Vuile lust, harde porno, vieze ranzigheid en vulgaire opwinding. Het wordt je aan alle kanten aangeboden, zeven dagen per week, 24 uur per dag. Veel jongeren zijn verslaafd aan pornografie. Anderen zijn bevrijd van hun verslaving. In dit interview spreken Dennis (16) en Eric (18) over verslaving, masturbatie en de vernietigende lust van pornografie.

Dennis was verslaafd aan internetporno

„Het maakt je helemaal kapot”

„Ja, ik heb héél veel naar porno gekeken. Op de computer kwam ik vaak op bepaalde websites, waar seksreclame op zat. Eén klik en je was er. Op een gegeven moment keek ik een keer naar een programma op tv waar jongens met een bepaalde webcam gingen kijken hoe vrouwen zich uitkleedden en zich ‘live’ aanboden. Zo’n site zocht ik ook op. Als ik daar genoeg naar gekeken had, volgde masturbatie. Soms herhaalde dit ritueel wel twee keer per dag. Als m’n ouders niet thuis waren of als er niemand keek, zat ik achter de computer porno te kijken. Zodra het maar even kon, keek ik. Je voelt je echt belabberd op zo’n moment, ondanks de lichamelijke lust die het geeft.”

Vies

„Als ik porno gekeken had en mezelf had bevredigd, schaamde ik me altijd diep voor God. Op die momenten durfde ik ook niet te bidden, want je denkt: ‘Ik ben het niet meer waard om bij Hem te horen.’ Voor mijn gevoel kwamen mijn gebeden niet verder dan het plafond. Ik bad mooie woorden, maar ik wist dat ik er niets van meende, want m’n hart zat als het ware op slot; de pornografie stond levensgroot tussen God en mij in.

Later heb ik wel eens gedacht: eigenlijk is het heel simpel. Je kunt kiezen voor de dingen die de duivel je aanbiedt. Dat ziet er mooi uit, voelt lekker, je hoort bij de grote groep, want iedereen doet het. Maar het bracht bij mij ook andere dingen mee: ik voelde me vies, onrustig, krachteloos, ontmoedigd als ik het weer gedaan had. Sommige mensen denken dat zonde niet tussen jou en God in staat, dat het je niets doet. Nou, ik geloof er niets van. De zonde is het zwaarste middel van de duivel waarmee hij ons pakt en van God afhoudt.”

Zuiver

„Toen ik een keer naar een bijbelstudieavond ging van een jeugdgroepje, werd ik heel erg geconfronteerd met mezelf. Het ging over mensen die God negeren als het hen uitkomt en ook nog eens op seksueel gebied. Ik dacht: dat gaat over mij! In de kerk was God geweldig en buiten de kerk ook, maar als ik porno keek, moest Hij maar even weggaan. Toen ik later naar een praise-avond ging, knapte er wat in mij. Ik kreeg tijdens het zingen ineens heel sterk de behoefde om alles, maar dan ook alles, aan God te vertellen.

Uiteindelijk heb ik gebeden. Ik werd helemaal rustig en voor het eerst voelde ik me zuiver. Toch wist ik: als ik nu geen stappen onderneem, kijk ik weer naar porno. Toen zag ik dat de spreker aan het bidden was met een andere jongen waarvan ik wist dat hij ook verslaafd was aan masturberen, ergens in een zaaltje. Ik ben er bij gaan zitten. Met z’n drieën hebben we voor elkaar gebeden en afgesproken dat we tegen elkaar zouden zeggen als we weer zouden terugvallen, want anders houd je het voor jezelf en heb je helemaal geen controle. Ik heb het er ook met een aantal vrienden over gehad. Er bleken er heel wat te zijn die ook wel masturberen. Een vriend van mij met wie ik er heel veel over praat, kan er wel mee leven, zegt hij. Toch probeer ik iedere christen die ik ken er van af te praten. Het is heel goed om als christenen onder elkaar erover te praten, want pornografie maakt je uiteindelijk helemaal kapot.”

Eric kan niet zonder porno

„Het begint echt een obsessie te worden”

„Soms lijkt het alsof ik niet meer  zonder pornografie kan. Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen, maar het lijkt alsof ik helemaal vast zit. Vooral de laatste jaren kijk ik erg veel naar viezigheid en soms kan ik nergens anders meer aan denken, alsof denken en fantaseren over seks en porno een soort automatisme is. Natuurlijk vecht ik er tegen, bid ik ervoor en probeer ik aan wat anders te denken, maar dat lukt vaak echt niet. Als ik seks zie op de tv, dan moét ik blijven kijken. Als ik mezelf bevredigd heb, voel ik me rottig en word ik somber.”

„Ik denk dat mijn verslaving te maken heeft met het droevige feit dat ik vroeger seksueel misbruikt ben. Ik was een jaar of zeven, acht en ik werd misbruikt door de overbuurjongen van 18. Een paar weken geleden heb ik dat voor de allereerste keer verteld aan een goede vriendin van me, die onze jeugdclub van de kerk leidt. Tien jaar lang heb ik dus met een enorm geheim rondgelopen. Ik heb een groot minderwaardigheidscomplex en kan mezelf niet accepteren. Ik heb ook met zelfmoordgedachten rondgelopen. Eigenlijk haat ik alles wat met porno en viezigheid te maken heeft, maar ik kan er ook niet zonder. Het lijkt wel alsof iedereen er mee bezig is. In mijn klas is het echt gek als je al zestien bent en nog nooit met iemand naar bed bent geweest. Ik weet echt niet hoe ik dan moet reageren of wat ik dan moet zeggen. Meestal probeer ik op zulke momenten over andere onderwerpen te praten.”

Hoop

„Omdat ik seksueel misbruikt ben en veel naar porno heb gekeken, dacht ik altijd dat God boos op me was. Ik ben ook heel lang boos op Hem geweest. Hij had het toch kunnen voorkomen? Ik was te verbitterd om te kunnen geloven. Totdat er wat opmerkelijks gebeurde. Ik zou naar een bijbelstudie gaan van onze kerk, maar had daar geen zin in. Toen vroeg mijn moeder of ik dan alleen andere jongeren zou willen brengen met de auto die wel wilden, want ik had net mijn rijbewijs. Toen ik aangekomen was, vond ik het stom om niet te gaan, dus ik ging uiteindelijk ook naar die bijbelstudie. Pas toen ik in de zaal zat, hoorde ik dat het thema van de avond was veranderd, omdat een spreker niet kon. Drie keer raden waar de bijbelstudie over ging. Juist, over een verslaving aan pornografie. Uiteindelijk is die avond een keerpunt geweest. Ik ben niet van m’n verslaving af, maar sta wel op de wachtlijst voor professionele hulp, ook om m’n verleden te verwerken. En ik weet dat God niet boos op me is en me niet veroordeelt, zelfs al kijk ik naar porno omdat ik niet anders kan. Hij houdt van me en wil me helpen. Dat geeft me hoop.”

Ronald Koops