vraag 1) Wat zie je: is het werk figuratief of abstract?
Een kunstwerk waarin de voorstelling herkenbaar is noemen we figuratief.
Het is logisch dat in dat geval de voorstelling ons op weg helpt naar de
betekenis van het werk. In een abstract werk bedenkt de kunstenaar eigen
vormen en eigen kleuren.
vraag 2) Wat zie je: welke beeldaspecten vallen op? (Kies 1 of meerdere opties)
In het schema staan zes beeldaspecten die een rol kunnen spelen in de
vormgeving van het werk. Kies uit deze zes een of meer aspecten die in
dit werk opvallen.
vraag 3) Wat zie je: wordt je aandacht getrokken naar een bepaald punt?
Vaak helpt het stil te staan bij zaken die het eerst opvallen. Hoe heeft de
kunstenaar dat bereikt en waarom wil hij dat onderdeel van zijn werk accentueren?
Bij patroonachtige schilderijen, waar naar geen enkele plek aandacht wordt getrokken,
spreek je van een 'overall-compositie'.
vraag 4) Wat zie je: is de ruimte of omgeving waarin het werk is te zien van belang?
Vaak speelt de ruimte waarin het werk te zien of geëxposeerd is een rol in de betekenis
van het kunstwerk. Dit geldt zeker voor kunstwerken die voor een bepaalde ruimte - al dan
niet in opdracht- gemaakt zijn. De expositiewijze en de combinatie van kunstwerken die
daardoor ontstaat, beïnvloedt ook de betekenis. Een sokkel of een lijst stimuleert de
concentratie op het werk, geïsoleerd van zijn omgeving.
vraag 5) Werkwijze: hoe heeft de kunstenaar zijn technieken en materialen gebruikt?
Elk materiaal heeft specifieke eigenschappen. Bij expressief materiaalgebruik blijven die
eigenschappen zichtbaar, evenals sporen van de manier waarop de kunstenaar heeft gewerkt.
Een dergelijke werkwijze speelt een rol in de uiteindelijke betekenis van het kunstwerk.
Een kunstenaar kan ook nastreven om de materiaaleigenschappen en het 'handschrift'
onzichtbaar te maken. Het kunstwerk krijgt dan een minder persoonlijk, objectiever
karakter. Noem in het verslag het gebruikte materiaal.
vraag 6) Werkwijze: welke rol speelt de waarneming van werkelijkheid bij de kunstenaar?
Goed kijken en tekenen wat je ziet heet 'tekenen naar de waarneming'. Tot in de
negentiende eeuw werd tekenen naar de waarneming gezien als voorstudie voor het
echte grote werk. De impressionisten maken het kijken tot het enige onderwerp. In
deze eeuw is er vaak geen verband meer tussen wat de kunstenaar gezien heeft en wat
het kunstwerk ons laat zien.
vraag 7) Inhoud: levert de titel een aanwijzing op voor de interpretatievan het werk?
De titel helpt ons vaak op weg naar de betekenis van een kunstwerk. De titel kan
verwijzen naar de voorstelling of het verhaal achter de voorstelling. Een titel
kan het werk verklaren, maar kan ook vragen oproepen. De surrealisten gebruiken
bewust vreemde titels om onze fantasie te prikkelen. Met een titel als 'compositie'
bereikt de kunstenaar juist het tegendeel.
vraag 8) Inhoud: verwijst het werk naar bekende verhalen (bijbel, mythologie, etc.)?
Eeuwenlang hebben kunstenaars verhalen verbeeld uit de Bijbel, mythologie, historie
of literatuur. Soms wordt daarbij gebruik gemaakt van meer of minder bekende symboliek.
Om de betekenis van zo'n werk te achterhalen moet je iets weten van het verhaal of van
de symbolen. In de kunst vanaf ca. 1850 speelt de eigen interpretatie van de kunstenaar
op het verhaal een grotere rol dan een getrouwe weergave (illustratie) van het verhaal.
vraag 9) Betekenis: wat is de betekenis van het werk? (Kies 1 of meerdere opties) Werk bedoeld als illustratie: Belangrijkste doel is een verhaal of gebeurtenis
goed weer te geven. De stellingname van de kunstenaar is ondergeschikt. Werk bedoeld als provocatie: Niet zelden is het doel van moderne kunst het
publiek flink wakker te schudden en discussie uit te lokken. Werk bedoeld als decoratie: Kunst om van te genieten, om mooi te vinden zonder
verdere bijbedoelingen. Werk roept op tot (eigen) interpretatie: Het kunstwerk roept veel vragen op.
Het publiek moet actief meedenken en een eigen betekenis geven aan het werk.
De overige categorieën spreken voor zich. ga terug naar home ga terug naar de toelichtingen