Atopie
Atopie is een erfelijke vorm van allergie
voor stoffen die worden ingeademd, vergelijkbaar met hooikoorts bij mensen. De
allergische reactie ontstaat na het inademen van stuifmeel van bloeiende planten
en bomen, maar ook van huidschilfers van mens, dier en diverse huisstof- en
voedermijten. Atopie is soms eerst seizoensgebonden (stuifmeel) en meestal
treden de verschijnselen al voor 3-jarige leeftijd op. Met stijgende leeftijd
kan ook het aantal stoffen toenemen waarvoor de hond of de kat allergisch is.
Bij de hond is er vaak sprake van een irritatie van de huid rond de ogen, rond
de bek en van de onderpoten, wat zich uit in veel bijten aan de tenen. In
sommige gevallen vertoont het dier echter een algemene huidontsteking, met een
donkere verkleuring en verdikking van de huid in de oksels, de liezen en het
halsgebied. Ooguitvloeiing en niesbuien behoren ook tot de symptomen. Bij de kat
overheerst meestal het beeld van een irritatie van de hele lichaamshuid, maar
soms is de kaalheid of de jeuk beperkt tot het kopgebied.
Bij de volgende rassen komt atopie gemiddeld meer voor:
Lhasa Apso, Schnauzer, Poedel, West Highland White-, Cairn-, Jack Russell- en
Foxterrier, Dalmatische hond, Golden- en Labrador Retrievers.
Het stellen van een diagnose is niet eenvoudig. Op basis van de voorgeschiedenis
en het uitsluiten van andere aandoeningen, zoals parasieten en een
voedingsallergie, wordt een vermoedelijke diagnose "atopie" gesteld.
Vervolgens kan een allergietest, in de vorm van een huidtest, worden uitgevoerd.
Hierbij wordt het "zieke" orgaan, de huid, getest. Een bloedonderzoek
is een tweede mogelijkheid. Dit laatste onderzoek is met name gebruikelijk bij
honden, waarbij de huid zodanig is veranderd, dat deze niet meer via de huidtest
kan worden onderzocht. In beide gevallen zal de hond gedurende twee weken voor
de test niet meer met corticosteroïden mogen worden behandeld. Na een injectie
met een depot-corticosteroïd geldt een wachttijd van zes weken.
De huidtest is ontwikkeld in overleg met Nederlandse huidspecialisten en wordt
als volgt uitgevoerd: van ongeveer veertien verschillende allergenen en twee
controle-oplossingen, een negatieve controle die geen reactie geeft en een
positieve controle die de maximale reactie geeft, wordt een kleine hoeveelheid
op verschillende plaatsen in de huid gespoten
Na een kwartier worden alle
injectieplaatsen beoordeeld op zwelling. Als een hond allergisch is voor een
bepaalde stof, zal na injectie van deze stof in de huid een ontstekingsreactie
ontstaan, die zich uit in een zwelling.
De behandeling kan vervolgens bestaan uit
hyposensibilisatie, wat wil zeggen dat de hond voor de vastgestelde allergenen
minder gevoelig of ongevoelig wordt gemaakt. Voor elke patiënt wordt een
injectievloeistof op maat bereid, op grond van de verschillende stoffen die de
allergie veroorzaken. Deze injectievloeistof wordt vervolgens met bepaalde
tussenpozen en in steeds hogere dosering toegediend. Bij 70-75 % van de
behandelde dieren treedt een duidelijke verbetering op.
Betrouwbare allergietesten voor katten zijn nog steeds niet beschikbaar!
Bron: Dierenkliniek de
Ottenhorst
Inhalatieallergie of
atopie.
Jeuk is het
sleutelwoord bij deze allergie. Bij atopie heeft de
hond vooral jeuk aan de kop, voorpoten en oksels. De huid wordt eerst rood,
later soms zwart, verdikt en gaat vaak ontsteken. Bij sommige rassen komt atopie vaker voor,
zoals Golden en
Labrador Retrievers, Cairn- en West Highland White Terriers, poedels. Door
middel van een uitgebreide allergietest (bv 25 allergenen) kan inzicht verkregen
worden waarvoor de patiënt allergisch is .Een mogelijk therapie kan dan zijn dat
de hond met de allergenen die in de test opkwamen ' gedesensibiliseerd' wordt.
Door middel van simpele injecties wordt de hond dan 'minder overgevoelig'
gemaakt.
Bij een inhalatieallergie is een chique behandeling mogelijk. Op grond van een uitgebreide allergietest kan een ‘desensibilisatie’ gedaan worden. Volgens een bepaald schema worden de allergenen waarvoor de hond in de test bleek overgevoelig te zijn, onderhuids geïnjecteerd.. Dit kan de eigenaar na enige oefening zelf doen. Na ongeveer een half jaar kan er gezien worden of de behandeling ‘aanslaat’. Dit is in gemiddeld 50-60% van de behandelde patiënten het geval. Keerzijde is dat de eigenaar het eerste jaar veel geld hiervoor kwijt is (incl. allergietest). Groot voordeel is dat op lange termijn geen prednison gegeven behoeft te worden en dus geen kans bestaat op vervelende bijwerkingen.
Bron: E.J. Tjalsma (De Tweede Lijn)