Juventus Football Club is een van de oudste en belangrijkste voetbalclubs van Italië. De club speelt haar thuiswedstrijden in het Stadio Delle Alpi in Turijn.
Juventus werd op 1 november 1897 als Società Polisportiva Augusta Taurinorum opgericht door Enrico en Eugenio Canfari en een aantal andere studenten van het Massimo D'Azeglio Lyceum in Turijn. De bijnaam van Juventus (Latijn voor jeugd) is La Vecchia Signora ofwel De Oude Dame.
In de beginjaren speelt de ploeg in het Parco Valentino en op Piazza d'Armi. Men draagt roze shirts met een zwarte das. De bekende wit-zwart gestreepte shirts van tegenwoordig komen er pas in 1903, wanneer een verkeerde bestelling uit Engeland arriveert. De bezorgde shirts blijken die van Notts County te zijn.
In 1923 komt de club in handen van de familie Agnelli, eigenaren van FIAT. De club verhuist van Piazza d'Armi naar Stadio di Corso Marsiglia. Het is de tijd van beroemde spelers als Giampiero Combi, Felice Borel en Raimondo Orsi. Het nationale team van Italië wordt in die tijd tweemaal wereldkampioen voetbal en Juventus begint aan een, in Italië tot dan toe ongekende, serie van vijf kampioenschappen op rij. Ondertussen verhuist de club in 1933 naar Stadio Mussolini (later Stadio Comunale).
Na de Tweede Wereldoorlog is het stadgenoot Torino dat het Italiaanse voetbal domineert. Juventus laat in de na-oorlogse periode vooral van zich horen door het aantrekken van beroemde buitenlanders, waaronder Omar Sivori, John Hansen, John Charles, José Altafini, Helmut Haller en Luis del Sol.
In de jaren zeventig wordt afstand genomen van dit idee en begint men met het vormen van een team dat voornamelijk uit Italianen bestaat, dit team wordt getraind door oud-speler Giovanni Trapattoni. Spelers als Dino Zoff, Gaetano Scirea, Romeo Benetti, Antonello Cuccureddu, Marco Tardelli, Antonio Cabrini, Franco Causio, Claudio Gentile, Beppe Furino, Pietro Anastasi, Liam Brady, Michel Platini, Zbigniew Boniek, Paolo Rossi en Roberto Bettega winnen halverwege de jaren zeventig en tachtig ongeveer alles wat er maar te winnen valt. Zij vormen tevens de basis van het Italiaans elftal dat in 1982 wereldkampioen wordt.
Dieptepunt in de clubgeschiedenis is ongetwijfeld het Heizeldrama in 1985. Voorafgaand aan de Europacup I finale tussen Juventus en Liverpool in Brussel, breken er hevige rellen uit. 39 Onschuldige supporters van de club komen in het gedrang om het leven. De finale wordt wel uitgespeeld, Liverpool wordt met 1-0 verslagen dankzij een benutte strafschop van Michel Platini. Juventus is door dit resultaat de eerste club in Europa die alle drie de Europa Cups weet te winnen, maar de gebeurtenissen rondom deze wedstrijd laten diepe sporen achter.
In 1988 betrekt men samen met stadgenoot en aartsvijand Torino, het gloednieuwe Stadio Delle Alpi aan de noordoost kant van Turijn. Het stadion is speciaal gebouwd voor het wereldkampioenschap voetbal dat in 1990 in Italië plaats vindt. In dit stadion begint Juve halverwege de jaren negentig aan een nieuwe succesperiode. Naast een aantal landskampioenschappen en de Coppa Italia worden de UEFA Cup, de UEFA Champions League (1996 tegen AFC Ajax), de Supercup en de Wereldbeker gewonnen.
Een nieuw dieptepunt vindt plaats in 2006, een schandaal met in de hoofdrol Sportief Directeur Luciano Moggi komt aan het licht. Moggi blijkt gedurende een aantal jaren een netwerk van invloedrijke personen te hebben opgebouwd, waardoor hij in staat was vrijwel elke wedstrijd in de Serie A te beïnvloeden. Het bestuur bestaande uit Moggi, Antonio Giraudo en Roberto Bettega, treedt onmiddellijk af. Een maand later springt Teammanager en oud-speler Gianluca Pessotto van de bovenste verdieping van het hoofdkantoor aan de Corso Galileo Ferraris, hij raakt hierbij zwaargewond. Men denkt in eerste instantie dat de poging tot zelfmoord met het schandaal rond Moggi te maken heeft. Later blijkt dat Pessotto de druk die het schandaal met zich meebracht simpelweg niet meer aan kon, en dat de stap van het veld naar kantoor te groot is geweest.
Naar aanleiding van de affaire wordt Juventus teruggezet naar de Serie B, waar het zal moeten beginnen met 30 punten in mindering. De club verliest haar laatste twee landstitels. De titel van seizoen 2005/2006 gaat naar Internazionale, de titel van het seizoen ervoor wordt vooralsnog aan niemand toegewezen. Juventus wordt voorlopig uitgesloten van Europees voetbal. Trainer Fabio Capello en sterspelers als Emerson, Cannavaro, Vieira, Ibrahimovic, Thuram en Zambrotta verlaten de club. Capello wordt opgevolgd door Didier Deschamps.
In hoger beroep blijft de straf vrijwel intact, alleen het aantal strafpunten wordt gereduceerd tot 17 (uiteindelijk zullen het er 9 worden). Op 9 september 2006 maakt de Oude Dame voor het eerst in 109 jaar haar opwachting in de Serie B. Juventus speelde slechts één seizoen in de Serie B, want in mei 2007 bewerkstelligde de club drie wedstrijden voor het einde van het seizoen promotie naar de Serie A.
Op 26/05/07 behalen ze door een 2-0 overwinning op Mantova het kampioenschap van de Serie B. Een dag later wordt officieel gemelde dat trainer Didier Deschamps is opgestapt.De samenwerking werd in onderling overleg gestopt.