|
|
Vrienden van God Dat klinkt wel heel erg amicaal. Kun je dat zo wel zeggen? Jij en ik? Vrienden van God? Alsof we maatjes zijn! Als je beseft hoe heilig en groot God is! OK, zo zou je het kunnen bekijken. Belangrijker is de vraag hoe God er Zelf tegenaan kijkt. Zou God ons als zijn vrienden kunnen zien en hoe zou je dan een vriend van God kunnen worden? Abraham
Kun jij je voorstellen dat je ergens op een feestje bent en God stelt jou voor aan iemand met deze woorden: „Dit is Johan, mijn vriend.” Dan zou je van binnen toch helemaal gaan gloeien van trots. God die jou ziet als een persoonlijke vriend. Je leest het letterlijk van Abraham. God stelt Abraham voor als 'mijn vriend'. a Dan zal Abraham vast wel een heel bijzondere man zijn geweest. Met heel bijzondere prestaties. Nou, dat valt eigenlijk best wel mee of juist tegen. Hij maakte behoorlijke fouten in zijn leven met God. Hij vertrouwde God niet langer dat Hij voor een kind zou zorgen, en daarom nam hij zijn slavin Hagar om bij haar een kind te verwekken. b Hij loog tegen de koning van Egypte, om te voorkomen dat hij gedood zou worden. c En zo is er vast nog wel meer te roddelen over Abraham. Wat wel bijzonder was aan deze vriend van God, is dat hij dwars door alles heen bleef geloven in God. d En dat maakte hem tot een persoonlijke vriend van God. Mozes
Van Mozes lezen we dat God met hem sprak van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend. e God en Mozes hadden dus een heel open relatie met elkaar. Waarbij overigens wel opvalt dat je nergens leest dat Mozes met God sprak als met zijn vriend. Mozes bleef altijd vol eerbied tegenover God. En toch een heel vriendschappelijke relatie met elkaar. Je leest het niet van Mozes, je leest het zelfs nergens in de Bijbel dat mensen God of Jezus hun vriend noemen. Dat wil niet zeggen dat we God niet zouden kunnen ervaren als onze vriend. Integendeel. Ik zou geen betere en betrouwbaarder vriend weten dan onze God. Jezus zegt Zelf: „Niemand heeft grotere liefde dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden.” f En Jezus deed het. Hij gaf zijn liefde uit vriendschap voor jou en mij. Jezus Wat mooi als je telkens weer leest hoe Jezus sommige mensen aanpreekt. Lazarus wordt in het bijzonder door Jezus omschreven als zijn vriend. g Maar ook breder als hij de mensen die Hem volgden, aansprak. Dan begon Hij zijn betoog regelmatig met: „Vrienden…”. h Wat wel héél bijzonder is hoe Jezus zelfs in de nacht van het verraad in Gethsemane Judas aanspreekt met vriend. i En dat was echt niet cynisch bedoeld. Het was weliswaar bedoeld als een roddel, maar ik denk dat Jezus het heeft opgevat als een enorm compliment, als de geestelijke elite van die dagen fluisterde: „Hij is zelfs een vriend van tollenaars en zondaars!” j In zijn afscheidswoorden, vlak voordat Hij zal worden gekruisigd, bemoedigt Hij zijn discipelen en vertelt hun dat zijn niet slaven van Jezus zijn, maar dat Hen heel bewust vrienden wil noemen. k Allemansvriendje Als je dit zo allemaal leest dan lijkt het erop dat Jezus tijdens zijn tijd hier op aarde een soort van allemansvriendje was. Iedereen werd zomaar toegelaten tot de vriendenkring van Jezus. Toch niet helemaal. Niet om een domper op de feestvreugde te zetten, maar de vriendschap die Jezus ons aanbiedt, is niet zo vrijblijvend als wij soms wel met vriendschap omgaan. In de eerste plaats is Jezus zich heel erg bewust dat zijn vriendschap voor ons Hem alles zal gaan kosten. l In de tweede plaats verwacht Jezus van ons dat de vriendschap wederzijds zo serieus zal zijn, dat we bereid zullen zijn om te doen wat Hij van ons vraagt. m Dat klinkt in onze oren misschien wel wat dwingend, maar zo is het niet. Het zou toch heel tegenstrijdig zijn als we wel de vriendschap van Jezus zouden aanvraarden, maar niet de bereidheid zouden hebben om gehoorzaam aan Hem te zijn. Vijandschap We lazen net hoe Abraham en Mozes heel persoonlijk vrienden van God worden genoemd. Wie zou dat ook niet willen zijn? De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat we eigenlijk helemaal geen vrienden van God kunnen en willen zijn. Juist het tegenovergestelde. De Bijbel laat ons eerlijk zien dat wij vijanden van God zijn geworden. n Om dus een vriend van God te kunnen worden, is een radicale ommekeer in ons leven nodig. Dat heet bekering. Dat je je omkeert en terugkeert naar God toe. Niet langer met je rug naar Hem toe, maar meten open hert en face to face. Er is nog iets wat nodig is. Al;s je iemands vijand bent, kun je pas vrienden worden als er eerst verzoening heeft plaatsgevonden. En dan komen we weer terug bij Jezus. In het geven van zijn leven – vanuit vriendschap – heeft Hij verzoening tussen God en mensen gebracht o en is het nu voor iedereen die in Hem gelooft mogelijk een vriend van God te worden. Wereld De vriendschap met God is overigens niet te combineren met vriendschap voor de wereld. Wie een vriend van deze wereld wil zijn, wordt automatisch een vijand van God. p Dat zijn woorden waar ik soms best wel van schrik. Want in mijn hart is vaak heel veel sympathie en soms ook vriendschap met deze wereld. Het liefst zou ik eigenlijk van allebei een beetje willen hebben., Ik wil graag een vriend van God zijn, maar de wereld en alles wat er aangeboden worden, dat kan soms best stevig aan je trekken. God is er duidelijk over . Hij houdt zoveel van ons dat hij onze liefde en vriendschap helemaal wil hebben en dus wil delen met een ander. q Geef Hem eens ongelijk…
Wim Grandia |