Home

 

 

 

 


 

 

 

 


Klik hier op om deze pagina als je startpagina in te stellen


Worship = hip

Wat hebben Michael W. Smith, The Katinas, Rebecca St. James en Jon Gibson met elkaar gemeen? Allemaal hebben ze kort geleden een worship-cd uitgebracht.

De aanbiddings-cd’s schieten de afgelopen maanden sneller dan krokusjes uit de grond. Wij vroegen ons af waar die plotselinge aanbiddingsdrang vandaan komt.

Wat onderscheidt een worshipalbum eigenlijk van een ‘gewone’ gospel-cd? Hans Loeve, muziekkenner en schrijver van de gospelencyclopedie: „De letterlijke vertaling van worship is ‘aanbidding’. Als God in de teksten aanbeden wordt, – dat is nog wel een vrij ruime omschrijving, – dan kun je spreken van praise- en worshipmuziek. Praise en worship zijn overigens twee verschillende stijlen, die vaak door elkaar gehaald worden. Het verschil zit hem in de tekst. Veel gospelmuziek bevat wel praise, waarbij  de teksten vooral vanuit jezelf komen: ‘Ik prijs U, ik loof U, dank U voor deze dag’. Worship gaat dieper. Het is een levensstijl, voor God op de knieën gaan, Hem aanbidden en de plaats in je leven geven. Maar ik geef toe dat er wel een grijs gebied is tussen deze stijlen; soms is het moeilijk om onderscheid te maken.”

Handgeklap

Worshipmuziek wordt al eeuwen geproduceerd, al dan niet op cd. Voordat de heren van Sonic Flood en Delirious? überhaupt geboren waren, zongen de Edwin Hawkins Singers, middeleeuwse kerkgangers, Mirjam, de zus van Mozes en koning David al de sterren van de hemel om God groot te maken. Worship als luistermuziek buiten de kerk is echter pas begin jaren zeventig ontstaan, toen het Nieuw-Zeelandse duo Merv en Merla Watson hun aanbiddingsliederen vanuit de kerk naar een concertzaal verplaatsten. Interactieve concerten waren dat, met veel handgeklap en meezingen vanuit het publiek, verglijkbaar met de Ronduit-Praisetournees die de laatste tien jaar in Nederland gretig aftrek vinden.

Merv en Merla hadden er geen idee van dat hun initiatief op zoveel navolging kon rekenen. Zo kwam in Amerika rond 1980 Graham Kendrick in actie. Deze vers bekeerde muzikant besloot de seculiere muziek te laten voor wat het was, en alleen nog maar worshipmuziek te maken. Talloze aanbiddingsliederen zette Graham op cd en lp, onder andere ‘The Servant King’, ‘Meekness and Majesty’ en de kraker ‘Shine, Jezus shine’, die stuk voor stuk in het Nederlands vertaald en in de Opwekkingsbundel beland zijn. Dat was ook Grahams bedoeling: hij wilde dat de kerken gebruik zouden maken van zijn muziek. Hans Loeve: „Hij zorgde voor een doorbraak. Voorheen werden in de kerk wel aanbiddingsliederen gezongen, maar die werden nooit op cd uitgebracht en andersom was al helemaal niet het geval. Kendrick bracht de gescheiden werelden ‘kerk’ en ‘muziek’ dichter bij elkaar.”

Vlaggetjes

Vanaf de jaren negentig begon de hele kerkelijke wereld langzamerhand te worshippen. Australië (Darlene Zschech, Geoff Bullock), Engeland (Delirious?, Matt Redman) en Amerika (Sonic Flood, Ron Kenoly), vrijwel ieder continent bracht worshipmuziek voort die niet alleen voor gezapige volwassenen, maar ook voor jongeren interessant is. Wie zingt niet uit volle borst mee bij het lied ‘Lord, I come to You’ (Heer, ik kom tot U) van Darlene Zschech? En wie heeft er niet met witte vlaggetjes gezwaaid tijdens het lied ‘White Ribbon Day’ op het EO-Jongerendagconcert van Delirious? Aanbiddingsleider Brian Doerksen, bekend van aanbiddingsliederen als ‘I lift my eyes up’ en ‘Light the fire again’, is blij dat er tegenwoordig zoveel aanbiddingsmuziek gemaakt wordt voor jongeren. „Muziek is een ongelofelijk belangrijk onderdeel in het leven van jongeren. Het is nodig dat er voor elke generatie nieuwe aanbiddingsmuziek geschreven wordt. Mijn twee tienerdochters luisteren ook naar aanbiddingsmuziek, waarin de woorden helpen om zich op God te richten. Dat is geweldig.”

Zeker, maar hoe kan het dat die worshipmuziek opeens in veel grotere getale wordt uitgebracht dan voorheen? Holland Davis, directeur van het grote platenlabel Maranatha! Music verklaart op www.crosswalk.com dat er sprake is van een opwekking: „Ik denk dat de toename van producten te danken is aan het feit dat God dichterbij zijn volk komt. Als God ons dichterbij trekt, komen er nieuwe aanbiddingsliederen.” Hans Loeve is sceptischer: „Ik denk dat het daarnaast ook commercieel aantrekkelijk is. Omdat de muziek veel in kerken gebruikt wordt, vinden de cd’s gretig aftrek. Zodra een gospelartiest een worship-cd maakt, stijgt zijn verkoop. Het is ook gewoon big business.”

Commercieel circus

Loeve refereert daarbij onder andere aan op de cd’s van Michael W. Smith (Worship, Worship Again), waar bestaande aanbiddingsliederen op staan, en die als warme broodjes over de toonbank gaan. Niet dat Worship (Again) een vies commercieel product is, want het is een prachtig album van een talentvolle artiest, dan aan een aantal bekende aanbiddings-krakers een hele nieuwe dimensie geeft. „Maar ik denk dat je wel moet oppassen. Waarom bijvoorbeeld twee albums uitbrengen terwijl je alle nummers ook op één cd kunt zetten?” Ook is er in Amerika momenteel veel kritiek op Michael W. Smith vanwege zijn worshipconcerten.

Een van de initiatiefnemers is zanger Steve Camp, die een grote open brief heeft geschreven waarin staat dat hij veel moeite heeft met de manier waarop Smith zijn zaakje aanpakt. Tijdens een concert staan bijvoorbeeld achterin allemaal kraampjes van seculiere bedrijven die hem sponsoren, zoals het merk Yamaha. „God aanbidden hoort gratis te zijn, daar moet je geen commercieel circus omheen bouwen,” zo redeneert Steve Camp. Hans Loeve: „Ik vind dat wel een belangrijk aandachtspunt. Als je zo groot wordt en er is zoveel geld mee gemoeid, bedenk dan wel steeds waar je mee bezig bent.”

Michael W. Smith maakt zich overigens naar eigen zeggen niet druk om commercie. „Toen we Worship hadden afgerond, maakten we ons totaal niet druk over hoe de plaat zou gaan verkopen,” zegt hij. Dat het de best verkopende plaat in mijn carričre is, is slechts toeval.” Wel is hij opgetogen over de nieuwe dimensie die zijn aanbiddingsconcerten aan zijn muziek geven: „Ik ben geen popster, ik ben worshipleader. Dat is een gave die God mij heeft gegeven. Ik doe in concerten dingen waarvan ik me afvraag of het een paar jaar geleden geaccepteerd zou worden. Jongeren willen leren hoe ze kunnen aanbidden, waarom zouden we dan die kans niet grijpen?”