Vereenzaamd.
Je bent vereenzaamd
door de jaren
leefde een
teruggetrokken leven
en wilde ook geen
mensen meer zien
bij alles had je de
moed opgegeven.
Toen je vrouw was
gestorven
sloot jij je voor de
wereld af
je dacht dat het
jouw schuld was
en gaf jezelf daarom
deze straf.
Maar toen jij eens
droomde
en zij daarin aan
jou verscheen
werd je opeens
wakker geschud
het doffe uit je
ogen verdween.
Je hebt voor het
eerst je
kleinkinderen gezien
die je al die jaren
had gemeden
eindelijk weer onder
de mensen
je hebt een eenzame
strijd gestreden.
Eenzame zwerver.
Het laatste rondje
is geweest
toch hangt hij nog
aan de bar
geen huis waar hij
naartoe kan gaan
het is voor woorden
te bizar.
Aangespoord door de
barman
pakt hij zijn
plunjezak en gaat
het leven heeft hem
niets te bieden
en hij slentert
langzaam over
straat.
Daar verderop brandt
nog een lichtje
hij telt zijn
geld,het is genoeg
zo slijt hij weer
een nacht
en loopt van kroeg
naar kroeg.
Als de mensen dan
ontwaken
en werken voor hun
poen
ligt hij zijn roes
uit te slapen
op een bankje in het
plantsoen.
Een schreeuw om
hulp.
Ik spreid mijn armen
als vleugels
en schreeuw een gil
in de nacht
ik wacht tot het
bevrijding zal
brengen
bevrijding van
zorgen en onmacht.
Mijn hoofd
achterover gegooid
kijk ik strak naar
de lucht
mijn echo weerklinkt
in de ruimte
'k zie alleen de
vogels in hun
vlucht.
'k Voel de wind door
mijn haren
kilte heeft mijn
adem weggenomen
wie zal mij voor
verder leed bewaren
zodat mijn hart tot
rust zal komen.
Langzaam ebt de
waanzin weg
het schreeuwen wordt
gesmoord
ik weet dat ergens
daarboven
mijn schreeuw om
hulp wordt gehoord.
Niet
elke nacht
hetzelfde.
Hoe vaak heb ik de
nachten beschreven
hoeveel van mijn
angsten verteld
het donker dat mij
omsloot met geheimen
als ik door
angstdromen werd
geveld.
Hoe vaak ben ik het
donker ontvlucht
en heb ik alles wat
licht is gezocht
hoe vaak hield ik
mezelf wakker
omdat ik door
angsten niet slapen
mocht.
Niet elke nacht is
zo donker
het zijn soms die
angstige vlagen
die mij opslokken en
doen verlangen
naar nieuwe zonnige
dagen.
De schommelstoel.
Haar schommelstoel
voor het raam
met het uitzicht op
het land
daar scommelde zij
urenlang
met een breiwerk in
haar hand.
Dan dwaalden soms
haar blikken af
en het tikken vande
pennen stopte
even kijken in het
breiboek
of het patroontje
nog wel klopte.
Zo sleed zij heel
veel jaren
alleen daar voor het
raam
steeds maar turend
en breiend
vergat zowaar haar
eigen naam.
Toen kwam voor haar
de tijd
dat zij haar huis
moest verruilen
voor een kamer in
een tehuis
waar zij eenzaam zat
te huilen.
Een bed, een kast en
haar schommelstoel
en een breiwerkje op
haar schoot
zo heeft men haar
gevonden
toen zij voorgoed
haar ogen sloot.
Eenzame tranen.
In eenzaamheid
vallen tranen
onbewust en
onbedoeld
omdat eenzaamheid
van de mens
zo heel erg alleen
voelt.
Niemand zal jouw
tranen zien
die jij in
eenzaamheid huilt
wanneer jij
terruggetrokken voor
de grote boze wereld
schuilt.
Toch zal er altijd
iemand zijn
die jouw tranen wel
wil drogen
als jij je deuren
maar opensteld
zodat de mensen
binnen komen mogen.
De grote Trooster
daarboven
die al jouw eenzame
tranen ziet
Hij zal ze altijd
drogen
want Hij vergeet je
niet.