ASTROLOGIE
zin en onzin

Zwolle, 12 januari 1991,
Open brief aan een wetenshappelijk medewerker
van de Volkskrant.


Beste Maarten Evenblij,

Met belangstelling heb ik je artikel over astrologie gelezen. Als maker van het computerprogramma New Age Astrologie wil ik er graag enige kritische kanttekeningen bij plaatsen:

1. De kop van het artikel luidt: Het staat niet in de sterren.

Dat is - de verstandige mens in je zal het met me eens zijn - geen objectief-wetenschappelijke maar een subjectief-moralistische uitspraak, die een schijn van wetenschappelijkheid meegegeven zou kunnen worden, wanneer na die uitspraak een verslag zou volgen van een serieus, diepgaand onderzoek..; hetgeen hier niet het geval is.
Het verschil tussen een subjectief-morele boodschap en een wetenschappelijke uitspraak is je bekend:
De kleinburgerlijke, d.i. niet objectieve, moraal argumenteert niet, maar oordeelt op een onkritische wijze, die ten doel heeft de eigen aanhangers te indoctrineren of in hun gelijk te bevestigen.
De wetenschap (ideaaltypisch gezien) probeert een onderwerp van zoveel mogelijk kanten te bekijken en nodigt daartoe voor- en tegenstanders uit, om op die manier de belangstellende en kritische lezer in staat te stellen een objectief, zelfstandig oordeel te vellen.
Je zult begrijpen dat in dit licht bezien de elke vorm van twijfel uitsluitende stelling die boven jouw artikel is geplaatst ontoelaatbaar is.
Een wetenschappelijk aanvaardbare titel zou zijn geweest: Staat het in de sterren?

2. Als Sub-kop is de volgende tekst vetgedrukt boven het artikel geplaatst:
Astrologie is een aardige therapievorm... Maar wetenschappelijk heeft het weinig tot niets te bieden.

Bij mij komt nu de vraag op wat 'het' wetenschap de lezer wetenschappelijk te bieden heeft.
Ik formuleer het volgende antwoord: de wetenschap (of het wetenschapsbedrijf) biedt de gebruiker de mogelijkheid tot theorievorming (of tot het aantonen van de onmogelijkheid van het hanteren van theorieën, gezien het gebrek aan objectieve kennis). Wetenschap stelt in staat kritisch werkzaam te zijn en vraagtekens te plaatsen bij vigerende mens- en maatschappij-opvattingen. Wetenschap kan aantonen dat kritisch denken en moralistisch denken tegenstellingen zijn.
Kortom: de vraag is niet wat de astrologie wetenschappelijk te bieden heeft. De vraag is: Mag de astrologie een wetenschap zijn! Want als de astrologie wetenschap is, dan is de vraag wat de astrologie ons wetenschappelijk te bieden heeft volstrekt irrelevant.
Het gaat hier dus om een moreel vraagstuk, dat door tegenstanders op een primitief-moralistische wijze benaderd wordt, hetgeen tot de kritische, nuchtere, wetenschappelijke vraagstelling voert, waarom de tegenstanders van astrologie niet in staat zijn een nuchtere, afstandelijke houding aan te nemen tegenover een bezigheid, die strikt zakelijk en objectief bezien niet meer- of minder wetenschappelijk is dan welke andere wetenschappelijke bezigheid dan ook.

Een prachtig voorbeeld van dit gebrek aan koele objectiviteit is de uitspraak van een linkse wetenschapper (als onderdeel van een ingezonden brief afgedrukt in de Volkskrant) dat astrologie niet 'kan' deugen, omdat ze serieus genomen werd door de republikeinse president Ronald Reagan...

3. In het artikel wordt de emeritus-hoogleraar in de sterrenkunde, Kees de Jager, geciteerd, een man die er geen barst van gelooft.
Let op het moralistische woordgebruik: niet het woord weten wordt gebruikt, maar het woord geloof, hetgeen betekent dat hier de wetenschap wordt vermoord door het domme vooroordeel.

Er is geen enkele fysische reden om aan te nemen dat er een verband is..., merkt deze gelovige wetenschapper op.
Belachelijke uitspraak natuurlijk: Het feit dat de planeten bepaalde (via wiskundige formules achterhaalbare) fysische banen afleggen en tijdens het afleggen van die tocht voortdurend andere posities ten opzichte van elkaar innemen kan gezien worden als een fysische reden. De Jager bedoelt waarschijnlijk dat er geen sprake is van een meetbaar krachtenveld. Maar wie ons bestaan wil verklaren vanuit meetbare krachtenvelden, die komt niet ver, omdat ons bestaan op grond van fysische feiten en wetmatigheden nu eenmaal niet verklaarbaar is. Waarom zou je het mysterie ontkennen? Alleen tirannen en dictators ontkennen het geheim. Daarom luisteren ze iedereen af en eisen ze absolute gehoorzaamheid en ontwerpen ze een wetenschappelijke organisatie die in dienst staat van het geloof

Definitie van dictatuur: de vernietiging van de twijfel, dus van het mysterie - en daarmee de heiligverklaring van het geloof, gezien als naar onderdanigheid strevende geesteshouding.

De 'oude' Griekse filosofen (waarvan je toch echt niet kunt stellen dat ze allemaal imbeciel waren) namen aan dat het gehele 'zijn' ontstaan is uit de niet aan fysische wetten gehoorzamende elementen Lucht, Vuur, Aarde en Water, elementen die binnen de astrologie een grote rol spelen. Zo zijn bijvoorbeeld de tekens Ram, Leeuw en Boogschutter vuur-tekens, en als zodanig in bepaalde opzichten de tegenpool van de water-tekens Kreeft, Vis en Schorpioen.
Het vreemde is nu dat de wereld waarin we leven inderdaad beheerst wordt door die vier oer-elementen. We leven op een bol die bedekt is met aarde en water, die omgeven wordt door lucht, en die, uiterst merkwaardig, een vurige, gloeiendhete kern bezit, een vuurbal die, en dat is nog merkwaardiger, maar niet uit wil doven.
Veel mensen realiseren zich niet dat er in het inwendige van de aarde al miljarden jaren lang een vuurtje wordt gestookt. Voor de hand zou liggen dat de aarde af zou koelen, omdat er behoorlijk wat energie nodig is om die immense gloed in stand te houden. Maar het vuur blijft bij ons. En dat is, hoe je het ook wendt of keert, een merkwaardig fenomeen.
Waar haalt de aarde de benodigde energie vandaan? Kloppen de theorieën die er zijn ontworpen allemaal wel? Over hoeveel jaren is de aarde afgekoeld? Kunnen we daar een zinvol antwoord op geven? Ik heb zo het idee dat zelfs jij, Maarten, hier verstek moet laten gaan. We weten als wetenschapper veel - maar echt niet alles...

Na het aanstippen van het probleem van de fysische onmogelijkheid werp je de volgende stelling op: Anderen zijn meer geïnteresseerd in de vraag of astrologie werkt..
Die vraag, of astrologie werkt, kan alleen beantwoord worden wanneer er sprake is van een bepaalde, algemeen toegepaste methode, met behulp waarvan horoscopen worden opgesteld.
Dat is niet het geval (mede door de weigering astrologie op te nemen in het huis van de wetenschap), en zolang die overeenstemming ontbreekt, is het onzinnig te spreken over de vraag of astrologie 'werkt'. Zo hanteer ik een methode die naar mijn mening effectief is (in die zin dat er op een objectieve wijze resultaten mee kunnen worden behaald), een methode echter die sterk afwijkt van de gangbare methodieken.
Wanneer de astrologie een wetenschap zou mogen zijn, dan zouden al die verschillende benaderingen deel gaan uitmaken van een groter geheel en dan zou op een nuchtere, zakelijke wijze een onderzoek kunnen worden ingesteld naar de juistheid van de toegepaste methodieken, precies zoals dat het geval is (beter gezegd: 'zou moeten zijn') in andere wetenschappelijke disciplines.
Maar omdat de astrologie geen wetenschap mag zijn, daarom worden er geen hoogleraren in de theoretische en praktisch toegepaste astrologie aangesteld en daarom worden er geen wetenschappelijke discussies gevoerd en blijft de astroloog een gemakkelijk haatobject in handen van quasi-wetenschappelijke warhoofden, domme kletsers en linkse moralisten.

5. Volgens de Franse wetenschapper Gauquelin, zo stel je vervolgens, kan astrologie niet bewezen worden.
(Gauquelin is geboren in Parijs op 13 november 1928, om 22u 15m. Zon in het teken Schorpioen, Maan in Boogschutter, Ascendant in Leeuw. De planeten Jupiter en Pluto dominant geplaatst..)

Dat is een onjuiste weergave van wat Gauquelin werkelijk heeft gezegd. Gauquelin was een statisticus die een onderzoek instelde naar een mogelijk verband tussen beroepskeuze en planetenstanden. Wie een verband zoekt moet uitgaan van de stelling dat een mens een beroep zoekt dat bij zijn karakter past. Wie mensen met Mars-iale beroepen bestudeert, die moet kijken of er markante Mars-invloeden aanwezig zijn in de horoscoop. Daarbij moeten niet alleen de posities van planeten in de horoscoop worden bekeken, maar ook de tekenposities van Zon, Maan en Ascendant, die volgens astrologen in sterke mate het karakterbeeld beïnvloeden, en de aspecten die de planeet Mars vormt met andere planeten. Bovendien moet je verschillende astrologische methodieken uitproberen en niet domweg een enkele benaderingswijze kiezen en zeggen: 'Dit is de astrologie'.
Gauquelin heeft zichzelf veel beperkingen opgelegd. De uitspraak die hij doet is gebaseerd op een beperkt onderzoek. Wie een objectieve, waarheidlievende geest bezit wijst daar op.

Het voornaamste bezwaar dat je kunt aanvoeren tegen het onderzoek van Gauquelin is zijn eenzijdige belangstelling voor het beroep van mensen, een beperking, die volstrekt onredelijk is.
De astrologie doet ook uitspraken over relaties. Wel, wat is er gemakkelijker te 'meten' dan een uitspraak over een relatie?
Je noteert de tekens die de vrienden- en partnerhuizen bepalen en je kijkt of die tekens in sterke mate het karakterbeeld bepalen van de vrienden, kennissen en partner(s).
Veel mensen hebben geen beroep, en veel mensen kiezen niet het beroep dat ze eigenlijk willen hebben, helemaal al niet in een op slavernij gerichte markt-economie, die het begrip passende arbeid niet kent.
De keuze van relaties daarentegen is veelal (niet altijd natuurlijk, omdat we in een wereld leven waarin heterosexualiteit de norm is..) wel spontaan, zodat juist op dat gebied de wetenschappelijke aandacht gericht zou dienen te worden.

Als voorbeeld (dus niet als 'bewijs') wil ik wijzen op de geboortehoroscopen van mijzelf en die van de Amerikaanse filmster Roy Rogers , die mijn grote jeugdidool was.

(Roy Rogers is geboren op 5 november 1911 in Cincinnati (Ohio), om 12u 15m. Zon in het teken Schorpioen, Maan in Stier, Ascendant in Waterman. De optimistische hemellichamen Zon (heerser van het teken Leeuw) en Jupiter (Boogschutter) dominant geplaatst in het tiende (MC) huis.)

Als 10-jarig jochie kocht ik van mijn zakgeld grote hoeveelheden van filmsterplaatjes voorziene pakjes kauwgum, om op die manier zoveel mogelijk foto's van het aanbeden idool in mijn bezit te krijgen.
Wanneer je onze horoscopen bestudeert, dan zul je zien dat twee van de tekens die mijn vriendenhuis bepalen, de tekens Leeuw en Schorpioen, het karakterbeeld van Roy Rogers bepalen.
Omdat kinderen spontaan reageren (nog op een intuïtieve wijze weten wat 'goed' voor hen is) daarom hecht ik veel waarde aan dit voorbeeld.

6. Na Gauquelin laat je de psycholoog Van Rooy aan het woord komen, volgens wie de astrologie zo populair zou zijn, omdat de astrologie verklaringen zoekt buiten de mens.

Een zinloos argument, omdat je het ook kunt gebruiken om de weerstand van mensen tegen astrologie te verklaren. Juist omdat er verklaringen buiten de mens worden gezocht wijzen moralisten de astrologie af, omdat volgens een moralist de mens schuldig is, en wie schuldig is moet veranderd - dat wil zeggen: bestraft - worden.
De moralist wil mensen maken - in positieve zin (utopisten) of negatieve zin (religieuze mensen) - en hij verafschuwt iedereen die hem vertelt dat de mens niet gemaakt of kapotgemaakt mag worden.
Astrologie, als ontkenning van de volmaakte mens, is de vijand van elke vorm van ideologisch denken die naar volmaaktheid streeft.

Van Rooy beweert verder nog dat de astrologie meer naar de 'psychologische theorie' zou moeten kijken?
Waarom: wie heeft bewezen dat er psychologische theorieën zijn die een afdoende verklaring bieden voor het menselijke gedrag?
De wereld zit vol tirannen en dictators, die alles en iedereen willen vernietigen? Wat kan de psycholoog ons vertellen over die vreemde, o zo simpele werkelijkheid? Dat een mens - zoals de Utrechtse hoogleraar Piet Vroon dat ooit beweerde - drie hersenen bezit en dat het feit dat hij nog steeds gedeeltelijk een zoogdier is verklaart dat gevoelloze, naar macht strevende domoren het overal voor het zeggen hebben?
En waarom zou zo een uitspraak wetenschappelijk relevanter zijn dan de uitspraak van de astroloog dat een op vernietiging gerichte tiran een vertegenwoordiger is van negatieve Vuur-krachten, die een niet te ontkennen onderdeel zijn van ons bestaan, zodat we ze alleen maar kunnen beheersen door ze serieus te nemen?
Waarom vinden we het niet vreemd een zoogdier te zijn, maar weigeren we een Ram of een Schorpioen te zijn?
Waarom weigert een psycholoog de astrologische theorie serieus te nemen, en waarom zijn wij wel verplicht zijn hersenspinsels voor zoete koek te slikken?
Nu is het zo dat de psychologie met al haar ingewikkelde theorieën zelfs de meest simpele gedragingen van een mens niet kan verklaren. En ja.., zeg nu eens zelf…: als de mens dan zo een primitief wezen is, dat op een hele eenvoudige wijze lak heeft aan de complexiteit van psychologische theorieën, waarom zou je dan een eenvoudige verklaring afwijzen en kiezen voor een moeilijke verklaring die er alleen maar is om het probleem te ontkennen?
Die vraag kun je ook stellen, maar jij doet dat niet. Waar het om gaat is de wil, de wil om iets goeds te zeggen of de wil om iets kwaads te zeggen.
Wie bepaalt jouw wil? Wie de mijne? Weet jij waarom je iets doet? Of doe je zo maar wat? Als 'wetenschappelijke medewerker' van de Volkskrant...

7. Besluit.

Omdat het geven van een oordeel over de zinvolheid van de astrologie momenteel een niet-wetenschappelijke bezigheid is, die alleen van belang is voor moralisten, die niet zijn geïnteresseerd in de wetenschap, maar in de kleinburgerlijke poging alles wat onzeker maakt uit te bannen, daarom wil ik dit betoog, dat is opgebouwd uit kritische kanttekeningen, besluiten met de mededeling dat de enige zinvolle manier waarop een mens zich op het ogenblik kan bezighouden met astrologie de zelf-beoefening is.

Voor diegenen die zelf willen experimenteren heb ik een astrologie-programma vervaardigd, New-Age-Astrologie.
Met behulp van dit programma kan iedereen de astrologie op een wetenschappelijke (d.w.z. naar weten verlangende) wijze beoefenen. Alles wat hij hoeft te doen is de geboortegegevens intikken van zichzelf, zijn vrienden en zijn lievelingsschrijvers en -componisten, om daarna de geboortehoroscopen met elkaar te vergelijken.
Zo'n bezigheid is erg zinvol naar mijn mening. Iedereen heeft wel zijn eigen 'Roy Rogers'.
Roy Rogers is voor mij een symbool geworden, dat verwijst naar het mystieke begrip tweelingziel.
Dat ogenschijnlijk zweverige begrip is de ontkenning van het kleinburgerlijke begrip 'god'.
God is de onkenbare - de eeuwig vreemde.
Zo een onkenbaar wezen wijst de astroloog af. De astroloog stelt dat er anderen zijn die bij je horen. Daar hoef je niet in te geloven, omdat die anderen doodgewone mensen zijn.
Het geloof is een product van de op Macht gerichte Liefdeloosheid. Je gelooft in God, en daarom blijf je eeuwig alleen - of je gelooft niet in God, waarmee je tegelijkertijd de Liefde ontkent.

De Macht is nooit op zoek naar de Ander. De Macht zoekt alleen zichzelf. De Macht maakt van ons allen mensenhaters. De Macht is de vernietiger van de naar Liefde verlangende Mens. De Macht eist dat wij allen gelovigen zijn.

Daarom aanbidt de astroloog de wetenschap.


Vrij onderzoek en wetenschappelijk materialisme

In het artikel Vrij Onderzoek en wetenschappelijk materialisme wijst Avatara Adi Da er op dat het wetenschappelijke materialisme binnen onze Westerse cultuur is uitgegroeid tot een soort 'staatsgodsdienst', die mensen verplicht alle bezigheden die in strijd zijn met de beperkende waarden en normen binnen dit religieus-wetenschappelijke denksysteem af te zweren.
Het begrip 'vrij onderzoek' bestaat in feite niet, omdat al die vormen van onderzoek die het machtsenken van de heersende elite kunnen aantasten onmogelijk worden gemaakt via het formuleren van criteria, die op een uiterst subjectieve wijze een schijn van objectiviteit dienen voor te wenden.
Wetenschap is materialistisch geworden, met andere woorden: alleen die vormen van wetenschap die mensen niet aanzetten tot nadenken over machtsvraagstukken worden echte wetenschap genoemd. Alle andere geestelijke disciplines die het bestaande Westerse machtsdenken kunnen aantasten worden pseudo-wetenschap genoemd. (adidam.nl)


Schijnobjectiviteit

Een voorbeeld van schijnobjectiviteit die alleen maar in het leven wordt geroepen om een als 'slecht' beschouwde discipline buiten de deur te houden is de poging van de filosoof Popper het logisch-empirische waarheidscriterium onderuit te halen.
Vanuit logisch-empirisch standpunt bezien is de astrologie een wetenschap. De astrologie beschrijft op een zeer concrete, wetenschappelijk-objectieve wijze de kosmos, poneert duidelijke axiomatische uitgangspunten, die als een theorie aan de werkelijkheid worden gekoppeld, en verbindt aan die nauwkeurig omschreven wetenschappelijke werkelijkheid conlusies die door iedereen gecontroleerd kunnen worden.
In de discussie over de geldigheid van astrologische uitspraken wordt vaak vergeten dat wetenschapsfilosofie 'filosofie' is, met andere woorden: de uitspraken van filosofen die waarheidscriteria ontwerpen zijn geen objectieve, evident-ware uitspraken, maar filosofische uitspraken, waarvan de herkomst (de motivatie) nooit wordt onderzocht.


Wat maakt wetenschap tot wetenschap?

"Het antwoord van Paul Feyerabend op de vraag naar de aard van wetenschap mag niet ongenoemd blijven. Feyerabend staat bekend als een anarchistische wetenschapsfilosoof sinds hij in 1975 zijn boek Against Method publiceerde.
Volgens hem kan geen enkele methode van onderzoek aanspraak maken op de enige echte wetenschappelijke methode. Als er al een regel te vinden is voor wetenschappelijk onderzoek, stelt hij, dan is het de regel dat er geen vaststaande regels voor wetenschappelijk onderzoek zijn -- 'anything goes'!"

"Wanneer we de balans opmaken zien we een hele reeks van antwoorden op de vraag wat wetenschap is. Je zou dus kunnen concluderen dat op z'n minst onduidelijk is wat wetenschap eigenlijk is.
Dit maakt de wetenschapsfilosofie tot een discipline waar heel veel werk te doen is, temeer omdat wetenschap nog tal van andere problemen met zich meebrengt: zijn de sociale wetenschappen van dezelfde aard als de natuurwetenschappen? Wat is de status van de psychologische wetenschappen? Verwijzen termen als 'elektron', 'virus', maar ook 'intentie', 'opvatting', naar daadwerkelijk bestaande "dingen"? Is wetenschap eigenlijk niet een sociaal proces dat bestudeerd moet worden binnen de sociologie? Hebben we aan empirische data wel genoeg om te kiezen tussen verschillende hypotheses? Hoe is het empirisch bewijsmateriaal te koppelen aan de waarschijnlijkheid van een hypothese? Wat is eigenlijk verklaren?"


Kenmerk van pseudo-wetenschap

"Een kenmerk van pseudo-wetenschap is dat zij niet te weerleggen valt; de pseudo-wetenschapper dekt zich op alle mogelijke manieren in tegen kritiek en kan dus beweren wat hij wil. Pseudo-wetenschap is, met andere woorden, niet falsifieerbaar.
Dit is herkenbaar terrein voor ons: de falsificationistische opvatting van wetenschap (Karl Popper) is namelijk niets anders dan het ons welbekende principe `een theorie voldoet totdat het tegendeel is aangetoond'. Alle zwanen zijn wit, totdat er een zwarte wordt gevonden." (www.strw.leidenuniv.nl/: Wetenschap of willekeur?)

De filosofische vraag naar de wetenschappelijke waarde van wetenschapsbeoefening is zeer betrekkelijk. De meeste wetenschappers bedrijven geen wetenschap, maar houden zich bezig met toegepaste vormen van wetenschap.
Wetenschapsfilosofische vragen interesseren hen niet, alleen het resultaat geldt. En omdat die resultaten als waardevol worden ervaren door anderen noemen we hun bezigheden 'wetenschappelijk'. Zeer simpel allemaal.
Het woord pseudo-wetenschap doet daar zijn intrede wanneer er als belangrijk ervaren resultaten aanwezig zijn. De resultaten kunnen er wel zijn, maar ze worden afgewezen en voor die afwijzing moet een theoretische fundering worden gevonden.
Dat is wat de filosoof Karl Popper doet wanneer hij zijn zogenoemde 'falsificatieprincipe' introduceert, een principe dat gebouwd is op de veronderstelling dat wetenschap niks anders is dan appels die van bomen vallen. De appel valt altijd omlaag. Zodra er een situatie ontstaat waarin de appel niet meer omlaag valt is de theorie die aan het vallen van de appel verbonden is onjuist.

Kern van deze filosofie is dat een wetenschappelijke uitspraak een uitspraak is die de gelijksoortigheid van handelingen en effecten van handelingen veronderstelt. Alle appels vallen. Zodra er een appel niet valt is de uitspraak dat alle appels vallen onjuist.
Een dergelijke filosofie kan uitstekend toegepast worden op dode voorwerpen, maar het wordt moeilijker wanneer we levende dingen in ons wetenschappelijk wereldbeeld proberen op te nemen.
Dat is de grote fout die wetenschapsfilosofen voortdurend maken: de weigering onderscheid te maken tussen dood en leven, tussen stilstand en beweging, tussen vaste vorm en bewegende energie.
De menswetenschappen (de astrologie hoort daar bij) doen uitspraken over mensen. Dat betekent dat je nooit het begrip 'alle' kunt gebruiken, omdat in de mensenwereld altijd gesproken wordt over tendensen en mogelijkheden die verwijzen naar het gedrag van een bepaald aantal mensen.
Wanneer een uitspraak over een mens niet klopt, dan kun je onmogelijk zeggen dat een theorie die aan 'de mens' gekoppeld is niet klopt, omdat een mens geen appel is, die stil en dood omlaag valt.
De weigering astrologie serieus te nemen toont aan dat kille formalisten proberen het beeld van de mens als levend, bewegend en veranderend wezen uit te wissen.
De mens is of niets, of een machine. Wie geen machine wil zijn moet machine gemaakt worden, zodat hij ingepast kan worden in het machinale geheel van een wereld waarin appels altijd omlaag moeten vallen.
De kinderachtige hardnekkigheid waarmee bestrijders van pseudo-wetenschap hun schijnfilosofietjes verdedigen kan een objectief waarnemer alleen maar met treurnis vervullen.
Het ligt toch voor de hand dat je als wetenschapsfilosoof een duidelijk onderscheid maakt tussen de wereld van het ding en de wereld van de mens.
Het criterium van de falsifieerbaarheid sluit alle hypothesen uit die waar zouden kunnen zijn, maar niet getoetst kunnen worden. Het sluit daarom ook alle kennis uit die waar zou kunnen zijn, maar niet getoetst kan worden, omdat alleen die kennis als waardevol wordt beschouwd, die binnen een aan simpele fysische wetten gehoorzamend dingmatig universum kan worden ingepast.
Dat is een absurde zaak. Waarom ontkent men het begrip 'menswetenschap'? Waarom wordt het levenloze ding boven de mens geplaatst? Waarom mag het ding bestudeerd worden en de mens niet?
Het zal duidelijk zijn dat een wetenschapsfilosofie die weigert de mens waardevoller te vinden dan het ding in morele zin niet deugt. Moraal gaat over de juistheid van het menselijke handelen.
Een moreel juiste uitspraak is een uitspraak die de mens niet reduceert tot een willoos object, dat moet gehoorzamen aan de primitieve wetten van een kil formalistisch 'of-of'-denksysteem.
Wie de zaak omdraait, het kille, formalistische systeem boven de mens plaatst, hoort in de wereld van de menswetenschap niet thuis.
De menswetenschap heeft zijn eigen filosofen nodig, filosofen die weten dat het begrip 'kennis' niet op een zodanige wijze vernauwd en verengd mag worden dat er voor de mens binnen de wetenschap geen plaats meer is.
Wanneer die filosofen er zijn zal automatisch de waarde van de astrologie (de meest menselijke wetenschap van alle menswetenschappen) worden erkend.
Tot die tijd zullen humanisten (mensen die de vergoddelijking van de dode vorm afwijzen) de strijd moeten aanbinden met de kille formalisten die iedere wetenschapper die iets meer wil weten over de mens - dus ook over de mens achter de kille, afstandelijke wantrouwende formalist - binnen het gebied van de pseudo-wetenschap proberen te plaatsen.


Waarom zou de mens een machine moeten zijn?

"It is important to recognize that astrology was never disproven by the methods of science. Rather, its invalidity was a presupposition.
The issue was not one of proof, but of paradigm. Astrology was part of the old, organic paradigm of animating spiritual forces, of living intelligences which ruled the heavens and ordered the world below, of correspondences between macrocosm and microcosm, of similars bound together by sympatheia such that human and divine were of one essence. Mechanism was the antithesis of such beliefs. So astrology became outlawed, forbidden, anathema to the scientific mind."

"Students who might otherwise have been interested in astrology, studied psychology instead. In this they found a subject which was in every way compatible with mechanistic principles.
At the heart of 17th century psychological empiricism was the denial that the human soul was shaped by innate ideas which originated in the mind of a Universal Being.
John Locke insisted there were no innate ideas which pre-existed in the mind, and thus no possibility of a resonance with higher intelligences which might conceivably work through the soul. Rather, all mental content was alleged to come directly from experience; the mind is a tabula rasa, a blank slate, waiting to be imprinted by the impact of material causes originating in physical conditions outside the body.
By the 18th century, not only was the soul stripped of its innate ideas, its very existence was doubted.
Whereas the organic worldview of astrology regarded man as a partially divine performer in a purposeful cosmic drama, the new psychology considered him to be a mere animal inhabiting a blindly mechanical universe."

If astrology is to have its honor restored, its supporting paradigm must likewise be resurrected. Many philosophers of science agree that such a paradigm shift is actually occurring right now in the late 20th century.
Evidence suggests that the mechanistic paradigm has pretty much played itself out. Ironically, it is the growth of science itself which has gradually eroded confidence in many of the cherished theories and models which flowed naturally from the mechanistic paradigm. Application of the empirical method has led to a proliferation of blind alleys in virtually every field of modern science.
New physics, as articulated in such books as Fritjof Capra's (1976) The Tao of Physics, is actually more in accord with spiritual traditions which postulate a universe of pure consciousness.
In these new models, ultimate reality is described as seamless, or whole, and there is no absolute separation between events or objects in space-time (Zukav, 1979; Davies, 1988).
Bell's theorem, for example, states that action-at-a-distance can influence all points in space simultaneously, without any forces traveling through space. Similarly, David Bohm's (1980) holonomic theory of quantum physics states that every part of the Universe bears witness to the structure and process of the whole, i.e., the whole is contained in the part. This idea simply restates in modern terms the hermetic maxim, "as above, so below." (From: The new paradigm and postmodern psychology)


The Importance of Paradigm

A paradigm can be defined as the dominant "worldview" of a culture.
It is essentially a constellation of concepts and theories that together form a particular vision of reality. Within the context of a given paradigm, certain values and practices are shared that become the basis for the way the community organizes itself.
A paradigm, in short, is a system of beliefs that binds a culture together.
Thomas Kuhn (1970), in his classic 'The Structure of Scientific Revolutions', explains that a paradigm is a shared set of beliefs or working premises that "for a time provide model problems and solutions to a community of practitioners" (p. x).
Invariably, however, there are certain kinds of problems and problem solving methods that fall outside the boundaries of a given paradigm.
"A paradigm," notes Kuhn, "need not, and in fact never does, explain all the facts with which it can be confronted" (p. 18). In effect, a paradigm is like a filter that not only colors the data which enter (i.e., giving it a particular interpretation), but even determines which kinds of data enter. (Glenn Perry)


Vals-autoritair gedrag van wetenschappers

In het jaar 1975 publiceerde het Amerikaanse tijdschrift Humanist een verklaring, ondertekend door 186 'vooraanstaande geleerden en Nobelprijswinnaars', waarvan de strekking was dat astrologie onzin is.
Opmerkelijk was de reactie van Carl Sagan, een wetenschapper die weigerde zijn naam onder de verklaring te plaatsen.
"Persoonlijk", stelde hij, "zie ik weinig in astrologie, maar ik weiger een verklaring te ondertekenen die niet wetenschappelijk is, maar autoritair". "Dat wij geen verklaring hebben voor de astrologie is belangrijk maar niet alleszeggend".
Het zal duidelijk zijn dat iedere verklaring, die zijn geldigheid ontleent aan het feit dat een persoon 'belangrijk' is, een foutieve verklaring is. Het feit dat jij een diploma hebt, bewijst niet dat een mens zonder diploma een stomme idioot is. En toch gebruiken wetenschappers hun titels en onderscheidingen om mensen af te houden van bezigheden die zij 'onjuist' vinden.
Nimmer leggen zij verklaringen af, waarin wordt aangeraden de grote wereldgodsdiensten af te schaffen, denksystemen die oneindig machtiger en invloedrijker zijn dan de astrologie.
"Godsdienst", zo lijkt de achterliggende gedachte te zijn, "tast wetenschappelijke zekerheden niet aan, ontkent ze vaak alleen maar op een vals-autoritaire wijze, en daarom kunnen religieuze mensen gewoon hun gang gaan... Zij zijn net als wijzelf autoritair!"


Astrologie als alternatieve persoonlijkheidstheorie

Hoewel vals-autoritaire figuren op een uiterst oneerlijkee en bevooroordeelde wijze pogingen in het werk stellen de waarde van de astrologie als instrument bij het verwerven van zelfkennis te bagatelliseren, zijn er eerlijke, betrouwbare wetenschappers in ons land die een poging wagen de positieve verworvenheden van de astrologie op het gebied van de beschrijving van persoonskenmerken in contact te brengen met vakgebieden binnen de wereld van de sociale wetenschappen.
Een van die wetenschappers is Dr. J. van Rooij, die als universitair docent werkzaam is bij de sectie persoonlijkheidspsychologie van de Rijksuniversiteit Leiden.
Van Rooiij heeft zijn opvattingen vastgelegd in het boek "Astrologie op de weegschaal - een kritische beschouwing over de astrologie als alternatieve persoonlijkheidstheorie."


Astrologie & het Skepsis-Genootschap

Er zijn mensen die zich sceptisch noemen. Dat is leuk en gezond, sceptisch zijn, dus op zichzelf genomen heb ik niks tegen sceptici. Het wordt echter eng wanneer die mensen een genootschap op gaan richten dat zich ten doel stelt andere mensen de vrijheid om te denken wat ze willen denken af te nemen.
Zo'n genootschap wordt dan een politievereniging, die bestaat uit rechercheurs die zich ten doel stellen 'misdadige elementen' die in de ogen van de sceptici niet sceptisch genoeg zijn te vernietigen. Theo van Gogh noemt zulke mensen 'leden van de gedachtenpolitie'.
In mijn vrijzinnige opvattingen staat de gedachte centraal dat sceptici juist moeten voorkomen dat er zoiets gaat ontstaan als een vereniging tegen het vrije denken.
Sceptici moeten mensen leren dat ze zich kritisch op moeten stellen in het leven. Mensen het vermogen kritisch zijn afleren door dictaten uit te vaardigen, zoals "Dat deugt niet volgens het skepsisgeloof", en "dat moet uitgeroeid worden volgens de skepsisprincipes", wijst alleen maar op de ziekelijke wil een duistere sekte in het leven te roepen die op een vals-moralistische wijze mensen wil leren hoe ze leven moeten.
Als vrijzinnig, libertair astrologiebeoefenaar stel ik geen prijs op controle door de politie. Astrologie is een moeilijke wetenschap, waarvan de waarde niet door simplisten kan worden bepaald.
Astrologie is een weergave van het levensraadsel en wie van astrologen eist dat zij het levensraadsel ontkennen eist in feite van mensen dat het leven wordt teruggebracht tot een kleuterschooltje, waarin zich sceptisch noemende gelovigen gaan bepalen wat goed en slecht is voor de mens.
Simplisten willen altijd de veelvormigheid van het leven aan banden leggen.
Wanneer ik zeg dat er wel duizenden vormen van seksualiteitsbeleving zijn, dan gaan zij de wenkbrauwen fronsen. "Ik", zo merkt een hoogleraar in de insectenontleedkunde op, "doe het maar een keer in de week, en dan ook nog met de ogen dicht, dus als jij er meer in ziet zul je wel een niet-sceptische fantast zijn".
Zure droogstoppels, die met een lantaarntje in de hand op zoek zijn naar hoeren die willen getuigen dat elke vent die een potje ongeremd wil neuken zijn vrouw bedriegt - zo moet je de leden van het Nederlandse Skepsis-genootschap omschrijven.
In hun kerk mag je nooit een twijfelaar zijn: "Zou het misschien toch niet helemaal onjuist zijn..?" Nee, je moet heilig geloven in de dogma's die de hogepriesters hebben uitgevaardigd.
Een van die dogma's is dat astrologie onzin is, een vorm van geloof. Daar valt helemaal niets tegen in te brengen. Wie nieuwe hypotheses opstelt, wie zich het recht wil toe-eigenen te twijfelen aan hun dogma's wordt op een zeer sceptische wijze de sceptische kerk uitgelazerd.
Echte sceptici - mensen die twijfel willen zaaien - worden in dit land gehaat!


Een astronoom over wetenschappelijke fraude

"I am an astronomer. I received my Ph.D. in astronomy from the University of Wisconsin – Madison in 1971.
My research shows that astrology and astronomy were indistinguishable during Roman times. Moreover, astrology coupled closely to religion and philosophy.
When people of those times spoke about celestial portents or signs, they were referring to astrology which was highly regarded in the Roman world.
My work also finds that many modern researchers in their disdain for astrology have erroneously rewritten the historical record to downplay the role astrology played in Western culture." (Uit: Revealing the star of Bethlehem)


Wetenschap is gebaseerd op geloof

Een paradigma is een manier om tegen de werkelijkheid aan te kijken. Het bestaat uit een aantal hypothesen omtrent de werkelijkheid, die voor de wetenschappers het fundament vormen waarop hij zijn wetenschappelijk bouwwerk vestigt en steeds hoger en ingewikkelder uitbouwt. Maar "elke hypothese is een vervalsing van de werkelijkheid."

De wetenschapper beschrijft de werkelijkheid niet, maar geeft zijn interpretatie van de werkelijkheid. Om te kijken schuift de wetenschapper het paradigma voor zijn ogen, als een gekleurde bril en ziet zo een gekleurde en vervalste werkelijkheid en met hetgeen hij zo waarneemt bedrijft hij wetenschap.
Hij verklaart, trekt conclusies en legt verbanden, valse verklaringen, valse conclusies en valse verbanden. De niet ingewijden weten niet dat er zo'n vertrouwensprogramma bestaat, zo'n taboe om niet aan het fundament te tornen, zelfs de meeste wetenschappers niet, omdat ze voortbouwen op het werk van anderen en het lijkt zo verschrikkelijk knap wat ze allemaal doen, met al die moeilijke woorden en formules.
Toch wordt op die wankele basis wetenschap bedreven, totdat op gegeven moment een vermetele het niet pikt, dat er een aantal dingen niet in het gekozen systeem passen en niet te verklaren zijn met het aanvaarde denksysteem. Er ontstaat onrust, totdat iemand heel slim met een ander paradigma, een andere gekleurde bril, op de proppen komt. En na verloop van tijd haalt iedereen opgelucht adem, dat ze dat niet eerder gezien hadden, nu zal het allemaal wel duidelijk worden.
Een nieuwe wereld gaat open, de stukjes van de legpuzzel worden verschoven, tot dan toe onverklaarbare zaken blijken nu wel verklaard te kunnen worden, even valse verbanden worden gelegd, maar anders. Totdat na verloop blijkt, dat er weer een aantal andere zaken niet verklaarbaar zijn. En zo draait wetenschap al eeuwen om de werkelijkheid heen, met gele, groene en paarse brillen op en zo kunnen ze eindeloos doorgaan.

Wetenschap is gebaseerd op een geloof in een paradigma. Als je daarin niet gelooft, mag je niet meedoen en kun je geen wetenschap bedrijven, want dan heet je onwetenschappelijk. Een wetenschapper zonder vooroordelen is onbestaanbaar, omdat hij zijn bestaansrecht en salaris ontleent aan bezigheden gebaseerd op vooroordelen. (Website van David Koning


New Age Astrologie