|
Basiskennis voor de bandrecorder hobbyistBasiskennis / inleiding elektronica.
Het feit dat u als bezoeker hier komt via de bandrecorder pagina, spreekt al voor zich: u bent geïnteresseerd in elektronica.
Kijk eens mee naar:
#1 De kristalontvanger
|
|
Een onderwerp kwam in vrijwel alle vergelijkbare uitgaven als eerste aan de orde:
DE KRISTALONTVANGER Dit is een hele eenvoudige HF schakeling.
SCHEMA: Deze eenvoudige ontvanger bestaat uit een antenne A1, een afgestemde kring L1 + C1, een diode D1 en een oortelefoon. ONDERDELEN:
De germaniumdiode:
Afstemcondensatoren:
Kristal oortelefoon: Voor het hierboven beschreven spoel op bv een wc rol, werden ook vaak
gekochte exemplaren gebruikt zoals bijvoorbeeld de Amroh 402 spoel. In een Jampot In een poederdoos Hieronder een schema van de kristalontvanger, uitgebreid met een
eenvoudige versterker: |
De transistor. In principe zijn er twee soorten toepassingen voor transistoren Versterken (bijvoorbeeld een geluidsversterker) Schakelaar (een transistor kan snel grote vermogens schakelen) Er zijn twee soorten transistoren: de PNP en de NPN transistor In schema's weergegeven als: NPN: De B is Basis PNP: Hier vind u wat meer uitleg. Hoe werkt de transistor
Veel succes.
|
De
elektronenbuis was het eerste echte elektronische component. (1904) De eenvoudigste elektronenbuis, de diode, bestaat uit een vacuüm glazen buis waarin een gloeidraad geplaatst is die dienstdoet als kathode Hieromheen zit een cilindervormig metalen plaatje, de anode. Wanneer de gloeidraad wordt opgewarmd en de anode met voldoende spanning positief is gemaakt, zal er een elektronenstroom gaan lopen van de kathode naar de anode. Maakt men de anode echter negatief ten opzichte van de kathode dan vloeit er geen stroom. (Beiden zijn dan negatief). Per definitie lopen de negatief geladen elektronen van min naar plus. Andere elektronenbuizen hebben tussen de kathode en de anode een of meer roosters, extra elektroden, die de elektronenstroom beïnvloeden. Een negatief geladen rooster stoot de elektronen af. Het aantal roosters bepaalt de benaming van de elektronenbuis. een diode heeft twee elektroden, en wordt voor gelijkrichting gebruikt (zie hierboven) een triode heeft 1 rooster - het stuurrooster - waarmee met een kleine spanningsverandering een grote stroomverandering tussen anode en kathode teweeggebracht wordt worden. De versterker! een tetrode heeft 2 roosters, een extra rooster, tussen stuurrooster en anode, dient om de versterkingsfactor van de buis te verhogen. een pentode heeft 3 roosters: stuurrooster, schermrooster en keerrooster. een hexode, heptode en octode hebben respectievelijk 4, 5 en 6 roosters. Een dubbeldiode (vaak met gemeenschappelijke kathode) kan dienen voor dubbelfasige gelijkrichting. Er is dan een voedingstransformator met twee secundaire wikkelingen nodig.
Diode: Triode: Tetrode: Pentode: Tot slot een ezelsbruggetje om
anode en kathode uit elkaar te houden: Veel meer over de theorie / techniek van electronenbuizen vindt u in de cursus, die op onderstaande link te downloaden is: Electronica lessen (Rens & Rens) Veel succes.
|
|
|