Herhaling: unité 14 t.e.m. 18

Werkwoorden

Vul het juiste werkwoord in en controleer het antwoord door op de knop 'controleer' te klikken. Klik op de ?-knop wanneer je een hint nodig hebt. Veel succes!
Je une baguette.
Charlotte à la maison.
Je un jus de fruit.
Papa à maman.
Je une glace.
Il à Namur.
J' un pain.
La vendeuse des pommes.

CsiteEifeltoren.jpg