Wat zijn bacteriën?

Je ziet dus dat bacteriën een grote diverse groep van organismen zijn.
De bacteriën werden voor het eerst in de zeventiende eeuw
ontdekt door Anthonie van Leeuwenhoek. Dit kwam door hun kleine
afmetingen en konden dan pas ontdekt worden toen er sterke
microscopen kwamen. Sindsdien is het besef dat bacteriën een
grote invloed hebben op mens en milieu gegroeid. De meeste bacteriën
zijn nuttig voor de mens, slechts sommige soorten zijn schadelijk.
Bacteriën verschillen van andere organismen door hun celbouw. Organismen als planten en zoogdieren bestaan uit cellen die een celkern,
mitochondriën en andere celorganellen bezitten.
Deze soort cel wordt een eukaryote cel genoemd.
De soort cel van bacteriën wordt een prokaryote cel genoemd.
Prokaryoot betekent dat er geen kern in de cel aanwezig is.
Een prokaryote cel:
    - bezit geen kern
    - mist gedifferentieerde structuren in de cel
    - heeft kleinere afmetingen dan een eukaryote cel

Een bacterie is een eencellig organisme. Hij kan zichzelf voeden,
voortplanten en zelfs door gedrag reageren op bepaalde stoffen of
omstandigheden in de omgeving. Je hebt een grote diversiteit op het
gebied van bacteriën. Je hebt bijvoorbeeld bepaalde groepen die
voor menselijke doeleinden uitdrukken. Als we kijken naar de bacteriën
zelf zie je dat ze verschillen in chemische eigenschappen in celbouw
Vroeger onderscheidde men bacteriën van elkaar alleen door de celvorm.

Er kunnen drie basisvormen worden onderscheiden:

    1. Bolvormige cellen: de cocci
    

    2. Cilindrische cellen: de bacilli
    (lichtgevende bacteriën vallen onder deze groep)
    

    3. Spiraalvormige cellen: de spirila
    

Het is duidelijk geworden dat de celvorm geen goed kenmerk is
om deze organismen van elkaar te onderscheiden.
Bacteriën die overeenkomen in vorm kunnen wat betreft
chemische samenstelling erg verschillen.