Halal en Haram

Wat betekend Halal en Haram ?

Om het heel eenvoudig te zeggen: Wat toegestaan en verboden is in de islam.

Halal zijn alle dingen die Allah voor de mens heeft goedgekeurd.

Haram zijn alle dingen die Allah voor de mens verboden heeft.

Het gaat hierbij niet om enkel tastbare zaken maar ook om het bijv. het gedrag van mensen.

De islamitische principes waarop het Halal en het Haram gebaseerd is:

  1. De basis is dat de dingen toegestaan zijn.

  2. Iets wettig verklaren en iets verbieden is het alleenrecht van Allah.

  3. Halal verbieden en Haram toestaan staat gelijk aan het plegen van Shirk.
    ( Shirk - het toekennen van deelgenoten of andere zaken aan Allah)

  4. Het verbod van dingen geldt vanwege hun onzuiverheid of schadelijkheid.

  5. Dat wat Halal is, is toereikend, terwijl dat wat Haram is, overbodig is.

  6. Alles wat naar het Haram leidt, is zelf ook Haram.

  7. Het is verboden om dat wat Halal is, valselijk voor te doen als Haram.

  8. Goede bedoelingen maken hetgeen Haram is nog niet acceptabel.

  9. Twijfelachtige zaken dienen vermeden te worden.

  10. Het Haram is voor iedereen verboden.

  11. Nood breekt wet.

1. De basis is dat dingen toegestaan zijn:

Het eerste principe dat door de islam ingesteld werd, is dat de dingen die Allah geschapen heeft, alsook de opbrengsten ervan voor de mens bedoeld zijn en dus ook zijn toegestaan.
Niets is Haram behalve wat door een duidelijke en expliciete nas als Haram is vastgesteld door de wetgever Allah soebhanahoe wa Ta'la.
( nas verwijst naar een Koranvers of een duidelijke authentieke en uitvoerige soennah)

Hebt gij niet gezien ,
dat Allah alles wat in de hemelen en op de aarde is in uw dienst heeft gesteld
en zijn gunsten rijkelijk aan U heeft geschonken,
zowel uiterlijk als innerlijk ?

(Koran Loekman : 20)


2. Iets wettig verklaren en iets verbieden is het alleenrecht van Allah:

Het tweede principe is dat de islam de bevoegdheid om te bepalen wat Halal en wat Haram is ingeperkt heeft.
Het heeft het uit handen van de mensen genomen, ongeacht hun religieuze of wereldse positie en heeft het uitsluitend voor de Heer der mensen gereserveerd.
Noch rabbijnen, noch priesters, koningen of sultans hebben het recht om de dienaren van Allah iets permanent te verbieden.
Uit Koranverzen en duidelijke hadiths van de profeet Mohammed (vzmh), hebben de islamitische juristen met zekerheid kunnen vaststellen dat alleen Allah soebhanahoe wa Ta'la het recht heeft om iets wettig te verklaren of te verbieden, door middel van zijn boek of door middel van de tong van zijn boodschapper Mohammed (vzmh).
De taak van de jurist gaat niet verder dan uit te leggen wat Allah tot Halal en Haram heeft verklaard.

...terwijl hij U heeft uitgelegd wat Hij U heeft verboden.

(Koran Al-An'aam : 119)

3. Halal verbieden en Haram toestaan staat gelijk aan het plegen van Shirk:

Hoewel de islam alle mensen vermaant, die op eigen gezag verklaren wat wettig en onwettig is, is zij nog strenger ten opzichte van diegenen die onjuiste verboden uitroepen, omdat het creëren van verboden moeilijkheden voor de mensen veroorzaakt, en onterecht beperkt, wat Allah ruim voor zijn schepselen heeft gemaakt.

4. Het verbod van dingen geldt vanwege hun onzuiverheid of schadelijkheid:

Allah heeft een aantal zaken verboden verklaard (Haram).
Dit verbod geld voor zaken die onzuiver zijn of schadelijk.
Zo is bijvoorbeeld het nuttigen van alcohol Haram.

Voor alcohol is het overduidelijk wat voor schadelijke gevolgen dit heeft:

- Lichamelijke problemen zoals aantasting van de lever en hersenen.
- Sociale problemen door de verslavende werking: agressie en gebroken gezinnen door drank.
- Auto-ongevallen door de benevelende werking van alcohol die jaarlijks vele doden kost.

een aantal andere zaken die vanwege hun onzuiverheid of schadelijkheid verboden zijn:

- Het eten van varkensvlees
- Het eten van 'dode' dieren. (dieren die niet geslacht zijn maar een natuurlijke dood zijn gestorven)
- Het gebruik van bedwelmende middelen (drugs)
-
Het doen van zaken die schadelijk zijn voor geloof, moraal, eer of voor de goede manieren in de maatschappij. (bijvoorbeeld prostitutie)

5. Dat wat Halal is, is toereikend, terwijl dat wat Haram is, overbodig is.

Een van de mooie dingen van de islam is, dat zij alleen maar dat verbiedt wat onnodig of vervangbaar is, terwijl het alternatieven aandraagt die beter zijn en een groter gemak en comfort aan de mensen bieden:

Hij heeft het dragen van zijde (voor mannen) verboden, maar heeft hen de keuze gegeven uit andere materialen zoals wol, linnen en katoen.
Hij heeft overspel, verkrachting en homoseksualiteit verboden, maar heeft het wettig huwelijk aangemoedigd.
Hij heeft het drinken van bedwelmende dranken verboden, opdat men van andere heerlijke dranken, die gezond voor lichaam en geest zijn, kan genieten.
En Hij heeft onzuiver voedsel verboden, maar voor ander gezond voedsel gezorgd.

Als we alle islamitische verboden overzien, blijkt dat Allah de keuze voor zijn dienaren in sommige dingen beperkt heeft.
Hij voorziet hen daarnaast echter van een veel groter hoeveelheid weldadige alternatieven van een zelfde soort.
Want Allah heeft beslist niet de wens om mensen het leven moeilijk, bekrompen en beperkt te maken.
Integendeel, wat Hij voor hen wenst is gemak, goedheid, leiding en genade:


Allah wenst u te onderrichten en te leiden naar de paden van degene die voor u waren en u Zijn barmhartigheid te belonen.
Allah is Alwetend en Alwijs.
En Allah wenst zich in barmhartigheid tot u te wenden,
maar zij, die hun lagere begeerte volgen,
wensen dat gij ver zult afdwalen.
Allah wil uw last verlichten,
want de mens is zwak (van aard) geschapen.

(Koran An-Nisa: 26-27)

6. Alles wat naar het Haram leidt, is zelf ook Haram.

Een ander islamitisch principe is, dat als iets verboden is, alles wat ertoe leidt ook verboden is.
Hiermee heeft de islam om alle wegen die naar het Haram leiden te blokkeren.

Bijvoorbeeld:

De islam heeft seks buiten het huwelijk verboden.
Het heeft ook alles verboden wat dit aanlokkelijk maakt of wat ertoe leidt, zoals verleidelijke kleding, privé-afspraakjes en vrijblijvende omgang tussen mannen en vrouwen, het afschilderen van naaktfiguren, pornografische lectuur, etc.

In overeenstemming hiermee hebben islamitische juristen het criterium vastgesteld dat alles wat het Harame bevordert of ertoe leidt, zelf ook Haram is.
Eenzelfde principe is dat de verbodsovertreding niet beperkt is tot degene die hem begaat, maar zich uitstrekt tot degenen die hem daarbij geholpen hebben, mentaal of materieel.
Ieder wordt verantwoordelijk voor zijn eigen deel gehouden.

Bijvoorbeeld:

In het geval van bedwelmende dranken heeft de Profeet (vzmh) niet allen degene die het drinkt vervloekt, maar ook degene die het geproduceerd heeft, degene aan wie de prijs betaald is, etc.

Hieruit kunne we de regel afleiden dat alles wat helpt om wat Harams te doen, zelf Haram is en iedereen die een ander hierbij assisteert, meedeelt in de zonde ervan.

7. Het is verboden om dat wat Halal is, valselijk voor te doen als Haram.

Zoals de islam alles verboden heeft wat tot het Harame leidt, heeft het ook verboden dat men zijn toevlucht neem in de formele wetgeving om wat Haram is te kunnen doen, door middel van kromme redeneringen en door Satan geïnspireerde excuses.

De Joden zijn met name voor zulke praktijken berispt.
De Profeet (vzmh) zei: "Handel niet als de Joden die Allah's verboden door ondeugdelijke excuses, formeel wettig gemaakt hebben"
Dit refereert naar het feit dat Allah de Joden verboden had om op Sabbat (zaterdag) te jagen.
Om dit verbod te ontwijken groeven zij geulen op vrijdag, zodat de vis er op zaterdag zou invallen en zij hem op zondag konden vangen.
Degenen die hun toevlucht zoeken in rationalisering en excuses om hun praktijken te rechtvaardigen, beschouwen zulke handelingen als wettig. Maar islamitische wetgeleerden beschouwen het als Haram, aangezien het Allah's doel was hen op Sabbat (zaterdag) te verhinderen te jagen, of het nu direct of indirect was.

Iets wat Haram is anders noemen of zijn vorm veranderen terwijl de essentie hetzelfde blijft, is een verderfelijke tactiek, want het veranderen van een naam of een vorm heeft geen gevolg zolang het ding zelf of de essentie hetzelfde blijft.
Dus als een aantal mensen nieuwe termen bedenken om met rente te kunnen omgaan of om alcohol te kunnen consumeren, blijft de zonde van het omgaan met rente of het consumeren van alcohol bestaan.

8. Goede bedoelingen maken hetgeen Haram is nog niet acceptabel.

In al zijn wetgevingen en morele bevelen legt de islam grote nadruk op de nobelheid van gevoelens, verhevenheid van doelen en zuiverheid van bedoelingen.
De Profeet (vzmh) zei: "De daden worden naar intentie beoordeeld en iedereen wordt naar intentie beloont."
Alle zaken die door een moslim worden gedaan als een daad van aanbidding van Allah beschouwd en verdienen in het hiernamaals een beloning.

In het geval van het Harame is het anders: het blijft Haram, hoe goed men het ook bedoelt heeft, hoe loffelijk het streven of hoe eerbaar het doel ook is.
De islam stemt er nooit mee in om een Haram middel voor een hoffelijk doel te gebruiken.
Er wordt juist op aangedrongen dat niet alleen het doel eerbaar moet zijn, maar ook de middelen die ervoor gekozen worden.
Als iemand die zich door woeker, valsheid in geschrifte, gokken of op enig andere ongeoorloofde manier verrijkt en dit geld gebruikt om een moskee te bouwen, een liefdadigheidsinstituut op te richten of een ander goed werk te doen, dan zal de schuld van de daad die Haram was niet van hem worden afgenomen, omdat hij een goed einddoel had.

In de islam hebben goede doelen of goede bedoelingen geen resultaat in het verminderen van de zondigheid van zaken die Haram zijn.

9. Twijfelachtige zaken dienen vermeden te worden.

Dankzij Allah's genade aan de mensen zijn zij niet in onwetendheid omtrent het Halal en Haram gebleven.
Hij heeft hen zelfs heel duidelijk gemaakt, wat Halal is en hen uitgelegd wat Haram is.
In overeenstemming daarmee mag men het Halal doen en moet men het Harame vermijden, zolang men de keuze hieruit heeft.
Er is echter tussen het duidelijke Halal en het duidelijke Haram een grijs tussengebied.
Dit is het terrein van hetgeen twijfelachtig is.
Sommige mensen zijn niet in staat om te beslissen of iets Halal of Haram is.
Zulke verwarring kan veroorzaakt worden door een twijfelachtig bewijs of door twijfel aan de toepasbaarheid van de tekst op een bepaalde omstandigheid of een specifieke kwestie.
Als het om zulk soort zaken gaat dan rekent de islam het tot de vrome daden van de moslims om het twijfelachtige te vermijden, opdat men er zeker van is dat men niets Harams doet.

10. Het Haram is voor iedereen verboden.

In de islamitische Shari'ah (wetgeving) heeft het Harame een universele toepassing.
Hierbij bestaat er niets dat voor een niet-Arabier verboden is, maar voor een arabier toegestaan is.
Noch iets dat wat beperkingen aan zwarten oplegt maar aan blanken toegestaan wordt.
Er bestaan geen klassen met bepaalde privileges of individuen die in de naam van de godsdienst kunnen doen wat ze willen.
Moslims hebben geen enkel recht om iets voor anderen Haram te maken, terwijl het voor henzelf Halal is.
Dit zou ook niet kunnen want Allah is waarlijk de Heer van iedereen en de islamitische Shari'ah geldt voor alle mensen.
Wat Allah heeft toegestaan in de Shari'ah is voor alle mensen wettig en wat Hij verboden heeft is voor alle mensen tot op de Dag der Opstanding verboden.


Bijvoorbeeld:

Stelen is even Haram voor moslims als voor niet-moslims.
De straf ervoor is hetzelfde, ongeacht de familie en de afkomst van de dief.

11. Nood breekt wet.

Hoewel de islam het aantal verboden zaken beperkt heeft, is het tegelijkertijd heel streng in het voorkomen van verbodsovertredingen.
Het heeft daarom de weg geblokkeerd die openlijk of verborgen tot deze verboden leidt.
Dus wat tot het Harame leidt is zelf Haram.
Datgene wat meewerkt aan het Harame is zelf Haram.
Kromme redeneringen om zich met het Harame in te laten is Haram.

Maar tegelijkertijd is de islam noch blind voor de noden en het belang van het leven, noch voor de menselijke zwakheid om het te verdragen.
Het wordt de moslim toegestaan om in geval van nood verboden voedsel te eten in die hoeveelheden die voldoende zijn om hem te doen overleven en hem van de dood te redden.
In deze context wordt, na het opnoemen van het verboden voedsel, te weten dode dieren, bloed en varkensvlees, door Allah wa Ta'ala gezegd:

Maar hij,
die gedwongen is en dit niet wenst en geen overtreder is,
op hem rust geen zonde.
Want Allah is Vergevingsgezind, Genadevol.

(Koran Al-Bakara :173)