vraag 1) Wat zie je: fictie of non-ficitie?
Non-fictiefilms of documentaires laten een deel van de werkelijkheid zien,
bijvoorbeeld door middel van interviews of archiefopnamen. Fictiefilms zijn
verzonnen of gedramatiseerde verhalen. Soms is het verschil tussen fictie en
non-fictie niet zo duidelijk. Bijvoorbeeld wanneer er binnen een documentaire
delen nagespeeld zijn (docudrama) of wanneer een speelfilm erg veel lijkt op
een documentaire, omdat het er allemaal zo 'echt' uitziet.
vraag 2) Wat zie je: welke filmtechnieken vallen op? (Kies 1 of meerdere opties) Montage: Het aan elkaar plakken van verschillende beelden waardoor
ze een onderlinge samenhang krijgen. Montage bepaalt voor een belangrijk deel
de snelheid en het ritme van de film. Beelden die door middel van montage
aan elkaar geplakt zijn, beïnvloeden elkaar sterk. Kadrering: Het kader geeft aan wat er te zien is binnen het beeld
en bepaalt mede de compositie van het beeld. Belichting: Hoe worden de scènes uitgelicht? Zijn er veel licht/donker-contrasten?
Krijgen bepaalde personages of locaties meer licht dan andere? Special effects: Vanwege de revolutionaire ontwikkelingen
op digitaal gebied wordt het creëren van special effects steeds gemakkelijker
en gangbaarder. Cameragebruik/standpunt: De manier waarop de camera wordt gebruikt
kan erg verschillen. Wanneer er met een lichte beweeglijke schoudercamera wordt gefilmd,
dan zijn de beelden vaak schokkerig en grof. Een statische camera levert ook statischer
beelden op. De plaats waar de camera staat is ook van groot belang. Een standpunt vanuit
personages laat ons meekijken met de spelers en verhoogt onze betrokkenheid bij de film.
Ook is het belangrijk te letten op de camera-afstand tot het onderwerp: close-up,
medium shot en long shot zijn de drie grote afstandsbepalingen die ieder een eigen effect
teweeg brengen. Mise-en-scène: Alle elementen die voor de camera worden geplaatst om
gefilmd te worden: het decor, de voorwerpen in het decor (props), kostuums, make-up
van de acteurs en de bewegingen die zij maken.
vraag 3) Wat zie je: wat is de verhouding tussen story en plot?
De manier waarop een verhaal verteld wordt (plot) wijkt vaak af van de reconstructie
die je achteraf van het verhaal maakt (story). In de presentatie van het plot kan
gespeeld worden met de chronologische volgorde van de gebeurtenissen, met de duur
van bepaalde handelingen en met oorzaak/gevolg-relaties.
vraag 4) Wat ervaar je: hoe wordt de film vertoond? (Wat is het effect?)
Je kunt een film natuurlijk gewoon in het donker van de bioscoop zien, waar een
filmvertoning min of meer een privé-ervaring wordt. Het zien van dezelfde film
op video of op televisie (vaak in een groep) kan een heel andere kijkhouding
met zich mee brengen. Films in de vorm van interactieve computerspelletjes is
weer een andere beleving van hetzelfde product. Het zijn factoren die van invloed
kunnen zijn op de betekenis die de film voor je heeft.
vraag 5) Wat hoor je: welke rol speelt muziek in de film?
Muziek speelt vaak een belangrijke rol in de film. De muziek kan bijvoorbeeld dramatische
of spannende momenten versterken. Maar het is ook mogelijk dat de muziek iets nieuws
toevoegt aan de beelden. Soms is er geen of weinig muziek. Let ook op de geluiden zoals
straatverkeer, telefoons en voetstappen.
vraag 6) Inhoud: tot welk genre hoort de film?
Met de term genre worden films in bepaalde groepen ingedeeld op grond van
gemeenschappelijke kenmerken. Elk genre schept zijn eigen verwachtingen:
een avonturenfilm moet spannend zijn; een comedy zonder humor is een
mislukte film.
vraag 7) Inhoud: waar ligt de nadruk van het verhaal?
Een film kan gemaakt zijn om een verhaal te vertellen of om gebeurtenissen te
presenteren. Maar een film kan ook een duidelijke (bijvoorbeeld politieke)
boodschap hebben. In andere gevallen ligt de nadruk op de psychologische
ontwikkeling van de personages. Een combinatie van deze drie aspecten is
natuurlijk ook denkbaar.
vraag 8) Inhoud: welke dingen hebben bij het maken van de film een rol gespeeld?
De stijl van de filmmaker kan een stempel drukken op de hele film (acteursfilm). In
andere gevallen bepalen de acteurs (vooral als ze beroemd zijn) het karakter van de
film (acteursfilm). Veel films sluiten aan bij eerdere films, bijvoorbeeld 'Rocky IV'.
vraag 9) Betekenis: wat denk je dat de betekenis van de film is? (Kies 1 of meerdere opties)
Wat wil de film teweeg brengen? Een combinatie van enkele accenten is natuurlijk
ook mogelijk. Gemaakt uit commerciële overwegingen kruis je aan wanneer je denkt
dat de inhoud of vorm van de film hierdoor sterk is bepaald. Probeer in dat geval
ook aan te geven waaruit je dat opmaakt.
De overige categorieën spreken voor zich.