Webmarkup opdracht 2 (a:hover, padding enz.)

Hypertext en hyperlinks

De wezenlijke eigenschap van HTML is dat deze hypertekst ondersteunt: documenten en bestanden die verbonden zijn door direct volgbare verwijzingen, de zogenaamde hyperlinks (in het Nederlands ook wel koppelingen genoemd).

Opmaaktaal

Daarnaast is HTML een opmaaktaal zoals vele andere, met notaties voor het aangeven van nadruk in tekst, van kopjes, van indeling in paragrafen, van tabellen, en van plaatjes en multimedia (die echter zelf niet in HTML worden gespecificeerd).

HTML bestaat uit platte tekst waarin met markeringstekens is aangegeven hoe de tekst moet worden geïnterpreteerd, bijvoorbeeld als lijst of als opschrift. Zo'n markering wordt (naar het Engels) een tag genoemd er is geen goed Nederlands woord voor. HTML wordt meestal bekeken met een webbrowser, een programma dat HTML-documenten opvraagt en als opgemaakte tekst aan de gebruiker toont.

In de loop der jaren is het aantal verschillende tags dat in HTML wordt gebruikt, enorm uitgebreid. Om interpretatieproblemen te voorkomen heeft het World Wide Web Consortium (W3C) aanbevelingen opgesteld over welke tags geldig zijn en hoe ze moeten worden geïnterpreteerd. De oorspronkelijke aanbeveling is een aantal malen geactualiseerd in verband met verdere ontwikkeling van HTML. De laatst geaccepteerde aanbeveling, HTML 4.01, dateert van december 1999.

Sinds het ontstaan van HTML zijn er pogingen gedaan om het tot een exact gestructureerde taal te maken, door te eisen dat de syntaxis van de tags exact gevolgd wordt en hun combinatie aan een precieze grammaticale definitie voldoet. Dit is gedaan door de syntaxis van elke versie van HTML te beschrijven als een toepassing van SGML, en later XML. Dit is een wezenlijke voorwaarde om een uniforme interpretatie van HTML door software te kunnen garanderen. De meeste gebruikers en softwareontwikkelaars hebben zich hier nooit veel van aangetrokken, met als gevolg dat HTML-verwerkende software in de praktijk niet op het correct gebruik van tags mag rekenen, en de eindgebruiker niet op een consistente interpretatie.

Een tweede continue trend in de ontwikkeling van HTML vormden de pogingen om het tot een structurele (of logische) opmaaktaal te maken, waarbij de tags in het document alleen structuur en algemene eigenschappen van de tekst aangeven, terwijl de details van de presentatie apart van het document worden gespecificeerd. Dit heeft als voordelen dat de opmaak ineens kan worden gewijzigd voor alle documenten tegelijk en dat er verschillende manieren van opmaken kunnen worden gebruikt die bijvoorbeeld toegesneden kunnen zijn op de eigenschappen van de gebruiker (misschien kleurenblind of blind) of het weergevende apparaat (misschien een klein beeldscherm of zwart-wit-papier). Om historische redenen is dit aanvankelijk totaal mislukt, waardoor HTML een grote hoeveelheid presentatiespecifieke tags heeft gekregen, maar uiteindelijk toch doorgezet, waardoor in moderne HTML een nette scheiding van presentatiespecificatie mogelijk is, met behulp van CSS. Daarbij blijft gelden dat HTML niet ontworpen of geschikt is voor het ondersteunen van willekeurige paginavormgeving.

Aanbeveling versus standaard

Het W3C is een internationale organisatie maar heeft geen bevoegdheid om standaarden vast te stellen, zoals de ISO. De HTML-specificaties van het W3C zijn daarom formeel niet meer dan aanbevelingen. In de praktijk worden de W3C-aanbevelingen echter als standaarden gezien, mede omdat alle belangrijke browserfabrikanten in het W3C samenwerken.