Kijkwijzer film

vraag 1) Wat zie je: fictie of non-ficitie?
Antwoord:
1. documentaire: beschrijf onderwerp kort
2. mengvorm: met welke reden?
3. speelfilm: beschrijf verhaal kort
vraag 2) Wat zie je: welke filmtechnieken vallen op? (Kies 1 of meerdere opties)
Antwoord:
1. montage
2. kadrering
3. belichting
4. special effects
5. camerastandpunten/-gebruik
6. mise-en-scène
vraag 3) Wat zie je: wat is de verhouding tussen story en plot?
Antwoord:
1. plot volgt chronologie story
2. plot maakt story spannend: op welke manier?
3. flash-backs/ flash-forwards: beschrijf effect op inhoud
vraag 4) Wat ervaar je: hoe wordt de film vertoond? (Wat is het effect?)
Antwoord:
1. klassieke bioscoopsituatie
2. televisie/video
3. interactief of themapark
vraag 5) Wat hoor je: welke rol speelt muziek in de film?
Antwoord:
1. muziek versterk inhoud film: op welke manier?
2. geen, weinig of onopvallende muziek
3. muziek voegt elementen toe: welke en op welke manier?
vraag 6) Inhoud: tot welk genre hoort de film?
Antwoord:
1. horror- of science-fictionfilm
2. thriller
3. comedy
4. (docu)drama
5. avonturenfilm
6. familie/kinderfilm
7. oorlogsfilm
8. western
9. documentaire
vraag 7) Inhoud: waar ligt de nadruk van het verhaal?
Antwoord:
1. op wat er gebeurt (story)
2. op de boodschap (thematiek)
3. op de (psychologische) ontwikkeling van personage(s)
vraag 8) Inhoud: welke dingen hebben bij het maken van de film een rol gespeeld?
Antwoord:
1. de filmmaker (auteursfilm)
2. acteurs/filmsterren (acteursfilm)
3. eerder uitgebrachte films
vraag 9) Betekenis: wat denk je dat de betekenis van de film is? (Kies 1 of meerdere opties)
Antwoord:
1. persoonlijke/autobiografische betekenis van de filmmaker
2. bedoeld als (polietieke of culturele) provocatie
3. roept emoties op
4. gemaakt uit commerciële overwegingen
5. morele boodschap
6. bedoeld als amusement
ga terug naar home
ga terug naar de kijkwijzers