Halal en Haram
Wat betekend Halal en Haram ?
Om het heel eenvoudig te zeggen: Wat
toegestaan en verboden is in de islam.
Halal zijn alle dingen die Allah voor de mens heeft goedgekeurd.
Haram zijn alle dingen die Allah voor de mens verboden heeft.
Het gaat hierbij niet om enkel tastbare zaken maar ook om het bijv. het gedrag
van mensen.
De islamitische principes waarop het Halal en het Haram gebaseerd is:
De basis is dat de dingen toegestaan zijn.
Iets wettig verklaren en iets verbieden is het alleenrecht van Allah.
Halal verbieden en Haram toestaan
staat gelijk aan het plegen van Shirk.
( Shirk - het toekennen van deelgenoten of andere zaken aan
Allah)
Het verbod van dingen geldt vanwege hun onzuiverheid of schadelijkheid.
Dat wat Halal is, is toereikend, terwijl dat wat Haram is, overbodig is.
Alles wat naar het Haram leidt, is zelf ook Haram.
Het is verboden om dat wat Halal is, valselijk voor te doen als Haram.
Goede bedoelingen maken hetgeen Haram is nog niet acceptabel.
Twijfelachtige zaken dienen vermeden te worden.
Het Haram is voor iedereen verboden.
Nood breekt wet.
1. De basis is dat dingen toegestaan zijn:
Het eerste principe dat door de islam
ingesteld werd, is dat de dingen die Allah geschapen heeft, alsook de
opbrengsten ervan voor de mens bedoeld zijn en dus ook zijn toegestaan.
Niets is Haram behalve wat door een duidelijke en expliciete nas als
Haram is vastgesteld door de wetgever Allah soebhanahoe wa Ta'la.
( nas verwijst naar een Koranvers of een duidelijke authentieke en uitvoerige
soennah)
Hebt gij niet gezien ,
dat Allah alles wat in de hemelen en op de aarde is in uw dienst heeft gesteld
en zijn gunsten rijkelijk aan U heeft geschonken,
zowel uiterlijk als innerlijk ?
(Koran Loekman : 20)
2. Iets wettig verklaren en iets verbieden is het alleenrecht van Allah:
Het tweede principe is dat de islam de bevoegdheid om te bepalen
wat Halal en wat Haram is ingeperkt heeft.
Het heeft het uit handen van de mensen genomen, ongeacht hun religieuze of
wereldse positie en heeft het uitsluitend voor de Heer der mensen gereserveerd.
Noch rabbijnen, noch priesters, koningen of sultans hebben het recht om de
dienaren van Allah iets permanent te verbieden.
Uit Koranverzen en duidelijke hadiths van de profeet Mohammed (vzmh), hebben de
islamitische juristen met zekerheid kunnen vaststellen dat alleen Allah soebhanahoe
wa Ta'la het recht heeft om iets wettig te verklaren of te verbieden, door
middel van zijn boek of door middel van de tong van zijn boodschapper Mohammed
(vzmh).
De taak van de jurist gaat niet verder dan uit te leggen wat Allah tot Halal en
Haram heeft verklaard.
...terwijl hij U heeft uitgelegd wat Hij U heeft verboden.
(Koran Al-An'aam : 119)
3. Halal verbieden en Haram toestaan staat gelijk aan het plegen van Shirk:
Hoewel de islam alle mensen vermaant, die op eigen gezag verklaren wat wettig en onwettig is, is zij nog strenger ten opzichte van diegenen die onjuiste verboden uitroepen, omdat het creëren van verboden moeilijkheden voor de mensen veroorzaakt, en onterecht beperkt, wat Allah ruim voor zijn schepselen heeft gemaakt.
4. Het verbod van dingen geldt vanwege hun onzuiverheid of schadelijkheid:
Allah heeft een aantal zaken verboden
verklaard (Haram).
Dit verbod geld voor zaken die onzuiver zijn of schadelijk.
Zo is bijvoorbeeld het nuttigen van alcohol Haram.
Voor alcohol is het overduidelijk wat voor schadelijke gevolgen dit heeft:
- Lichamelijke problemen zoals aantasting van de lever en hersenen.
- Sociale problemen door de verslavende werking: agressie en gebroken gezinnen
door drank.
- Auto-ongevallen door de benevelende werking van alcohol die jaarlijks vele
doden kost.
een aantal andere zaken die vanwege hun onzuiverheid of schadelijkheid verboden zijn:
- Het eten van varkensvlees
- Het eten van 'dode' dieren. (dieren die niet geslacht zijn maar een
natuurlijke dood zijn gestorven)
- Het gebruik van bedwelmende middelen (drugs)
- Het doen van zaken die schadelijk zijn voor geloof, moraal, eer of voor de
goede manieren in de maatschappij. (bijvoorbeeld prostitutie)
5. Dat wat Halal is, is toereikend, terwijl dat wat Haram is, overbodig is.
Een van de mooie dingen van de islam is, dat zij alleen maar dat verbiedt wat onnodig of vervangbaar is, terwijl het alternatieven aandraagt die beter zijn en een groter gemak en comfort aan de mensen bieden:
Hij
heeft het dragen van zijde (voor mannen) verboden, maar heeft hen de keuze
gegeven uit andere materialen zoals wol, linnen en katoen.
Hij heeft overspel, verkrachting en homoseksualiteit verboden, maar heeft het
wettig huwelijk aangemoedigd.
Hij heeft het drinken van bedwelmende dranken verboden, opdat men van andere
heerlijke dranken, die gezond voor lichaam en geest zijn, kan genieten.
En Hij heeft onzuiver voedsel verboden, maar voor ander gezond voedsel gezorgd.
Als we alle islamitische verboden overzien, blijkt dat Allah de keuze voor zijn
dienaren in sommige dingen beperkt heeft.
Hij voorziet hen daarnaast echter van een veel groter hoeveelheid weldadige
alternatieven van een zelfde soort.
Want Allah heeft beslist niet de wens om mensen het leven moeilijk, bekrompen en
beperkt te maken.
Integendeel, wat Hij voor hen wenst is gemak, goedheid, leiding en genade:
Allah wenst u te onderrichten en te leiden naar de paden van degene die
voor u waren en u Zijn barmhartigheid te belonen.
Allah is Alwetend en Alwijs.
En Allah wenst zich in barmhartigheid tot u te wenden,
maar zij, die hun lagere begeerte volgen,
wensen dat gij ver zult afdwalen.
Allah wil uw last verlichten,
want de mens is zwak (van aard) geschapen.
(Koran An-Nisa: 26-27)
6. Alles wat naar het Haram leidt, is zelf ook Haram.
Een ander
islamitisch principe is, dat als iets verboden is, alles wat ertoe leidt ook verboden
is.
Hiermee heeft de islam om alle wegen die naar het Haram leiden te blokkeren.
Bijvoorbeeld:
De islam heeft seks buiten het huwelijk verboden.
Het heeft ook alles verboden wat dit aanlokkelijk maakt of wat ertoe leidt,
zoals verleidelijke kleding, privé-afspraakjes en vrijblijvende omgang tussen
mannen en vrouwen, het afschilderen van naaktfiguren, pornografische lectuur,
etc.
In overeenstemming hiermee hebben islamitische juristen het criterium
vastgesteld dat alles wat het Harame bevordert of ertoe leidt, zelf ook Haram
is.
Eenzelfde principe is dat de verbodsovertreding niet beperkt is tot degene die
hem begaat, maar zich uitstrekt tot degenen die hem daarbij geholpen hebben,
mentaal of materieel.
Ieder wordt verantwoordelijk voor zijn eigen deel gehouden.
Bijvoorbeeld:
In het geval
van bedwelmende dranken heeft de Profeet (vzmh) niet allen degene die het drinkt
vervloekt, maar ook degene die het geproduceerd heeft, degene aan wie de prijs
betaald is, etc.
Hieruit kunne we de regel afleiden dat alles wat helpt om wat Harams te doen,
zelf Haram is en iedereen die een ander hierbij assisteert, meedeelt in de zonde
ervan.
7. Het is verboden om dat wat Halal is, valselijk voor te doen als Haram.
Zoals
de islam alles verboden heeft wat tot het Harame leidt, heeft het ook verboden
dat men zijn toevlucht neem in de formele wetgeving om wat Haram is te kunnen
doen, door middel van kromme redeneringen en door Satan geïnspireerde excuses.
De Joden zijn met name voor zulke praktijken berispt.
De Profeet (vzmh) zei: "Handel niet als de Joden die Allah's verboden
door ondeugdelijke excuses, formeel wettig gemaakt hebben"
Dit refereert naar het feit dat Allah de Joden verboden had om op Sabbat
(zaterdag) te jagen.
Om dit verbod te ontwijken groeven zij geulen op vrijdag, zodat de vis er op
zaterdag zou invallen en zij hem op zondag konden vangen.
Degenen die hun toevlucht zoeken in rationalisering en excuses om hun praktijken
te rechtvaardigen, beschouwen zulke handelingen als wettig. Maar islamitische wetgeleerden
beschouwen het als Haram, aangezien het Allah's doel was hen op Sabbat
(zaterdag) te verhinderen te jagen, of het nu direct of indirect was.
Iets wat Haram is anders noemen of zijn vorm veranderen terwijl de essentie
hetzelfde blijft, is een verderfelijke tactiek, want het veranderen van een naam
of een vorm heeft geen gevolg zolang het ding zelf of de essentie hetzelfde
blijft.
Dus als een aantal mensen nieuwe termen bedenken om met rente te kunnen omgaan
of om alcohol te kunnen consumeren, blijft de zonde van het omgaan met rente of
het consumeren van alcohol bestaan.
8. Goede bedoelingen maken hetgeen Haram is nog niet acceptabel.
In
al zijn wetgevingen en morele bevelen legt de islam grote nadruk op de nobelheid
van gevoelens, verhevenheid van doelen en zuiverheid van bedoelingen.
De Profeet (vzmh) zei: "De daden worden naar intentie beoordeeld en
iedereen wordt naar intentie beloont."
Alle zaken die door een moslim worden gedaan als een daad van aanbidding van
Allah beschouwd en verdienen in het hiernamaals een beloning.
In het geval van het Harame is het anders: het blijft Haram, hoe goed men het
ook bedoelt heeft, hoe loffelijk het streven of hoe eerbaar het doel ook is.
De islam stemt er nooit mee in om een Haram middel voor een hoffelijk doel te
gebruiken.
Er wordt juist op aangedrongen dat niet alleen het doel eerbaar moet zijn, maar
ook de middelen die ervoor gekozen worden.
Als iemand die zich door woeker, valsheid in geschrifte, gokken of op enig
andere ongeoorloofde manier verrijkt en dit geld gebruikt om een moskee te
bouwen, een liefdadigheidsinstituut op te richten of een ander goed werk te
doen, dan zal de schuld van de daad die Haram was niet van hem worden afgenomen,
omdat hij een goed einddoel had.
In de islam hebben goede doelen of goede bedoelingen geen resultaat in het
verminderen van de zondigheid van zaken die Haram zijn.
9. Twijfelachtige zaken dienen vermeden te worden.
Dankzij Allah's
genade aan de mensen zijn zij niet in onwetendheid omtrent het Halal en Haram
gebleven.
Hij heeft hen zelfs heel duidelijk gemaakt, wat Halal is en hen uitgelegd wat
Haram is.
In overeenstemming daarmee mag men het Halal doen en moet men het Harame
vermijden, zolang men de keuze hieruit heeft.
Er is echter tussen het duidelijke Halal en het duidelijke Haram een grijs
tussengebied.
Dit is het terrein van hetgeen twijfelachtig is.
Sommige mensen zijn niet in staat om te beslissen of iets Halal of Haram is.
Zulke verwarring kan veroorzaakt worden door een twijfelachtig bewijs of door
twijfel aan de toepasbaarheid van de tekst op een bepaalde omstandigheid of een
specifieke kwestie.
Als het om zulk soort zaken gaat dan rekent de islam het tot de vrome daden van
de moslims om het twijfelachtige te vermijden, opdat men er zeker van is dat men
niets Harams doet.
10. Het Haram is voor iedereen verboden.
In
de islamitische Shari'ah (wetgeving) heeft het Harame een universele toepassing.
Hierbij bestaat er niets dat voor een niet-Arabier verboden is, maar voor een
arabier toegestaan is.
Noch iets dat wat beperkingen aan zwarten oplegt maar aan blanken toegestaan
wordt.
Er bestaan geen klassen met bepaalde privileges of individuen die in de naam van
de godsdienst kunnen doen wat ze willen.
Moslims hebben geen enkel recht om iets voor anderen Haram te maken, terwijl het
voor henzelf Halal is.
Dit zou ook niet kunnen want Allah is waarlijk de Heer van iedereen en de
islamitische Shari'ah geldt voor alle mensen.
Wat Allah heeft toegestaan in de Shari'ah is voor alle mensen wettig en wat Hij
verboden heeft is voor alle mensen tot op de Dag der Opstanding verboden.
Bijvoorbeeld:
Stelen is even Haram voor moslims
als voor niet-moslims.
De straf ervoor is hetzelfde, ongeacht de familie en de afkomst van de dief.
11. Nood breekt wet.
Hoewel
de islam het aantal verboden zaken beperkt heeft, is het tegelijkertijd heel
streng in het voorkomen van verbodsovertredingen.
Het heeft daarom de weg geblokkeerd die openlijk of verborgen tot deze verboden
leidt.
Dus wat tot het Harame leidt is zelf Haram.
Datgene wat meewerkt aan het Harame is zelf Haram.
Kromme redeneringen om zich met het Harame in te laten is Haram.
Maar tegelijkertijd is de islam noch blind voor de noden en het belang van het
leven, noch voor de menselijke zwakheid om het te verdragen.
Het wordt de moslim toegestaan om in geval van nood verboden voedsel te eten in
die hoeveelheden die voldoende zijn om hem te doen overleven en hem van de dood
te redden.
In deze context wordt, na het opnoemen van het verboden voedsel, te weten dode
dieren, bloed en varkensvlees, door Allah wa Ta'ala gezegd:
Maar hij,
die gedwongen is en dit niet wenst en geen overtreder is,
op hem rust geen zonde.
Want Allah is Vergevingsgezind, Genadevol.
(Koran Al-Bakara :173)