|
|
"Respect is voor ons het codewoord" Ze zijn dikke vriendinnen en maken samen een tv-programma. Ze woonden allebei in Amsterdam (hoewel Mirjam net verhuisd is), studeren allebei nog (de een theologie, de ander communicatiewetenschappen) en genieten er allebei van om te kletsen in de kroeg. Er is alleen één verschil: de een gelooft, de ander niet. Een interview met Mirjam en Regina van het programma ‘Zij gelooft, zij niet’ over vriendschap en geloofsverschillen. Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk leren kennen? Mirjam: „Vijf jaar geleden ging ik met vriendinnen op busvakantie naar Italië. Regina was mijn reisleidster op de camping. We hebben elkaar daar twee weken gezien, maar hadden geen hecht contact. Drie jaar daarna ontmoetten we elkaar opnieuw op een bootfeest. We stonden er allebei wat verloren bij omdat we niemand kenden. Toen we elkaar zagen, was het meteen: ‘Heeee!’ We hebben toen de hele dag met elkaar opgetrokken. Toen we ook nog eens allebei in Amsterdam bleken te wonen, was de stap om contact te blijven houden, klein.” Regina: „We gingen regelmatig doordeweeks in een kroegje zitten kletsen, over van die typische ‘vriendinnendingen’. We bleken veel gemeen te hebben, hadden dezelfde interesses en dezelfde levenswijze. Kunnen jullie eens een karakteromschrijving van elkaar geven? Mirjam: „Regina is heel zorgzaam en lief. Echt waar. Ze is bovendien heel intellectueel en kan heel goed dingen uitleggen door middel van voorbeelden, waardoor je je perfect kunt voorstellen wat ze bedoelt. Ze houdt ook heel erg van eerlijkheid: van haar heb ik geleerd om eerlijk te zeggen wat ik ergens van vind.” Tegen Regina: „Ik leer eigenlijk heel veel van jou, weet je dat?” Regina: „Wat ik het waardevolst aan Mirjam vind, is dat ze een wijsheid heeft die ze zelf niet altijd erkent, maar die er wel is. Soms komt die uit haar geloof, en soms uit haarzelf. Daardoor kan ze in een situatie heel rustig zijn, waarna ze opeens iets zegt da je zoveel verder brengt! Mirjam is ook heel erg zorgzaam, loyaal en attent. Als ik op vakantie ga, is er altijd een sms’je met ‘fijne vakantie’ en als ik terugkom, is er altijd ‘welkom thuis’. Die kleine attenties, die zijn echt heel bijzonder.” Mirjam: „Zo kan ie wel weer…” Regina, onverstoorbaar: „Ik zie altijd mensen die in haar omgeving willen zijn. Mirjam is een mensenmagneet, mensen voelen zich op hun gemak bij haar. Ze zal je nooit veroordelen op iets wat je doet. En dat is iets waar ik veel van geleerd heb, want ik heb veel sneller een mening of oordeel klaar.” Mirjam, jij bent christen en Regina niet. Hoe en wanneer ben je tot geloof gekomen? Mirjam: „Ik ben gelovig opgevoed en geloofde zelf ook wel in God, maar ik was er nooit heel open en praktiserend in. Regina en ik hadden het er samen eigenlijk nooit over. Maar toen wel al wat langer bevriend waren, kwam daar verandering in. Ik ging met een vriend iets drinken op het Leidseplein, omdat ik wat vragen had over het Oude Testament. Hij was in mijn ogen een heel gelovig iemand, dus ik wilde wel eens weten hoe hij daarover dacht. Tijdens dat gesprek ontdekte ik dat hij zo overtuigd christen was en op zo’n bijzondere manier sprak over de liefde van Jezus, dat ik me afvroeg: ‘Wat is dit? Waar om heb jij zo’n hechte relatie met God, en heb ik dat veel minder?’ Hij had het ook veel over bidden tot Jezus. Ik bad wel eens, maar dat was niet zo gericht. En ik bad al helemaal niet via Jezus. Die vriend heeft me een boekje gestuurd over bidden. Dat, en heel veel lezen in de bijbel, deed me inzien dat je kunt ontdekken wie God is, als je kijkt naar de persoon Jezus. Alles viel op z’n plek. Toen ik daarna ging bidden, was dat totaal anders dan voorheen. Tijdens een gebed in de kerk kreeg ik plotseling zo’n heftig gevoel, alsof ik boven de gemeente uitsteeg. Ik moest er bijna van huilen.” Dat lijkt me wel apart. Als je opeens zo’n ommekeer meemaakt, verandert je vriendschap dan ook? Mirjam: „We gingen nog steeds lekker samen stappen hoor. Geen probleem. Ik stond er alleen wel anders in. Het raakte me als ik zag dat mensen heel erg dronken werden of zo. Maar ik bleef wel met mijn vrienden uitgaan, want het zijn toch mijn vrienden.” Regina: „Niet dat wij allemaal aan de drank en de drugs waren…” Mirjam: „Nee, nee, maar mensen om ons heen wel.” Regina, wat vond jij ervan dat Mirjam opeens zo met het geloof bezig was? Regina: „Mirjam heeft mij en anderen die ook niet geloven, vanaf het begin bij die veranderingen betrokken. Ze legde steeds uit: dit is waar ik mee bezig ben, waarom ik me nu zo voel en waardoor ik ergens misschien nu anders tegenaan kijk dan voorheen. En omdat zij daar zo duidelijk in was, accepteerde ik dat ook meteen.” Mirjam: „Dat is waar. Ik kreeg nooit reacties als: ‘Doe eens normaal’ of zo. Never” Regina: „We dachten allemaal: als dit jou gelukkig maakt, prima. We wilden wel weten waar ze mee bezig was. We hadden best veel vragen.” Mirjam: „Maar dat vond ik juist heel leuk.” Regina: „Ik was benieuwd waar die verandering bij Mirjam vandaan kwam, want ik zag ook echt een verschil. Ze veranderde in iemand die veel meer rust had, en die sterker in het leven stond. Om daar meer over te ontdekken, wilde ik ook graag aan de serie ‘Zij gelooft, zij niet’ meewerken. Tijdens de eerste draaidagen kwam ik erachter hoe diep dat zat.” Mirjam, lachend: „Je zie toen ook: ‘Nu merk ik wel dat Mirjam heel diep gelovig is…’” Regina: „Ja, daar kwam ik pas tijden het maken van de serie echt achter. Als je met allemaal mensen werkt die niet geloven, gaat Mirjam niet op de kansel staan en uitleggen hoe het geloof precies werkt. Ze vertelt wel waar ze mee bezig is, maar daarnaast hebben we het ook over gewone ‘vriendinnendingen’. Toen opeens realiseerde ik me: ‘Goh, dit is wel een heel belangrijk deel van haar leven geworden’.” Regina, je zei net dat Mirjam rustiger is geworden en sterker in het leven staat. Dacht je zelf niet: ‘Dat zou ik ook wel willen?’ Regina: „Ik was wel geïnteresseerd in de oorzaak van die rust. Vandaar die eerste serie, die was voor mij een persoonlijke ontdekkingsreis. Ik weet nu ook wat het voor haar is geweest: dat ze Jezus heeft leren kennen…” Mirjam, giechelend: „Leuk dat jij die termen gebruikt…” Regina: „… zo zeg je dat toch altijd? Maar goed, het is wel echt iets voor haar. Zelf kan ik er niks mee. Ik snap waarom het haar aantrekt en misschien zou ik die innerlijke rust ook wel willen, maar tot nu toe is er voor mij niet echt een punt geweest van overgave of zo, of dat ik hetzelfde wilde als zij.” Mirjam, heb jij wel eens de neiging om Regina te overtuigen van jouw geloof? Mirjam: „Die vraag krijg ik vaker, maar ik vind ‘overtuigen’ zo’n verkeerd woord! Mensen vragen ook wel eens: probeer jij Regina te bekeren? Dat kan ik niet. Want als ik dat probeer, is het over. Getuigen kan, maar overtuigen werkt niet. Het woord ‘overtuigen’ komt niet eens in de Bijbel voor. Ik vertel er wel over wat het mij doet, maar meer kan ik niet doen. Vraag je je nooit af waarom jij wel gelovig bent en Regina niet? Mirjam: „Ik vraag het me wel eens af, maar daarin hebben we onze eigen keus gekregen. De een gelooft wel, en de ander niet. Of hij kan het niet geloven, of hij denkt het niet nodig te hebben. Het is een keuze. Dus als Regina daar niet voor kiest, is dat jammer.” Hebben jullie wel eens principiële discussies over dingen? Mirjam en Regina, tegelijkertijd: „Ibiza!” Mirjam: „Niet over Ibiza, maar op Ibiza hadden we een pittig gesprek over abortus. Dat was echt een flinke discussie.” Regina: „Onze standpunten stonden lijnrecht tegenover elkaar.” En lukt het jullie te discussiëren zonder dat het je vriendschap schaadt? Regina: „O, ja hoor.” Mirjam: „Op Ibiza rondden we onze discussie netjes af. Toen was het ‘klaar!’ en gingen we lekker naar het strand.” Regina: „Ik denk dat we nog steeds een goede vriendschap hebben omdat we in dat soort gesprekken kijken naar elkaars achtergrond en argumenten. Als ik zeg: ‘Ik ben voor abortus en jij moet je mond houden’, en Mirjam zegt: ‘Ik ben tegen abortus en jij moet je mond houden’, dan heb je geen gesprek. Ik moet respect hebben voor haar mening, en daardoor kan zij ook respect hebben voor de mijne. Dat klinkt heet utopisch, maar dat is wel de reden waardoor zo’n discussie als op Ibiza ook als vriendinnen goed kunnen afronden.” En dan komen er niet te veel heftige emoties vrij? Regina: „Die emoties zijn er natuurlijk wel op dat moment. Als je over dat soort wezenlijke levensvragen nadenkt, heeft iedereen zijn eigen motivatie. En die motivatie wordt altijd gevoed door emoties en ervaringen. Maar als je die allebei aan elkaar vertelt, kun je ook begrip creëren voor elkaar. Dan heb je niet de emotie: ‘Je bent een k#twijf’, maar de emotie: ‘Snap je waarom ik dit zo voel en zo denk?’” Wat vinden jullie de voordelen van vriendschap met iemand die anders gelooft? Regina: „Ik vind het een groot voordeel dat Mirjam in een andere wereld staat. Ze neemt een deel van haar wereld mee naar de mijne: een andere visie, een wijsheid die ze waarschijnlijk uit de Bijbel heeft of van iemand anders uit ‘het geloof’, die op mij dan weer van toepassing kan zijn. Terwijl ze echt niet in iedere zin roept: ‘Jezus zegt dit, Jezus zegt dat’.” Mirjam: „Andersom leer ik ook veel van Regina. Ik leer van haar hoe een niet-gelovige kijkt naar een gelovige en bepaalde thema’s. Dat helpt mij weer om met andere mensen over mijn geloof te praten. Dan denk ik: ‘Wacht, Regina zei dat zo…’ Regina leert me ook op te letten dat ik niet met iedereen in Bijbels jargon praat. Want dat werkt niet. Als ik dan een term gebruik, vraagt ze: ‘Wat bedoel je daarmee?’ En dan denk ik: ‘Oké, een ander woord dus’.” Hebben jullie tips voor christelijke jongeren die niet-christelijke vrienden hebben? Mirjam: „Het klinkt cliché, maar respect is toch het codewoord.” (Regina knikt heftig). Vervolgt: „Je moet interesse tonen voor iemand manier van leven of visie. Niet meteen denken: ‘Je doet het fout’ of met je vinger wijzen. Kijk eerst waarom en hoe.” Regina: „Heel veel praten is ook belangrijk. In de eerste serie praatten we uitgebreid als ik vragen had over het geloof. Het is goed om je denkbeelden met elkaar te delen. En ik heb ook een tip voor de niet-gelovigen: vul niet in voor de ander wat hij of zij nu denkt omdat hij gelovig is. Vraag het gewoon. Ik kan voor Mirjam van alles invullen: ‘Ze zal dit vast niet willen of dat vast niet doen omdat ze nu gelooft’, maar als ik het aan haar vraag, krijg ik ook echt het antwoord. Nog even over wat Mirjam net zei: soms zijn er christenen die met een vooropgezet plan in hun hoofd naar hun niet-gelovige vriend of vriendin luisteren. Dan denk ik: ho eens even, luister je nu echt of zit je met je Bijbel in je hoofd te puzzelen: ‘Nu kan ik dit zeggen en nu kan ik dat zeggen?’ Als je dat doet, ben je niet aan het communiceren, maar naar mogelijkheden aan het zoeken om je geloof over te brengen. En dat lijkt mij geen basis voor een goede vriendschap.” Marlies Medema |