|
|
Twijfelachtige artiesten Soms regent het in je leven. Ziet alles er somber en druilerig uit. Je twijfelt aan alles. Maar in het christelijk woordenboek lijkt het woord ‘twijfel’ amper voor te komen. Ook in de christelijke kunst, zoals songteksten, is twijfel of het tonen van echte gevoelens eerder uitzondering dan regel. Hebben christelijke artiesten eigenlijk wel eens ‘the blues’? David zong the blues ‘Songwriter’ David stond in ieder geval niet bepaald stevig in z’n schoenen. Volgens Bono (U2) was David ‘de Elvis van de Bijbel’. „David leefde in ballingschap en was op de vlucht. Hij belandde in een spelonk in een vage plaats, z’n ego stond op het punt in te storten en hij voelde zich van God verlaten. Hier schijnt hij z’n eerste psalm gecomponeerd te hebben – een blues. Zo klinken veel psalmen me in de oren, als blues.” Met die Psalmen had David trouwens geen vooropgezet doel voor ogen. Hij schreef vanuit z’n hart, om z’n gevoelens te kunnen uiten. En blijkbaar had hij een heleboel vragen en worstelde hij met allerlei emoties als verdriet, woede en twijfel: „Waarom blijft de afstand tussen U en mij zo groot, Here? Het lijkt wel of U zich juist voor mij verbergt wanneer ik U het meest nodig heb.” „…Here, luister toch naar mijn bidden en hoor mijn smeken om hulp. Blijf niet zwijgen als ik moet huilen, wand dan voel ik me een vreemde bij U.” (Psalm 10 en 39, Het Boek). Onrealistisch Hoewel David z’n twijfels duidelijk liet blijken, worden confronterende teksten tegenwoordig niet meer in dank afgenomen binnen de christelijke subcultuur, constateert Steve Turner in z’n boek ‘Stel je voor…’. „Waarom moeten teksten binnen de vastgestelde normen blijven om tot de muziekstroming ‘gospel’ te horen? Hoe kan het voorkomen dat christelijke platenmaatschappijen liedjes van artiesten weigeren als ze daarin over een moeilijke periode in hun leven zingen, zoals bijvoor\beeld hun scheiding?” Hij komt tot de conclusie dat het advies van Paulus in Filippenzen 4:8, waar hij schrijft: ‘Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, als wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat…’ waarschijnlijk in het verleden christenen bij de kunst vandaan heeft gehouden. En dat niet alleen, christenen waren er daardoor van overtuigd dat ze alleen lieflijke zoete, onschuldige kunst mochten maken. Maar als dat zo zou zijn zouden we de bijbel, waarin ook heel veel afschuwelijke dingen worden beschreven, ook moeten censureren. Juist uit de Bijbel blijkt dat God de zwakheid van mensen gebruikt. Dat heeft er volgens Turner toe geleid dat een grote groep christenen van zichzelf en medechristenen z’n vuile was niet buiten mag hangen. Z’n echte gevoelens niet mag uiten en verantwoorden. Nog steeds passen veel christelijke kunstenaars deze manier van kunst maken toe. Vooral in de (muziek)kunst is je eigen zwakheid tonen uitgesloten want dat druist in tegen het promotionele evangeliserende karakter dat muziek heeft in het circuit van de Christian Contemporary Music (CCM). De Gospel Music Association (GMA) heeft criteria opgesteld waaraan een ‘gospellied’ moet voldoen. In principe kan een gospellied in alle stijlen worden uitgevoerd „zolang het maar aanbiddend of getuigend is, of geïnspireerd vanuit een christelijke wereldbeschouwing.” Turner: „In de praktijk is een christelijk lied meestal een lied dat een bepaald aantal keren Heer, God, Jezus of Geest noemt. Onder christelijke wereldbeschouwing verstaat men de algemeen geldende mening van evangelische christenen over actuele, ethische kwesties”. Hij vindt dat daarmee een onrealistische verwachting van de kunst wordt gecreëerd en een oneerlijke druk op artiesten wordt gelegd. Door te suggereren dat christenen altijd een prima leven hebben, blij zijn, nooit bang zijn, nooit verdriet hebben of twijfelen sla je bovendien een groot gat tussen christenen en niet-christenen, maar ook tussen christenen onderling. Want het geeft geen reëel beeld van de werkelijkheid. Juist confronterende teksten waarin ware gevoelens geuit worden roepen herkenning op, daar kun je je als luisteraar mee identificeren en aan optrekken: ik sta er niet alleen voor. Echt Artiesten die wel de spring wagen en niet alleen over rozengeur en maneschijn zingen kiezen daarmee niet altijd de makkelijkste weg. De twijfel waar U2 over zing in bijvoorbeeld ‘Still haven’t found’ was voor veel christenen reden het geloof van de bandleden in twijfel te trekken. Dan Haseltine, frontman van de band Jars of Clay, vroeg zich, nadat hij een concert bezocht van een christelijke band, af waarom christelijke artiesten geen aansluiting vinden bij het publiek. „Het verontrustte me dat het hele optreden zo vol oude christelijke clichés zat. Eigenlijk vond ik het zo afschuwelijk dat ik ben vertrokken. Was dit het hoogtepunt van de christelijke cultuur? Is dit echt de nieuwe stem van het Evangelie? En waarom klonk hun boodschap zo leeg, nietszeggend en niet inspirerend?...” Haseltine vervolgt: „De christelijke cultuur heeft steeds de waarheid genegeerd, namelijk dat we in een gebroken en gevallen wereld leven. Het eerlijke en oprechte evangelie is bekend met het verhaal van lijden en onrechtvaardigheid. Het evangelie begrijpt de effecten van pijn, zonden, angst, mislukking, vernietiging, hebzucht en woede. Het begrijpt dat de wereld waarin we leven bezaaid is met teleurstelling.” In z’n eigen band Jars of Clay probeert Dan dat dan ook toe te passen. Amy Lee, leadzangeres en tekstschrijver van gothicband Evanescence is het daar helemaal mee eens. In een interview zegt ze: „Ik ben christen. Ik ben nog steeds bang, heb nog steeds pijn en zorgen. Ik zou niet echt leven als ik dat niet had. Het mooie van mijn relatie met God is dat Hij alles begrijpt, en dat Hij mij heeft laten inzien waar het leven werkelijk voor bedoeld is. Wij schrijven songs over dingen die gebeuren in dat leven. Dit betekent niet dat alle songs gaan over regenbogen en zonneschijn. Soms regent het in het leven. Wie kunnen we helpen als we het daar niet eens over hebben? Niemand is alleen.” Eén ding is zeker: hun teksten zetten je aan het denken. De teksten zijn zowel provocerend als doordrenkt van twijfel en angst. Duister bijna. In het nummer Tourniquet bijvoorbeeld schreeuwt Amy het wanhopig uit naar God: „Kent U me nog wel? Ik was zo lang afgedwaald, verloren, wilt U me nog redden? Red me!” Dat wil niet zeggen dat het één het andere uitsluit. Echte gevoelens zijn niet per definitie negatieve emoties. Wie eens in z’n eigen gevoelens graaft komt er snel genoeg achter. Zeg nou zelf, wie is nu nooit eens tot over z’n oren verliefd geweest of ongelooflijk blij? David stak z’n liefde voor God ook niet onder stoelen of banken. Maar er is wel een evenwicht: wie hele hoge pieken kent in z’n leven, weet ook hoe immens duister de diepe dalen kunnen zijn. Irene
Sigmond |