“Weet ik veel. Geef me handdoek.”
- “Hier. Wie zit‘r nou naast me?”
“Zomaar iemand.”
- “He Zomaar Iemand. Zegges wat!”
“Hij is doof.”
- “He! Zegges wat!”
Het is niets voor mij, en misschien kwam het wel doordat
afgesloten in dat hokje zat, maar de woorden kwamen vanzelf.
Ik durfde te antwoorden:
|