Hun gedrag

 

 

Met zijn krachtige achterpoten kan de Eekhoorn in de bomen, maar ook op de grond, grote sprongen maken. De voorpoten zijn veel korter en van stevige klauwen voorzien. Hiermee grijpt het dier zich aan de boomstam vast als hij omhoog of omlaag (met de kop naar beneden) klimt. Bij het springen door de takken doet de omvangrijke pluimstaart dienst als evenwichtsorgaan. Hij is in staat aan één poot te hangen. Soms springt een Eekhoorn pardoes uit een boom naar omlaag, bijvoorbeeld wanneer hij door een boommarter wordt achtervolgd. Bij dergelijke sprongen, die soms meer weg hebben van een glijvlucht spreidt het dier de poten. Een bijzonderheid van de Eekhoorn - en zijn nauwe verwanten - is, dat het een van de weinige overdag actieve zoogdieren is. In de bomen heeft hij vrijwel alleen iets van de boommarter te vrezen, maar op de grond ook van roofvogels en vossen.