OPDRACHT 6
Schrijf het verkleinwoord op van de woorden.
a politieagent
b getuige
c dame
d getuigenis
e verhaal
f beeld
g storm
h ontdekking

OPDRACHT 7
Schrijf het verkleinwoord op van de woorden.
a papa
b auto
c konijnenhol
d pony
e bospad
f sleutelgat
g jongen
h kinderbril


OPDRACHT 8
Noteer van de woorden tussen haakjes het voltooid deelwoord of het verkleinwoord.
a Ons (juffrouw) heeft zichzelf iets nieuws (leren) .
b Ze was altijd al (fascineren) door de wereld van de (illusies) .
c Ook is ze flink (boeien) door (dromen) en (hallucinaties) .
d Nu heeft ze een (abonnement) (nemen) op een interessant (webmagazine) voor excellente (illusionisten) .
e Vandaag had ze voor ons een verraderlijke (verrassing) in elkaar (flansen) dat nogal wat (commoties) heeft (ontlokken) .
f Ze heeft Joeri (betoveren) of (hypnotiseren) en een daverend (applaus) (ontvangen) .
g Sindsdien is Joeri niet meer (stoppen) met zijn uitzinnig geblaf.