Buggenhout : even voorstellen?

 

                      

Buggenhout is gelegen aan de N17 Dendermonde-Willebroek, in de provincie Oost-Vlaanderen op de grens met Vlaams-Brabant en Antwerpen.
 

Buggenhout bestaat uit 4 entiteiten :

Buggenhout centrum, Opdorp, Opstal en Briel.

 Het grondgebied van Buggenhout is 2.525 ha groot met hoofdzakelijk zandlemen    alluviale grond en is tamelijk vlak gelegen: 6 m aan de Schelde tot 29 m op de  Hoge Jan.
 Buggenhout, een landelijke gemeente met industrie, is een woondorp en telt 13.798 inwoners.


 Vage sporen uit de Romeinse en de Salische periode wijzen op een uiterst schaarse bevolking.
 De oudste geschiedkundige vermelding van het bos en van de naam Buckenholt dateert uit de 12de eeuw toen de heer van Aarschot al zijn bezittingen schonk aan  de abdij van Affligem bij de intrede van zijn zoon als monnik.
 De naam Buckenholt komt ongetwijfeld voort van het Oudsaksisch Boka (=beuk) en HOLT (=hout, bos). Buggenhout ontleende zo zijn naam aan het groot aantal beukenbomen die er een bos vormden. Van het roemrijk bos dat in de Middeleeuwen 470 ha groot was blijft er jammer genoeg slechts 171 ha over : 151 ha is staatsbos en 20 ha is in prive-bezit.

 De geschiedenis van Beukenbos is zeer afwisselend. Het gebied, dat samen met de omliggende gronden oorspronkelijk de heerlijkheid van Buggenhout genoemd werd, veranderde in de loop van de geschiedenis vaak van eigenaar.
Van in de vroege middeleeuwen maakte Buggenhout deel uit van het hertogdom Brabant en van de heerlijkheid van de Heren van Grimbergen.
 Door onderlinge familietwisten en inmenging in conflicten door de abdij van Affligem, werden de bezittingen verbeurd verklaard. Het bos werd opgenomen in de kroondomeinen en Buggenhout viel uiteen in twee heerlijkheden.
 Een ervan behoorde van het einde van de 16de eeuw tot in 1765 aan het geslacht Bournonville uit Artois en droeg de naam Buggenhout-Bournonville (het Centrum); zo werd dit deel zelfs tot prinsdom verheven in 1658.
Het andere deel, Buggenhout-Grimbergen (Opstal en Briel) behoorde tot het feodaal bezit van de Heren van Grimbergen en maakte deel uit van Brabant.
Hoe dan ook was Buggenhout een wingewest waar de Heren nooit verbleven.
De Franse Revolutie voegde de gemeente toe aan het département de l'Escaut en zo verhuisde Buggenhout administratief naar Oost-Vlaanderen.

Sommige toponiemen in Buggenhout verwijzen naar de ontginning in de tijd door de monniken van Affligem zoals het Minne- of monnikenveld, Kruisveld, Wei- of gewijd veld.


'Opstal' betekent gemeenschappelijk weiland, verwijzend naar het middelnederlands taalgebruik voor gronden waarop niemand speciale gebruiksrechten liet gelden. Het groeide spoedig uit tot een bevolkt gebied. Ondanks de verdeling behield Grimbergen Opstal steeds voor zichzelf, evenals de Ouden Briel, een natuurlijke aanlegplaats op de Schelde en stukje Brabant.

Opdorp (in 1236 vermeld als Oppendorp = open dorp) was een vrijheid (vrije heerlijkheid) afhankelijk van het land van Bornem. Waarschijnlijk behoorde Opdorp in de Xe eeuw aan de kasteelheren van Gent, vervolgens aan de graven van Vlaanderen en in 1258 gaf Gwijde van Dampierre het aan Willem van Grimbergen van Assche om hem te belonen voor bewezen diensten.
De heerlijkheid van Marselaer (Malderen), de bakermat van het adellijk en voornaam geslacht, verwierf het leen Opdorp van de XVe eeuw tot 1722.

In 1964 werden Buggenhout en Opdorp samengevoegd tot een nieuwe entiteit die de naam Buggenhout kreeg.
 


 

Een kleine historiek over het Middelpunt van Vlaanderen :

Een Middelpunt is gelegen op dezelfde afstand van al de punten van een gebogen lijn of vlak. in casu : het middelpunt van Vlaanderen ligt in Buggenhout, Opdorp. De berekening van het middelpunt, steunend op de gegevens die verstrekt werden door het Nationaal Geografisch instituut gaf als ligging in ‘lambertcoördinaten’ : X = 140 882 meter Y = 192 297 meter Deze coordinaten vindt men in de rand van de meeste stafkaarten. De nauwkeurigheid bedraagt enkele meter.

Begin februari 1999 belde Professor Theodoor Van der Waeteren van de K.U. Leuven naar het gemeentehuis van Buggenhout met de mededeling dat het middelpunt van Vlaanderen in Buggenhout ligt. Het bepalen van dit middelpunt was een opdracht die door 4 studenten burgerlijk ingenieur en hun werkleider werden uitgevoerd. Het middelpunt van Vlaanderen werd bepaald in Opdorp vlakbij het 3-Provinciënpunt in de Biesten, einde Driehuizen.
 
Op 24 februari werd de pers opgetrommeld samen met kinderen uit Opdorp, leden van de gemeenteraad, buurtbewoners, personeelsleden, de eigenaar . De studentengroep wees dan de exacte plaats aan. Dit bracht wel enige consternatie mee daar het op het aanplantingsveld van een boer gesitueerd was. De boer was uiteraard niet gelukkig met het voorstel om van zijn terrein een toeristische trekpleister te maken.
 
Na de toenmalige persheisa werd het stil rond dat middelpunt. Het was absoluut niet ideaal bepaald : nogal verloren aan het begin van een veld in Opdorp dicht tegen de grens met St.-Amands, bereikbaar met een veldwegeltje, geen huizen in de buurt..
 
In 2001 werd de draad weer opgenomen door het nieuwe Gemeentebestuur. Na verschillende denkpistes werd tijdens de gemeenteraad van 23 januari 2003 beslist om een perceel grond aan te kopen gelegen in de buurt van het middelpunt. Op dit perceel van 240 m2  staat nu het kunstwerk Het Middelpunt, een rustbank en een infobord, alle eigendom van de gemeente.

 


Buggenhout kent een aantal streekproducten gemaakt op artisanale wijze.

Er staan 2 bloeiende brouwerijen die bijzondere bieren bekend tot ver in het buitenland brouwen :
de Pauwel-Kwak, de Karmeliet en de Malheur.

Een likeurbedrijf stookt Buggenhoutse jenever.
De hespen Superano, de Breughel, de Nec Plus Ultra en de Bosham zijn hamcreaties die internationaal werden bekroond.

Tenslotte wordt het Buggenhouts 'bosschijntje' aangeboden, een biscuittaartje gevuld en afgewerkt met krokkebazen (blauwe bosbessen) en een marsepeinen decor dat de Boskapel voorstelt.

Buggenhout is , en niet zonder enige trots, DE bosgemeente van Oost-Vlaanderen