Ramadan
De islamitische kalender
Ramadan is de negende maand van het islamitische jaar.
De loop van het jaar wordt bepaald door de stand van de maan.
Elke maand begint bij de nieuwe maan.
Dit is vastgelegd in de koran, waarin staat dat de zon en de maan door Allah
geschapen zijn en dat de maan de tijd aangeeft.
Een islamitisch jaar telt twaalf maan-maanden die uit 29 of 30 dagen bestaan.
In totaal zijn er 354 dagen, waardoor het jaar verschuift in vergelijking met
ons kalenderjaar, dat bepaald wordt door de stand van de zon.
De islamitische kalender begint dan ook ongeveer elf dagen vroeger dan ons
zonnejaar van 365 dagen.
Daardoor begint de ramadan elk jaar op een andere datum.
Vasten tijdens de ramadan
De ramadan is een jaarlijks terugkerende vastenmaand in de islam.
Het is de maand waarin God de koran openbaarde.
De maand begint als twee moslimgeleerden de nieuwe maansikkel aan de hemel zien
staan.
Tijdens de ramadan mogen moslims niet eten, drinken, roken of seksuele
gemeenschap hebben zolang de zon op is.
Zowel de lichaam als de geest van de moslim moeten gedurende deze periode rein
zijn.
Het vasten is niet bedoeld als boetedoening, zoals bijvoorbeeld in het
christendom, maar als zuivering van de ziel.
Door samen te vasten wordt de onderlinge band versterkt.
Tevens is het vasten bedoeld om het lichaam te beheersen.
Tijdens de ramadan wordt God bedankt voor alles wat hij de mens gegeven heeft.
Voor de rijken is de ramadan een tijd waarin ze eraan herinnerd worden hoe het
is om arm en hongerig te zijn.
Kinderen, zieken, oude mensen, menstruerende en zwangere vrouwen zijn
vrijgesteld van het vasten.
Het suikerfeest (ied-al-Fitr)
Direct na het einde van de ramadan wordt het suikerfeest gevierd.
Dit gebeurt met verschillende families en duurt drie dagen.
Als beloning voor het vasten mag er uitbundig gegeten worden.
Vaak worden nieuwe kleren gekocht en cadeautjes gegeven.
Ook is het de bedoeling dat er geld aan de moskee en voedsel aan de armen wordt
gegeven.
De vijf zuilen van de islam
Het vasten tijdens de ramadan is één van de 5 plichten van de moslim.
Die plichten worden ook wel "de
5 zuilen van de islam" genoemd.
Het zijn:
1. de sjahadah (de geloofsbelijdenis)
Dit houdt in het
getuigen dat: Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn dienaar en profeet.
“Ashadoe ella
Ilaha Illa Allah, wa ashadoe enna Mohammeden ‘abdoehoe wa rasoeloeh”.
2. de salaat (het gebed)
Vijf keer per dag verplichte gebeden bidden met het gezicht naar Mekka.
3. de zakaat (de armenbelasting)
Aalmoezen (geld, kleding of voedsel) aan de armen geven.
4. de saum (het vasten)
Tijdens de ramadan tussen zonsopgang en -ondergang vasten.
5. de hadj (de bedevaart)
Minstens één keer in het leven een bedevaart maken naar Mekka, waar de
Ka'bah ligt.
De koran
De koran is het heilige boek van de moslims.
Er staan uitspraken in die God, door tussenkomst van de engel Gabriël, heeft
geopenbaard aan profeet Mohammed (vzmh).
De koran bevat dus geen verhalen of beschrijvingen, maar alleen teksten van God
die als richtsnoer dienen voor het leven van een moslim.
De koran is ingedeeld in 114 hoofdstukken of soera's.
Die bestaan uit verzen waarvan de lengte erg verschilt.
De kortste soera bestaat uit drie verzen, de langste uit 286 verzen.
Wanneer is
ramadan
Volgens de
berekeningen valt het begin van ramadan in 2002 op 6 november.
Omdat twee moslims de maan gezien moeten hebben om de aanvang van de ramadan aan
te geven kan de datum wel eens een dag verschillen (wanneer het bijvoorbeeld
niet mogelijk is om de maan te zien in verband met mist).
Hetzelfde geldt overigens voor het einde van de ramadan: officieel heeft de
maand 29 dagen, echter wanneer de maan niet gezien kan worden, wordt de maand
‘vol’ gemaakt tot 30 dagen.