Het cytomegalievirus, ofwel CMV, is een virus, dat wereldwijd veel voorkomt, veel mensen raken wel eens geïnfecteerd in hun leven.
Ongeveer 80% van de volwassenen is geïnfecteerd geweest door dit virus.
De infectie heeft meestal geen gevolgen, maar bij mensen met een zwak afweersysteem kan het diverse ziekten veroorzaken.
Er is vooralsnog geen behandeling tegen een CMV infectie.
Heeft iemand eenmaal een infectie gehad, dan blijft het virus latent aanwezig
en kan bij een verzwakking van het afweersysteem weer actief worden.
Het virus wordt verspreid door mensen en komt niet voor in voedsel, water of dieren.
Het virus gaat van persoon tot persoon, een persoon met een CMV
infectie kan het virus verspreiden, ook al heeft deze persoon
geen symptomen van de infectie.
Het virus komt voor in veel lichaamsvloeistoffen, zoals urine, bloed, speeksel, tranen en moedermelk.
Via deze lichaamsvloeistoffen kan het virus verspreid worden.
CMV kan ook verspreid worden door seksueel contact, bloedtransfusies, orgaantransplantaties en borstvoeding.
Iedereen kan geïnfecteerd worden door CMV, bijna iedereen is wel eens blootgesteld aan CMV tegen de tijd dat hij volwassen is,
maar niet iedereen wordt er ziek van.
De tijd tussen blootstelling aan het virus en het eventueel ziek worden bedraagt 3 tot 12 weken.
Door een bloedonderzoek kan worden aangetoond of iemand in het verleden geïnfecteerd is geweest.
Personen met een verhoogd risico voor complicaties zijn:
baby's van vrouwen die voor het eerst geïnfecteerd worden tijdens de zwangerschap,
zwangere vrouwen die werken met kinderen,
personen met een verzwakt immuunsysteem, zoals kankerpatiënten, ontvangers van een transplantatieorgaan en personen met een
HIV-infectie.
Symptomen van een actieve infectie kunnen zijn:
hoge koorts, rillingen, erg vermoeid zijn, een algemeen ziek gevoel, hoofdpijn.
Bij volwassenen duren deze verschijnselen hooguit 2 tot 3 weken.
De meeste geïnfecteerde pasgeborenen hebben geen symptomen bij de geboorte, maar in sommige gevallen kunnen in de volgende
jaren symptomen optreden, zoals ontwikkelingsachterstand en problemen met het zien of gehoor.
Soms kan een pasgeborene een levensbedreigende infectie bij de geboorte hebben.
De ziekte kan dan een levenslange ontwikkelingsachterstand tot gevolg hebben, eventueel ook doofheid of blindheid.
Eén op de honderd kinderen wordt geboren met een CMV infectie.
Slechts bij een klein percentage van deze kinderen treden problemen op.
Kinderen, die een infectie oplopen na de geboorte, hebben zelden symptomen.
Als er symptomen optreden, kunnen dit zijn:
longproblemen, slecht groeien, problemen met de lever of het bloed.
Mensen met een verzwakt immuunsysteem kunnen ernstiger, levensbedreigende problemen hebben, zoals longontsteking,
leverontsteking en bloedziekten.
De ziekte kan dan weken of maanden duren en kan fataal aflopen.
Bij personen met een HIV-infectie kan de ziekte blindheid veroorzaken.
Er is geen specifieke behandeling tegen het virus.
De kans op besmetting kan verminderd worden door goede persoonlijke hygiëne en vermijding van mondcontact met
lichaamsvloeistoffen van jonge kinderen.