Schildklier afwijking (Hypothyreoïdie)



De schildklier bestaat uit twee lobjes die aan weerszijden van het strottenhoofd liggen.
Normaal gesproken produceert deze klier een voldoende hoeveelheid schildklierhormoon.
Dit hormoon komt in het bloed en zorgt voornamelijk voor een goede stofwisseling.

Hypothyreoïdie
Als de schildklier niet goed meer werkt, komt er te weinig schildklierhormoon in het bloed. Dat noemen we hypothyreoïdie. De oorzaak van de verminderde werking is meestal onbekend. Gedacht wordt aan een storing in het afweersysteem of een langdurige lichte ontsteking van de schildklier.
De verschijnselen openbaren zich meestal pas vanaf een leeftijd van twee jaar.

Wat is het gevolg
Door het tekort aan schildklierhormoon wordt de stofwisseling trager waardoor de hond sloom, traag en dikker wordt zonder dat hij meer eet. Hij is niet meer zo actief, slaapt veel, kijkt soms een beetje treurig uit zijn ogen en wil niet zo graag meer mee uit.
Ook wil de hond graag op warme plekken liggen.
Een belangrijke aanwijzing voor deze aandoening zijn huidafwijkingen. De flanken kunnen kaal worden (symmetrische kaalheid) waarbij de huid soms een zwarte kleur krijgt. Door verlies van de ondervacht ziet de vacht er dun uit en kunnen er zelfs huidontstekingen ontstaan. Zelden vertoont een patiënt al deze verschijnselen tegelijkertijd! Omgekeerd kunnen de beschreven verschijnselen vele andere oorzaken hebben.

De diagnose
De definitieve diagnose wordt gesteld met behulp van bloedonderzoek. Dit bloedonderzoek vindt plaats in het Universiteitslaboratorium.

Wat kunnen we eraan doen?
Als de schildklier niet meer goed functioneert, is het mogelijk om het tekort aan schildklierhormoon aan te vullen met tabletten (substitutietherapie).
Deze tabletten (L-thyroxine) moeten één à twee keer per dag worden ingegeven. Omdat de schildklier zich niet kan herstellen, moeten de tabletten levenslang worden toegediend.

Vooruitzichten
Meestal wordt de hond binnen één week weer levendig worden. Het overgewicht verdwijnt vanzelf in de loop van weken omdat de stofwisseling weer normaal functioneert.
De huidklachten kunnende eerste 4 weken verergeren: meer haaruitval en meer schilvering. Na een maand is die ellende achter de rug en komt er een nieuwe, gezonde vacht tevoorschijn. Ook de kaalheid en zwartverkleuring van de huid zullen in de loop van de tijd verdwijnen.

Bewaren
Een succesvolle behandeling staat of valt met het op juiste manier bewaren van de tabletten. L-thyroxine tabletten moeten bij kamertemperatuur, droog en in het donker bewaard worden. Naast de "voorraadpot",moet u een kleine medicijnpotje hebben waarin u telkens weer een hoeveelheid tabletten voor één of twee weken kunt instoppen. Dit om te voorkomen dat het te vaak openen van de "voorraadpot" op den duur leidt tot achteruitgang van de kwaliteit van de tabletten.

Controle
Na ongeveer twee maanden moet nog één keer het bloed worden gecontroleerd. Zo kan bekeken worden of de dosering van de tabletten de juiste is. Als dat goed zit, is er verder geen controle meer nodig en kan levenslang dezelfde dosering aangehouden worden.
Mochten de klachten terugkomen, neem dan contact met ons op.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de schildklier nog slechter is gaan werken.
Zonodig kan een nader bloedonderzoek plaatsvinden.

Conclusie
Een verminderde schildklierfunctie kan meestal gemakkelijk met l-thyroxine tabletten worden verholpen. Zo kan de hond weer normaal functioneren en een lang en gelukkig leven leiden.

Bron: Dierenkliniek De Beemd





Hypothyreoidie

Dit is een endocrinologische afwijking ( hormoonafwijking), waarbij er onvoldoende schildklierhormoon gemaakt wordt (T3 en T4). Schildklierhormoon is in het lichaam nodig om lichaamsweefsels en organennormaal te laten functioneren. Het T4 is als een soort katalysator ( brandstof) voor een hoop chemische reacties die het basale metabolisme van het dier op peil houdt. 

Mede hierdoor zijn dieren die een tekort aan schildklierhormoon hebben vaak wat slomer en wat zwaarder.

Hypothyreoidie komt redelijk vaak voor. Schattingen lopen uiteen van 1 op 150 tot 1 op 500 honden. Grote- tot middenslag honden zijn vaker aangedaan dan de kleinere rassen.

Oorzaak:

Meeste gevallen van hypothyreoidie worden verkregen op latere leeftijd. Aangeboren gevallen zijn wel beschreven, maar komen zeer sporadisch voor. Deze pups groeien niet normaal.

Verkregen hypothyreoidie ( dus op latere leeftijd) wordt onderverdeeld in twee vormen.

  1. Lymfocytaire thyreoiditis:

dit is een auto-immuun gemedieerde aandoening. Hierbij geldt dat het afweersysteem van de hond de eigen schildklier aanvalt en stukmaakt. Hierdoor is de productie van T4 en T3 duidelijk verminderd. Deze periode van schildklier destructie kan 3-4 jaar duren totdat er zoveel schildklier kapot is gemaakt dat er te weinig hormoon geproduceerd wordt. Er is een duidelijke rasvoorkeur voor deze thyreoiditis. Het komt voor bij oa de barzoi, beagle, doberman, Duitse Dog, Ierse setter en de bobtail.

  1. Idiopatische atrofie:

Letterlijk betekent deze naam dat de schildklier steeds kleiner wordt (atrofie). De schildkliercellen worden vervangen door vet.Het woord idiopatisch betekent dat er geen oorzaak voor bekend is. Rassen die meer risico lopen op deze vorm van hypothyreoidie zijn: golden retriever, miniatuur schnauzer, airedale terriër, cocker spaniël en de teckel.

Duitse Herders lopen beduidend minder risico op deze aandoening.

Symptomen:

Omdat de effecten van schildklierhormoon door het hele lichaam aanwezig zijn, zijn de afwijkingen die bij deze aandoening enorm variabel. Dit betekent dat meerdere orgaansystemen aangedaan kunnen zijn, maar ook dat per individu de symptomen zeer wisselend zijn. De ene heeft slechts 1 kenmerk, terwijl de andere alle kenmerken volgens het boekje laat zien.

Heel vaak zien we problemen met de vacht en huid. Haarverlies op de staart, flanken of achter de oren. Donkerder worden van de huid; droge, wat schilferige huid. Gewichtstoename, sufheid, sloomheid, algehele desinteresse, neiging naar warme plekken te gaan, langzame hartslag en onvruchtbaarheid.

Enkele extreme en minder vaak voorkomende afwijkingen van hypothyreoidie zijn: sperzwakte, lage lichaamstemperatuur, afwijkingen van het zenuwstelsel: verlammingen en kreupelheden, alsmede een verminderde contractiekracht van het hart.

Diagnose:

De diagnose van hypothyreoidie kan gesteld worden door middel van bloedonderzoek. Hierbij wordt de concentratie T4 gemeten. Omdat echter ook normale honden een wat lage T4 concentratie kunnen hebben wordt naast deze test ook de concentratie van TSH gemeten. Wat is TSH?.

TSH= Thyroid Stimulerend Hormoon. Dit hormoon wordt in de hypofyse gemaakt en afgegeven en zorgt ervoor dat de schildklier gestimuleerd wordt om T4 en T3 te maken. Als een hond een te laag T4 gehalte heeft verwacht je dat de hond hierop reageert door via de hypofyse meer TSH af te geven en zo de schildklier aan te zetten tot harder werken. Zie figuur 1. Bij een grensgeval in T4 ( bijvoorbeeld 15), kan een hoge TSH de definitieve uitslag hypothyreoidie geven.

Als het vermoeden op een auto-immune thyreoiditis bestaat kan het zinvol zijn om op ‘auto-antilichamen ‘te laten testen. Daarnaast zal ook een T4 nodig zijn.

Helaas heb je ook de grijze gebieden. Er zijn honden die inderdaad wat symptomen vertonen van een te slecht functionerende schildklier, maar waarbij bijvoorbeeld de TSH laag is. Blijkbaar wordt het lichaam niet extra geprikkeld om TSH af te geven. De hypofyse lijkt niet op de lagere T4 waarde te reageren. Men spreekt dan wel van secundaire hypothyreoidie. Een oorzaak hiervoor kan zijn de ziekte van Cushing.

Therapie:

De therapie van hypothyreoidie bestaat uit het even van schildklierhormoon tabletten. Bij het aanvangen van de behandeling zien we in veel gevallen dat een deel van de symptomen alleen maar erger wordt. Met name de vacht kan de eerste 4-6 weken sneller uitvallen en brozer worden. Dit gaat gelukkig wel over en de nieuwe vacht zal er een stuk beter uitzien. Het gedrag van de hond zal echter wat sneller normaliseren. Ze worden weer actiever en attenter.

Honden met aan auto-immune reactie tov de eigen schildklier krijgen vaak ook slecht thyroxine tabletten. Theoretisch kan bedacht worden, naar aanleiding van het vorige artikel over auto-immuunziekten, dat bijvoorbeeld prednisolon de afbraak van de schilklier kan remmen. Dit klopt, maar helaas heeft prednisolon als nadeel dat de concentratie van T4 verlaagd kan worden, en klinisch schiet de hond er dan niet veel mee op.

Bron: Kliniek voor gezelschapsdieren Leeuwarden