Oké, het moet op school leuk en gezellig zijn. Maar... waar het allemaal om draait, dat zijn cijfers, toch? Als je onvoldoende presteert, dan blijf je zitten, of je kunt fluiten naar je diploma.

Wist je dat 82% van de tieners zich druk maakt over school? En dat schoolstress probleem nummer één is bij brugklassers?

Hoe zit dat bij jou? Gaan alle stressbellen rinkelen als je een rep hebt? Of steek je anders in elkaar? Wil je het écht weten? Doe dan de Prestatie- en stresstest.

Vraag 1

Je staat een zesje voor wiskunde. Riskant, want ietsje minder, en je staat onvoldoende. Misschien kun je er nog een zeven van maken. Wat doe je?

A. Je gaat voor die zeven, een zes is wel erg mager. Blokken dus, en je sportavond overslaan.
B. Een zes, niks mis mee, toch? En als het een vijf wordt, jammer dan!
C. Een zes, daar ben je onwijs blij mee. Het zal eerder een vijf worden dan een zeven. Maar je laat her er niet bij zitten. Doen wat je kunt dus.

Vraag 2

Eindelijk... je hebt de ware ontmoet. Binnen welke termijn is je vriendenkring op de hoogte?

A. Meteen na onze eerste ontmoeting, al weet ik nog niet eens zijn/haar adres.
B. Zodra het officieel aan is. Ik neem geen risico's.
C. Zodra ik een afspraakje met hem/haar gemaakt heb.

Vraag 3

Tijdens een bezoek aan een vakantieoord kom je niet alleen veel palmbomen tegen, maar ook twee leraren van jouw school die op het strand kennelijk een liefdesnestje aan het opbouwen zijn. Hoeveel mensen weten een week na jouw thuiskomst van het voorval?

A. Niemand behalve jij. Dat is toch niet interessant?
B. Je licht iedereen die je tegenkomt in over dit grappige nieuws.
C. In ieder geval je twee beste vrienden, maar je vraagt hen wel het niet op de hele school rond te bazuinen.

Vraag 4

Hoe makkelijk merken anderen het aan jou als jij ergens mee zit?

A. Dat merken ze niet. Je kan bijzonder goed doen alsof er niets aan de hand is.
B. Snel. Je bent ongeduriger, doet kortaf en kunt om het minste of geringste boos worden of in huilen uitbarsten.
C. In eerste instantie zullen ze niets merken, maar als alles je te veel wordt, kunnen de emoties opeens flink opspelen.

Vraag 5

Je loopt langs een abortuskliniek en ziet daar tot je grote verbazing de vriendin van je broertje met een foldertje naar buiten komen. Wanneer ze jou ziet, verschiet ze van kleur en vraagt je hem niets te vertellen, omdat ze nog geen beslissing heeft genomen. Houd jij je mond?

A. Op voorwaarde dat je vriendin je broertje zo snel mogelijk inlicht, houd jij je mond. En hij merkt niets aan je.
B. Natuurlijk niet! Je broertje heeft het recht om zoiets essentieels te weten, dus je vertelt het hem zodra je hem ziet. Overigens weten ook je ouders, je zus en je beste vriend(in) al snel van het voorval.
C. Je houdt je mond, maar het valt niet mee. Je overweegt regelmatig ieder geval je moeder of een ander vertrouwenspersoon in te lichten, omdat het geheim te zwaar op je drukt.

De uitslag!

Voornamelijk A's

Jij weet je gevoelens bijzonder goed te camoufleren. Niet alleen ben je een ser in het bewaren van andermans geheimen (zelfs als het geen geheimen zijn), over je privé-leven en zieleroerselen laat je vermoedelijk ook niet het achterste van je tong zien. Niks mis mee, al maak je andere vermoedelijk wel nieuwsgierig...

Voornamelijk B's

Jij bent een open boek. Geheimen bewaren is dan ook niet je sterkste kant. Misschien bedoel je het niet kwaad, maar je loopt het risico dat anderen het vertrouwen in je verliezen. Probeer anderen te waarschuwen voor ze je over belangrijke zaken in vertrouwen nemen, dat scheelt waarschijnlijk een hoop ellende.

Voornamelijk C's

Een geheim is voor jou heilig, op voorwaarde dat er geen andere mensen door beschadigd worden. Over het algemeen houd jij prima je mond als anderen dat aan je vragen. Houden zo.