"Met Jogchem Niemandsverdriet." - "Hallo, met Paul. Is Suzan daar ook?" "Suzan? Nee." - "O, neemt u me niet kwalijk. Dan ben ik verkeerd verbonden." "Nee wacht! Suzan. Ja. O ja. Die woont hier wel." - "Ja? Kan ik haar dan even spreken?" "Eh. Ja, dat kan. Ja. Maar ze is even bezig." - "Zal ik zo even terugbellen?" "Nee wacht even! Het duurt niet zo lang. Ze eh. Ze komt zo. Is bijna klaar." - "Waar is ze mee bezig dan?" "O gewoon. Het een en ander. Ditjes en datjes." - "Ditjes en datjes." "Zus en zo. Gewoon. Leuke meid, die Suzan. Vindt u niet? Spontaan en toch slim." - "Is dit 010-476141 ?" "Jawel." - "En u bent?" "Jogchem Niemandsverdriet." - "O. Ze heeft uw naam nooit genoemd. Waar kent u haar van?" "Eh. Her en der. Gezien en gesproken... En van het een komt het ander. Zodoende." - "Meneer, ik geloof u niet. Ik weet niet wat u wilt, maar volgens mij heb ik gewoon het verkeerde nummer gedraaid. Dag meneer!" "Wacht! Nee! U hebt gelijk. Ik ken Suzan niet maar ik... Ik kom bij haar eh... inbreken. Ja! Ik ben een inbreker. Bij Suzan. Maar die ken ik niet zo goed." - "Een inbreker? En u neemt de telefoon op?" "Een reflex." - "Een reflex!" "Beetje zenuwachtig. Ik ken de weg hier niet. Snel wat jatten, denk je dan. Geld en video's. Voordat de politie komt. De smeris. En dan gaat de telefoon en dan neem je op." - ... "Echt waar. Ik ben nu net bezig in de kamer. Zo! Eens kijken. Wat hebben we hier? Aha! Een mooie asbak. Die zal ik eens lekker pikken!" - "Suzan rookt niet." "Nou, dan zal ze die asbak ook niet missen." - "Wat maakt dat uit?" "Pardon?" - "Wat maakt u dat uit? U bent toch een inbreker? Volgens mij is dit allemaal onzin." "Nee wacht! Hoor maar. Ik trek nu alle laatjes open. Zo! Alles over de vloer. Aha! Een leuke servetring. En die vaas. Misschien zit daar iets in. Zo! Kapot. Hoort u?" - "Tuut... tuut..." "En die kast! Daar zit ook wat achter! Heeft ze centjes verstopt!
En dat buro. En..." |