·         Vriendelijke sfeer met veel lachende mensen.

·         Prijzen staan vast, vooral van transport en de toerist wordt niet afgezet.

·         Op de markt is onderhandelen wel nodig.

·         Echter, op de markt zijn ze zo ongeduldig dat ze in razend tempo omlaag gaan met de prijs.

 

Dinsdag 27 augustus 1996

 

Na een fantastische nacht vertrekken we met een bemo richting vliegveld. Alles loopt gesmeerd en op tijd dus nog deze ochtend landen we in het veel zonnigere Manado. Ook daar nemen we rustig en zonder al teveel onderhandelingen een bemo naar de stad waar we snel een heerlijk hotel vinden: Manado Bersehati Hotel. 

Hotel naar ons hart: Manado Bersehati Hotel

Echt een hotel naar mijn hart, gelegen in een rustig zijstraatje net achter de drukke hoofdweg.

Onze kamer ligt op de eerste verdieping. Via een buitentrap aan de voorkant van het hotel komen we op een mooie open veranda met bankjes, stoelen en tafels met ventilatoren aan het plafond. Door een smalle gang met aan beide zijden deuren vinden we onze kamer, klein, eenvoudig en met hele dunne wandjes. Vooral de veranda is een verademing, een heerlijke hangplek.

Met een super hangplek op de veranda boven

Woensdag 28 augustus 1996

 

Ondanks de dunne wandjes slapen we als bakstenen. Nog maar half wakker installeer ik mij in de hangstand op een luie stoel op de veranda, precies in de hoek zodat ik een mooi overzicht heb over het straatje onder mij en de veranda. Aan de andere kant zit een Indo de krant te lezen. Toeristen heb ik hier nog niet gezien. Een Indo met de onvermijdelijke teenslippers komt aangesloft met een bordje toast en een mok koffie en zet deze voor de Indo gast neer.

Hé, krijgen we hier ontbijt? En zit dat bij de prijs in?

“Tuurlijk”, alsof dat de normaalste zaak is in Indonesië. Oké, dan lust ik ook wel een koffie met wat toast.

Een minuutje of vijf later krijgt mijn gelukzalige relaxgevoel nog eens een extra duwtje in de rug als ik koffie met toast krijg en het zonnetje tussen de balken van het dak boven de veranda op mijn gezicht schijnt. Beneden mij komt een saté karretje voorbij, gevolgd door spelende kinderen. De koffie smaakt heerlijk. Het leven is perfect…

 

Later op de dag zwerven we wat door de stad heen. Manado is een weinig interessante stad die nog niet overspoeld is door het toerisme. Wel zijn er de wat luxere hotels, omdat het hier een aardig duikparadijs is wat rijkere toeristen aantrekt. Maar deze toeristen verdwijnen gelijk in een van de twee duikresorts net buiten de stad. Daardoor is de boulevard aan zee niet meer dan een brede stoep zonder restaurantjes, dure, lelijke hotels of nog erger kroegen en disco’s. Mooi gelegen aan zee heeft Manado gelukkig nog niet die nepsfeer van een Kuta in Bali, al heeft de plek zeker die potentie.

 

We faxen nog met huis en krijgen ’s avonds al een antwoordfax terug met onze financiële stand van zaken. Deze blijkt veel rooskleuriger dan verwacht omdat we nu al en vooral meer belastinggeld terug hebben gekregen dan we op hadden gerekend.

Nu gaan we zeker duiken hier.

 

De lokale eetkarretjes aan straat zijn anders dan we kennen. Bij navraag in ons hotel zijn het Martabak en Malabar karretjes waar ze grote pannenkoekachtige dingen maken. De vriendelijke manager weet stellig te vermelden dan het derde karretje aan de rechterkant vanaf de grote weg de beste is van heel Manado. Vast familie. We gaan erheen en bestellen een martabak. Een enorme pannenkoek van deeg, veel eieren en nog meer room met kaas en hagelslag smaakt heel goed, maar is ook heel zwaar op de maag. Met de biefstuk van Balikpapan nog vers in ons geheugen houden we ons in en eten niet al te veel.