Mensen hebben de neiging elkaar te imiteren. Een houding, manier van spreken, kuchen of geeuwen; alles nemen we van elkaar over, uit een oerbesef dat we bij elkaar horen. In de metro werd mijn geeuw eens door drie mensen doorgegeven.

 

Begin je eenmaal op zulke dingen te letten, dan voel je al snel de neiging om ermee te experimenteren. Tegenover me in de trein zat pas een meisje van wie ik vermoedde dat haar tanden naar voren stonden. Het was duidelijk te zien aan de lichte bolling van haar bovenlip.