Kevin Wonder

Les 1

Vragen inleiding UML

1. Wat is UML?

UML is een visuele taal dat processen, software en systemen visualiseert.

2. Waar bestaat UML uit?

UML bestaat uit diagrammen en notaties.

3. Waar komt UML vandaan?

UML is ontworpen door Grady Booch, James Rumbaugh en Ivar Jacobson in de jaren 90 en het is sinds 1997 een standaard. Zij hadden alle drie een eigen modelleer techniek ontworpen en hebben dat gebundeld tot wat nu UML is. Zij worden ook wel de Three Amigos genoemd.

4. Wat is de sterke kant van UML?

UML is uitbreidbaar.

5. Wat bedoelen ze met “UML is schaalbaar”?

UML is te gebruiken voor hele grote bedrijf en voor kleine processen.

6. Waar gebruik je UML voor?

Modelleren van bedrijfsprocessen, inzicht geven in de structuur van een applicatie, beschrijven van systeemarchitectuur, vangen van systeemgedrag en modelleren van datastructuur. Maar ook voor het schetsen van ideeën, bouwen van een gedetailleerd systeem specificaties en genereren van programma code.

7. Noem de 10 soorten Diagrammen en geef van elke een korte uitleg.

  • Use Case-diagram: wat doet een systeem ten opzichte van gebruikers
  • Klassendiagram: definiëren van klassen en hun relaties
  • Objectendiagram: laat de systeemstructuur van een bepaald moment zien
  • Packagediagram
  • Toestanddiagram
  • Activiteitendiagram
  • Volgordediagram
  • Communicatiediagram
  • Componentendiagram
  • Gebruiksdiagram

8. Welke 5 Diagrammen gaan wij behandelen?

  • Use Case-diagram
  • Klassendiagram
  • Toestanddiagram
  • Activiteitendiagram
  • Volgordediagram

Vragen bij het 4+1 Model

1. Hoe heet het model waar men over spreekt in de video?

Het 4+1 Model

2. Leg uit waar het model betrekking op heeft.

Hiermee kun je zien wat de taak van verschillende UML diagrammen zijn.

3. Geef een opsomming van de verschillende views.

  • Logical View
  • Process View
  • Physical View
  • Development View
  • Use Case View

Welke diagrammen horen bij de verschillende views? Noem ze en beschrijf ze kort.

  • Logical View:
    • Klassendiagram
    • Toestanddiagram
    • Objectendiagram
    • Volgordediagram
    • Communicatiediagram
  • Process View:
    • Activiteitendiagram
  • Physical View:
    • Gebruiksdiagram
  • Development View:
    • Componentendiagram
    • Packagediagram
  • Use Case View:
    • Use Case-diagram

Vragen bij Statische vs Dynamische benadering van systeemontwikkeling

1. Wat laat een statisch model zien?

Uitleg:

Statisch modellen laten de structuurkenmerken van een systeem zien.

Wat levert het model op?

Je definieert onder andere klassenamen en attributen.

Welk(e) diagram(men) gebruik je hier?

Klassendiagrammen, objectendiagrammen en use case-diagrammen.

2. Wat laat een dynamisch model zien?

Uitleg:

Dynamische modellen laten de gedragskenmerken van een systeem zien.

Wat levert het model op?

Het laat zien welke objecten je nodig hebt en hoe deze met elkaar werken.

Welk(e) diagram(men) gebruik je hier?

Volgordediagrammen, communicatiediagrammen, toestanddiagrammen en activiteitendiagrammen.

3. Wat laat een implementatiemodel zien?

Uitleg:

Implementatiemodellen laten de elementen zien die nodig zijn om een systeem te kunnen gebruiken.

Wat levert het model op?

Het laat de fysieke software onderdelen en andere fysieke bronnen, zoals hardware en connectiepaden zien.

Welk(e) diagram(men) gebruik je hier?

Componentendiagrammen en gebruiksdiagrammen.

Taakanalyse van de NS automaat

Situatie:

U bevindt zich op station Utrecht Centraal en u wilt een retourtje Amsterdam Centraal kopen. U reist 2e klas, voor het volle tarief en is vandaag geldig. U betaalt met uw pinpas.

  1. Ga naar een automaat
  2. Druk op “Dagretour” op het scherm
  3. Druk op de letter “A”
  4. Druk op de letter “M”
  5. Druk op “Amsterdam Centraal”
  6. Druk op “2e klas”
  7. Druk op “Vol tarief”
  8. Druk op “Vandaag geldig”
  9. Druk op “1 kaartje”
  10. Druk op “Pinpas”
  11. Voer uw bankpas in het PIN apparaat naast het scherm
  12. Voer uw PIN-code in
    1. Als uw ingevoerde PIN-code niet klopt, voor het dan opnieuw in
  13. Druk op “Ja”
    1. Als er niet genoeg geld op uw bankpas staat, houdt het hier op
  14. Neem uw bankpas terug uit het PIN apparaat
  15. Haal uw kaartje uit het bakje onder het scherm