Winter
De winter is één van de 4 seizoenen.
Het is winter in december, januari, februari en maart. De winter begint op 21 december, de kortste dag van het jaar, en eindigt op 21 maart, want dan begint de lente. De winter wordt veroorzaakt door de schuine stand van de aardas.
In de winter kan het soms berenkoud zijn. Als de temperatuur onder 0 gaat vriest het en zijn de wegen spekglad. Dan moeten we dus extra voorzichtig zijn! De natuur staat er maal kaaltjes bij. Omdat het de grond bevroren is kunnen de bomen en struiken geen water meer opnemen maar daarop zijn de bomen en de struiken voorzien. Zij hebben in de herfst al hun bladeren al afgeschud zodat ze geen water meer hoeven op te nemen. In de winter neemt de natuur een rustpauze en dat is te zien.
De meeste dieren vinden de winter niet zo fijn. Vogels vinden maar weinig eten en de vijvers zijn vaak bevroren. Koeien en paarden worden op stal gezet als bescherming tegen de koude. Honden en katten blijven liever binnen dicht bij de schouw. Andere dieren zoals de eekhoorn en de egel houden een winterslaap. Wanneer het echt héél koud is kunnen sommige dieren zelfs sterven.
Tijdens de winter valt de kerstvakantie. Gezinnen gaan dan op skivakantie of blijven lekker thuis. Straten, huizen, winkels worden versierd, kerstbomen worden gezet en overal zie je lichtjes fonkelen. Op kerstavond eten we lekker samen met familie en worden de kerstcadeautjes uitgepakt.
De meeste kinderen vinden de winter zo leuk omdat het soms sneeuwt. Dan spelen veel kinderen buiten met de slee, gooien sneeuwballen naar elkaar of bouwen hoge sneeuwmannen. Spijtig dat het in de winter zo snel donker wordt..