Coming soon. Tot ver na de Middeleeuwen dacht men dat de natuur een afkeer had van een niets en dit "niets" altijd weer opvulde. Dit staat ook wel bekend onder het begrip horror vacui. Naarmate het inzicht vorderde leek het erop dat een vacuüm wel degelijk kan bestaan en dat de ruimte tussen de sterren vrijwel leeg was. Tussen de individuele gasatomen zou er niets zijn. De komst van de kwantummechanica heeft dat beeld echter weer doorbroken. Een elementair begrip uit de kwantummechanica is het onzekerheidsprincipe van Heisenberg. Dit stelt dat van een deeltje nooit de energie en positie tegelijk precies bekend kan zijn. Dit betekent ook dat de energie van het vacuüm niet nul kan zijn, met andere woorden, er kan altijd een deeltje aanwezig zijn. Uit het niets ontstaan spontaan deeltjes en deze vernietigen elkaar weer, zie virtueel deeltje. Uit experimenten is het bestaan van deze vacuümenergie inderdaad aangetoond. Het lijkt er op dat het absolute niets niet bestaat, in ieder geval niet in ons heelal. Of er "daarbuiten" niets bestaat is een vraag voor filosofen en metafysici, daar kan de wetenschap (nog) geen uitspraak over doen.