Pchum Ben

Pchum Ben is een ceremonie die vijftien dagen duurt, waarbij voedsel wordt geofferd voor overleden voorouders. Het hoogtepunt is de laatste dag, de feitelijke 'Pchum Ben' (Ben betekent 'offer').

Hongerig stap ik met Poun op de moto, want ik had er niet op gerekend dat op deze feestdag alle restaurants gesloten zijn, en er dus geen ontbijtje is te scoren.

En dat met in mijn linkerhand een voorraadje voedsel in gestapelde bakjes. Maar ja, dat voedsel is voor de monniken. We besluiten de Mekong over te steken met een veerpontje. Poun wil per se naar een afgelegen tempel in een arm gebied, zodat het eten goed terecht komt. Een loffelijk streven vind ik. Hij is iets te enthousiast in zijn zoektocht naar zo'n tempel, want we komen op een smal paadje uit en een toevallige voorbijganger vertelt dat er verderop geen tempels meer zijn. Terug dus maar naar de laatste die we gezien hebben.

De blanke die het terrein betreedt doet heel wat hoofden omdraaien. Tenslotte heeft die geen overleden voorouders in Cambodja die geëerd moeten worden. Toch lacht iedereen vriendelijk, ze vinden het ook wel weer leuk. De monnik bij wie ik op bezoek ga is zichtbaar blij verrast met het buitenlandse bezoek.

Ik geef wat geld voor de bouw van een nieuwe tempel (hoognodig, het is nogal een vervallen geheel) en dan moet ik de schaal waarop het geld ligt omhoog houden. Ik neem aan dat ik een zegen heb gekregen, of misschien werd het geld gezegend, dat kan ook.

De digitale camera wekt de belangstelling van de monnik en hij kan het niet laten ook een foto van mij te maken. Hij vraagt me of ik in de tempel de lunch wil gebruiken. Alhoewel het een aantrekkelijk aanbod is (ik heb behoorlijke trek!), ga ik er toch niet op in. Dat eten wat vandaag gebracht wordt is voor de monniken, voor de armen en eventueel voor de ouderen.

Vervolgens moet het eten naar het eigenlijke tempelgebouw.

Daar wordt het gesorteerd door een groepje vrouwen: bananen bij bananen, vis bij vis, eieren bij eieren enz. Geen rijst overigens, dat onderdeel van de maaltijd komt later.

Als ik om me heen kijk, zie ik een e-n-o-r-m-e hoeveelheid eten in schaaltjes op de grond staan. Ik heb de schaaltjes niet geteld, maar er waren er zeker 300 gevuld met, zo op het oog, de lekkerste dingen. Goed Cambodjaans eten is echt heerlijk!

Veel te veel eten voor de drie (!) monniken die in deze tempel leven. Klaarblijkelijk is ook hier de 'ontkerkelijking' in volle gang: weinig jongens die nog voelen voor het monnikenbestaan. Maar goed, de armen en de oudjes zullen er ook van hebben gesmuld.

Om tien uur is het tijd voor de monniksmaaltijd, maar voordat het zover is gaan ze nog rijst en geld verzamelen. Iedereen staat in een lange rij en als de monniken langskomen wordt de rijst overgeschept in een rijstkom en geld in een schaaltje gedeponeerd. Als de rijstkom vol is, wordt die geleegd in een plastic teiltje. Het kost de monniken zeker een uur om de hele rij af te werken.

Vooral het offeren van deze rijst heeft een symbolische functie: Boeddhisten geloven dat dit offer de voorouders bereikt via de monniken. Als je verzuimt te offeren op deze laatste dag, dan zal de toorn van de voorouders over je neerdalen. Geen Boeddhist dus die dit nalaat, alhoewel: de mannen laten dit klusje liever over aan de vrouwen. Het zijn meest vrouwen die de offers brengen. Poun erkent dat hij zich wat opgelaten en zelfs nerveus voelt. Hij is het niet gewend om eten naar de tempel te brengen: "It's a women thing". Toch wel gaaf dat hij dat dit keer wel deed, om mij het een keer mee te laten maken!