Zwart Jantje
Jantje
heeft vanavond zijn schoen gezet en besluit om midden in de nacht een kijkje te
gaan nemen.
Jantje
gaat rond twaalf uur naar de hal.
Hij
luistert met zijn oor aan de deur.
In
de kamer hoort hij iets. Jantje zet de deur op een kier.
En
weet je wie ze ziet?
Piet!
En
piet ziet Jantje.
Dag
Jantje, zegt Piet. Ik ben zo moe, ik durf niet eens het dak meer op. Kan
jij mijn plaats niet innemen?
Ik
ben niet zwart, zegt Jantje. Ik ben er zeker van dat Sinterklaas dat ziet.
En dan wordt hij kwaad op mij en dat wil ik niet!
Dat
is toch geen probleem, zegt Piet.
Soms
als ik ziek ben, dan zie ik zelf wat wit. Daarvoor heb ik een speciaal potje
zwarte schmink. Niemand die dan dat wit nog ziet!
Piet
smeert Jantje vol met zwarte schmink.
Kijk
nu maar eens, lacht Piet. Je kunt mijn broertje wel zijn!
Daar
loopt Jantje dan. Zo zwart als Piet.
En
Sinterklaas, die weet van niets.
Hij
roept: Hier piet, een pakje voor Jantje. Maar let op dat hij jou niet ziet!