Volgens het regionale nieuws op Focus, een artikel in het Nieuwsblad en recent in het rondschrijven en op de officiële website van stad Brugge, hoeven wij ons als omwoners van de Gemene Weidebeek geen zorgen te maken. Het Klein Appelmoescomité is echter van mening dat zij alle reden tot bezorgdheid hebben, en nu zelfs nog meer met de verspreiding van dit stadsnieuws.
1. Het comité stelt vast dat zowel het noordelijk, centraal als zuidelijk gebied van de Gemene Weidebeek niet volledig eigendom is van de stad. Het is als volgt: 32,5 ha is eigendom van de stad én 7,5 ha in het park- en noordelijk deel is nog aan te werven. Met de 10 ha in het zuidelijk deel komt men aan de 50 ha natuurgebied die bij de aanvang van het natuurproject (1999) door de stad als einddoel werd vooropgesteld. Een kleine berekening toont vandaag aan dat het lot van 1/3de van het totale gebied duidelijk nog in private handen is. Heeft de stad hier inderdaad zeggenschap over?
2. In 2002 was er reeds sprake van verwerving van o.a. die 7,5 ha gronden, of dit prioritaire plannen waren/zijn kan in vraag gesteld worden, we zijn weldra 2009 en er is in de loop der jaren voor het Gemene Weidebeekgebied op het kadasterplan schijnbaar weinig gewijzigd.
3. De stad blijft de benaming "Klein Appelmoes" aanhouden. Het comité vindt dit vreemd gezien niemand in de buurt van het gebied "Klein Appelmoes" ooit gehoord heeft, laat staan dat hij/zij het voormalige boerderijtje gelegen in de Vooruitgangstraat in het parkgebied in verband brengt met het beoogde verkavelingsgebied.
4. De herbestemming "Klein Appelmoes" wordt door de stad als kleinschalig in een kaart naar voor gebracht. Kan dit "kleine gebied" (8 ha) dan niet ook eenvoudig worden verworven met de overige 7,5 ha? Wie of wat houdt de logica van één verenigd natuurgebied tegen? Vanwaar komt de discriminatie voor het zuidelijk deel van de Gemene Weidebeek?
5. Volgens de stad zijn er geen verkavelingplannen. Dit is nogal logisch, gezien het beoogde gebied nu nog woonuitbreidingsgebied en nog geen woonzone betreft. Het feit van verkavelingsplannen is in tegenspraak met voorheen waar politici bij de discussie planschade als tegenargument aanhaalden. Dit feit is volgens het comité goed nieuws! Het is een argument minder voor de stad om het herbestemmen van het gebied bij de collega's politici te verdedigen.
6. Stad Brugge beweert dat Klein Appelmoes niet in een overstromingsgevoelig gebied ligt, nochtans maakt het deel uit van het Gemene Weidebeek gebied dat zij wel erkent als waterziek. Water stroomt van hoog naar laag en volgens het comité weet water niet waar de grens ligt tot waar het mag stromen en waar niet. Kan dergelijke stellingname bovendien door de stad genomen worden met de wetenschap dat het gebied uitgezand is, met de kennis van de watertoets en met de bewijzen op foto's van ondergelopen landschap genomen door omwonenden die voor overstromingsgevaar in de toekomst vrezen. Het comité stelt ook vast dat de bleekblauwe vlekjes van de officiele kaart van de watertoets (zie onderstaand) wijzend op gebieden die "mogelijks overstromingsgevoelig" zijn in het gebied Klein Appelmoes niet overgenomen werden in de kaart verspreid door de stad. Deze gebieden zijn officieel niet als "effectief overstromingsgevoelig" ingekleurd maar bevestigen wel het waterprobleem van het gebied. Tot op vandaag werd geen enkele studie voorgelegd, een wateronderzoek ter plekke is dus van primordiaal belang. De waterproblematiek is tot slot ook één van de punten waar volgens het recente rapport van de Vlaamse overheid (MER) extra aandacht aan moet worden besteed.
KLIK HIER VOOR HET KAARTJE VAN "WATERTOETS"
KLIK HIER VOOR HET PLANNETJE VAN "MER"
7. Het comité betreurt dat het stadsbestuur in haar eerste antwoord de nadruk legt op de noodzaak van bijkomende woongelegenheden. Gezien de huizen die te koop staan, de bouwprojecten die afgerond, bezig en gepland zijn kan er in Assebroek niet van woningnood gesproken worden. Het comité is van mening dat bouwen in het Gemene Weidebeek gebied helemaal niet aan de stad als taak werd opgelegd. Een onafhankelijke studie waarin de noodzaak wordt bewezen om dit gebied nu te verkavelen (woonbehoeftestudie) dringt zich op.
8. Het comité is van oordeel dat de communicatie tussen stad en burger betreffende het dossier "Klein Appelmoes" heel wat beter kon. Enkel een informatievergadering in 2002 verschafte gedegen informatie. Er waren toen geen directe plannen en er was nog minder sprake van "Klein Appelmoes". De inhoud van een vergadering uit 2004 heeft het actiecomité nog niet bereikt. Het comité stelt er zich vragen bij. Voor zover geweten is tot slot bij weten van het comité niemand van de omwonenden via een omschrijfbrief zoals we vandaag krijgen, op de hoogte gebracht van de plannen of de inspraakrondes.
9. Stad Brugge geeft geen antwoord op het steeds toenemende verkeersprobleem dat er met de vele bijkomende verkavelingen in Assebroek niet beter op wordt. De mobiliteitsgrens is bereikt.
10. Het comité betreurt dat de brief is opgesteld vanuit het oogpunt dat wij als burger er niets meer aan kunnen doen "de democratische beslissing is genomen". Dat er geen inspraak meer zou zijn, is absoluut niet waar. Het komt ons over dat de stad de burger wil ontmoedigen bezwaarschriften te schrijven. Correcter ware het dat de stad alle stappen opsomde waarin zij als stad nog effectief inspraak heeft en dat zij hierbij rekening wil houden met nieuwe elementen die in het dossier door de omwonenden naar voor gekomen zijn: waterproblematiek, natuur- en landschapsbeleving en mobiliteit. De visie op deze elementen is immers anders in 2009 dan in 2004.
Het comité blijft pleiten dat het gebied één stuk authentiek landschap is dat voor de toekomst in één geheel bewaard moet blijven. Niemand van de omwonenden is vragende partij voor opsplitsing. Argumentatie vóór een woonuitbreidingsgebeid met een plan uit de jaren 70 is "passé". We zijn bijna 40 jaar verder, niemand leeft nog als toen, ook onze kijk op landschap en milieu is in tussentijd ingrijpend gewijzigd.
Het Actiecomité Klein Appelmoes en Gemene Weidebeek.
KLIK HIER VOOR HET STANDPUNT VAN NATUURPUNT
|