Laat rustig wachten tot de herinnering boven komt. Ik heb namelijk geen flauw idee wat er is gebeurd. Echt niet. Toch was het niet niks. Nee, er is iets gebeurd en het was heel wat! Iets waarover je zou opscheppen of waarvoor je je zou schamen, als je nog wist wat het was. Zoiets moet je niet forceren. Laat ik een kopje koffie nemen. Ja. Een lekker kopje koffie met een speculaasje, in mijn luie stoel voor de televisie. En ik zal me niet druk maken over die wandeling op dat landweggetje, de plotselinge steek in mijn dijbeen, het ontwaken bij zonsondergang, de bonkende koppijn, het kleine, diepe wondje in mijn been en het zacht bliepende apparaatje in mijn nekvel. |