezelfde Willem Neven, Peeter Neven, Vincent Spralants, Jan Thonis.
Folio 85r. 1616, 29 mei. Voor de schepenen van Lummen Loons buiten verschenen Gielis Coex en Lambrecht Van Schoenbeeck, inwoners van Schuelen. Ze hadden een akkoord gesloten met de officier en de rentmeester in verband met een delict gepleegd door de moderne gevangene Jan Verneijen.
1) hij mag geen roer (geweer) meer dragen, dag noch nacht
2) hij zal Lenaerdt Van Swartebroeck, of iemand van zijn huishouden, behandelen als goede naburen en hem voor zijn delict tot zijn genoegdoening 700 rinsgulden Brabants betalen tussen nu en Joannes (Sint Jan is op 24 juni) eerstkomend, boven de officierswijn en alle onkosten die er werden gedaan.
Verneyen (Vermeyen?) werd voor de schepenen gebracht, zonder banden van ijzer, en hij verklaarde zich akkoord met bovenstaande schikking.
Maria Smeets, de moeder van de voorschreven Vermeyen, gaat haar tocht uit van al haar Loonse goederen ten voordele van haar zoon, die erin gegicht werd. Als vruchtgebruik en eigendom dan in dezelfde handen zijn, stelt Vermeyen deze in pand voor een goede betaling. Mocht hij niet tijdig betalen, dan mogen de goederen verkocht worden tot voldoening.
Lenaerdt Van Swartebroeck met zijn zoon Willem Van Swartebroeck verklaren Vermeyen niet te molesteren of te “enqueeteren”, maar met hem in vriendschap te leven zoals goede buren betaamt. Ze stellen ervoor hun persoon en goederen garant.
Folio 87r. 1616, 04 juni. Peeter Neven in naam van en als momber van Anna Van Lamijns sluit met Frans Ruelens een akkoord over een stuk land onder Herck in die Coenen Straet. Het stuk grenst de straat, Herman Vande Kerchoff 2), Frans voorschreven 3) en 4). Het is belast met 5 vaten koren aan de H. Geest van Herck, met 6 vaten koren aan het “smet ambacht oft Sinte Loye outar tot Hasselt” en 3 oude groten aan de armen van Herck. Met deze last van 6 vaten koren zijn er nog andere goederen belast, namelijk XVIII roeyen opt Bamervelt.
Peeter Neven voorschreven zal aan Frans het voorschreven stuk transporteren voor de schepenen van Herck, met de voorschreven lasten. Conditie: Frans stelt voor het land in pand voor bevoegde rechters een stuk erf genaamd “den Liven Stock(?)”, palend de straat O., het voorschreven erf N., het kerkhof 3), de erfgenamen Creten 4).
Opgemaakt in Lummen binnen vrijheid ten huize Peeter Neven. Getuigen: Jan Alen, Valentijn Schepers.
Folio 88r. 1616, 19 oktober. Michiel Broun (?) verklaart van Jodocus Freckenhorst, modern rentmeester en kastelein in Lummen, 100 philippus daelders ontvangen te hebben. Hij geeft ervoor zijn patromoniële goederen in pand, die gelegen zijn in Bastenaeck. Intrest jaarlijks tegen elke 100 6 rinsgulden. Mocht Freckenhorst het geld nodig hebben, dan mag hij de hypotheek aan iemand anders verkopen. Michiel is zinnens van zich “ter crijcx” te begeven. Mocht hij sterven, dan zijn de goederen van Freckenhorst voor de bovenvermelde som, uit vriendschap. Opgemaakt “opt huis Lumpmen”. Getuigen: mr. Willem Neven, meier in Lummen, en Aerdt Frerix der jonge.
Folio 93r. 1616, 22 oktober. Willem Geerts en Ambrosius Vander Eycken, met zijn oom Jan Luyten als momber van de achtergelaten kinderen van Ambrosus Vander Eycken zaliger vragen hulp aan 4 goede mannen of “arbitratuers” en ze zullen hun bevindingen opvolgen. De goede mannen zijn heer Jacobs Herbonts pastoor van Berbrock en Ardt N., mannen van Willem voorschreven, en voor Ambrosus heer Jacob Servaten pastoor van Schuelen met Jan Luyten.
De achtergelaten onmondige kinderen van Ambrosus zullen aan hun oom Willem Geerts voor zijn onkosten en “ontbosden” penningen eens 65 gulden geven tussen Sint Catharijn en Sint Andries. Willem moet de kinderen voor het gerecht “ontsucken ende indemniseren van alle discorden”. Ze moeten het gelag dragen van deze dag en voortaan goede vrienden blijven. Getekend: D. Jacobus Herbonts, Peeter Jans, Willem Geerts en Jacobus Servatij.
Folio 96r. 1617, 18 oktober. Catharina Vande Briel weduwe van mr. Gielis Schoeffkens verhuurt aan Peeter Van Meuwen 2 beemden onder Schuelen gelegen, genaamd “die Caertse Beempden”. Voor een periode van 3 jaren, ingaand in 1618. Jaarlijks 22 rinsgulden en 1 bussel kennepinne boven de cijns en schattingen en het reinigen van de aanliggende rivier. Getuigen: Jan Prels en Jan Swinnen der jonge. De voorgaande huurperiode betaalde Peeter zijn huur volledig, verklaarde Catharina.
Folio 103r. 1617, 18 oktober. Catharina Vande Briel, weduwe van mr. Gielis Schoeffkens, verklaart dat ze aan Jan Swinnen der jonge verhuurd heeft, vanaf 1618 voor een termijn van 3 achtereenvolgende jaren, een stuk broek gelegen onder Schuelen. Dit broek, genaamd “den Wendelen Bampt”, met nog een half boender opt Scaveij(?) gelegen verhuurt ze voor 21 rinsgulden boven cijns. Opgemaakt in het huis van de notaris in aanwezigheid van de getuigen Jan Prels en Peeter Van Meeuwen.
Folio 103v. 1617, 01 augustus. Reynder Timmermans verklaart dat hij aan Peeter Mommen een stuk land verhuurde gelegen in het Sreteren Velt onder Beringen, 2 vat land groot. Voor een termijn van 6 jaren die elkaar opvolgen. De huurder mag na 3 jaren opzeggen en moet steeds het land achterlaten in roggestoppelen. Huurprijs: 4 vaten koren jaarlijks met 3 “hoepen sroets” (?) jaarlijks, altijd leveren op Lummen kermis. De schattingen op persoon of grond zijn voor de huurder. Opgemaakt in het huis van Peeter Neven binnen de vrijheid van Lumpmen in aanwezigheid van Aerdt Frerix der alden, Aerdt Frerix der jonge, Laureijs Vande Bogaert en Reynder Erpecum.
07.05.1653 Godvaer Lanaerts leent van Peeter Stapparts van Schuelen 200 gulden Brabants Luijcx eens. 6% rente, op verzoek terugbetalen. Mocht Godvaer sterven voor hij afbetaald heeft, dan moet zijn vrouw Helena Christiaeni de som gichten op panden. Getuigen: Geert Vollarts, Carel Vollarts.
13.10.1653 Cornelius Van Sonhoven, schepen Brabants recht Lummen, als man en momber van Elisabeth Willems verkoopt aan Henrick Snyders ongeveer 1 dagmaal broek, regenoten Jeronimus Peelenders erfgenamen, Henrick Snyders en Peeter Baten, en een heike eraan gelegen, alles in Borckel onder Peer. Koopsom: 28 souverainen (1 souverein = 24 gulden) en ½ souverain voor verkopers huisvrouw, 1 horensgulden godsgeld. Betalen op dag van gichten. Mr. Aerdt Baeten, borger van de stad Peer, moet gichten. Get. Mr. Aert Vanden Berge schepen Vrijheid, Andries Smeets alias Van Peer als getuigen.
12.12.1653 Frederick Hermans, schepen Loons recht Lummen, wonend in Schulen, Jacob Smeets en Antonius Swinnen, beiden inwoners van Schulen, verklaren “onder mannen waerhyt” op verzoek van Jan Meynen. Ze zeggen dat Jan een wettige zoon is van Geert Meynen, geboren in Schulen en die diverse jaren in dienst geweest is van de koning van Spanje, in garnizoen gelegen “op die riviere eertyts die Demere ? ende elders”. Getuigen: Jacop Meewis, Mr. Aerdt Vanden Berge, stadthelder, inwoner van Schulen.
16.12.1653 Wauter Christiaens verkoopt aan zijn zwager Godvrie Lavarts heide met een land erin, ongeveer 5 of 6 halsters zaaiens gelegen in Schulen op “die Cruystraet” boven St. Joris Schansche, regenoten Godtvree Lavardts 1), de erfgenamen Ambrosius Vander Eycken 2), ‘s herenstraat 3) en 4). Voor 200 gulden Brabants eens. Wauter heeft 94 gulden Brabants Luijcx eens ontvangen; de resterende 106 gulden moet Godvrie betalen aan Herman Poelmans tot voldoening van een obligatie die Christiaens schuldig was aan Poelmans (Loons Lummen). Poelmans kwijt de panden van Christiaens. Henrick Cuypers, schepen Lummen Loons, moet gichten. Get. Frederick Hermans, Jan Smeets. (De handtekening is “Godtfridus Lavers”).
04.03.1654 Godvree Lavarts, Schulen, verklaart schuldig te zijn aan Peeter Stapparts (Schulen) de som van 200 gulden Brabants Luijcx, op obligatie ten penninck twintig op panden gezet (akte voor dezelfde notaris). Getuigen: Oriaen Moestermans, Aerdt Frerix wonend in Herttenrode.
08.08.1654 E.H. Dionijs Van Rinckborch, pastoor van Schuelen, verkoopt bos op de Willekensberch, regenoten Machiel Reynders, dat toebehoord heeft aan Jan Maes zaliger, aan Mr. Oriaen Reymen. Geen prijs... Getuigen: Mr. Aerdt Vanden Berghe, stadthelder der Leensaele tot Lummen, en Mattijs Prels.
04.08.1654 De schepenen zijn uit, ontboden door Lambrecht Schranden, om de overstromingsschade op te nemen in een bempt onder Schuelen gelegen bij “Shoyeters Winninge”. Ze komen tot de bevinding dat hij minstens voor een jaar bedorven is.
11.11.1655 Elisabeth Peten, wettige huisvrouw van Henrick Reymen, machtigt haar man om in Baelen en elders alles te regelen in verband met haar erfgoederen. Opgemaakt in het huis van de notaris; getuigen Pauwels Dularts, Jan Boonen.
10.01.1656 Jacob Gilles, borger van de stad Wuestherck, (Herk-de-Stad), in proces tegen inwoners van de stad Halen machtigt Mr. Nicolaus Van Donroey, procureur in de souveraine raad van Brabant, om in zijn naam de “sententur” te doen stellen ter behoorlijke executie tot volle betalinge waar ook. Opgemaakt in het huis van Jan Van Schoonbeeck in Herck; getuigen Jan Van Schoonbeeck en Jan Vaes.
28.06.1657 E.H. Lodowyck Meer, pastoor van Berbroeck (Berbroek) constitueert sr. Jan Buyens, borger van de vrijheid van Geel, zijn oom, om in zijn naam een zekere halve beempt te verkopen onverdeeld tegen het erf van sr. Jacob Meer, ook een oom van hem, gelegen in de Kievermontparochie van Geel. Grenzen van de beempt: voorschreven Arnoud Mues ?, de Nete Z., Willem van Reti N., Machiel Aerts W. Hij mag de koper gichten, enz. Getuigen: Jan Vande Laer, Aerdt Leynen. De pastoor tekent “Ludovicus Meir”.
27.08.1657 Catharina Gilman, wed. Rammelo. Haar man had een proces lopen in de Souvereine Raad van Brabant tegen Henrick Beckers van Coorssel (Koersel) en anderen in verband met een attentaet tegen dezelfde Beckers. Henrick werd veroordeeld tot de kosten en in “den selve totter tauxatien geprocedeert”; de andere zaak is nog hangend. Beckers’ weduwe wil akkoord hierover. Mevr. De Rammelot machtigt daarom meier Jan Neven en Mr. Aerdt Vanden Berge, stadthelder, om in haar naam tot een akkoord te komen en om het proces op te heffen. Getuigen: Henrick ?, Jan Collet.
13.11.1659 Peeter Van Buylen zoon van Peeter, voor hem en voor zijn broer Pauwels Van Buylen, geassisteerd met hun moederlijke neef Peeter Reynders, wonend in Boeckt land van Vogelsanck, verhuurt aan Huybrechts Jans voor een termijn van 3 jaar huis en erven, land zowel als broek, in Goosselaer gelegen. De goederen vielen hen toe na de dood van hun ouders. Huurprijs: 24 halsters Diestse maat rogge; voor het broek 5 gulden Brabants Luijcx/jaar rente aan Wilsens van Hasselt en jaarlijks 200 walmen leggen. Aanvang oogst 1660, voor broek half maart 1660. Getuigen: Gonmaer Cox, Jacob Tielens.
27.09.1659 (Kopie) Jacob Van Sonhoven als schoonvader en Lembrecht Claes alias Tijs als neef van Laurys Pinxten hebben een verklaring afgelegd i.v.m. een neerslag van Peeter Broeckmans van Pael, onder Beringen, waarvan Laureys Pinxten verdacht wordt. De Loonse dienaar Willem Lambrechts en de Brabantse dienaar Jan Aerdts van Lummen hebben arrest gelegd op de roerende goederen van Laureys, zowel binnen als buiten het huis. Pinxten verzet zich, daarom stellen de bovenstaande familieleden zich borg met hun roerende en onroerende goederen opdat de officieren van Lummen hieraan hun verhaal zouden hebben, indien Pinxten schuldig zou bevonden worden.
20.09.1659 Anna Van Haute, wettige huisvrouw van Steven Haselers, verkoopt uit kracht van procuratie haar door haar man gegeven (notaris Peeter Ghysberti op 09.09.1659 in Antwerpen) aan haar zwager Guilliam Lemmens haar part in land, bos en beemden gelegen onder Lummen voor 24 gulden Brabants Luijcx eens. Ze verzoekt haar moederlijke oom Henrick Vande Velde om dit voor haar te laten gichten. Getuigen: Claes Jans, Geeraerdt Vollaerts.
19.04.1659 Steven Haselers gehuwd met Odilia Hotselen wonend binnen Antwerpen verschijnt met zijn vrouw, die in haar jongedochters staat in Antwerpen is gaan wonen en toen van haar zwager Mr. Guilliam Lemmens de som van 50 gulden Brabants Luijcx leende. Dit geld moet afgetrokken worden van een jaarlijkse rente van 19 gulden Brabants Luijcx/jaar die aan haar, Stevens huisvrouw, toeviel uit de patrimoniale goederen na de dood van haar ouders. Aan dezelfde rente van 19 gulden zullen ook nog 2 gulden 10 stuivers korten voor intresten van de 50 gulden. De man gaat akkoord met de deling van de goederen tussen broers en zusters en met de mangeling met haar zwager Mr. Guilliam Lemmens (zie notarisakte daarover opgemaakt door notaris A.E.P. Christyns, pastoor van Kermpt (Kermt) d.d. 06.02.1658). Guilliam Lemmens was Steven q.q. nog de vierde part van de goederen schuldig en inkomsten van de verhuur ervan, gevallen half maart 1659. Alles is betaald, behalve 2 gulden 10 stuivers van de voorschreven 50 gulden en het 4e deel van de cijnsen, en 30 stuivers van 6 gulden jaarlijks, die Guilliam op de generaliteit van de goederen heeft verkregen. Getuigen: Jan Fredrix, Henrick Vande Velde. Steven verklaart depost nog van zijn zwager Guilliam Lemmens zijn aandeel van de huur van de goederen in Lummen ontvangen te hebben. (jaarlijks 6 gulden totale huursom-cijnsen).
27.02.1659 Cattlijn Roubben wed. Henrick Cuppens van Alcken, wonend in de vrijheid Lummen, heeft afgerekend met de huisvrouw van Sebastiaen Jacobs, borger van de stad Hasselt, op donderdag in de “wecke van Hasselt Nieuw Merckt” in het jaar “als den overloop vande Lorainen ende Condeen geschieden int landt van Luijck”. Er restten enkel nog 47 gulden Brabants en enkele stuivers die ze schuldig bleef aan Jacobs.
Daarna heeft ze ten huize Sebastiaen Jacobs nog “laecken tot
een wambas” voor haar man gehaald, nog een “audt vrauwen rocxken” en nog iets
anders tot de som van 23 gulden. Ze heeft daarvoor 1 halster tarwe betaald,
gerekend op 2 gulden 12 stuivers; nog in presentie van de commissaris van
Hasselt 1 Luijxen daelder, nog ½ souverain tot 12 gulden die Henrick “Inden Brandewijn
Ketel” tot Hasselt in haar naam aan de huisvrouw van Sebastiaen heeft betaald.
Sebastiaen heeft van haar op de markt van St.Truijen een koe gekocht aan 40 gulden, waarvoor Sebastiaen Jacobs haar 7 gulden Brabants heeft teruggegeven om “zaetgoet” te kopen. Er restten nog 33 gulden om haar schuld te betalen.
Getuigen: Merten Briers, Jan Vande Broeck.
30.01.1660 Jan Francen van Herssel (of Hecssel) constitueert Henrick Bourbon om alle mogelijke ontvangsten en uitgaven in zijn naam te regelen. Getuigen: Jan Polmans, Huybrecht Hoenrix. Volgende akte idem. Henrick Bourbon krijgt macht om alle goederen onder Herssel gelegen te verkopen.
15.10.1661 Testament van Jan Cleersnijders met zijn wettige vrouw Cattlijn Verhouven, beiden ziek. (zij tekent “Verhoeven”). Ze geven 1 ducaton aan de parochiekerk van Lummen voor een aalmoes, door de langstlevende van hen beiden te betalen.
De langstlevende van hen beiden krijgt 1) de helft van een beempt gelegen te Genebroeck onder Meerhout, onverdeeld met Willem Verhouven, de broer van Catlijn; 2) 1,5 sille land achter de kerk van Meerhout gelegen, palend Laurys Soeten O., het straatje Z., Claes Binnemans W.; 3) een beempdeken in Meerhout aan het “Plaetse Broeck”, palend het gemeyn broek in 2 zijden, de Nete Z., Peeternelle Reynders W. Hij/zij mag er zijn/haar vrije wil mee doen en gebruiken voor de opvoeding van de gemeenschappelijke kinderen. Eventuele nakinderen zullen niet mogen erven in goederen uit de nalatenschap van hen beiden, of ze hierboven vernoemd zijn of niet. Ze moeten toekomen aan hun eigen kinderen na de dood van de langstlevende. Getuigen: E.H. Oreaen Reymen, vicepastor alhier en Jesper Pauwels. De kapelaan tekent: “Adrianus Remen, primissarius”.
02.11.1661 Jan Kleersnyders met zijn wettige vrouw Cattlyn Verhouven geven aan Willem Verhouven, haar broer, een beempdeken aan het “Plaetse Broeck” in Meerhout, palend de beek Z., Peeternelle Reynders W., het gemeynbroeck. Getuigen: Bertholomeus Aerdts en Wauter Pauwels.
12.03.1661 Jesper Smeets, geboren in Coorssel, “alhier gevanckelijk gesteld zynde van de heren officieren” van Lummen, verklaart bevangen te zijn van een zware “cortse” en heeft daarom “relaxatie” verzocht van de “gevanckenisse” onder borg om “alsoo te bequamer ten commen tot syn gesonthyt”. De heren officieren consenteren relaxatum.
09.03.1662 Verkoopsvoorwaarden van een sille broek gelegen in ’t Guylicker Broeck onder Schulen, onverdeeld en rijdende tegen andere sillen in hetzelfde broek, door Peeter Piccarts. 1 blauwmuser godsgeld, 2 pattacons voor verkopers huisvrouw. Op gichtdag dient 150 gulden betaald te worden, de rest op dag van ?. Op 20.02.1662 approberen Peeter Piccarts en Wauter Pauwels deze conditien en heeft Peeter aan W. Pauwels de handslag gegeven voor 8 gaude souverainen ieder van 24 gulden en 12 hogen. Getuigen: Geert Vollarts en Jan Vander Waerden.
20.02.1662 Machiel Bervoets zet nog 4 hogen en daarna zet Wauter Pauwels er nog 2 bij.
23.02.1662 Matteeuwis Dries zet 4 hogen. Getuigen: Mr. Peeter Van Laer, Jan Van Quaethoven.
25.02.1662 Peeter Francis Aerts zet 5 hogen en dadelijk erna nog 2 erbij. Getuigen: Claes Crijns en Joris Flours.
25.02 Matteus Klockluyders zet 8 hogen meer. Getuigen: Peeter Van Buylen, Claes Creyns.
09.03.1662 Kaars ontstoken en gebannen. Koop verbleef aan Daniel Jans.
09.03.1662 Verkoopsvoorwaarden voor verkoop door Peeter Pickarts van 2 zillen broek int Guylicker Broeck onder Schulen, renende tegen andere zillen uit het broek. Op 23.02.1662 kreeg Matteeuwis Dries, inwoner van Lummen, de handslag van Peeter Piccaris voor 16 souverainen van 24 gulden, ½ souverijn voor verkopers huisvrouw of 12 gulden Brabants Luijcx eens. Getuigen: Mr. Geerardt Vanden Laer en Jan Van Quathoven. Matteus Dries stelt 28 hogen. Jan Kleersnyders zet er 3 bij. Op 25.02.1662 zet Peeter Franciscus Aerts 10 hogen meer. Getuigen: Claes Crijns en Joris Flours. Vervolgens doet Aerts er nog 4 bij. Op dezelfde dag zet Mattheewis Klockluyders nog 16 hogen extra. Getuigen: Van Buylen en Claes Crynens. 03.03.1662 voor getuigen Vanden Berge en Vandelaer verklaart Jan Cleersnyders 10 gulden van de lijcoop, in zijn huis gedronken, ontvangen te hebben. Op 09.03.1662 werd de kaars ontstoken en verbleef de koop aan Daniel Jans.
04.12.1662 Johan Neven, meier van de heer van Lummen, handelt ook in naam van de Brabantse meier van Lummen, namelijk Henrick Van Gestel. Ze verklaren dat ze met de schepenen van de Brabantse bank communiceerden tegen Mattijs Claes van Coorssel. Aan schepen Beckers en de gerechtsdienaren zou voorgelezen worden de requeste aan hem declarant en schepen gecommuniceerd door Mattijs en om hun verklaring op schrift te stellen.
Verklaring van Beckers: 2 maanden geleden verzocht Mattijs kopij. Beckers heeft deze gemaakt, maar Claes haalde ze niet af. Peeter Mertens, Aerdt Stijls en Huybrecht Beyers, allen gelijk rechtsdienaars, verklaren dat zij diverse onderdanen van Coorssel gevraagd hebben of zij wilden assisteren om de vruchten staande op Mattijs Claes erven in Coorssel te helpen in bewaring brengen. Niemand wou omdat Mattijs dreigementen had geuit toen die naar Maastricht trok in dienst. Ze hebben aan Peeter Convents, zwager van Mattijs, gevraagd of hij de vruchten wilde invoeren en bewaren. Deze wilde niet omdat het veld beschadigd was. Daarna hebben de officieren het koren met karren naar Lummen laten halen. Het gras was bedorven door “die ongetemperthyt des weders en gheene hulpe in 1661”. Aert Styls addeert nog dat er wat koren stond omtrent Lambrecht Beyers in Coorssel en dat de zwager van Beyers zei dat hij het zelf zou weghalen omdat hij vreesde dat het ’s nachts zou in brand gestoken worden. Daarop hebben de dienaars het weggevoerd. Huybrecht Beyers heeft het graan van 1661 gehad en het gras gehooid, maar dit was verdorven door de 3 neven van Mattijs. Getuigen: mr. Aert Vanden Berge en Jan Aerdts.
09.03.1663. Andries Bervoets verhuurt aan Matteeuwis Bervoets zijn kemphof gelegen achter zijn Andriessens huis binnen vrijhijt opt Westereynde. Palend de straat N., die Hamelstege O., de erfgenamen van Berthelomeus Schepers W., Peeter Aerdts Z. Zonder dat Matteus verder zal komen “als den eusel drup is” (tot waar de regen van het dak valt). Hij mag het stuk hof ook niet gebruiken waarop Dierick Trinpens 7 karren mest heeft opgevoerd, alleen voor dit jaar maar niet langer. Voor een termijn van 3 jaren met ingang van 1 maart 1633 (dit foute jaartal staat er zo). Het laatste jaar dat Matteus de hof mag gebruiken is tot Sint Andries 1666. Het stukje gemest door Dirick zal hij slechts 2 jaar kunnen gebruiken. Voor 40 gulden eens. Hij krijgt ook het fruit, maar moet de gemeyne straetenlasten betalen.
Andries stelt huis en hof in Schulen gelegen in pand voor als hij tijdens zijn huurperiode zou sterven. Andries kocht het huis en hof in zijn weduwlijke staat via vernadering tegen Jacop Schats. Matteus kan er eventueel zijn “verhaal” op hebben. Getuigen: Jan Ruts en Peeter Machiels.
1663, 28 april. Cattlijn Livesoens wettige huisvrouw van Fredrick Hermans is ziek. Ze dicteert haar testament. 1 stuiver schenkt ze aan Sint Lambrechts en 1 stuiver aan elk van de biddende orden. Ze geeft aan haar man Fredrick Hermans 1000 gulden die hij mag halen en laten gichten op goederen in Schulen of elders. Hij moet het geld gebruiken om duurdere leningen af te betalen op hun gemeenschappelijke erfgoederen. Geld zal ook moeten dienen om andere schulden af te betalen en voor de opvoeding van de kinderen. Getuigen: eerwaarde heer en meester Mattias Engelborchs, pastoor van Schulen, en Mertten Smeets. Fredrick Hermans stemde in met dit testament en maakte omgekeerd aan zijn vrouw hetzelfde. Zelfde getuigen.
1663, 29 mei. Henrick Sherttoghen, zoon van Jan, woont onder Kelberghen. Hij heeft in de naam van zijn moeder aan Matteeuwis Snyders een paard verkocht voor 4 pattacons, te betalen Sint Andriesmisse 1663. Matteus stelt borg: de helft van een rente van 30 stuivers Brabants jaarlijks aan panden van Christiaen Snyders onder Kelbergen, hovend onder de bank van Donck. De wederhelft hiervan heeft Peeter Orans. Bij niet betaling mag Henrick Shertogen deze rente laten gichten. Getuigen: mr. Gielis Bormans, mr. Jacob Clercx en Tielman Van Herle.
1663, 08.12. Andries van Lier gehuwd met Walchborch Aerdts, aanwezig en instemmend, en zijn zwager Matteus Aerdts 1) en hun zuster Christina Aerdts met haar geassumeerde (aangenomen) momber Andries Smeets 2) delen de erfgoederen achtergelaten door hun ouders zaliger Ghijsbrecht Aerdts en Elisabeth Papen.
1) krijgen alle renten, actien en goederen in Peer, met lasten, grondcijns en servituten zoals hun ouders en voorouders ze gebruikt hebben.
2) krijgt alle goederen, renten en actiën gelegen in Lummen, Reckhoven en elders daar in de buurt.
Uitzondering: land in Lummen onder Molem “den Steenheuvel" blijft onverdeeld tussen de partijen en zullen ze samen verkopen. Met de opbrengst zullen ze een last afleggen van 400 gulden in Peer, zodat deze niet alleen tot last van de eerste kavel komt. Christina moet uit haar portie aan de eerste comparanten 200 gulden Brabants Luijxe valuatie eens bijgeven. Getuigen: Cornelis Smeets en Peeter Lindtmans.
Verkeerde itemtitel op film.
04.12.1782, akte nr. 13 of nr. 5. Joannes Geerts, weduwnaar van Catharina Vanherle, legt een lening met kapitale rente van 100 gulden Brabants Luijcx af op zijn goederen in Schimpen gelegen. Betaald aan de heer Chevalier de Collaerdt de Poucet, kapitein wonend in Tongeren, de totaalsom van 150 gulden, de intresten inbegrepen. Getuigen: Joannes Greven, Maria Anna Vandermaesen.
03.04.1783, akte nr. 3 of nr. 11. Herman Jaers x Maria Catharina Persoons verkoopt een perceel land “den Bermbosch” in Schulen, regenoten de pastoor van Herck O., de wederhelft W., de straat Z., Joannes Stappers N., aan Gerardus Maris voor 350 gulden Brabants Luijcx en 10 gulden voor lijcoop en vervallen landhuur. Geteld in “Fransche gewichtige Lowien”.
Condities waarop Gerardus Maris, als geconstitueerde van Lambertus Vandevoort meerderjarige jonkman in Antwerpen wonend, en Libertus Joors voor de helft van de Luycx Bosch, op 19.04.1785, na publicatie volgens gerechtsdienaar M. Steegmans, in 1 zitdag de 7 volgende stukken, onder welke twee lenen in de leenzaal van het land Lummen sorterend, zullen verkopen. De verkoop zal gebeuren in het huis van Jan Maris in Schulen.
1) land, tevoren bos, “den Luycx Bosch” genaamd in Schulen gelegen, regenoten O. H. Geest Wuestherck (Herk-de-Stad), Z. Peeter Cox, W. en N. Willem Beynis. Groot 2 halsters zaaiens Leenzaal van Lummen. Niet belast.
2) stuk land met een boske aaneen gelegen in Schulen, “die Weijde”, regenoten O. Jan Van Straelen, Z. not. Morren van Herck, W. Antonius Grauls, N. heer Briers van Hasselt. Leen in de souverijne leenzaal van Lummen; niet belast; verhuurd aan Peeter Motmans voor 7 gulden 10 stuivers Brabants Luijcx/jr.
3) stuk land “het Meirken” in Schulen, regenoten Jof. de wed. Hussen (?) van Hasselt O., N. en W, Z. de heer Stappers van St.-Truiden. In huur door Jeroon Grauls voor 15 gulden/jaar; ongeveer 7 halve halster zaaiens groot. Niet belast.
4) land in Schulen “de Bollemans Heijde”, groot 2 halsters zaaiens, regenoten O. Francis Van Swartenbroucx, de heer Canoninck Vermuylen Z., W. Hubertus Maris, N. Wouter Jacobs; verhuurd aan Hendrick Cleren voor 16 gulden Brabants Luijcx/jaar. Niet belast.
5) land “die Nonneheijde” in Berbrouck, regenoten de straat O. en N., Guilliam Buntinx W., Guilliam Beirten Z., 12 roeden groot. Verhuurd aan Martinus Vrancken voor 13 gulden 15 stuivers Brabants Luijx/jaar. Onbelast.
6) bos “den Weijbosch” in Schulen, regenoten O. de heer Vossius Hasselt, N. Wouter Geboors, W. Jan Lambrechts, Z. wed. Herman Joors. 3 zillen groot, niet belast.
7) 1 sille broek in “den Poel” in Schulen, waarvan de andere delen toebehoren aan Beirten en consorten; regenoten de kerk van Lummen N. en W., heer Briers van Hasselt Z., secretaris Cauwenbergen van Diest O., niet belast.
Condities, ± half 6 namiddag, ten woonhuize van Gerardus Maris in Schulen voorgelezen. Getuigen: Herman Van der Eijcken, Jan Maris. Verkocht 1) aan Petrus Weyens voor 230 gulden Brabants Luijcx; 2) verkocht aan Peeter Motmans voor 290 gulden Brabants Luijcx; 6) aan Franciscus Cleren voor 365 gulden Brabants Luijx en 7) aan Willem Van de Vin voor 315 gulden Brabants Luijcx.
Betaald met 6 carolinen en 4 ducaten en voorts in fransche
cronen in het huis van de notaris op dezelfde dag. Getuigen: Theresia Truyers,
Joannes Greven. Akte nr. 5 of nr. 15.
18.07.1785,
Michael Kellis, borger van de stad Hasselt, geeft macht aan zijn huisvrouw
Marie Lambrechts om overal waar nodig te emanciperen Ludovicus Theodoris
Kellis, Nicolaus Kellis, Jordanus Ludovicus Kellis, Maria Theresia, Anna
Catharina, Theodorus, Michael, Marie Isabel Kellis, al hun kinderen tijdens het
huwelijk verwekt. Getuigen: Catharina Mertens, Digna Verpoorten. Akte nr. 13 of nr. 24.
Akte nr. 14 of nr. 25, 21.07.1785. Franciscus Cleren, wonend in Schulen, verklaart door Marie Magriet Joors, meerderjarige jongedochter wonend in Mechelen en geboren in Schulen, als naaste in bloed van Lambertus Van de Voort vernaderd te zijn. Ze vernadert een stuk bos onder Schulen (zie 19.04.1785, koop door Cleren). Getuigen: Dimpna Verpoorten, Petrus Motmans.
17.08.1785, akte nr. 56 of nr. 18. Petrus Aerts x Christina Lemmens, wonend in Geneijcken, en Hendrick Lemmens als vader en momber van Paulus Wilhelmus Lemmens, wonend in Oostham in de windmolen, delen de goederen van Christiaen Lemmens x Maria Claes zaliger in 2 delen.
Kavel A: 1) stuk bos boven Molem, regenoten Jan Geerts N., ‘sheerenstraat O., Anthoon Vander Heijden Z., de Hertog Van Arenbergh etc. ?; 2) land in Heusden gelegen. Belast met 35 stuivers Brabants Luijcx aan de partagie in Heusden gelegen. Deze kavel valt aan Hendrick Lemmens q.q.
Kavel B: stuk broek onder Heusden gelegen, niet belast. Dit valt aan Petrus Aerts als momber van zijn huisvrouw. Opgemaakt in het huis van de notaris. Getuigen: Catharina Pelsers, Maria Elisabeth Aerts.
19.01.1784, akte nr. 3 of nr. 1. Verklaring door Joannes Alen, ° Zeelhem, wonend in Lummen, ongeveer 66 jaar oud, op vraag van de abdis van Herckenrode. Hij heeft ongeveer 14 jaren consecutief gewoond op de winning van Olmen gelegen onder Stockroye, toebehorend aan de abdis, werkend als schaapherder. Hij heeft geregeld de jagers van de abdij op de winning van Olmen zien jagen, publiekelijk; hij heeft met hen gesproken en samen een pijp gerookt. Hij heeft nooit geweten dat de jagers last hadden van de jagers van Vogelsangh; ze werden er nooit door aangesproken, geen beletsels. Getuigen: Sr. Christoffel Hoelen, jof. Maria Elisabeth Windelen.
30.01.1784. Joannes Josephus Moons x Anna Catharina Goris 1) en Petrus Vander Straeten, jongman in ‘t klooster van de Carthuysers in Zeelhem “voor dispensier” woonachtig 2). 1) verkoopt aan 2) een rente geaffecteerd op panden van Christiaen (!) Clemens in Zelem (gichte voor de justitie Zelem 30.04.1764). Kapitale rente van 200 gulden Brabants Luijcx, jaarlijks 9 gulden Brabants Luijcx of 8 gulden Brabants Luijcx bij betaling binnen 6 weken na vervaldag. Koopsom: 200 gulden Brabants Luijcx. Opgemaakt in Zeelhem in het huis van 1). Getuigen: Hendrick Schoofs, Gerardus Schrijvers. Akte nr. 4 of nr. 11.
Jacobus Put, jonkman wonend in Coorsel (Koersel) 1) en Gerardus Polders x Geettruydt Claes 2), Ida Claes meerderjarige jongedochter 3) Helmus de Messemaker als vader en momber van Joannes de Messemaker x Marie Catharina Claes zaliger 4) zullen op 18.03.1784 publiek, in 1 zitdag, na aanplakken verkopen: 1) stuk land “de Hoeve” in Geneijcken, regenoten Peeter Mues Z., de wed. Vaes Wolfs N. en W. Belast met 1 zak koren/jaar aan het beneficie van O.L.Vrouwaltaar, met 150 gulden kapitaal aan Merentiana Stevens wed. Vaes Wolfs. Deze laatste schuld zullen de verkopers afleggen. 2) stuk land “de Langhstreep” in Geneijcken, regenoten de wed. Bogaerts van de Buitinge van Beringen O., de wed. Vaes Wolfs W. + N. 3) stuk land “het Canners Heufken” in Geneijcken, regenoten de straat O., Petrus Swaelen W., hen zelfs erve Z. De koopsom dient betaald te worden op 26.03.1784 in het huis van de notaris. Tijdens de verkoop, vanaf 8u ‘s avonds in het huis van Henricus Canners in Geneijcken, moet per verkocht stuk een half ton goed bier geschonken worden.
3) werd verkocht aan Leonardus Thijs en Jan Mertens, als straatmeesters van Reckhoven voor 361 gulden Brabants Luijcx.
2) voor 140 gulden Brabants Luijcx aan Henricus Vander Heyden
1) aan Joannes Vanhamel voor 72 gulden Brabants Luijcx.
Gerechtsdienaar is C. Ramakers. Getuigen: Sr. Paulus Vaes,
Michael Aerts. Akte nr. 6 of nr. 4.
Condities (akte nr. 7 of nr. 10) waarop Petrus Aerts van de Buitinge van Beringen met consorten op 27.03.1784, na publicatie, publiek in 1 zitdag zal verkopen: 1) stuk land “het Bloock” in Meldelaer, regenoten Joannes Lemmens met zijn vierde wedergedeelte O., de broekstraat N., de Reustraat Z. Niet belast; 2) stuk land “het Heufken” in Meldelaer, regenoten O. Joannes Lemmens met zijn vierde part des selfs erve , W. Andries Smets, Z. ‘sheerenstraat. Belast met 1 gulden 10 stuivers Brabants Luijcx/jaar aan de pastorij van Meldert. Er dient op 22.04.1784 betaald te worden in het huis van de notaris. Als lijcoop moet ½ ton goed bier gedronken worden voor de stukken 1 en 2 in het huis van Andreas Smets in Meldelaer. Getuigen: Christophorus Hoelen, Henricus Schepers. 1) aan Joannes Heijligen voor 950 gulden Brabants Luijcx; 2) aan Joannes Lemmens voor 180 gulden Brabants Luijcx. Jan Huijskens is gerechtsdienaar. Consorten zijn wellicht P. Schodts, Arnold Aerts, Wilhelmus Aerdts, die hun handtekening onder de akte zetten.
01.05.1784, akte nr. 8 of nr. 7 Claes Ramakers en Joannes Huijskens, gerechtsdienaars in Lummen, leggen een verklaring af op verzoek van Michael Roosen, in Lummen wonend. Ze verklaren met toestemming van de meiers Aerts en Vaes voor Michael Roosen een “afgebodt” gedaan te hebben, volgens de gewoonten van het land Lummen; op 01.05.1784 rond 11u aan de dienstboden van de “fermerije” van het begijnhof in Diest. Het waren Jan Paisis, Jan Baptista Van Ailen (° en wonend in Sichem), Guilliam Cuypers wonend in Diest. Ze gaven hen het verbod om nog jonge bomen of exsters af te kappen noch te “handtplichtigen” in de Schurffert onder Lummen, regenoten de paters Bogaerden van Diest Z., de straat O. + W., Petrus Lemmens N. Deze bovenstaande personen hebben toch, ondanks het verbod, hun werk verder gezet met afkappen van jonge “eycke eesters oft boomen”. Ze zeiden tegen de gerechtsdienaars dat ze zich niet zouden storen aan het verbod en dat ze opdracht hadden van priester Devogel, rentmeester van het begijnhof van Diest, om zich daaraan niet te storen, alles samen te binden en weg te voeren. Opgemaakt op ‘sheerenstraat in Goosselaer. Getuigen: Sr. Arnoldus Wellens, schepen Binnen Vrijheid Lummen, en Sr. Paulus Vaes.
16.08.1784. Joannes Josephus Hankaers x Carolina Francisca Vaes, wonend in Lummen, en Maria Theresia Hankaer meerderjarige jonge dochter wonend in Meldert, geven toestemming aan hun broer Nicolaes Hubertus Hankaer om een huis in de stad Luyck (Luik) gelegen tot meeste profijt te verkopen. Het huis was afgekomen van Joannes Hubertus Firquet. Akte nr. 10 of nr. 6, werd opgemaakt in het huis van Joannes Josephus Hankaer, met Laurentius Josephus Van der Maesen en Geettruydt Jacobs als getuigen.
28.12.1784. Joannes Josephus Hankar x Carolina Francisca Vaes en Marie Theresia Hankar, meerderjarige jonge dochter wonend in Meldert, maken hun oudste broer Nicolaes Hubertus Hankar, wonend in Sonhoven (Zonhoven) machtig om in hun naam de rekening te overhoren en te helpen sluiten die opgemaakt werd door Charle en Francois Gerardij, die mombers geweest zijn over hen en hun broers en zusters. Hij moet ook zorgen voor de verdeling van gemeenschappelijke goederen, eventueel de verkoop ervan enz. Opgemaakt in het huis van Joannes Josephus Hankart in Lummen. Getuigen: Gerardus Vander Maesen, Marie Agnes Vaes. Akte nr. 14 of nr. 3.
Akte nr. 5 of nr. 18 van 25.01.1786. Maria Anna Vander Maesen wed. Michael Reijnders, wonend Binnen Vrijheid Lummen, renuntieert aan haar tocht in een steen- en panoven en gronden en al wat erbij hoort aan deze oven in Schulen, tussen regenoten O. de straat, Z. Jan Joors, W. Petrus Polaris, ten voordele van haar 3 kinderen. Dit zijn: Marie Josepha Reijnders x Joannes Greven, present, Catharien Reijnders x Petrus Beijnens, present, en Petrus Josephus Reijnders, present, en allen samen accepterend. Opgemaakt in het huis van de comparante in Lummen. Getuigen: Henricus Schepers, Christina Wouters.
Akte nr. 6 of nr. 13, 27.01.1786. De notaris ging op verzoek van Joannes Greven, Petrus Beijnens en Petrus Josephus Reijnders naar de steen- en panoven in Schulen en vond er Nicolaes Bossemans, bezig met het uitsteken van leem. Hij vroeg aan Bossemans, met Joannes Greven en consorten, om aan hen zijn 4de deel in de oven te verkopen, omdat deze ondeelbaar is en zij met 3 de helft bezitten. Bosmans wil niet verkopen. Hierop verklaren de 3 personen dat Bosmans geen hand meer naar de oven mag uitsteken (landrecht). Akte opgemaakt in het woonhuis van Joannes Droogmans in Schulen. Getuigen: Petrus Joannes Vaes en Joannes Droogmans.
Akte nr. 7 of nr. 12, 27.01.1786. Notaris bracht een bezoek aan het woonhuis van Arnoldus Wyens in Schulen in gezelschap van de drie voorschreven familieleden en vroeg aan Arnold eveneens om zijn 4e gedeelte in de oven te verkopen. Deze weigerde ook. Hij krijgt verbod om nog iets voor de oven te kopen, niets meer te “roeren of te handtplichtigen”. Getuigen: Gerardus Maris, Joannes Wyens.
Verkoopsvoorwaarden door Martinus Stappers, Hendrick Peeters als man en momber van zijn vrouw Maria Christina Stappers en Maria Catharina Stappers, meerderjarige jonge dochter, en Aerdt Stappers hun vader voor de tocht, na publicatie en affictie van billet volgens gerechtsdienaar M. Schinsch, voor verkoop in 1 zitdag op 20.06.1786. Ze verkopen een stuk broek in Schulen omtrent “’t Hulkens” gelegen, groot een zille, waarvan de gilde van Sint Sebastiaen de wederhelft heeft. Regenoten van het geheel: de Herck W., O. de straat, Z. het klooster van Averbode. Belast met 10 stuivers Brabants Luijcx/jr aan de kerk van Schulen en met 1 “cop maut” ‘sheeren grondcijns. Lijcoop voor de gicht is 5 gulden Brabants Luijcx, te verbruiken in het woonhuis van Francis Van Swartenbroucx in Schulen, waar de verkoop doorgaat, om 6u ‘s avonds. Wordt gegicht op 06.07. Franciscus Van Swartenbroucx koopt namens de Sint Sebastiaensgilde van Schulen voor 330 gulden Brabants Luijcx. Getuigen: Martinus Pulinx, Gerardus Maris.
23.06.1786: Franciscus Van Swartenbroux, namens de gilde van Sint Sebastiaen, betaalt de koopsom in het huis van de notaris. Getuigen: Henricus Van Quathoven, Hendrick Kleren.
01.12.1786, akte nr. 19 of nr. 8. Jof. Anna Theresia Windelen x Petrus Joannes Mathijzen, tegenwoordig in Neerpelt wonend, leggen een lening van 700 gulden Brabants Luijcx kapitaal af op een dries, omtrent de kapel “Smets Eynde” genaamd bij Beringen gelegen, geaffecteerd. Het geld werd in tweemaal gelicht (zie kopij van notaris Nulens van 28.09.1784 en via handschrift van 19.10.1785). Ze betalen aan jof. Catharina Van Ubbel, wed. Van Hilst 700 gulden kapitaal en 47 gulden 10 stuivers intrest. Opgemaakt In het woonhuis Van Ubbel in Beringen. Getuigen: heer voorspreker C. Hoelen, Anna Catharina Bartholomeuwis.
Op 01.12.1786, akte nr. 20 of nr. 9, verkopen Anna Theresia Windelen x Joannes Petrus Mathijsen wonend in Neerpelt, uit kracht van constitutie voor notaris P. B. Mardage van Overpelt op 21.11.1786, 1) een perceel dries genaamd “Capeldries” bij de stad Beringen gelegen, regenoten de straat O., Jan Veusters Z., E.H. Pelsers N.; 2) kapitale rente van 300 gulden Brabants Luijcx op panden van Jan Alien(?) van Tervant, buitinge van Beringen. Ze verkopen aan Petrus Bernardus Windelen, licentiaat in de medicijnen in Beringen wonend, voor 1 000 gulden Brabants Luijcx eens. Opgemaakt in Beringen, in het huis Windelen, met voorspreker C. Hoelen en Marie Geettruydt Put als getuigen.
08.02.1787, Henricus Mathijs Dams wed. Marie Ida
Custers, wonend in Beringen 1), Michael Aerts x Marie Catharina Claes wonend in
Beringen 2). 1) verhuurt aan 2) vanaf 15.02.1787 “Soubroucksche” of “Heilige
Geestmolen” in Beringen gelegen met ap- en dependitien, met aangelegen vijver.
Regenoten O. wed. borgemeester Put, W. “die Molenkolck”, N. Joannes Georgius
Dams, Z. de straat. Bovendien nog een perceel land naast de molen gelegen,
regenoten O. jof. Jans, N. en W. de straat, Z. wed. doctoor Pelsers van
Maastricht. Verder nog een moeshof naast de molen. Termijn van 3 jaar, huursom:
350 halsters koren diesters, 228 halsters koren diesters aan de H. Geest van
Beringen waarmee de molen belast is, 32 gulden voor vijverhuur. Plichten van de
molenaar zijn o.a. bij oorlogsdreiging zorgen voor een goede sauvegarde. De
helft van de daghuur van de sauvegarde zal moeten betaald worden door de
verhuurder. Opgemaakt in het huis van de verhuurder in Lummen, getuigen Renier
Le Claire en Michael Hoelen. Akte nr. 1 of 29.
23.02.1787, Joannes Henrick Dams had de helft van de H. Geestmolen verkocht aan zijn broer Mathijs Dams, maar daarna weer terug genomen. Hij gaat akkoord met de bovenstaande verhuring. Renier Le Claire stelt zich borg voor een goede betaling. Get. Sr. Arnold Wellens, schepen Lummen Binnen, Marie Elisabeth Windelen.
22.03.1787, Joannes Greven x Maria Josepha Reijnders, Petrus Beijnens x Catharina Reijnders, Petrus Reijnders meerderjarige jongman: afhandeling van de rekening van de steen- en pan(h)oven in Schulen. Uitgaven: 3 713: 14: ½ (= 3 713 gulden 14 stuivers 2 oorden); inkomsten: 2 678: 19: 0. Het verschil bedraagt 1 034: 15: ½. Joannes Greven maakte de rekeningen op, deed de uitgaven. De twee anderen zullen binnen 2 dagen betalen. Twee schuldposten moeten nog betaald worden, samen 68 gulden Brabants Luijcx aan jofr. Thielen en aan capiteyn Briers in Curingen nog enig geld. Ze moeten binnen 2 dagen 50 gulden Brabants Luijcx betalen aan hun moeder Maria Anna Vandermaesen (samen 150 gulden). De verdere ontvangsten moeten door 3 gedeeld worden. Opgemaakt in het huis van de notaris; getuigen Maria Elisabeth Windelen, Maria Christina Stevens. Akte nr. 6 of nr. 22.
04.06.1787. Akkoord tussen 1) Gerardus Mellemans van Schulen en 2) Petrus Cox van Schulen. Omwille van een proces over een vaart of weg over de hof in Schuelen van 1), regenoten O. jof. Hussen, Z. Petrus Cox 2), W. jof. Hussen, N. de straat, gaande van het erf zuidwaarts tegen de voorschreven hof gelegen kreeg Mellemans reeds een citatie van de Loonse justitie op 04.06.1787 ter instantie van Cox. Om een proces te vermijden staat Mellemans de vaart af, zoals Cox ze steeds ten minste schade gebruikt heeft, voor eeuwig. Opgemaakt in het huis van de notaris, met Marie Elisabeth Windelen en Joannes Verboven als getuigen. Akte nr. 10 of nr. 30.
Voorwaarden voor verkoop in 1 zitdag op 14.03.1787
door Petrus Bijnens x Catharina Reijnders, Joannes Greven x Maria Reijnders en
Petrus Reijnders, na publicatie, van een steen- en panoven met zijn meubelen en
toebehoorten in Schuelen gelegen, regenoten O. de straat, W. Joannes Bossemans
met consorten, Z. de steeg, N. heer Libotton. De oven is aan de verkopers
toegekomen na afstand van tocht van hun moeder Maria Anna Vandermaesen op
25.01.1786 via notariële akte. De grond is belast aan iemand van Kermpt.
Betalen op 29.03.1787 in het notarishuis. De verkopers reserveren zich alle
gebakken pannen, plaveien, stenen en eiken planken. De witte en denneplanken,
de banken en vormen, dienende voor meubel, zullen annex zijn aan de panoven. De
verkoop gaat door in het huis van Joannes Greven in Lummen, om 8u ‘s avonds.
Verkocht aan Petrus Bijnens voor 3 000 gulden Brabants Luijcx. C. Ramakers,
gerechtsdienaar. Getuigen: Arnoldus Wellens, schepen Binnen; C. Hoelen, notaris.
Op 02.05.1787 betaalt Petrus Bynens 2 000 gulden Brabants Luijcx aan de 2
andere verkopers voor hun deel. Kwijting. Getuigen: E.H. Joannes Bijnens,
priester en Ghielis Cox. Akte nr. 32.
28.12.1787 Franciscus Cleeren x Marie Lijnen,
inwoners van Schuelen, mangelen land “het Boenhofken”, bij koop verkregen van
Wouter Geboors, regenoten O. en Z. de steeg, W. Hendrick Cleren, N. Jan Mathijs
Joors. Belast met 3 vaten koren aan de armen van Wuestherck. In ruil krijgen ze
van Mathijs Weijens x Catharina Put, inwoners van Schuelen, land “Peermanshof”
in Schulen, regenoten O. Gerardus Vandelaar, Z. Henricus Put, W. wed. Herman
Joors, N. advocaat Vossius. Belast met 4 gulden Brabants Luijcx/jaar aan de
edele heer de Libotton. Opgemaakt in huis van de notaris, getuigen heer Joannes
Wilborts, schepen Binnen Vrijheid Lummen, en jof. Maria Elisabeth Windelen. Akte
nr. 17 of nr. 23.
Verkeerde itemtitel op film.
21.02.1788, akte nr. 2 of nr. 15. Michael Meijkens (Lummen) verkoopt met toestemming van zijn vrouw Anna Peeters ¼ deel van een stuk broek onder Schulen. De andere delen horen toe aan Jan Drijvers, Geert Engelen en Jan Meijkens. Regenoten van het geheel: O. Jan Reijnders, Z. Jan Luyten erfgenamen, W. “de Ziegels Stucken”, N. de Laak. Verkoopt aan zijn broer Petrus Meijkens voor 70 gulden Brabants Luijcx. Getuigen: Petrus Josephus Vander Aa, Marie Elisabeth Windelen.
21.02.1789, akte nr. 2 of nr. 35. Testament van Joannes Blancken, ziek, geassisteerd met zijn huisvrouw Anna Catharina Van de Put, ook ziek. Ze willen begraven worden op het kerkhof van Kermt; het aantal missen dat dient gedaan te worden zullen ze mondeling meedelen aan hun mobilaire erfgenamen hieronder en tot hun last. Ze maken:
· aan de fabriek van St. Lambrecht in Luik 10 stuivers
· aan de kinderen van hun zoon Joannes Blancken zaliger, verwekt met zijn vrouw Marie Munters, namelijk Joannes en Joanna Catharina Blancken: al hun kleren en vermaakt lijnwaad.
· aan hun zoon Mathijs Blancken alle mobilaire effecten binnen en buiten het huis voor zijn trouwe dienst en oppas. Hij wordt hun mobilaire erfgenaam en dient ook voor hun begrafenis te zorgen en hun schulden te betalen.
· aan de voorschreven kinderen van Joannes Blancken zaliger elk 100 gulden Brabants Luijcx eens, op de dag van de uitvaart van de langstlevende van de testateurs aan hen te betalen door de navolgende onroerende erfgenamen. Hiermee sluiten ze de kinderen voor de rest uit.
· universele onroerende erfgenamen worden Joannes Milaar gehuwd met Joanna Catharina Blacken, hun dochter wonend in Lummen, voor de helft. De andere helft is voor hun zoon Mathijs Blancken. Hun schoondochter Maria Munters, weduwe van Joannes Blancken zaliger, wordt uitgesloten met 4 gulden Brabants Luijcx eens.
Opgemaakt in Kermpt in het huis van de testamentairs genaamd “het Hagelschoot” met Michael Aerts en Franciscus Alenis als getuigen.
21.02.1789, akte nr. 3 of nr. 36. Joannes Blancken en zijn vrouw Catharina Van de Put verkopen hun huis “het Hagelsloot” in Kermpt(Kermt) gelegen tussen zijn grachten, in erfbegeving van de heer Livinus Van den Wije als geconstitueerde van de weduwe van de erenfesten heer Cornelius Franciscus Loijens verkregen voor een jaarlijkse erfelijke rente van 8 gulden, boven de cijnsen en de dorpslasten, via een notarisakte van notaris G. Vasen, Hasselt 10.03.1750. Grenzen: de edele heer van Kermpt in 3 zijden en oud-burgemeester Jaspar Cox aan de vierde zijde. Aanslaan half maart 1789 voor huis en moeshof; huishof en bos half oogst 1789. Ze verkopen voor 1 000 gulden Brabants Luijcx boven de last aan Joannes Milaan, gehuwd met hun dochter Joanna Catharina Blancken. Hij zal jaarlijks 40 gulden betalen voor de 1 000 gulden, die ze lenen. Eerste vervaldag is 21.02.1790. Opgemaakt in hun huis in Kermpt. Getuigen: Michael Aerts, Franciscus Alenus.
Akte nr. 4 of nr. 21 van 04.03.1789. Mathijs Postelmans, met toestemming van zijn vrouw Theresia Daniels, leent 150 gulden Brabants Luijcx van Maria Anna Bogaerts, jaarrente van 6 gulden Brabants Luijcx. Deze rente komt aan de anniversarien van de Buitinge van Beringen (Paal) toe. Maria Anna Bogaerts aanvaardt deze rente in naam van de anniversarien, aan wie ze die geeft omwille van haar broer Heer Nicolaus Bogaerts zaliger, in zijn leven pastoor van de Buitinge van Beringen, die dit legaat aan de anniversarien vermaakte via testament. Pand: perceel land onder Laren, genaamd “het Heufken”, regenoten O. “het Kerckevelt”, Z. Hendrick Moors, W. Hendrick Schepers, N. de straat. Opgemaakt in het huis van pastoor Timmermans in Lummen. Getuigen: pastoor Timmermans en E.H. Hulsmans, vicepastor Lummen.
13.05.1789, nr. 14 of nr. 46. Op verzoek van de Zerezo, meerderjarige jonkman van Diest, gaat de notaris naar dat boombos in het Rot, Buitinge van Beringen, gelegen. Hij vond in het bos Gerardus Stevens, wonend in Diest, met werklieden bezig met kappen en blekken van bomen. Hij vroeg hem wat hij er deed. Stevens zei aangesteld te zijn door heer Bernaers van Diest om de bomen te kappen en te blekken, die Bernaers kocht van Volders (handschrift). Stevens zegt het verbod om nog verder te werken te aanvaarden, maar werkt toch verder. Getuigen: Michael Aerts, Henricus Alenis. (Het is niet duidelijk of de Zerezo nu enkel bomen kocht of de grond zelf).
26.05.1789, nr. 15 of nr. 47. Henricus Jeuris van Bolderbergh legt een kapitale rente van 7 gulden Brabants Luijcx (200 gulden kapitaal) af aan Franciscus Aerts van Laijck onder Haudhalen. Die trok de rente op huis en hof met ap- en dependitien in Thiewinckel gelegen, regenoten O., Z. en W. de straat, N. Balthus Van Velck. Opgemaakt in het huis van oud-meier Aerts in Lummen. Getuigen: oud-meier Aerts en Simon Vandueren.
08.06.1789, akte nr. 29. Baltasar Tullen, wed. van Rosa Vranckaert wonend in Londerzeel land van Brabant, verkoopt land in Goosselaer (regenoten O. de hertogin van Arenbergh, Z. de straat, W. Vaes Tullen, N. de Willekensbergh). Dit perceel had hij samen met zijn neven ab intestato verkregen na het overlijden van zijn broer Henricus Tullen en hij bezit het nu alleen in eigendom (zie schepenakte van 04.06.1789 voor schepenbank van de stad Scherpenheuvel). Hij verkoopt aan de wed. Lemmens, met name Elisabeth Van Nuffel., wonend in Lummen voor 250 gulden Brabants Luijcx. (5 gulden lijcoop, 2 stuivers godsgeld). Opgemaakt in het huis van de koopster, getuigen Gerardus Marien, Joannes Greven.
19.04.1790, akte nr. 6 of nr. 17. Voorwaarden voor publieke verkoop door Joannes en Herman Mathijs, als geconstitueerden van hun ouders Petrus Mathijs en Theresia Wendelen (akte van constitutie in Luyckx Gestel) na voorgaande publicatie in Beringen, Paal en Heusden op 19.04.1790 van huis, bempden en landen of erven op de Muyse Heijde onder Beringen, een bempt onder Heusden en deels onder Gestel-Lummen. Opgemaakt in het huis van Christiaen Timmermans in Beringen. Getuigen: Elens, drossaard Beringen en E.F. Wouters.
Goederen: 1) huis, schuur, stal en warmoeshof, regenoten O. Christina Put, W. en N. eigen erf. 2) perceel land achter het huis 40 roeden groot, grenzend aan eigen erf. 3) perceel land “den Grooten Hof” tegenover het huis, regenoten O. secretaris M. Van de Borgh, W. Van de Rââ, Z. de heijerbaan, N. de straat en eigen erf. 445 roeden groot. Verhuurd voor 20 halsters koren/jaar, 4 l boekweite en 50 pond boter. 4) perceel land “den kleynen Hinnedael”, regenoten O. wed. advocaat Vlecken, W. erfgenamen Ruben Berben, Z. de heijrbaene, N. eigen erf. 206 roeden groot, verhuurd. 5) perceeltje land in de straat leidend naar Gestel onder Beringen gelegen, regenoten O. de wed. Arn. Dom. Marien, W. joufr. Loyens, Z. de straat, N. het Hagelsteen. 62 roeden groot. Verhuurd voor 2 halster koren/jaar. 6) perceel dries in de straat, deels onder Beringen en deels onder Lummen, “het Muijsendonck” genaamd. Regenoten: O. en Z. Hend. La Rosch, W. Hendrick Put, N. ?. 201 roeden; verhuurd voor 12 gulden Brabants Luijcx/jaar. Perceel is belast aan de Armen van Beringen met 10 stuivers per jaar. 7) 2 percelen bempden achter het huis voorschreven onder Beringen gelegen naast de beek, regenoten O. de wed. Peeter Lemmens, W. Hend. Michiels, N. de oude beek, Z. eigen erf, namelijk de voorschreven bempt. Samen 278 roeden; verhuurd voor 20 gulden Brabants Luijcx. 8) dries en bempden naast het huis gelegen onder Beringen, regenoten O. en N. hun eigen erf, W. Sr. Gaethovens, Sr. Henr. Van der Rââ, wed. advocaat Vlecken en hun eigen erf “den Kleijnen Hinnedael”. Groot 316 roeden; verhuurd voor 26 gulden Brabants Luijcx/jaar. Belast met een vaart naar de bempt van jouf. Catharina Van Ubbel en naar de bempt van dokter Wendelen. 9) perceel op de Muijseheijde omtrent het huis van Adriaen Willems onder Beringen gelegen, regenoten O. de kinderen Lambert Wilhems, W. Gerard Dams en wed. Petrus Gaethofs, N. secretaris Beckers, Z. eigen erf onder Lummen. 169 roeden groot onder Beringen. Verhuurd voor 18 halsters koren diesterse maat. 10) perceel land bij het huis van secr. Beckers gelegen onder Beringen. Regenoten O. jof. Catharina van Ubbel, W. en N. secr. Beckers, Z. Jan Daniels. 191 roeden groot, verhuurd voor 7 halster koren. 11) land achter “den Cruijsvijver” onder Beringen, regenoten O. wed. Peeter Lemmens, W. wed. Mathijs Put, N. secret. Zeijen, Z. Peeter Lemmens kinderen. 150 roeden, huur 4 halsters koren. 12) perceel broek naast de “Hasselsche Voorte” gelegen onder Beringen, regenoten O. Van der Rââ, W. de straat, N. en Z. secret. Beckers. 228 roeden groot, verhuurd voor 16 gulden/jaar. 13) broek onder Heusden, palend O. erfgenamen Jan Schroijen, Z. de heer van Paeschen cum suis met hun vijvers, W. de erfgenamen Ida Kuijpers, N. de vlootgracht. Verhuurd voor 4 gulden Brabants Luijcx/jaar. 14) land onder Lummen, aan Jan Lemmens huis achter de Muyse Heijde gelegen, palend O Jan Lemmens, Z. Jan Daniels, W. de kinderen Elisabeth Daniels, N. de straat. Huur: 2 halsters koren per jaar. 15) perceel gemeynbroek in Paal, palend O. de erfgenamen van Peeter Van der Heijden, W. de erfgenamen Jan Meijen. 16) een perceel gemeyn broek in Paal, regenoten O. de erfgenamen Jan Meijen, W. de vlootgracht. 17) perceel gemeynbroek in Paal, regenoten O. Hendrik Engelen, W. de vlootgracht. 15, 16 en 17 zijn samen verhuurd voor 8 gulden Brabants Luijcx per jaar.
Het geheel werd verkocht aan Franciscus Vande Bergh voor 6400 gulden Brabants Luijcx en 250 hogen. Getuigen zijn secretaris Elens en Willem Leten. Op 19.04 biedt Willem Leten 5 hogen meer; Vande Bergh gaat er weer met 5 hogen over.
Op 30.05.1790 volgt de betaling door Franciscus Vande Bergh, inwoner van Coorsel (Koersel), van 6660 gulden Brabants Luijcx aan de broers Mathijs.
10.05.1790, akte nr. 11. Joannes en Herman Mathijs, uit kracht van constitutie van hun ouders van 30.01.1790 voor justitie van Luyckx Gestel, leggen een lening af van 2600 gulden Brabants Luijcx kapitaal aan Catharina Van Ubbel wonend in Beringen. Opgemaakt in het huis van Christiaen Timmermans in Beringen; getuigen Franciscus Vande Bergh en Andries Slangen.
10.05.1790, akte nr. 12. De broers Joannes en Herman Mathijs leggen een lening van 2000 gulden Brabants Luijcx af aan jouf. Catharina Elisabeth Wendelen, gehuwd met secret. Zeijen, wonend in Hamont. Opgemaakt in het huis van doctoor Wendelen in Beringen. Getuigen: Franciscus Vande Bergh en jof. Anna Maria Put.
05.04.1791, akte nr. 5 of nr. 32. Joannes Smolders en zijn vrouw Catharina Engelen wonen in Ittert “lande van Luijck”. Samen met Joannes Neys en zijn vrouw Christina Smolders, wonend op de Buitinge van Beringen (Paal), verkopen ze hun deel van huis, stal en schuur in Gestel, O. en Z. Michael Oijen, W. Mathijs Pijpers, N. de straat. Voor 166 gulden Brabants Luijxe valuatie aan Wilhelmus Bervoets en zijn echtgenote Catharina Smolders. Opgemaakt in het huis van Bervoets in Gestel. Getuigen: Michael Aerts, Mathijs Pijpers.
Op 5 mei 1791 werd betaald in aanwezigheid van Elisabeth Wendelen en Joannes Holen.
05.04.1791, akte nr. 4 of nr. 29. Publieke verkoop door Joannes Smolders en zijn vrouw Catharina Engelen, wonend in Ittert “lande van Luijck”, Joannes Neys en zijn vrouw Christina Smolders, wonend op de Buitinge van Beringen (Paal), Wilhelmus Bervoets en zijn echtgenote Catharina Smolders. Voorwaarden. De te koop gestelde goederen zijn ab intestato op hen verstorven na de dood van Mathijs Smolders en zijn vrouw Elisabeth Peeters. Rond 7u ’s avonds worden de verkoopsvoorwaarden voorgelezen in het huis van Servaes Lemmens in Gestel. De getuigen zijn notaris Beirten en Michael Aerts. Verkoop van:
Op dezelfde dag werd er nog als volgt bijgeboden voor:
1) Franciscus Dams van Beringen + 15 hogen. Getuigen: notaris Beirten en Michael Aerts.
1) Notaris Aerts + 25 hogen. Getuigen: not. Beirten, Michael Aerts en Franciscus Van Melbeeck.
3) Franciscus Van Melbeeck van Gestel + 5 hogen. Getuigen: Beirten/Aerts.
3) Nicolaus Schroijen van Beringen + 25 hogen. Getuigen idem.
2) Franciscus Dams + 20 hogen. Getuigen idem.
3) Servaes Lemmens + 20 hogen. Bijgeschreven: koopsom 426 gulden.
Op 6 april 1791 bood notaris Aerts voor 2) + 25 hogen. Getuigen Michael Aerts en Henricus Engelen.
Op 9 april voor:
2) Joannes Reynders van Gestel + 5 hogen. Half 9 voormiddag. Getuigen Servaes Lemmens, Andries Bervoets.
1) Servaes Lermmens + 5 hogen. Half 10 voormiddag. Getuigen: Andries Bervoets, Joannes Reynders.
In marge hierbij: koopsom 810 gulden.
5) Andries Bervoets van Gestel zet 5 hogen bij. Getuigen Servaes Lemmens en Joannes Reynders.
Op 11 april 1791 wordt er betaald:
Andries Bervoets van Gestel betaalt 640 gulden voor 5). Getuigen Anthonius Gaethofs en Marie Elisabeth Wendelen.
Op 16 april:
- Petrus Rutten van Beringen betaalt voor Joannes Reynders van Gestel voor “’t Groot Brouk” 490 gulden Brabants Luijxe valuatie. Getuigen: Franciscus van Melbeeck en Servaes Lemmens.
- Servaes Lemmens betaalt voor “’tHofken” en “Broeckbergh” 1235 gulden Brabants Luijxe valuatie. Getuigen: Franciscus Van Melbeeck, Petrus Rutten.
Joannes Molders tekent op 5 juli 1791 voor ontvangst van de koopsom.
10.05.1791, akte nr. 10 of nr. 22. Andreas Geboors en zijn echtgenote Marie Elisabeth Bartels, wonend in Balen land van Brabant, Joannes Baptista Snoox en zijn echtgenote Anna Catharina Bartels, Maria Agnes Bartels, meerderjarige jonge dochter verkopen, met toestemming van de vrouwen en met handschrift van hun afwezige oom Adriaen Bartels, aan Renier Le Clare en zijn echtgenote Anna Pollers wonend in Lummen een kapitale rente van 700 gulden Brabants Luijxe valuatie, namelijk 28 gulden Brabants Luijxe valuatie intrest per jaar. Ze trekken deze rente op a) huis en hof op d’Oosterhoven binnen de vrijheid Lummen, O. Henricus Weyns schepen, Z. hertog van Arenbergh, W. Joannes Wellens weduwe, N. de straat; b) land “den Langen Hof”, 3 halsters groot, in Oosterhoven, O. en N. de straat, W. Arnoldus Stappers, Z. Henricus Weyns schepen van Lummen. De goederen zijn voor “vijf vierde delen” (!)eigendom van Renier Le Clare en de andere delen behoren toe aan Peeter en Michael Vrancken, Joannes Goossens en aan de kinderen van Arnoldus Diricx van Hasselt, ieder voor een vierde deel van de laatste delen (?). De rente vervalt op 20 januari. Verkocht voor 700 gulden Brabants Luijxe valuatie. Getuigen: Theodorus Alenus/Joannes Billen. De partijen tekenen allen als “Bertels” en ze wonen allen in Balen.
11.05.1791, akte nr. 11 en nr. 37. De notaris en advocaat du Charon en notaris en procureur C. Hoelen gaan samen naar de Bolderbergh (land van Luik) ten huize van Maria Ceijssens weduwe van Michael Vanzeer. Ze heeft zich daar gevestigd nadat ze van Coorsel land van “Braband resoorte der vrijheijd Lummen” is weggegaan. Ze maken aan haar 2 salarissen over van zaken die lopen voor de Brabantse justitie van Buiten Lummen, de meier en schepenen tegen de molder van Coorsel Joannes Nulens. Ze eisen dat ze teruggaat naar Koersel, van waaruit ze met al haar hebben en houden vertrok. Dat wil ze niet doen, want ze heeft niets meer. Getuigen: Michael Aerts, Michael Roosen.
23.05.1791, akte nr. 13 en nr. 40. Henricus Aerts en zijn echtgenote Elisabeth Van Daselen, wonend in Lummen, verkopen aan hun zoon Joris Aerts, tussen de 27 en 28 jaar oud, een stuk land en bos onder Zolder (Zolre lande van Luyk) den “Ilstreck”, palend O. E.H. Renkens, Z. Gerardus Hermans, N. de erfgenamen van Christiaen Baten. Belast met 100 gulden Brabants Luijxe valuatie aan de armentafel van Zolder, met 35 stuivers Brabants Luijxe valuatie jaarlijks aan Bartel Aerts van Ubbersel onder Heusden. Voor 500 gulden Brabants Luijxe valuatie eens.
Getuigen: Theodorus Alenus en Joannes Josephus Hankar.
28.06.1791, akte nr. 16 of nr. 35. Op verzoek van Joannes Vrancken, wonend in Stokroije land van Luik, gehuwd met Marie Christina Sentis begaf de notaris zich naar het huis van Baltus Gijbels in Thiewinkel onder Lummen. In naam van Vrancken, als vader van zijn minderjarige kinderen, wil hij voor hen “van bloetswegen” tot vernadering komen van een stuk land “de Hofstad”, gelegen in Thiewinkel. Het grenst O. Michael Rodiers, Z. de gemeynte Straet, W. en N. Hubertus Baerts. Baltus Gijbels had het gekocht van Joannes Vrancken (akte van notaris Hoelen van 14.03.1791). De notaris trof Gijbels niet thuis, enkel zijn vrouw Clara Vaes. Ze wil eerst advies vragen. Ze vonden Gijbels op het broek “de Zille” in Thiewinkel. Hij wil het geld voor de vernadering niet aannemen, protesteert van de gemaakte kosten. Opgemaakt in het huis van Wilhem Hermans in Thiewinkel. Getuigen: Joannes Pelsers, Albertus Claes.
13.02.1791, akte nr. 1 of nr. 33. Joannes Neijs en zijn echtgenote Christina Smolders, wonend op de Buitinge, handelen in eigen naam en voor zijn afwezige zwager Joannes Smolders wonend in Ittert. Ze betalen een last af die voor hun deel rust op een goed gelegen onder Gestel. Hun schoonbroer en zuster Wilhelmus Bervoets en zijn echtgenote Catharina Smolders nemen het geld, 50 gulden en 12 gulden 10 stuivers voor de openstaande jaarlijkse intresten (samen 62 gulde 10 stuivers), van deze hypotheek over en zullen voortaan de rente verder afbetalen aan de E.H. Lemmens in Heusden. De panden van de eerste comparanten worden ontlast. De tweede partij stelt de rente op huis en hof in Gestel, O. en Z. Michael Oijen, W. Matijs Pijpers, N. de straat. Getuigen: Marie Elisabeth Wendelen.
27.03.1792, akte nr. 12. Wilhelmus Lekens, man van Helena Gielen, woont in Coersel. Hij handelt voor zichzelf en voor zijn zwager Petrus Gielen, Helena Volders meerderjarige jonge dochter wonend in Beringen en Jacobus Jacobs gehuwd met Catharina Volders van Beringen. Ze verkopen aan Henricus Loffels gehuwd met Marie Agnes Schuppen, die in Lummen wonen, hun deel in een stuk land aan de Vreebosch gelegen, palend N. de hertog van Arenbergh, O. E.H. Kips als beneficier, Z. secretaris Timmermans erfgenamen, W. Agnes Mathijs. Verkopen hem nog eventuele andere goederen op hen verstorven na de dood van Francis Goris en Marie Hoevemakers, waarvan zij de naaste bloedverwanten zijn voor ¾ van de Loonse goederen. Voor 250 gulden Brabants Luijcx te betalen binnen 5 weken. Opgemaakt in het huis van de weduwe Put in Beringen. Getuigen: advocaat Put en de weduwe Put. De betaling gebeurde op 3 april 1792.
02.04.1792, akte nr. 10. Henricus Loffels en zijn echtgenote Marie Agnes Schuppen weduwe van Franciscus Goris, wonend in Lummen, verkopen aan Willem Weyns en zijn echtgenote Anna Maria Van der Masen, wonend in Lummen. Op 1 december 1789 verkochten ze reeds aan dezelfde kopers de helft van een perceel land genaamd “den Vreebosch” onder Lummen via notaris C. Hoelen, nu verkopen ze hen de andere helft. Het land grenst O. E.H. Kips van Wuestherck als beneficier, Z. de erfgenamen van secretaris Timmermans, W Agnes Mathijs, N. de wederhelft. Verkopen nog de helft van een stuk land dat Wilhelmus Lekens als man en momber van Anna Gielis, in Coorsel wonend, cum suis had en dat Henricus Loffels op 27 maart 1790 voor de onderstaande notaris gekocht had. Willem Weijns koopt voor 650 gulden Brabants Luijxe valuatie. Opgemaakt in het huis van Willem Weyns in aanwezigheid van de getuigen Petrus Wellens en Henricus Bogaerts. Op 3 april gebeurde de betaling met als getuigen Joannes Arnoldus Pelsers en Joris Colen.
10.04.1792, akte nr. 11. Martinus Hermans is geboren
in Lummen maar woont nu in Bovesse bij Namen (nu deelgemeente
van de Belgische gemeente La Bruyère). Hij
is getrouwd met Maria Theresia Hutelé. Hij verkoopt ¼ van een stuk land “den
Thijskens hof” in Geneijken. De helft ervan is van Mathijs Vanschoren, waar
zijn huis op staat, en het ander ¼ is van Arnoldus Hermans, onverdeeld met het
verkochte ¼. De 2/4 delen grenzen Mathijs Van Schoren met zijn helft N., O.
Petrus Gaethofs, Z. Jan Morren als man en momber, W. de straat. Verkoopt aan
Bartholomeus Remen (tekent “Reymen”) voor 45 Fransche kroonen. Verhuurd
aan Mathijs Vanschoren voor dit jaar 1792 voor 2 halsters koren, daarna niet
meer. Getuigen: Mathijs Van Schoren, Theodorus Alenus.
07.05.1792, geen nummer. Michael Aerts gehuwd met Anna Catharina
Claes, Mathijs Claes gehuwd met Elisabeth Schrapen en Arnoldus Claes en zijn
echtgenote Petronella Spitaels wonen allen in Heusden. De twee laatsten
handelen ook voor hun broer Jacobus Claes die bij Mechelen in Brabant woont en
voor hun broer Franciscus Claes, die instemt via handschrift. Ze verkopen een
kapitale rente van 800 gulden Brabants Luijxe valuatie die ze trekken op panden
van de weduwe van Petrus Oijen onder Gestel. Pand: o.a. een stuk land in
Gestel, palend W. en N. hun eigen erf, O. de weduwe van Arnold Verpoorten, Z.
de weduwe van Antonius Put. Ze verkopen aan Renier Le Clare voor 800 gulden
Brabants Luijxe valuatie eens. Renier betaalt het vijfde deel van hun broer
Jacobus nog niet uit (260 gulden staat er ipv 160). Getuigen: Joannes Bogaerts
en Gregorius Wilhems. Uit het handschrift van Franciscus blijkt dat de rente aan
hen toekwam vanwege hun oom Petrus Michiels zaliger van Beringen. Franciscus
schrijft dat hij op 3 mei 1792 de som van 160 gulden ontving.
02.07.1792, akte nr. 3. Maria Catharina Gerzon wonend in Kermpt verklaart dat ze
enige tijd conversatie heeft gehad met Guilliam Janssen wonend in Diest. Nadat
hij haar trouwbeloften had gedaan, heeft ze in februari 1790 een bastaardkind
gebaard. Nu vreest ze dat hij met een ander zal trouwen want hij verliet haar
een maand geleden. Ze verbiedt de E.H. pastoor van Schaffen, waar Jansens in de
roep zou zijn, en verder iedereen om Jansens met iemand anders dan haar te
trouwen of om aan hem een “testimonium libertatis” zonder haar toestemming uit
te reiken. Een kopie van deze akte gaat naar de pastoor en er worden nog andere
kopieën gemaakt voor later. Getuigen: Lambertus Dirix en Petrus Aerts, inwoners
van Lummen.
13.11.1792, akte nr. 14 of nr.
2. Cecilia Martens weduwe Thieleman Vos
wonend in Schuelen staat haar vruchtgebruik af van alle goederen die Andries
Thijs in Schuelen en secretaris Cox in Hasselt bezitten via uitwinning. De
goederen zijn afgekomen van Thieleman Vos. Ze staat het vruchtgebruik af aan
Petrus Joannes Vos en zijn vrouw Elisabeth Weijs, Thieleman Vos gehuwd met
Maria Catharina Bossemans, die allemaal in Schuelen wonen, en aan Joannes
Ramakers en zijn vrouw Elisabeth Vos, wonend in Molem onder Lummen. Cecilia was
in gebreke gebleven in de betaling van renten en de goederen waren door Andries
Thijs of zijn voorzaat en door de heer Cox van Hasselt aangeslagen en deels
uitgewonnen. Cecilia staat haar vruchtgebruik af ten behoeve van de kinderen
van Thieleman Vos voor ¼ van de koopsom die ze zullen krijgen bij de verkoop
van de goederen. Ze zal ook ¼ van de proceskosten tegen Andries Thijs blijven
dragen. Opgemaakt in het huis van Tieleman Vos in Schuelen in aanwezigheid van
de getuigen Henricus Bossemans en Joannes Van Schoonbeeck.
28.01.1793, akte nr. 1 of nr.
17. Theresia Van Velck, wonend bij haar
vader Baltus Van Velck in Thiewinckel, verklaart dat ze, na enige tijd
conversatie gehad te hebben met Petrus Kempeneers van Wuestherck, die nu in de
Velkermolen onder Kermpt woont, na “vleeselijke coversatie” in juli 1792, na
gedane trouwbeloften, “bevrucht ofte swangelt is” en in de maand april 1793 een
kind zal moeten baren. Ze vreest dat hij met iemand anders zal trouwen vermits
hij haar al een maand geleden verliet. Ze doet verbod aan de pastoor van
Kermpt, of wie het ook zou aangaan, om hem met iemand anders te laten trouwen
of om hem “testimonium libertatis” te geven zonder haar toestemming. Opgemaakt
in haar huis in Thiewinckel; getuigen heer Joannes Jacobs en Joannes Paulus
Peeters van Thiewinckel.
08.05.1793, nr. 7 of 21. Michael Aerts, gehuwd met Anna Catharina Claes, van
Coorsel lenen van Petrus Aerts wonend in Kermpt in de Velker molen,
meerderjarige jongeman, 500 gulden Brabants Luijxe valuatie. Hiervoor zullen ze
jaarlijks een rente van 10 gulden Brabants Luijxe valuatie betalen. Pand:
kindsgedeelte van Anna Catharina Claes, dat momenteel “betocht” wordt door
Jacobus Claes wonend in Beringen en dat afgekomen is van Petrus Maghiels
zaliger, de overoom van Anna Catharina Claes. Getuigen: Renier Le Clare, Maria
Elisabeth Wendelen.
26.06.1793, akte nr. 13. Voorwaarden waarop sr. Antonius Beelen, wonend in
Zonhoven, goederen zal verkopen als gevolmachtigde van de erfgenamen of geëede
momber van de erfgenamen van de heer procureur en notaris Timmermans gehuwd met
Maria Christina Van der Masen zaliger wonend in Luijck tijdens hun leven, als
erfgenamen van scholtus Van der Masen. Akte van constitutie van notaris Monfort
van 22 april 1793. Na publicatie in Schulen, Linkhout en Lummen vandaag op
26.03.1793, zal de publieke verkoop doorgaan in het huis van de weduwe van
Petrus Van der Masen, genaamd “den Kijser”. Getuigen: Michael Van der Masen en
Henricus Van Uytrecht.
Werden verkocht:
1) bempt “den Zeelbempt” in Schuelen, O. advocaat Conincx, Z.
mevr. de Celis, N. de erfgenamen Joannes Jacobs van Diest, W. sr Kenens met de
wederhelft. Belast met 2 gulden 10 stuivers aan de pastorij van Berbrouk. Boven
de last en 8 gulden lijcoop biedt Franciscus Cleren 1610 gulden Brabants Luijxe
valuatie en zet 50 hogen. Arnoldus Vander Eycken, die bij zijn vader in Schulen
woont, zet 50 hogen meer.
2) 1 zille bempt in Schulen, O. Henricus Beirten, Z. Charlier
van Wuestherck, W. Henricus Van Uijtrecht, N. de abdij van Averbode. Boven de
last van 8 gulden lijcoop bood Adriaen Jacobs 450 gulden en zette 25 hogen.
Getuigen: schepen Weijns en H. Van Uytrecht.
3) Een halve sille bempt in Schuelen, O. advocaat de Borman,
Z. mevr. de Heus Van de Zangerije, W. Joannes Van der Hoeven cum suis, N. “den
auden Snee”(?) van de hertog van Arenberg. Geboden boven de last van 2 gulden
Brabants Luijxe valuatie lycoop door Adriaen Jacobs: 160 gulden Brabants Luijxe
valuatie en 10 hogen. Getuigen: schepen Weijns en H. Van Uytrecht.
4) Een bempt in Schalbrouck aan weerszijden van den
Vlootgracht gelegen, genaamd “den Pals”, O. wed. Frederici, Z. Cathuysers van
Zeelhem, W. Michael Horions, N. Hend. Libens en pachter Fagnoel. Boven 5 gulden
lijcoop bood Franciscus Cleren 670 gulden Brabants Luijxe valuatie en hij zette
50 hogen. Getuigen: Loons schepen Paulus Aerts en Henric Van Uytrecht.
Op 27 juni 1793 hoogt Franciscus Cleren, burgemeester van Schuelen, Arnoldus Vander Eycken van de Zeelbempt af met 10 hogen. Getuigen: Marie Elisabeth Wendelen en Joris Willems.
Op 18 juli 1793 betaalde
Franciscus Cleren van Schuelen aan Antonius Billen van Zonhoven, als gelastigde
van de erfgenamen van de heer R. Timmermans in zijn leven procureur aan het
geestelijk hof van Luijck, de som van 2440 gulden Brabants Luijxe valuatie voor
de 2 gekochte beemden hiervoor onder 1) en 4). Getuigen: Joannes Michael Jacobs
en Adriaen Jacobs.
Op dezelfde dag betaalde Adriaen
Jacobs van Linkhout de 2 bempden in Schuelen gelegen, onder nrs 2 en 3
hierboven. Hij telde 645 gulden Brabants Luijxe valuatie neer. Getuigen:
Franciscus Cleren, Joannes Michael Jacobs.
07.08.1793, akte nr. 17 of nr.
12. Akte van protestatie. Om half 8 in de
voormiddag heeft de notaris zich op verzoek van Christophorus Hoelen, notaris
en voorspreker, met getuigen begeven naar Heusden naar het huis van Henricus
Lekens waar notaris A. Sijboije woont. Seijboije was niet thuis, maar buiten.
De notaris meldde aan Lekens dat Christophorus Hoelen, als broer van sr.
Michael Hoelen gehuwd met Anna Aerts wonend binnen de vrijheid Lummen, als
vader en momber van Joannes Franciscus Hoelen en Carolus Romanus Hoelen zijn
kinderen verwekt met zijn vrouw Anna Margareta Croenaerts als bloedverwant de
vijvers en savoeren met de vissen erop vernadert. Deze goederen waren hen
vanwege hun ouders toegekomen. Het gaat om “den Broekvijver” in Genebosch, O.
de gemeijnen weg, Z. Maria Fredricx, W. Lowies Reynders en jof. Cauwenberghs,
N. E.H. Moors. En verder om nog 2 andere vijvers “het Groot ende Kleijn Hollans
Vinne” in Genebosch, met rondom de heide. Nog een “heller” met 2 annexe
savoiren onder Houwijken aan de Straeijbroxsche molen, grenzend O. “den
Geetvijver” en aan de andere zijden de gemeijnen aerdt. Deze is deels ceynsend
en sorterend in de laathof Vandersmissen en van der Heijligheid, sorterend
onder Schulen en Lummen.
Deze goederen werden aan Seijboije
verkocht door Michael Hoelen en Anna Aerts, broer en zwagerin van C. Hoelen
(zie akte van laathof van 8.8.1792) voor 887 gulden en 5 stuivers.
De requirant C. Hoelen betaalt in
het huis van Lekens 1000 gulden in speciën van 23 “gaude lowien” en de rest in
Fransche croenen om daarmee Seijboije te vergoeden. Lekens bemoeit er zich niet
mee en Seijboije vinden ze nergens. Deze akte werd opgemaakt in het huis van de
notaris. Getuigen waren Joannes Driessens en Joannes Mathijs Mullens.
20.02.1794. Condities voor publieke verkoop door E.H. Aerts, rentmeester van het begijnhof van Diest, voor het begijnhof van Diest (octrooi ervoor bekomen van de E.H. bisschop van Mechelen) op 20.02.1794 van grond gelegen onder Woestherck. Voor ieder perceel een half ton Diesters bier verbruiken in het huis van Marten Pulincx in Schuelen, waar de condities werden voorgelezen. Getuigen: Francis en J. Mafooij.
1) land op de Craijenbergh onder Wuestherck, ongeveer 5 vat zaaiens, verhuurd aan Michael van Gele, grenzend de pastorije van Herck, de heer Libotton, Michiel van Gele en de heerestraete. Voor 580 gulden toegewezen aan Peeter Deckers.
2) Land opt Haezenveld onder Wuestherck, ongeveer 12 roeijen land, verhuurd aan Theodorus Celis. Het paalt Francis Maris, Lambertus Celis, de armen van Herck, jof. Hussen. Toegewezen voor 500 gulden en 50 hogen aan Franciscus Maris. Getuigen: notaris L. Hermans en Wilhelmus Vandermeren.
Notaris L. Hermans, meier van Donck, zet op elk van de voorgaande percelen nog 50 hogen. Getuigen: J. Conincks, Herman Vandereijken.
3) land op ’t Philipsveld, ongeveer 3 zillen, verhuurd aan Renier Huijbrechts. Het grenst de heer Van Dormael in 3 zijden en Van der Meeren 4). Antoon Gysens bood 1110 gulden en 10 hogen. Getuigen: Coninx en G. Ramakers.
Op dezelfde datum hoogde Joannes Van Tilt van Rummen Martinus Gijsens af met 25 hogen. Getuigen: Herman Vandereijcken en Jan Ramakers.
Op 24.02.1794 hoogde Franciscus Maris op den Keijbergh ofte Diepenpoel onder Wuestherck wonend op 2) af met 10 hogen. Getuigen: Michael Aerts en Jan Ramakers.
28.02.1794 L. Hermans, meier wonend in Herck, en E.H. H. J. Aerts rentmeester. Hermans betaalde samen met Herman Van der Eycken, elk voor de helft, voor land op de Craijenbergh 630 gulden Brabants Luijxe valuatie en 39 gulden 10 stuivers voor kosten. Samen 669 gulden 10 stuivers. Getuigen: schepen A. Wellens en M. E. Wendelen.
Op 27.02.1794 betaalde Franciscus Maris 610 gulden Brabants Luijxe valuatie en 37 gulden 10 stuivers voor kosten (totaal 647 gulden 10 stuivers) voor 2). Getuigen: schepen A. Wellens, Michael Aerts.
Op 27.02.1794 betaalde Maria Mafoije namens haar man Joannes Van Tilt van Rummen voor 3) 1155 gulden Brabants Luijxe valuatie en 65 gulden 15 stuivers voor kosten, dus in totaal 1219 gulden 15 stuivers. Getuigen: schepen A. Wellens, Michael Aerts.
15.04.1794.
Bijgevoegde akte van constitutie.
10.04.1794. De pastoor en de hofmeesteressen van het begijnhof van Diest geven macht aan rentmeester E.H. H. J. Aerts van het begijnhof om percelen land, broek en vijvers in Tervaent onder Beringen gelegen te verkopen, te gichten en geld te ontvangen. P. J. Van Bever, pastoor van het begijnhof van Diest, M. Maes, E. Rediers, E. Stroobants, E. Loodts.
Verkoop op 15.04.1794 van goederen gelegen in Paal buijtinge van Beringen. Voorwaarden. Hogen mogelijk tot 18.04.1794, geen kaarsbranding. Lyfkoop 4 gulden voor ieder stuk te verbruiken in het huis van de weduwe Jaspar Reijnders in Tervaant Paal Buijtinge van Beringen na de palmslag. Getuigen: notaris Van der Aa, Joannes Leuwts. Verkoop van:
1) land “Begijnen Brouck” in Tervaant Paal, grenzend O. Jan Theunis, Z. Amandus Van Roije, W. drossard Elens, N. Theris Van Uijtrecht. Belast met 3 gulden Brabants Luijxe valuatie per jaar aan de armen van Beringen. Geldt cijns. Doninicus Verreijs is gerechtsdienaar. Christina Timmermans bood 1700 gulden en zette 75 hogen.
2) Perceel gemeijn broek op ’t Dellebrouk in Tervaant, O. Jan Van de Venne, Z. Joris Loijen, W. Henricus Henricx, N. Thijsmans van Coorsel. Arnoldus Muyters bood 230 gulden Brabants Luijxe valuatie en 10 hogen.
3) Stuk gemeijn brouk “het Schoupenbrouk” in Tervaant, O. Peeter Peeters van Vorts (zo!), Z. Adriaen Van Bael, W. Joannes Bossemans, N. de beek. Joannes Bossemans bood 260 gulden Brabants Luijxe valuatie en zette 60 hogen.
4) Een perceel gemeen broek in Tervaant, O. Hendrick Claes, Z. Aerd Corvers, W. Jan Billie, N. de kapel van Paal. Nicolaes Schraijen bood 410 gulden Brabants Luijxe valuatie en zette 10 hogen. De handtekening is van “Maria Angenes Sraeyen”.
5) Een vijverke in Tervaant, de straat 1), de erfgenamen van Geert Wouters 2). De heer H. J. Aerts bood 50 gulden Brabants Luijxe valuatie en 10 hogen.
Op 15 april 1794 zette Petrus Nicolaus Heijligen van de stad Beringen op 5) 5 hogen extra. Getuigen: Michael Aerts, Joannes Eijckmans.
16.04.1794: Petrus Joannes Reynders als afgevaardigde van zijn moeder Christina Timmermans weduwe Jaspar Reijnders van Tervaant zette op 1) 25 hogen meer. Getuigen: Marie Elisabeth Wendelen en Simon Bellemans. Handschrift met volmacht aan de zoon.
17.04.1794: Michael Theunis van Tervaant namens zijn moeder Lucia Smets weduwe van Jan Theunis zette op 1) 150 hogen bij. Getuigen: Simon Bellemans, Helena Peten.
18.04.1794: Christina Timmermans weduwe Jaspar Reijnders van Tervant hoogde de vorige weduwe af met 10 hogen. Getuigen: Joannes Bossemans, J. E. Vermeijen.
Op 24.04.1794 betaalde Christina Timmermans aan E.H. Aerts, rentmeester van het begijnhof van Diest, 1960 gulden Brabants Luijxe valuatie. Getuigen: Joannes Kenens, Joannes Egidius Bossemans.
24.04.1794. Arnoldus Muijters van Tervant betaalde voor het Dellebrouck 240 gulden Brabants Luijxe valuatie. Getuigen: Joannes Egidius Bosmans en P. Nicolaus Heijligen.
24.04.1794: Joannes Egidius Bosmans van Paal betaalde voor broek Schoupenbrouk gelegen in Tervant de som van 320 gulden Brabants Luijxe valuatie. Getuigen: Nicolaus Heijligen, Petrus Reijnders.
24.04.1794: Nicolaus Schroijen wonend in Beringen betaalde voor 4) 420 gulden. Getuigen: Petrus Nicolaus Heijligen en Joannes Egidius Bosmans.
24.04.1794: Nicolaus Heijligen wonend in Beringen betaalde voor de vijver in Tervant 75 gulden Brabants Luijxe valuatie. Getuigen: J. E. Bosmans, Joannes Kenens.
27.03.1795, Gerardus Neijs en Vincentius Snijers,
regerende burgemeesters van Lummen, naast Henricus Weijns en Joannes Martens
beiden absent, lenen van Wilhelmus Jans van Cleijnen Breugel 5000 gulden
Brabants Luijxe valuatie. Ze hebben het geld ontvangen in specien van 400
“Hollandse guarande” ducaten, ieder ducaat gerekend aan 9 gulden 10 stuivers
Brabants Luijxe valuatie en voorts in oude Franse croenen (1 croen is 4 gulden
17 stuivers 2 oorden Brabants Luijxe valuatie). Jaarlijkse rente 200 gulden
Brabants Luijxe valuatie, te betalen in het huis van Jans. Valdag voor het
eerst op 27.03.1796. Deze rente mag niet afgelegd worden binnen 4 jaren. De
rente staat tot last van de gemeente. Opgemaakt in het huis van Antonius Jans
in Cleynen Breugel. Getuigen Antonius Jans en Joris Tielen. Akte nr. 4 of
nr. 23.
27.03.1795, Gerardus Neijs en Vincentius Snijers, regerende burgemeesters van Lummen, naast Henricus Weijns en Joannes Martens beiden absent, lenen van Joris Thielen van Cleijnen Breugel 1000 gulden Brabants Luijxe valuatie eens voor een jaarlijkse rente van 40 gulden Brabants Luijxe valuatie. Betalen in het huis van Joris Thielen voor het eerst op 27.03.1796. Opgemaakt in het huis van Antonius Jans in Kleine Brogel in aanwezigheid van de getuigen Wilhelmus Jans en Antonius Jans.
30.03.1795, akte nr. 1 of nr. 5. Gerardus Neijs en Vincentius Snijers, regerende burgemeesters van Lummen, naast Henricus Weijns en Joannes Martens beiden absent, lenen van Franciscus Tielen, wonend Op de Locht onder Exel, 2000 gulden Brabants Luijxe valuatie voor een rente van 80 gulden Brabants Luijxe valuatie jaarlijks. Het kapitaal mag niet binnen een termijn van 4 jaar afgelegd worden. Opgemaakt in het huis van Franciscus Tielen. Getuigen Marie Geetruijt Moons en Joris Moons.
15.06.1795, akte nr. 17. E.H. pater Bern. Peermans
procurator van de E.H. paters Chartreusen van Zeelhem lande van Luik verhuurt
voor een periode van 6 jaren een vijver aan de heer doctor J. J. Severijns voor
zichzelf en voor Georgius Coenen, afwezig, beiden in Diest land van Brabant
wonend. De huur ging in op Sint Andries 1794. De vijver, genaamd “Gasthuijs
Vijver”, die in Zeelhem gelegen is, is in 2 gedeeld en de vijver “den Portaal
Vijver” ligt ook in Zeelhem. Huur: 100 “karp visschen” jaarlijks en de helft
van de “wildvischen”, namelijk snoeken, louwen en andere die er zullen gevonden
worden. De vissen moeten in de maand oktober geleverd worden in het klooster in
Zeelhem of op de plaats gevraagd door de procurator. De karpers mogen niet
kleiner zijn dan 40 per mand Brabantse maat. Als er geen karpers zijn, moeten
“par redemptie” de karpers betaald worden aan 9 stuiver Brabants Luijcxe
valuatie per stuk. Opgemaakt in het klooster met als getuigen Michiel Aerts en
Andreas Weijers.
18.07.1795, akte nr. 16 of nr. 9. Joannes Lanen en Leonardus Thijs, oud-burgemeesters van Lummen die zich ook sterk maken voor hun afwezige collega’s, lenen van Henricus Wilhems, meerderjarige jongeman, die in Beveren in Vlaanderen bij Antwerpen woont de som van 1000 gulden Brabants Luijxe valuatie. Rente: 40 gulden Brabants Luijxe valuatie per jaar met eerste valdag op 18.07.1896. Deze rente is betaalbaar in het woonhuis van Petrus Wilhems in Thiewinckel, de halfbroer van de geldschieter. Getuigen: Petrus Wilhelms, Joris Wilhems. Opgemaakt in het huis van de notaris.
21.09.1795, akte nr. 25 of nr. 12. Petrus Henricus Vander Straten wonend in Lummen verkoopt een beemd in Veurten onder Coorssel gelegen, genaamd “den Esselschen (?)Bosch”, aan Petrus Vander Heijden van Coorsel. De beemd grenst Petrus Wouters O., Z. de weduwe Lowies Lekens, W. de weduwe van Henricus Huijbrechts. Deze bempt is aan Vander Straten toegevallen na de dood van Thomas Arnoldus Marcal, zijn gewezen oom, die zonder testament is overleden. Koopsom: 1200 gulden Brabants Luijxe valuatie eens, 20 gulden lijfkoop. Voor 1795 moet Arnoldus Reijnders nog 24 gulden Brabants Luijxe valuatie huur betalen. Getuigen: jof. M. E. Wendelen, Theodorus Alenus.