Pact der Ochtendkinderen

Het Parlement van de Verenigde Provinciën der Nederlanden en aan allen die dit zullen horen of lezen, gegroet.

Het staat voor iedereen vast, dat een vorstin is aangesteld tot hoofd van haar onderdanen om hen onder haar hoede te nemen en te beschermen tegen alle onrecht, leed en geweld, zoals een herder zijn schapen moet beschermen, en dat de onderdanen niet ten behoeve van de vorstin leven, om haar in alles wat zij beveelt onderdanig te zijn en als slaven te dienen. Integendeel, de vorstin is er ter wille van de onderdanen, zonder welke zij geen vorstin is, om hen rechtvaardig en verstandig te regeren en te verdedigen, en hen lief te hebben als een moeder haar kinderen en een herder zijn schapen; zij zet haar lichaam en leven op het spel om hen te beschermen.

Wanneer zij dit niet doet, maar in plaats van zijn onderdanen te beschermen probeert hen te onderdrukken, leugens als waarheden laat aannemen, te beroven van hun oude vrijheden, privileges en oude gewoonten, en hen als slaven te bevelen en te gebruiken, moet zij dus niet langer beschouwd worden als een vorstin, maar als een tiran.

Dan staat het haar onderdanen vrij haar niet meer als vorstin te erkennen, maar haar te verlaten en in haar plaats een ander tot soeverein te kiezen om hen te beschermen, zonder dat dit het volk kwalijk kan worden genomen. Zeker wanneer de onderdanen hun vorst niet hebben kunnen vermurwen door nederige en geweldsloze betogingen en dus geen ander middel meer hebben om de aangeboren vrijheid van hen zelf en hun vrouwen, kinderen en nakomelingen te verdedigen en te beschermen. Hiertoe zijn zij volgens de wet der natuur verplicht goed en bloed op het spel te zetten.

Het volk heeft immers hun vorstin aanvaard op grond van voorwaarden, overeenkomsten en akkoorden genoemd in de Verklaring ter Vereniging van de Provinciën der Nederlanden; wanneer de vorstin deze breekt, heeft zij ook rechtens de heerschappij over het land verbeurd.

De diensten die deze landen en hun onderdanen zowel haar moeder als haarzelf hadden bewezen, staan in geen verhouding tot de bescherming die er tegenover had moeten staan. De koningin dacht dat het voor haar reputatie en majesteit beter was om over deze Nederlanden vrij en absoluut te kunnen heersen (dat betekent hen naar eigen goed dunken te tiranniseren) in plaats van te regeren onder zulke voorwaarden en beperkingen als zij met een eed had moeten bevestigen toen zij de heerschappij over deze landen overnam.

Slechts haar aanwezigheid in de Nederlanden is niet langer voldoende om een ieder binnen de landsgrenzen en in onze koloniën overzees, tevreden te houden. Het niet handelen in geval van nood is soms een grotere en grovere misdaad jegens haar onderdanen dan welke andere handeling dan ook.

Daarom maken we bekend dat wij, het Pact Der Ochtendkinderen, gesteund door de Graven der Provinciën en door de uiterste nood gedwongen, na onderling overleg en met algemene stemmen dat de koningin der Nederlanden bij dezen ontslagen is van al haar heerschappij, jurisdictie en erfelijke aanspraken op deze landen.

Wij verklaren bijgevolg alle ambtsdragers, en ieder ander die zijn of haar trouw heeft gezworen van welke positie ook, voortaan ontslagen van de eed die zij met heel hun hart hebben gezworen aan de koningin der Nederlanden.

Leve de Revolutie, leve het Nederlandse volk!

Getekend;

Pact Der Ochtendkinderen,
Graaf Leeghwig, 's Gravenhage, Provincie Noord Holland
Graaf Bibecke, Antwerpen, Provincie Zuid Holland
Graaf Zijlstra, Leeuwarden, Provincie Friesland
Graaf Van Rijpsma, Zwolle, Provincie Overijssel
Graaf Goien van Walen, Zuthpen, Provincie Gelderland
Graaf Vanderlei, Brussel, Provincie Brabant
Graaf Dison, Luik, Provincie Limburg

Pact der Ochtendkinderen