|
Dankzij een fout in dit programma werd de site niet goed online gezet, maar dit is nu gefixt en hopelijk doet ie het voortaan wel gewoon.
Hieronder tekst 20A:
Zo dan lag Odysseus in zijn vaderland, maar alles scheen hem vreemd: want rondom hem had Pallas Athena nevel uitgespreid. (Maar) Odysseus stond op en jammerend zei hij deze woorden: ‘Ach ik! Van welke mensen bereik 5 ik nu weer het land? Allemachtig, dus verstandig waren de leiders der Faiaken niet, die me naar een vreemd land brachten!’ Plotseling kwam Pallas Athena naar hem toe: wat betreft uiterlijk was ze gelijk aan een jonge en edele koeherder, zoals de zonen van koningen zijn. Odysseus was heel blij: ‘Vriend, want jou 10 heb ik als eerste hier ontmoet, gegroet en ontvang mij met welgezinde geest. Ik vraag je: Welk land, welke stad’is dit? Welk volk woont hier?’ Athena antwoordde hem: ‘Jij bent dwaas vreemdeling, of van ver weg ben je gekomen, als je zo naar dit land vraagt! Want niet zo onbekend is dit land: want het is rotsachtig, en niet 15 breed, maar niet volkomen onvruchtbaar: veel voedsel en wijn groeit hier. Van Ithaka denk ik kwam de naam ook naar Troje!’ Odysseus was blij met de duidelijke woorden over zijn vaderland. Toch zei hij nog niet een waar verhaal, maar leugenachtig: want hij zei dat zeelui hem als balling op een schip daarheen 20 hadden gebracht uit Kreta. Athena verheugde zich over de leugens en werd plotseling weer een knappe en grote vrouw! ‘Jij, Odysseus, zegt altijd leugenachtige woorden en zelfs nooit vergeet je je listen, zelfs niet in je vaderland. Maar herken je Athena, kind van Zeus, niet? 25 Ik sta je altijd bij en bewaak je bij al je inspanningen!’
En tekst 23C:
Gaius Cassius en Marcus en Decimus Brutus waren de leiders van de samenzwering. Afstammend van Brutus, die de eerste consul van Rome was geweest en de koningen had verdreven. De toekomstige moord is bericht aan Caesar door veel voortekens. De waarzegger Spurinna waarschuwde hem toen hij offerde om op zijn hoede te zijn van het gevaar dat 15 maart zou plaatsvinden. De nacht voor de dag van de moord droomt Caesar dat hij boven de wolken vliegt, en met Juppiter de rechterhand geeft. Zijn vrouw Calpurina, bang gemaakt door een andere droom, smeekte hem die dag thuis te blijven. Caesar hierdoor, lange tijd twijfelend, kwam tenslotte aangespoord door Decimus Brutus naar de senaatsvergadering. Op straat ontvangt hij van een zeker iemand een brief, aankondigend de samenzwering, maar hij las hem niet. Hij kwam het theater Spurinna uitlachen binnen, omdat zonder enige schade voor hem de 15e maart er was. Hij antwoordde dat die dag weliswaar gekomen was, maar nog niet voorbij was gegaan. De samenzweerders gingen rondom hem staan toen hij zat, zogenaamd uit beleefdheid. Een van hen naderde hem voorwendend alsof hij iets wilde vragen. Hij pakte de toga van Caesar, die hem afwees, aan beide kanten vast. Toen hij riep "Dat is geweld", verwondde een andere samenzweerder hem een beetje onder zijn keel. Terwijl Caesar opspringt word hij tegen gehouden door een andere verwonding. Zodra hij zag dat hij van alle kanten werd aangevallen door dolken, bedekte hij zijn hoofd met zijn toga. Tegelijk leidde hij met zijn linkerhand zijn toga naar zijn voet, om fatsoenlijk te vallen. En zo is hij door 23 dolkstoten doorboord, geen woord uitbrengend. Hoewel zekere schrijvers hebben overgeleverd dat hij tegen Marcus Brutus zei toen hij hem aanviel: "Ook jij, kind?"
Gebruik deze teksten op eigen risico, ik ben er niet verantwoordelijk voor als je een gele kaart krijgt omdat je het niet zelf gemaakt heb.
|
|
