De reuzenpanda of bamboebeer (Ailuropoda melanoleuca) is een beer die wordt ondergebracht in de onderfamilie der Ailuropodinae, waarvan hij de enige levende vertegenwoordiger is. Er bestaan twee ondersoorten, Ailuropoda melanoleuca melanoleuca en Ailuropoda melanoleuca qinlingensis. De Chinezen noemen het dier 大熊猫 (da xiong mao), oftewel grote katbeer. De ogen van het dier lijken namelijk op die van een kat. Dit ten onderscheid van de kleine panda (小熊猫, xiao xiong mao, kleine katbeer).
Zijn leefgebied is in de hooggelegen hellingen van berggebieden in het westen van China, zoals in Sichuan en Yunnan. De reuzenpanda is zwart/wit gekleurd (A. m. qinlingensis is echter bruin). De zwarte plekken bevinden zich op vaste plaatsen als de ogen, poten en schouders. Het gewicht varieert van 80 kg voor de vrouwtjes tot 100 kg voor de mannelijke exemplaren. Pasgeboren jongen wegens slechts 85-150 gram.
Hij eet voornamelijk bamboe, wel 10 - 15 kg per dag. Een reuzenpanda eet ongeveer 10 tot 12 uur per dag. Hij heeft een zesde vinger (eigenlijk een soort uitloper van het polsgewricht) waarmee hij de bamboescheuten goed kan pakken.
Ze leven het grootste deel van het jaar alleen. In de paartijd zoeken ze elkaar op. Het vrouwtje heeft een draagtijd van vijf maanden. Er is meestal maar één jong. Ze zoogt haar jong een halfjaar en blijft bij hem tot hij drie jaar oud is.
De panda brengt het grootste gedeelte van zijn tijd op de grond door. Als hij bedreigd wordt klimt hij in een boom, waar hij wacht tot het gevaar voorbij is.
Reuzenpanda's hebben met een stompe kop en hun zwartwitte vacht een uiterlijk dat sterk aan menselijke emoties appelleert: het dier ziet er schattig uit. Panda's zijn echter beslist niet ongevaarlijk en hebben wel eens mensen aangevallen, al is dit vaak uit irritatie.