Serie De Beesten

II – De Visjacht



Hoofdstuk 1. De Staatsgreep – Van God tot Vur

Hoofdstuk 2. Het Geheimenis van het Gouden Zwijn

Hoofdstuk 3. De Strijd Tegen de Sexualiteit van het Gouden Zwijn

Hoofdstuk 4. De OEROEMBOEL en de OEROEMBOELE

Hoofdstuk 5. De Spiraal

Hoofdstuk 6. De Verborgen Wortels van Jezus en Maria

Hoofdstuk 7. De Surinaamse Schandalen

Hoofdstuk 8. De Spiegel van LEBA

Hoofdstuk 9. De Verloren Surinaamse Stammen

Hoofdstuk 10. Achab en Izebel

Hoofdstuk 11. Het Grote Grieks-Romeinse Schandaal

Hoofdstuk 12. Het Alarm van de VUR

Hoofdstuk 13. De ANER

Hoofdstuk 14. De Cryptiek van de Koran

Hoofdstuk 15. Het Raadsel van Geld

Hoofdstuk 16. Op Zoek naar de Mierenkoningin

Hoofdstuk 17. De Cryptiek van Saul

Hoofdstuk 18. De Cryptiek van het Lam

Hoofdstuk 19. De Cryptiek van het Hindoeisme

Hoofdstuk 20. DE VAR – De Heilige Driehoek van Loon

Hoofdstuk 21. De Terugkeer tot het Land van NOD

Hoofdstuk 22. De Indologische Context van de Bijbel

Hoofdstuk 23. De Kern van Loon

Hoofdstuk 24. De Openbaring

Hoofdstuk 25. Het Heilige Gokpaleis

Hoofdstuk 26. De Isaak Code

Hoofdstuk 27. Essentiele Indologie I

Hoofdstuk 28. Het Huis van Bilha

Hoofdstuk 29. Essentiele Indologie II

Hoofdstuk 30. Essentiele Indologie III

Hoofdstuk 31. Het Amazone Alfabet

Hoofdstuk 32. De Orionse Ballingschap

Hoofdstuk 33. De Sinologische Sleutels Tot de Christelijke en Islamitische Apocalyptiek

Hoofdstuk 34. De Sinologie – De Brug Tussen Het Christendom en de Islam

Hoofdstuk 35. De Terugkeer tot de Moeder Anus

Hoofdstuk 36. Het Grote Soennitische Mysterie

Hoofdstuk 37. De Afgrond

Hoofdstuk 38. Het Grote Cryptische Geheimenis van de Soennieten en de Shiieten

Hoofdstuk 39. De Moeder van Ismael om Jupiter te Vervangen

Hoofdstuk 40. Simson en het Gehoorzamen van de Zuni Stam

Hoofdstuk 41. De Pentateuch

Hoofdstuk 42. Terug Naar de Orionse Bijbel

Hoofdstuk 43. Het Geheim van de Witte Steen

Hoofdstuk 44. De Diepere Betekenis van het Kruis

Hoofdstuk 45. De Verdonkering











Hoofdstuk 1. De Staatsgreep – Van God tot Vur


Het christendom is symbolische mythologie die absoluut niet letterlijk genomen mag worden.

In de maand van de visjacht gaat het om het leren wassen. De visjacht is een zone van groot onderricht : Wat is het wel, en wat is het niet. De mens komt zo in contact met het water, en leert negatieve energie te overwinnen, te transformeren, symbolisch voorgesteld als het vangen van een demoon-vis en het eten ervan om het te verwerken. Dit heeft niets te maken met de aardse visvangst, en is er op tegen. Het gaat niet om de jacht op vlees en bloed, maar om de jacht in de hemelse gewesten. Misbruik wordt zwaar gestrafd. Door de natuur is dit al ingebouwd. Aardse vis bezit kwik, één van de gevaarlijkste gifstoffen, en andere kankerverwekkende stoffen als die gegeten worden. Het is geen strijd tegen de dierenwereld, maar tegen de demonenwereld, de wereld van de valse en boze geesten in de hemelse gewesten. Laat dit duidelijk zijn, en een grote waarschuwing. Het gegeten dier zal met recht wraak zoeken, samen met zijn familie, en zal de vlees of vis eter hetzelfde doen toekomen wat hem is aangedaan, en erger. Met een gegeten demoon of boze geest zit dit anders. Ten eerste is het symboliek en niet letterlijk, alhoewel het dus wel gebeurt in de hemelse gewesten. Maar in de zin dat de hemelse gewesten en de onderwereld niet onderhevig zijn aan materiele wetten. Ten tweede is dit zelfverdediging en excorcisme. De visdemonen leven in de mens en vreten hem aan. De mens heeft dus het recht dit te transformeren en uit te drijven, en moet het assimileren om zo niet nog een keer slachtoffer te worden. Dit is een proces van evolutie, en de mens staat hierbij in goed recht. De mens mag terugnemen wat van hem gestolen is. Dit is dus het recht van zelfverdediging.


Er zijn parallel-werelden waarvan de realiteit waarin wij leven slechts cryptische afspiegelingen zijn. Daarom is de visjacht belangrijk om deze sluiers te verbreken en te verscheuren. Als we in moeilijke situaties leven, dan mogen we het woord PARALLEL zeggen, om even dingen van een andere kant te bekijken. Wij mogen tot de parallel-realiteiten komen en de oude realiteiten achter ons laten, juist door de visjacht. Het woord PARALLEL is dus een soort safe-word. Maar dit moet ondersteunt worden met de visjacht, anders komen we nergens.


De Ila's zijn de delen van Vur, deelwaarden en de manifestaties van Vur. God werd door de mens geschapen om de mens van de Vur af te houden, om een markt te hebben. Vur is de Ware God, Kennis. God is onttroont. De Vur leidt terug naar het paradijs, weg van de schaduw-realiteiten. Zo komen we dan aan bij een nieuwe anatomie in drie dimensies die door elkaar heenlopen :


negen levers

zeven magen

vijf tussendarmen


De vijf tussendarmen zijn tussen de dunne darm en de dikke darm, dus in totaal zeven darmen, om tot diepere verwerking te komen. De vijand haalde de tussendarmen weg, zodat een mens de blokkades niet zou kunnen verteren, om zo niet dieper te kunnen dromen. Het is een gevangenis, de gevangenis van de tweedelige darm, De oorspronkelijke zevendelige darm van het paradijs is dan een grote bevrijding. Dit is de eerste par-week hieroglyph van de maand van de visjacht : de giraf, die het symbool is van de paradijselijke darmen.


Dat wat het universum bewaakt is niet God, maar Vur, kennis. God is een vage term uit de oudheid, zoals Geest is, maar het gaat om de hogere kennis, het hogere bewustzijn. De volkeren sloegen elkaar met het woordje God, als een stok, als een machtsspelletje. De Ware VUR, de hogere, verborgen kennis, werd genegeerd.


De vijf tussendarmen (vanaf na de dunne darm gemeten tot aan het begin van de dikke darm)


  1. de ijsdarm – RAGNAROK – alles wordt geisoleerd hier, leegte.

  2. de melk-darm – ZOLT – hier is waar de valse man sterft en de nieuwe man tot geboorte komt, onderworpen aan de Vur. Ook de valse vrouw (naker) sterft hier, en de nieuwe vrouw staat op (oervrouw). Zonder deze darm kan de nieuwe schepping niet komen.

  3. de darm van duisternis – slaap/ leegte/ dood – vergetelheid/ reset

  4. de darm van instincten – sterke stralen

  5. de roze verbinding


II – de visjacht – THENEM


PAR week I
hieroglyph : giraf


Deze week-hieroglyph is dus het symbool van de paradijselijke darmen. Het sieraad van de grote Krurg, boven de strijd tussen leven en dood, gaat hier gewoon door. Dit zijn dus de emoties van de PRIMAS-Lokogamen, de sieraden van het lijden. De vijf tussendarmen worden hier in besproken.


1. GK 26 – JAKIS – de eerste tussendarm – de ijsdarm


Dit is het Scandinavische, Noordelijke, Vikkingen gebied, de RAGNAROK, de ijstijd, wat ook belangrijk is in het overwinnen van de valse gehoornden zoals de demoon-buffels, waarvan de gehoornde vikinghelmen een beeld van overwinning zijn.


2. GK27 – ZETTE – de tweede tussendarm – de melkdarm


Het ZOLT-gebied.


3. GK 28 – MAASLIM – de derde tussendarm – darm van duisternis


4. GK29 – TAS-LAMEN – de vierde tussendarm – darm van instincten


5. GK30 – NIKNEIT – de vijfde tussendarm – de roze verbinding


Roze is de kleur van de dromen.


De darm-hieroglyphen binnen de Grote Krurg gaan over in de hersen-hieroglyphen. Het paradijselijke lichaam heeft honderd eenenzestig hersenen, geheel door het lichaam verspreid, dus niet alleen in het hoofd. Dit is in de dimensie van de hersenen :


drie dimensies :


  1. intestinale dimensie (darmen)

  2. hersen dimensie

  3. hart dimensie


Alle andere lichaamsdelen en organen zijn onderverdeeld in deze dimensies.


6. GK31 – NARIT – de tweede hersenen – fallusbesturing


Deze hersenen zorgen ervoor dat de fallus geriemd of ongeriemd is, en bestuurd wordt, en regelt ook het slap en hard zijn van de fallus. Dit is dus een samenspel tussen de leegte en de vervulling. Bloed hoopt op en stroomt weer weg. Het is een brug tussen ijswerelden die zorgt voor nieuwe scheppingen.


7. GK32 – TZARTVONGEN – de derde hersenen – macht over beesten


Kan handig zijn in de jacht, maar elke macht moet verdiend worden en gerechtvaardigd zijn. Deze macht was gegeven aan de paradijs mens in Genesis 1 :


28 En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.


8. GK33 – TZARTVINGEN – de vierde hersenen – gebondenheid en ongebondenheid


Deze hersenen regelen all vormen van gebondenheid en ongebondenheid, ook dus weer belangrijk in het vrijkomen van valse bindingen. Die gebondenheid kan diep zitten. De shamaan moet soms helemaal door de huid heen om te komen tot een zekere gebondenheid, om die door de vierde hersenen weer te verwijderen. Deze hersenen zijn dus ook belangrijk voor het binden van de vijand.


9. GK34 – VESNIT – de vijfde hersenen – het leashen en unleashen


De leash is een trekriem, om de gebondenheid voort te trekken. Die kan aangedaan en verwijderd worden. Dit is waar de vijfde hersenen voor zorgen.


10. GK35 – VAKIN – de zesde hersenen – de onthoofding of scalpering


De demoon moet soms onthoofd of gescalpeerd worden in de symboliek. De zesde hersenen zijn de head hunters, om zo de vijand van zijn valse kennis af te scheiden. De demoon leeft zo voort als een vis, die gevangen moet worden. De demoon komt zo in een lagere dimensie waar er een diepere jacht op de demoon moet plaatsvinden. Zijn menselijke schil heeft hij verloren.


11. GK36 – RAKIN – de zevende hersenen – het afhakken van de benen


Wanneer symbolisch de benen van de demoon worden afgehakt veranderd de demoon in een kip. Symbolisch gezien kan de demoon dan niet meer reizen zoals hij deed, maar blijft op het jachtveld, totdat de kip wordt gevangen. Ook de amazones hakken de benen af van mannen in de symboliek en de mythologie, zodat zij niet kunnen ontsnappen en geen bedreiging meer vormen. Het doel hiervan is nieuwe geboorte in de baarmoeder. De man, de vijand van de amazone, wordt als baby geboren, als krijgsgevangene, en zal dan een matriarchische opvoeding krijgen in plaats van een patriarchische. Dat is een wereld van verschil. De afgehakte benen zijn dus een deel-realiteit.


Zo zijn we aan het einde gekomen van het sieraad van de Grote Krurg. Dit zal overgaan in een nieuw sieraad binnen de eerste parweek van de visjacht.



Hoofdstuk 2. Het Geheimenis van het Gouden Zwijn


Het nieuwe sieraad is de TAMULBOEGE, het sieraad van depressie. Dit zijn de SPAZUMEN-Lokogamen, boven de strijd tussen sex en oorlog.

De valse sexualiteit moet verbroken worden, en ook de valse oorlog.


12. T1 – RIKTLAN – de achtste hersenen – pitbul


De pitbul is het symbool van de handen. De RIKTLAN is de hemelse sexualiteit. Dit zijn biologische klokken. Kennis is altijd verbonden aan zowel het loon als de klok.


KENNIS – LOON – KLOK = hemelse sexualiteit


Dit is een oorlogswapen. Dit wapen wordt niet voortdurend gebruikt, omdat het verbonden is aan een biologische klok. Dit wapen is verbonden aan vele condities. De pitbul is hiervan het symbool.


13. T2 – SPANAK – de negende hersenen – zaadlozing


14. T3 – OEROEBOEGE – de tiende hersenen – tong als thermo-sensor


De tong moet getraint worden thermo-zicht te gebruiken, door middel van het onderscheiden van de temperatuur, bijvoorbeeld in de jacht.


15. T4 – OEROEBOEG – de elfde hersenen – fallus als snelheids-sensor


De fallus moet getraint worden om de snelheid te meten van pulserende vibraties, als snelheids-zicht, bijvoorbeeld in de jacht.


Hierbij zijn we aan het einde gekomen van de eerste par-week van de maand van de visjacht.



PAR week 2
hieroglyph : het gouden zwijn


We hebben hier te maken met een cultus, zoals de cultus van het gouden kalf. In de parweek van deze hieroglyph zal deze cultus worden besproken.





1. T5 – OEROEBOEL – de twaalfde hersenen – de anus als hardheids-sensor


Door het aanvoelen van hard-zacht ontstaat er een nieuw soort zicht, het hardheids-zicht.


2. T6 – OEROEBOELE – de dertiende hersenen – de tenen als zoet-zuur-sensor


Zicht ontstaande vanuit het waarnemen van de zoetheidsgraad en zuurheidsgraad.


3. T7 – OEROE – de veertiende hersenen – de witte orca


De orca is het symbool van de botten en tanden. De witte orca staat specifiek voor het beenmerg. Het bot is het symbool van de belasting, een beeld van tucht. Het amazone woord voor belasting is THENEM, wat ook de naam is van de tweede maand, de visjacht.


4. T8 – OEROEBOE – de vijftiende hersenen – de paardenfallus


Het paard is een cryptisch dier die zich niet aan de materiele wetten stoort. Het paard heeft lak aan het letterlijke. Het paard is verbonden aan het verbreken van de zegels, oftewel het vertalen.


Het paard is het symbool van de armen in de paradijselijke anatomie. Dit zijn fallische armen. De paardenfallus werd soms in het Germaanse en Vikingse heidendom aanbeden. De Vikingse fallische god is Freyr (Frey), wat Heer betekent. Zijn symbool is een grote beestachtige fallus wat geluk en bescherming zou brengen. Ook is zijn symbool het gouden everzwijn, wat ook zijn metgezel was, GULLINBURSTI (gouden borstels) of SLIDRUGTANNI (gevaarlijke slagtanden). Dit is een schepsel van de kabouters dat wonderen kan doen. Het gouden zwijn kan namelijk op water lopen, enorm snel gaan, en trekt de wagen van Freyr voort in de lucht, om zo de nacht te verlichten. Hoewel er een grote everzwijnen-cultus was rondom Freyr werd het everzwijn ook geofferd in het twaalf-daagse joelfeest, de voorloper van het kerstfeest. Dit wijst op de bloedoffercultus van het christendom waarin de geofferde god Jezus centraal staat. Jezus is in die zin het gouden zwijn van Freyr. Het gouden zwijn werd gemaakt door een varkensvel in een oven, bewerkt door kabouter magie in de Vikingse mythologie.


5. T9 – OEROEMBOE – de zestiende hersenen – de varkensfallus, zwijnenfallus


Juist doordat de mens steeds meer afweek van het paradijs, en de zestiende hersenen verloor, kon het gouden zwijn steeds meer macht krijgen. Freyr is de Heer van het oude Germaanse rijk. In de Germaanse taal werd hij FRO genoemd. Het joelfeest was aan hem gewijd, het feest van de Wilde Jacht. Dit was een offerfeest. De zwijnengeest probeert de tucht te ontlopen, en werkt dus nauw samen met de valse genade. De zwijnengeest is een spijbelgeest.


De zwijn is het symbool van sterven en tot leven komen, dus ook nauw verbonden met de fallus. De zwijn is dus het symbool van de opstandingskracht, maar in de hedendaagse religies is dit erg vervalst. Vandaar dat we de zwijndemonen en het gouden zwijn moeten overwinnen. FRO wijst helemaal terug naar het amazone woord VUR, de hogere kennis. VUR heeft de varkensdemoon en ook de buffeldemoon gedood.


De jacht is door cryptogrammen. Het is niet rechttoe rechtaan. Het is niet even van : 'Ja, we gaan op demonen jagen en een groot jachtsfeest vieren.' De jacht is literatuur. De jacht is een raadsel. Ook de stad is cryptogrammen van de wildernis. Vandaar dat de VUR is gekomen, het grote boek na de bijbel en de koran.


Aanbid je leven. Het is heilig. Aanbid je herinneringen. Ze zijn heilig. Het zijn cryptogrammen in de vorm van schilderijen.


Het varken is een beeld van de belasting-ontduiker, de tegenstander van tucht. Juist de tucht hebben we nodig om het cryptogram te zien. De belasting is een beeld van de tucht. De belasting is een cryptische beschrijving van synchroniteit en harmonie. De hieroglyph van de zwijnenfallus is de strijd tegen valse belasting. Belasting heeft te maken met het bottenstelsel, waar ook de tanden bijhoren. Hiervan is de orca het symbool. De orca staat voor het paradijselijke bottenstelsel, de paradijselijke tucht, wat terugwijst op de billen. Het billenbeest is dus in de diepte een belastingstelsel. Wij moeten het valse belastingstelsel overwinnen om tot het belastingstelsel van de hogere kennis te komen.


6. T10 – OEROEMBOEGE – de zeventiende hersenen – de bokkenfallus


De bok is een symbool van het letterlijke, het materiele, het dichte, het valse harde. In de bokkenjacht komt men tot het symbolische en cryptische. Ook is de bok de strijd tegen het valse cryptische, om zo te komen tot het letterlijke, materiele, dichte en harde van de hogere kennis, in samenwerking met de symboliek en cryptiek van de hogere kennis. Hiertoe zijn de zeventiende hersenen belangrijk, de bokkenfallus.


7. T11 – OEROEMBOEG – de achttiende hersenen – de runderfallus, buffelfallus


De rund is het symbool van de valse genade, het gouden kalf, als een strijd tegen loon. Wel is het zo dat er een strijd gevoerd moet worden tegen vals loon. In die zin is de runderfallus belangrijk.





Hoofdstuk 3. De Strijd Tegen de Sexualiteit van het Gouden Zwijn


Het gouden zwijn wat aanbeden werd voor de christelijke invasies is wat de Jezus-demoon in diepte is, en dus ook JOM. Het gouden zwijn heerst nog steeds over de volkeren, maar heeft nu een gezicht gekregen : JEZUS. Het gouden zwijn werd aanbeden als vruchtbaarheids symbool. Met het joel feest werden er altijd everzwijnen geofferd tot dit beeld en tot Freyr, FRO, de fallische god van de vruchtbaarheid. Het gouden zwijn heeft zijn eigen sexualiteit. Dit is de sexualiteit van de stad, de sexualiteit van JOM, die versnelde, valse veroudering brengt, om dit te leiden tot de grootouder-cultus. Het is het snoephuisje van de heks uit het Hans en Grietje verhaal. Dit snoep is puur vergif. De stadse sexualiteit van JOM, het gouden zwijn, is overmoedig.


Een groot mysterie in het boek na de bijbel en de koran, de VUR, is de heerin van de spelletjes, een vrouw genaamt Witte Laarzen. Zij is een groot mysterie in de literatuur. Om haar te leren kennen moeten wij komen tot het land van namaak, waar alles gesimuleerd is, alles in spelvorm is en verhaalvorm, zodat alles daardoor zachter is. De angel is eruit. Wij kunnen alleen tot haar komen als we loskomen van de sexualiteit van JOM, van het gouden zwijn. Witte Laarzen wil daarbij helpen. Zij komt om de sexualiteit te herstellen, die veel surreeler en subtieler is dan de valse sexualiteit van de stad. Sexualiteit is niet plat, maar is literatuur, vol met symboliek en cryptogrammen, niet rechttoe, rechtaan, maar een raadsel, cirkel benadering. Men maakt alleen contact door spiralen, zoals bloemen doen, niet rechtstreeks. Er gaan dus een heleboel filters komen.


Zij is ook de grote heerin van het speelgoed en de verhalen, de heerin van de literatuur, de boeken. Zij is de heerin van de kunst, en wij moeten komen tot haar bibliotheek en kunstmuseum. Wij moeten komen tot haar kermis, tot haar pretpark, waar het grote spel gaat beginnen, om er zo achter te komen dat we al in het grote spel waren. Zij is het begin en het einde ervan.


8. T12 – OEROEMBOEL – de negentiende hersenen – simulerende hersenen


Deze hersenen maken van alles simulaties, namaak, als beveiliging, en stellen zo hun strategieen op.


9. T13 – OEROEMBOELE – de twintigste hersenen – boekvormende hersenen


Deze hersenen vormen alles om tot boeken, plaatjes en films, om nog meer afstand te scheppen.


10. T14 – OEROEMBIJ – de eenentwintigste hersenen – het berekenen van de belasting


11. T15 – OEROEMBE – de tweeentwintigste hersenen – het berekenen van het loon




Hoofdstuk 4. De OEROEMBOEL en de OEROEMBOELE


De valse sexualiteit van het gouden zwijn is een vals belasting systeem wat mensen aanvalt en zielen ontvoert. Hierin hebben we ook te maken met de strijd tegen de belasting-kabouter. In deze strijd moeten de OEROEMBOEL en de OEROEMBOELE hersteld worden. Dit zijn de paradijselijke hersenen van het spelmaken en boekmaken van alles om ons heen. Ook de vijand gebruikt deze strategieen. Hierin hebben we een strijd te voeren tegen de spelmaker kabouter en de boekmaker kabouter.


Wij moeten uit een heleboel valse spelen en valse boeken ontsnappen waarin wij opgesloten zitten. Zo mogen wij komen tot de OEROEMBOEL, hersenen in de buik, die een spelmaker is. Sterke gele stralen komen vanuit die hersenen in de paradijselijke buik, om zo de vijand te simuleren en in een spel te brengen. Alles kan gemaakt worden tot een spel. De OEROEMBOELE zijn hersenen in de borstkas die dan alles brengen in boeken, plaatjes en films. Ook worden dingen daar omgevormd tot schilderijen, zodat er glas komt tussen de kijker of de lezer en het boek, de film of het schilderij. Zo kan er een wisselwerking plaatsvinden tussen deze twee hersenen. De OEROEMBOEL is de virtuele werkelijkheid, en de OEROEMBOELE is de literaire, beeldvormende afdeling, als een televisie, de verhalende scherm-werkelijkheid. Tussen deze twee hersenen is er een brug, waardoor er mengelingen plaats kunnen vinden, waarin vele graden zijn van realiteit en afstand.


Hierin mogen de belastingsberekening en de loonsberekening hersteld worden, twee belangrijke scanners, twee belangrijke paradijselijke hersenen : de OEROEMBIJ en de OEROEMBE. Dit is een geheel nieuwe, paradijselijke matrix. Deze vier hersenen werken nauw met elkaar samen. De OEROEMBIJ zijn linker arm hersenen, de belastingsscanner, en de OEROEMBE zijn rechter arm hersenen, de loonsscanner.


In de strijd tegen de belasting-kabouter, de valse belasting, hebben we de hieroglyph van de everzwijnenfallus nodig, de OEROEMBOE. In de strijd tegen de loon-kabouter, vals loon, hebben we de hieroglyph van de runderfallus, buffelfallus, nodig, de OEROEMBOEG.




Hoofdstuk 5. De Spiraal


12. T16 – OERGOEMBE – drieentwintigste hersenen – bananenspin


De Braziliaanse bananenspin brengt verlamming en erectie. Dit is wat het gif doet door een beet. Daarom wijst deze spin terug naar een paradijselijke situatie. Het aardse spierenlichaam wordt door deze spinnen uitgeschakeld, terwijl het mannelijk lid oprijst. In het paradijs is het lichaam namelijk bestuurt door het fallische systeem, niet door het spier-systeem. Deze spin is dus de poort tot het paradijselijke lichaam. Het gif zorgt ervoor dat het stadse lichaam niet kan opstaan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het spierse zenuwstelsel van de stad, en het fallische zenuwstelsel van het paradijs. De spin zelf is het symbool van de paradijselijke zenuwen.


13. T17 – OERGOEMBE – vierentwintigste hersenen – temperatuur-regelaar


Dit is de vulkanische activiteit in het paradijselijke lichaam.


14. T18 – OERGOEMBIJ – vijventwintigste hersenen – afstands-zicht


Meer overzicht en inzicht krijgen door meer afstand te nemen.


15. T19 – OERGOEMBIJE – zessentwintigste hersenen – cirkel-zicht


Zicht te krijgen door iets te omcirkelen, door cirkelend dichterbij te komen, of cirkelend afstand te nemen. Dit proces wordt ook in de VUR beschreven. Ga door alle graden van de cirkel van iets en neem dan de afslag naar een dichtere cirkel of een ruimere cirkel, als in spiralen. Elke graad geeft weer nieuw inzicht.


Zo zijn we aan het einde gekomen van de tweede parweek van de visjacht.







Hoofdstuk 6. De Verborgen Wortels van Jezus en Maria


Jezus en Maria verwijzen terug naar de Hebreeuwse IYSH, de vechtslaaf, en de Aramese MARA, het woord voor God, de Bezitster. Ook Samuel werd in die zin aan de MARA verkocht in het OT, wat in de Openbaring terugkomt als de vrouw op het beest.


De MARA, de slavenhouder, gaf geboorte aan IYSH in een stal, als een symbool van de amazone die geboorte geeft aan vee, zoals dit ook in de Amazone mythologie gebeurde. Zij kunnen geslachtsgemeenschap hebben met vee, en ook geboorte geven aan vee, als onderdeel van de veehouderij van de gnosis.


Ook in het OT komt dit symbool terug waar Hannah haar zoon Shama-al verkocht aan de MARA wat werd bezegeld door het slaan of offeren en slachten van vee, als beeld van de vee-verkoop. In het NT is Hannah het wortelwoord van Johannes, ook van Johannes de Doper. In de Griekse wortels is de doper de wasser en degene die de oorlogsverf op de huiden brengt. Ook is de doper de overweldiger. Johannes de Doper is in de evangelieen verbonden aan de onthoofding, de scalpering, wat laat zien dat HANNAH het kind scalpeerde, tot slavendienst aan de MARA. De scalpering is een beeld van de gebondenheid aan de amazone, het doen gehoorzamen door de gnosis, Vur.


In de Openbaring wordt de Shama-al door Hannah verkocht aan de vrouw op het beest. Deze vrouw onderhandeld met de 'koningen van de aarde', de basileus, wat de voeten zijn in de Griekse wortels. Deze koningen zijn namelijk een deel van haar. De vrouw onderhandelt met haar eigen voeten, de voeten van de aarde, de ERETS, de onderwereld (Hebreeuws). De voeten zijn hier dus een beeld van de economie van de amazones, de hogere economie van de gnosis, Vur. De vrouw op het beest zit aan vele wateren in de wildernis. Ook Johannes de Doper ging tot de wateren van de wildernis, om daar te dopen. Dit is in de wortels dus HANNAH de Overweldiger. De doper is in de Griekse wortels ook de vervuiler, die de huiden bedekt met modder van de wildernis. Zij verkocht hen aan de vrouw op het beest.


HANNAH leidt tot de MARA, Maria, de vrouw op het beest, de moederschoot voor de geboorte tot vee. Johannes de Doper wees op Christus, de CHASMA, die geboorte gaf aan de IYSH in de stal, als een beeld van het geboorte geven aan vee. In de openbaring voedt de vrouw op het beest op tot de arena. Johannes de Doper was de terugkeer van Elia die zou terugkomen om de kinderen terug te brengen tot de moederschoot in de grondtekst. Elia, L, is Lea. Elia, LEA, zorgde ervoor dat de olie, een beeld van woede, niet meer op zou raken. Woede, arena, is DOWD, het wortelwoord van David. Dit wordt door de Westerse kerk slap vertaald in : liefde. De CHASMA wordt in stand gehouden door de woede, de arena, DOWD. Dit leidt helemaal terug tot SARA, degene die woede opwekt voor de arena, en waardoor de CHASMA bestaat, als zijnde eeuwige wetten.


In Spreuken 11 : 22 wordt onverstand en onbegrip, het niet willen luisteren, beschreven als een ring over de APH, het hart, van een zwijn, of in het Aramees kan dat ook een varken zijn. In het Aramees is de APH ook een slot. Wij moeten de valse APH overwinnen om verder te komen. Dit is dus een zwijnenjacht, waarin we het hart van de zwijn moeten bemachtigen. In de varkensjacht moet het hart van het varken gegeten worden.


: 23 – Het eten van het zwijnenhart brengt kracht van beyond, moed, heilige arrogantie, vruchtbaarheid, kracht tot slavendrijverij. Dit gebeurt in de RASHA-stam, de heilige vijandigheid, de lawaaimakers, de overwinnaars, het tuchtigen van de verslagenen, het loon van de rechtvaardigheid. RASHA is de heilige onrechtvaardigheid.


In het Hebreeuws is de heilige misdaad het leven door bloed, verbonden aan woede en rebellie. De RASHA stam heeft de macht tot het binden. In het Aramees is dit verbonden aan de genitalien.


: 24 – Zij hebben een hoge zaadproductie om in te nemen, te belegeren, om zo de vijand uit te hongeren.


: 25 – Zij worden ingesmeerd met het vet van het geslachte vee.


Yechezqel 39



19 Tot verzadiging toe zult gij vet eten, tot dronkenschap toe bloed drinken van het slachtoffer dat Ik voor u geslacht heb.



Spreuken 11 : 20 – Zij die sexualiteit gebruiken om de vijand te vernietigen zijn als genitalien.


Psalm 37 : 20 – Maar de RASHA stam zal rondtrekken (abad), en hun vijanden (ook : de vijanden van MARA) zullen zijn als het vet van lammeren.


Het wortelwoord van het Hebreeuwse woord voor genade is belegering. Genade is dus een oorlogsstrategie in de Hebreeuwse diepte, opgesteld door de amazones als een valstrik. Zo kunnen wij de hele Jezus Christus cultus van de genade zien. Genade is een oorlogswapen. De ware genade is alleen gebaseerd op loon. De RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad.


Psalm 37 : 32 – De RASHA stam bespioneert het systeem van stadse wetsgeleerdheid en zoekt het te slachten.


De RASHA stam is een grote vijand van de valse David, die vaak door hem genoemd werd. In vers 35 in het Hebreeuws en Aramees kreeg David een visioen van de RASHA stam in grote macht, grote tyrannie, die de wereld zou overspoelen als natives (indianen). RUSLAND, RUSSIA, is een anagram van de RASHA stam, die nog steeds de cryptische geheimen van deze stam verborgen houdt. De RASHA stam heeft de goden van de stad verworpen. Zij zijn sterk anarchistisch en atheistisch in hun rebellie tegen de stad, maar zij zijn volgelingen van MARA, de vrouw op het beest. Zij leven door de gnosis, door VUR. In vers 36 zag David dat zij een nomadische stam waren. Zij trokken verder en niemand kon hen nog vinden. In het Aramees betekent dit dat zij niet meer overwonnen konden worden.


In vers 37 wordt de RASHA man de perfecte slaaf, IYSH, genoemd, de volmaakte man die tot Shalowm (Salomo) reikt, het beeld van loon in de worteltekst (shalam). Dit is ook de oorlogsgroet.


In Psalm 119 : 61 zijn de RASHA stammen de recorders van de tucht, die alles vastleggen op tabletten in hieroglyphen. Ook zijn zij de meters in het Aramees.


Genade, CHANAN, is belegering in de Hebreeuwse worteltekst, CHANAH, de moeder van Samuel, en het wortelwoord van Johannes in het NT. Ook is dit de arena, en het wonen in tenten, in kampen.


In Jesaja, IYSH-YAH, IYSH-MARA, de vechtslaaf van Mara, in 57:20 is de RASHA stam als een gescheiden vrouw. Zij hebben hun voeten vuil gemaakt in de wildernis, in de modder van de onderwereld, om zo los te komen van de stad.


In het paradijs, in het boek Genesis, is de man van het zwakke geslacht, om zo niet in opstand te kunnen komen tot de moederschoot, zijn diepe bron. De vrouw kwam namelijk voort uit de rib van de man, wat in de worteltekst de TSALA, kreupel worden, verlamd raken, spasme, epilepsie is. Ook betekent het buigen. De man boog voor de vrouw, die hem moest leiden. Iedere man heeft deze moederbron in zichzelf waaruit hij moet leven. Hiervan is Yaakob ook een beeld die kreupel werd geslagen door de Heerin, als een teken van gevoeligheid voor de moederschoot.


Ook de slang is een beeld van de kreupelheid en de grote verlamming, omdat de slang geen poten meer had na de val in het paradijs, oftewel terugkeerde tot de paradijselijke afgrond van leegte, de paradijselijke verlamming, de eeuwige rust, waar alles uit voort komt. Zo kwamen Adam en Eva van de tuin tot de wildernis. Dit is een wisselwerking.


In het NT wordt agape, liefde, beschreven als het grootste doel. In het Grieks is dit ook de feesten. AGAPE is een anagram van het Griekse APAGO, het wegleiden tot gebondenheid, gevangenschap en tucht, als een leash.



Hoofdstuk 7. De Surinaamse Schandalen


De vissenjacht is de voorbereiding op de kippenjacht.


Het grote SAT mysterie moet doorvertaald worden in de Surinaamse grondtalen. Het Egyptische SAT, SETH, WA-SETH, een grote godin van de jacht en de wildernis, als een beeld van de baarmoeder, wijst terug op de SETI, SETI WINTI. De winti's zijn in Suriname de tussengoden. De SETI openbaart de veren, als status-symbool in de kippenjacht. Deze veren zijn trofeeen die als sieraden en wapens worden gebruikt. Zij geven de drager een zekere macht, of stellen deze onder een zekere amazonische macht. De SETI is een KUMANTI WINTI, die de luchtgoden heeft overwonnen. De SETI is de lucht die tot bloed is geworden, als de heilige adem. In dit opzicht is de SETI verbonden met de longen, waarvan de haaien een beeld zijn. De haaien wijzen terug op de paradijselijke longen.


In de Surinaamse natuurreligie zijn de winti's de natuurgodinnen. Eén daarvan is LEBA, LEBA WINTI, een godin van de aarde, een vertalende godin van de sociale banden, en ook is zij een oorlogsgodin en godin van de jacht. Dit is waar Leah naar terugwijst. In de grondteksten was Jakob de slaaf (IYSH, vechtslaaf) van Leah, in de zin dat Leah zijn godin was. In die zin is Jakob dus de slaaf van LEBA.


In de grondteksten was Yaakob de slaaf, iysh, vechtslaaf, van vier vrouwen. Het is belangrijk hen door te vertalen :


  1. BILHA

  2. LEAH – LEBA

  3. ZILPA – zij die doet huilen – Egyptisch : THENEM, belasting


THENEM, de godin van de geboorte. De THENEM is de eerste melk in de borsten na de geboorte. THENEM betekent : aan het wenen maken. THENEM is de godin van het wenen, ook van het wenen van de pasgeborene. THENEM betekent ook verstoting, verwerping, afwijzen. Zij is dus ook een grote scheidings-godin, en zij die Haar kind verwerpt. Ook is Haar naam verbonden aan het offeren en slachten. Zij is ook een beeld van de vrouw op het beest. THENEM is ook de godin van de vissenjacht.


  1. RACHEL – beweging, tijd – TEMET


In de Westerse vertalingen wordt vaak een negatief beeld gegeven van Leah, terwijl in de grondtekst Leah de meesteres, heerseres, bezitster, van Yaakob was, als een beeld van de godin. Yaakob probeerde te ontsnappen van Leah, LEBA, en vocht met haar. Zij was door hem gevreesd omdat zij in de grondtekst streng was, hem zwaar tuchtigde en hem zwak maakte. Dit is een beeld van de strijd tegen de amazones op Pniel. LEBA (Leah) was degene die hem brak op Pniel. Zij zorgde ervoor dat zijn spieren slonken.


Zowel in Egypte als in Suriname waren er schandalen die ervoor zorgden dat de Moeder godin in discrediet werd gebracht.


De Surinaamse schandalen :


I – De demonisering van de Surinaamse oorlogsgodin BAKROE


Zij werd onder invloed van de stad meer en meer bestempeld als een kwelgeest, een duivel, en als kwelkabouters, de bakroes, plaaggeesten. Zij was oorspronkelijk een godin wiens tucht zij niet wilden. Suriname zit vol van anti-tucht geesten en valse tucht. Zij wilden de oorlogsgodin afsluieren, met name in het stadsdeel, terwijl indiaanse stammen haar nog gewoon vereerden als godin, zoals ook in Afrika. BURUKU is de Afrikaans-Ghanese godin van de schepping en van de maan. BUK is een Sudanese riviergodin en godin van de vissenjacht, zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Zij is de bron van het leven.


II – De demonisering van de Surinaamse moeder aarde, APUKU


Ook deze Surinaamse godin werd gedegradeerd tot een lage godheid, tot een slaaf van valse winti's, en werd vaak als kwaadaardig bestempeld. Zij openbaart zichzelf soms als een indiaanse vrouw met een sprei. Zij schermde indiaanse vrouwen af van verkeerde mannen, wat haar door de boze geesten van die mannen niet in dank werd afgenomen. Zij vormde een bedreiging voor de mannelijke suprematie.


In die zin moeten deze Surinaams-indiaanse wildernis godinnen hersteld worden :


  1. WINTI – natuurgodin

  2. LEBA – jachtsgodin

  3. BAKROE – oorlogsgodin

  4. APUKU – moeder aarde


Zij hebben hun raakvlakken en zijn allemaal winti's, natuurgodinnen van de hogere kennis. Zij zijn verbonden aan de baarmoeder, de hel, de HULDRA, wat in het Scandinavisch 'het verborgene' betekent. Zij zijn de oergodinnen van de onderwereld.




Hoofdstuk 8. De Spiegel van LEBA


De Yoruba stam in het Nigeria en Benin gebied van Afrika hebben BURUKU, BUKUU (Bakroe) als hun oorlogsgodin, die ook in Brazilie en Suriname is. Zij beschermt en bekrachtigt vrouwen, en is de vruchtbaarheidsgodin van leven en dood.


BAKROE werd in het Romeinse rijk vermannelijkt tot BACCHUS, de god van wijn en dronkenschap, DIONYSUS in het Griekse rijk, de gekruisigde, de ezelrijdende god, wat het fundament werd voor de Jezus-cultus van de illuminati.


In Suriname werd BAKROE al snel verkleind voorgesteld als een kwelkabouter met een groot hoofd, half van hout, half van vlees.


Dit zijn twee grote Surinaamse schandalen :


III – de vermannelijking van BAKROE

IV – de verkleining van BAKROE


Door de verkleining van BAKROE pompt de gevallen, verdorven man zichzelf op, om zich in de stad op te stellen als een god. Dit is een zware zonde waarop de illuminati is gebouwd.


Afrika draagt een groot geheimenis van de honger om de mannelijke suprematie te verbreken. Alles gaat hier terug naar de baarmoeder.


Ook JOM heeft haar wortels in Afrika. Zij ontpopte zich daar als de godin van de zee, Yemaya (YOM). In Brazilie is zij ook bekend als LEMANJA. Ook kwam JOM tot het Afrikaanse volk als OSHUN, de godin van de liefde. In Zuid-Amerika is zij ook bekend als OXUM, OXYOM. Zij stal de magische spiegel van vertaling van de Surinaamse godin LEBA. In de VUR wordt deze spiegel weer op zijn plaats gezet. Dit is boek 89.


2. De wildernis schuilt achter het touw


5.Het raadsel van het touw als de muren van de stad,
Niemand zal de wildernis binnengaan


12.Het grote nooit zit op de troon,
Regerende met ijzeren stok

13.Het grote altijd is een dunne draad hangende over de rivier,
Zij die zoeken zullen niet vinden


De Afrikaanse hemelgodin OLORUN, die steeds meer vermannelijkt werd, zond een touw vanuit de hemel tot de wateren, en een kip met wat zand. De kip verspreidde het zand over de wateren, waar land ontstond. Dit is een Afrikaans scheppings verhaal. In die zin kunnen we alleen door het touw komen tot het Afrikaans-Surinaamse paradijs. Het touw is een beeld van de heilige gebondenheid en slavernij. De Nigeriaanse-Beninse godin OLORUN zond hiervoor de wildernis godin van de schepping, OXALA, die ook vaak vermannelijkt werd. OXALA wordt soms gelijkgesteld aan Christus (Chasma) of Maria. OXALA is een baarmoeder godin die ook behoort tot verschillende Braziliaanse religies.


In Afrika is OXOSSI de jager en de slaaf, als een jachtslaaf, die in Braziliaanse religies soms gelijk gesteld wordt aan Sint Sebastiaan, die de marteldood stierf doordat hij door pijlen werd getroffen, of naakt aan een paal was gebonden daarvoor. In de Amazone mythes werden zij die bestemd waren jachtslaven te worden eerst als jacht-targets gebruikt voor jacht-oefening. Als zij hier levend doorheen kwamen, dan werden zij jachtslaven. In die zin lopen OXOSSI en de IYSH parallel.


De geest van Afrika is genaamd IRZI, een albino geest, de oudere zuster van JOM. Zij staat voor ontvaring, als tegenovergestelde van ervaring. Ontvaring is gebaseerd op van horen zeggen, niet op persoonlijke ervaring.


Er zijn een aantal Afrikaanse schandalen :


  1. De vermannelijking van de godin OLORUN

  2. De vermannelijking van de godin OXALA

  3. Het stelen van LEBA's spiegel door OSHUN en YEMAYA (JOM)

  4. Het vervangen van LEBA door OSHUN en YEMAYA



Hoofdstuk 9. De Verloren Surinaamse Stammen


Een oud kinderlied :

Witte zwanen, zwarte zwanen,

wie gaat er mee naar Engeland varen?
Engeland is gesloten,
de sleutel is gebroken.
Is er dan geen smid in het land,
die de sleutel maken kan ?
Laat doorgaan,
laat doorgaan,
wie achter is moet voorgaan.


Genesis 3 : 16.

Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart

zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.

De man ging heersen over de vrouw door deze vloek, door de zondeval. De man werd door deze vloek sterker dan de vrouw.


Genesis 3 : 15


En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad (het zaad van de slang, de penis) en haar zaad (vagina); dit zal u de kop vermorzelen (besnijdenis) en gij zult naar haar billen verlangen, en haar billen (AQEP) zullen u ten val brengen. (Hebreeuws, Aramees)


Deze profetie wordt vervuld in de Engelse Mythologie waarin de Ierse oorlogsgodin en godin van vruchtbaarheid, sexualiteit, MACHA, de mannen van Ulster vervloekt.


De man van MACHA schept op dat zijn vrouw harder kan lopen dan de paarden van de koning van Ulster. De koning van Ulster hoort dit en laat de man in een kerker werpen. Hij wordt ter dood veroordeeld vanwege de belediging, maar als MACHA echt harder zou kunnen lopen dan de paarden van de koming dan zou hij vrijgezet worden en leven. Alle mannen lachten de man van MACHA uit. MACHA is op dat moment hoog zwanger, maar rent toch harder dan de paarden van de koning, en bevalt dan van een tweeling. Toen vervloekte zij de mannen van Ulster met dat zij zwakker zouden zijn dan vrouwen (In sommige versies zou deze vloek negen keer negen generaties duren). Zo werd de oude bijbelse vloek van mannelijke suprematie omgedraaid. MACHA is ook de godin van de head-hunters, de scalpering.


AQEP is in het Hebreeuws zowel de voeten als de billen, die de slang ten val zullen brengen in de profetie van Genesis 3:15. Het zijn de voeten en de billen van de amazone, de paradijselijke vrouw, die zullen komen als een oordeel. In het Grieks is dat de komst van de AGAPE, wat slap in liefde wordt vertaald, maar wat ook feesten betekent, en wat een transliteratie en anagram is van AQEP, de billen. De billen en de baarmoeder zullen komen, de AQEP, als een verwoester.


AQEP is in het Egyptisch dubbel, de dualiteit, als de wortel van de AKEBU, de huilende, verbroken mannen. Juist door de dualiteit komt de man tot de traan, wat een poel des levens is. De dualiteit wordt uitgebeeld door de billen van de Amazone, de heilige verstrikking. De valse natuur moet verstrikt raken, om zo tot verbrokenheid te worden geleid, zonder te kunnen ontsnappen.


De PER-QEBH is het tranenmeer in de onderwereld.


De billen zijn verbonden aan de afgrond en het water. BOANN is de Ierse rivier-godin, de godin van vruchtbaarheid. Ook is zij een oorlogsgodin. BOANN kwam tot de verboden bron van kennis, waardoor de vloed kwam, en een rivier tot de zee. Je moest eten van de vis in deze bron om kennis te ontvangen. JOM komt veel opdagen in de Engelse mythologie, zoals in de vorm van de godin BADB, de kraaiengodin van de oorlog. Door tot BOANN te komen zal de kop van JOM afbrokkelen, wat ook weer een vervulling is van de profetie van Genesis 3:15. Dit gaat dus om de besnijdenis. JOM is de voorhuid die eraf moet.


CORRA, KRA, is de Schotse godin van de profetie en van het voorspellen, de aankondiger. Zij is de Ierse godin van de slangen, de penissen. KRA is de Levitische kennis.


De billen zijn een teken van het water, van de sappen van de baarmoeder, de eeuwige tucht, als de AQEP-AGAPE. De billen wijzen dus op de visjacht om hierdoor kennis te vergaren.


1 Joh. 3


1 Ziet, welk een AGAPE de Moeder op ons heeft gelegd, dat wij kinderen van de Godin genoemd worden, en wij zijn het ook. Daarom kent de stad ons niet, omdat zij Haar niet kent.


Ook in het Hebreeuws is liefde, AGAPE, verbonden aan de baarmoeder. AGAPE is de Griekse transliteratie van AQEP als een anagram, en staat voor de billen. In de VUR jaagt de baarmoeder, de Duizen, op ons. In dit vers hebben de billen ons overweldigd waardoor wij opnieuw geboren worden als Haar kinderen.


Efeze 3


19 en te kennen de AGAPE, AQEP, billen, van CHASMA, de afgrond, onderwereld, baarmoeder, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot alle volheid Gods.


Efeze 4 (Hebreeuws)


2 met alle depressie en vernedering, met volharding, en hardheid, in AGAPE-AQEP, de baarmoeder, billen.


De AQEP is een arena.


In de Keltische mythologie is er de zoektocht naar de heilige graal, de heilige beker, wat oorspronkelijk een toverketel was. Nog steeds was het een toverketel van overvloed en wedergeboorte. De enige ridder die de graal in zijn geheel zag en vasthield was GALAHAD, een transliteratie en anagram van GALATEN. De Galaten waren Keltische stammen. GALATEN was een corrupte voortzetting van de stam ISSASCHAR, terwijl ISSASCHAR een corrupte voortzetting was van de Surinaams-Amazone stam HATI, wat helemaal terugverwijst naar de oorspronkelijke Surinaamse Amazone stam de HITI, die aan de rivier van het verdrinkingsoffer woonden. De heilige graal, de toverketel, is een symbool van de moederschoot van de amazone. Door de speer van bloed die GALAHAD ontving vanuit de graal kon hij kreupelheid en verlamdheid genezen, wat ook weer de symboliek is van de de rijzende fallus.


In de toverketel, de moederschoot, worden de tien stammen teruggeleid tot hun Surinaamse Amazone oorsprong :


  1. ISSASCHAR – HATI – HITI

  2. LEVI – LERI – LEBA

  3. JUDA – FETI – TAANAAT

  4. BENJAMIN – PLISIRI – APUKU

  5. GAD – KILI – TAGA

  6. NAPHTALI – HONTI – BAKROE

  7. MANASSE – WIWIRI – WINTI

  8. ASER – BADA – VOYBA

  9. RUBEN – OBIA – BILHA

  10. ZEBULUN – SRANGA – REBEKKAH


Dit zijn de verloren stammen van Suriname die door de toverketel, de heilige graal, weer terugkomen.


De Walesche koning van de onderwereld, ARAWN, is een groot raadsel. ARAWN wijst op AARON, RN, het omgekeerde van de NA'AR, NR, de slavenjongens. Door de NA'AR om te draaien ontstond AARON, de maker van het gouden kalf, om zo slaven van de illuminati te maken. AARON leidt in het Grieks terug naar de ARREN-AIRO, de visserij, van man tot jongen worden. AARON bedekte zo de visserij en de paradijselijke verjonging, waardoor de valse veroudering en de mannelijke suprematie zijn intrede deden. Door AARON, ARAWN, de koning van de Keltische onderwereld, kwam de mensheid onder een grote vloek en betovering.


De Spreuken van Shlomoh (Salomo) is om YADA, doctrine, te schenken aan de TLE, TALYA, slavenjongens, NA'AR. We zien in het Oude Testament dat de archetypes vaak slaven had, en dit kunnen we esoterisch alleen begrijpen, wanneer die archetypes 'delen van de Heerin' zijn. In die zin zijn het dan slaven van de Heerinnen. Het boek Spreuken was geschreven voor zulke slaven, om YADA te ontvangen, doctrine, om PELA te verstaan, symbolen en enigmas, om YAYU/ YAYUTA te ontvangen, letterlijk : sieraden voor het 'mannelijke' geslachtsdeel, oftewel sieraden van de goddelijke verlamdheid (in het boek Iob zijn sieraden wapenen, werktuigen, gerei van overwinning, promoties). In het boek Spreuken wordt bestraffing en kastijding gezien als het inbrengen of inprinten van het testament, PUQDAN, PUQDANA. De slavenjongens worden opgeroepen om te leren luisteren. SLY betekent iets buigen (goddelijke verlamdheid), oor, luisteren, een net uitspreiden, een valstrik zetten. Het begint dus in de goddelijke verlamdheid waarvanuit we het Woord van de Heerin moeten ontvangen, wat ons zal vangen, gevangen zal nemen, en wat wij dan later weer in de goddelijke jacht kunnen gebruiken. Dit is dus ten diepste een jagers-opleiding. EUDN/ EUDNA is het oor, maar tegelijkertijd de vagina in het Aramees. In het boek Hooglied is de schoot omzoomd met lelien/ krijgsgejoel.


2 : 3 – Hef je lied, QAL, QALA, op om te kunnen verstaan.


NY = opheffen van lied, horen en gehoorzamen, en SUKKAL ontvangen, kennis, zintuig.


Door honger en vasten mogen wij smeken om het bloed van de vijand. Wij moeten ernaar streven het bloed van de vijand te ontvangen. Wij moeten een heilige bloedlust hebben, en strijden tegen de vijand. De vijand moet als vee gefokt worden, door de wetten van transformatie. Om hiertoe te komen moeten we naar de NABA gaan, de heilige slavernij. De slavernij werkt door honger. De slavenoorlog wordt door verhongering opgewekt. In deze maatschappij hebben we geleerd te consumeren, zoveel te consumeren, dat we zo het pad nooit zullen terugvinden. We zijn hieraan gewend, maar we zijn gevangenen. We moeten wakker worden, en terugkeren tot de honger, ondanks alle pijnprikkels. We moeten de tucht weer gaan waarderen en toelaten. Honger is de status van de goddelijke verlamdheid, wat resulteert in de slaven-geboorte, de NA'AR. Wij moeten streven naar deze geboorte.


Dit alles komt voort vanuit de SAPPIL, de Wet van de DUKKA, de wet van de heilige slachtplaats.


Gnostisch gezien leidde de goddelijke vrouw de man tot de kennis en de NA'AR, om tot de slavengeboorte tot de Heerin te komen. Het gaat er dus om met welke vrouw je meegaat. Door de NA'AR blijft de goddelijke vrouw, het wapen, de man besturen. De gevallen man greep het wapen en bestuurde het wapen, maar het wapen zelf bezit de strategie. Wel moeten we tot het juiste wapen komen. Romantische verhoudingen met wapens kunnen verkeerd aflopen. Zoals in de dagen van Noach eten, feesten en huwen de mensenkinderen met vrouwen, vergetende dat het oorlog is, en dat ze een taak uit te voeren hebben. Vaak hebben we te maken met de gevallen zonen Gods die op zoek zijn naar de 'dochters der mensen', een ander gevallen demonisch geslacht, en dit allemaal om de mensheid van de taak af te houden. In de grondtekst was Yaakob een slaaf met vier meesteressen. Ook 'Heere' is in het Aramees 'meesteres'. Het wapen is de meesteres over de man, zodat het wapen de man leidt in de oorlog, niet andersom.


Wij moeten ARAWN, de Keltische koning van de onderwereld, AARON, RN, overwinnen om zo te komen tot de NA'AR, de NR.


De halsketen, ANAQ, hield hen in de goddelijke verlamdheid, als eeuwige kinderen, NA'AR (mannelijk), en NARA (vrouwelijk). De ANAQ is daarom een belangrijke sleutel tot het rijk der kinderen en tot Yaakob, de verbrokene, 'hij die onder de voeten is', als eerstelingen, als druiven voor de persbak.


Deze slavernijen gingen vaak zo diep dat de heilige gebondenheid volkomen was, en het vuur, de URIM, hen zo had vervuld dat ze niets anders konden doen dan wat de Heerinnen hen ingaven. Door de MOWED werden ze opgeroepen om door de tent te leven, de OHEL, en door door de SHAMA hoorden en gehoorzaamden ze. Zo niet, dan zouden ze een slaaf van de afgoden worden.


In Lev. 1 : 10 wordt duidelijk dat vijandelijk vee alleen maar 'door de tamiym' geofferd kon worden, betekenende 'wanneer het compleet is', en ook 'alleen door slavernij', in de zin dat degene die ritueel offert een na'ar is, een heilige slaaf, anders zouden er fouten gemaakt kunnen worden.


Ook Ismael wordt een NA'AR genoemd, een slavenjongen.


Zacharia 13



1 Te dien dage zal er een bron ontsloten zijn voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem ter ontzondiging en reiniging. 2 En Ik zal te dien dage, luidt het woord van de HERE der heerscharen, de namen van de afgoden uit het land uitroeien, zodat niet meer aan hen gedacht zal worden; ook de profeten en de onreine geest zal Ik uit het land wegdoen. 3 Wanneer dan nog iemand als profeet optreedt, zullen zijn vader en zijn moeder, die hem verwekt hebben, tot hem zeggen: Gij zult niet blijven leven, omdat gij leugens gesproken hebt in de naam des HEREN; ja, zijn vader en zijn moeder, die hem verwekt hebben, zullen hem doorsteken, wanneer hij als profeet optreedt. 4 Te dien dage zullen de profeten beschaamd staan, ieder om wat hij schouwt, wanneer hij als profeet optreedt, en zij zullen geen haren mantel aantrekken om leugens te vertellen. 5 Maar ieder zal zeggen: Ik ben geen profeet, ik ben een man die de akker bebouwt, want iemand heeft mij gekocht in mijn jeugd. 6 En als men tot hem zegt: Wat zijn dat voor wonden tussen uw armen? dan zal hij zeggen: Daarmee ben ik geslagen in het huis van mijn vrienden.



Letterlijk staat er : 'Ik ben geen profeet, maar een iysh, een slaaf, om vee te houden, sinds bloedvergiet (adam, DM) mij gekocht heeft als jonge slaaf, na'ar, om de adamah, paradijselijke grond, te dienen.' Ook wordt het woord qanah gebruikt, wat in sommige vormen 'het bezitten van de gnosis van Eva' betekent.



Dit komt ook weer terug in de Vur.


Het verslaan van ARAWN, de Keltische koning van de onderwereld, zal een grote poort openen in de onderwereld, terug tot het verloren kinderrijk.


In die zin is het boek Galaten een rovershol en ridderburcht die de heilige graal verborgen houdt. In het eerste vers wordt het in het Grieks al duidelijk dat het niet om de dood van de IYSH ging, maar om de slaap, de heilige verlamming, de verbrokenheid van de IYSH :


Galaten 1


1 Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door IYSH, en God, de Moeder, die hem opgewekt heeft uit de slaap, verlamdheid, krachteloosheid.


In de worteltekst van opgewekt gaat het om een markt, de verkoop van de IYSH. Ook in het originele Aramees gaat het om het ontwaken en om een overeenkomst bij een contract. Ook betekent het een interpretatie, wat dus neerkomt op dat het hele opstandingsverhaal van Jezus Christus gaat om het begrijpen van iets, de symboliek en de cryptiek van iets ontdekken, de vertaling.


3 CHARIS, loon, zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.


CHARIS, loon in het Grieks, is ook een wortelwoord van Christus, en wordt vaak vals en selectief vertaald in 'genade' door het westen. CHARIS is KRA-SA, de loons-gnosis in het Levitisch-Egyptisch. Zonder loons-gnosis, zonder loon, kunnen wij niet komen tot de heilige graal.


6 Het verbaast mij, dat gij u zo makkelijk van degene, die u door de CHARIS, loon, van CHASMA, baarmoeder geroepen heeft, laat afbrengen tot een andere jacht, 7 en dat is geen jacht. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en de jacht van CHASMA, baarmoeder, willen verdraaien.


De jacht moet plaatsvinden vanuit de baarmoeder.



Hoofdstuk 10. Achab en Izebel


Galaten 3


27 Want gij allen, die in de CHASMA, baarmoeder, gedoopt zijt, bent de CHASMA binnengegaan.


De doop betekent hier het binnengaan van de baarmoeder. In de Griekse wortels is de doop de wasser en degene die de oorlogsverf op de huiden brengt. In het Aramees is de doop de doorsteking, de piercing, en in diepte studeren, het ontvangen van de hogere kennis, van Vur.


Galaten is de sleutel tot de heilige graal, de opening tot de baarmoeder. Dit is boek 1 van de Koran : De Opening. In de Arabische verborgen code wordt BILHA aanbeden :


2. Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden.


De Heer der Werelden : rab-BIL-Alamin, rab BILHA lamin


6. Leid ons op het rechte pad.

7. Het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden.


Dit is het pad van Mohammed, wat wijst op de Levitische tijdschijf, de MOWED, wat terugwijst op de Afrikaanse moeder aarde, MAWU, godin van tederheid.


ALA is de Afrikaans-Nigeriaanse godin van de onderwereld. 'Alles komt voort uit de baarmoeder, en keert tot de baarmoeder weder.' De ALLAH-MOHAMMED verhouding heeft dus zijn diepe wortels in Afrika als ALA-MAWU. Dit is de heilige oergraal, de heilige baarmoeder, ILA-MAWU. ILA is het woord voor godin in de taal van de Amazones.


De Surinaamse godin LEBA komt ook vaak voor in het Hebreeuws-Aramese OT, als het hart van God, de kennis van God. Salomo verkreeg zijn kennis door contact met LEBA in het OT.


Genesis 6


6 Het berouwde de Heerin, dat Zij de mens op de aarde gemaakt had, maar het bracht LEBA voort.


Ook in het Hebreeuws-Aramees is LEBA de vertaling. LEBA betekent ook in de worteltekst overweldigen, dwingen, rapture. In de Koran is dit Boek 48 – De Overwinning.


Hoe moeten we esoterisch met Izebel omgaan ? Natuurlijk schuilt daar ook een diepere waarheid achter in de cryptiek :


Izebel joeg op profeten, op mannen. Zij joeg op de god van de mannelijke suprematie, de christelijke god, Yahweh. Izebel aanbad de moeder godin, Ashera, SR, SARA, één van de Israelitische aartsmoeders. Ashera was de verdrukte vrouw van El, Yahweh. Zij versloeg de zeegod YAMM (JOM). Izebel wilde de mannelijke suprematie afschaffen. Haar naam ZBL duidt op SA-BILA, SA-BILHA, oftewel de kennis van BILHA, een andere Israelitische aartsmoeder, en zij is gewoon één van de vormen van BILHA, als de vrouw op het beest, de moeder van het enigma van de gnosis.


Wij hebben de kennis (SA, Egyptisch) van BILHA nodig om JOM te verslaan. Ook haar man, ACHAB, is cryptisch van belang : ACHAB wijst op AQEB.


AQEP is in het Hebreeuws zowel de voeten als de billen, die de slang ten val zullen brengen in de profetie van Genesis 3:15. Het zijn de voeten en de billen van de amazone, de paradijselijke vrouw, die zullen komen als een oordeel. In het Grieks is dat de komst van de AGAPE, wat slap in liefde wordt vertaald, maar wat ook feesten betekent, en wat een transliteratie en anagram is van AQEP, de billen. De billen en de baarmoeder zullen komen, de AQEP, als een verwoester.

AQEP is in het Egyptisch dubbel, de dualiteit, als de wortel van de AKEBU, de huilende, verbroken mannen. Juist door de dualiteit komt de man tot de traan, wat een poel des levens is. De dualiteit wordt uitgebeeld door de billen van de Amazone, de heilige verstrikking. De valse natuur moet verstrikt raken, om zo tot verbrokenheid te worden geleid, zonder te kunnen ontsnappen.

De PER-QEBH is het tranenmeer in de onderwereld.


De billen zijn een teken van het water, van de sappen van de baarmoeder, de eeuwige tucht, als de AQEP-AGAPE. De billen wijzen dus op de visjacht om hierdoor kennis te vergaren.

Ook in het Hebreeuws is liefde, AGAPE, verbonden aan de baarmoeder. AGAPE is de Griekse transliteratie van AQEP als een anagram, en staat voor de billen. In de VUR jaagt de baarmoeder, de Duizen, op ons. De billen overweldigen ons waardoor wij opnieuw geboren worden als Haar kinderen.


AQEP en SA-BILHA lieten NABOTH doden, om zo zijn wijngaard te krijgen. NABOTH betekent vrucht in het Hebreeuws. De wijngaard is verbonden aan het oordeel. De vruchten moeten getreden worden. Dit is allemaal symbolisch.


Genesis 3 : 15


En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad (het zaad van de slang, de penis) en haar zaad (vagina); dit zal u de kop vermorzelen (besnijdenis) en gij zult naar haar billen verlangen, en haar billen (AQEP, ACHAB) zullen u ten val brengen. (Hebreeuws, Aramees).


Dit is het oordeel over de slang, JOM, wat cryptisch vervuld werd in het verhaal van Achab en Izebel.


De westerse vertalingen geven dan vaak een vloek weer die van Elia zou afkomen waardoor Izebel door honden zou worden verslonden. In het Hebreeuws en Aramees kan KELEB, hond, ook vertaald worden als 'rituele mannelijke vruchtbaarheids-slaaf', en verslonden is in het Aramees ook 'omgang hebben met' en 'genieten van iets wat niet van jezelf is', in dit geval het lichaam van SA-BILHA, de kennis van Bilha, het ontvangen van de gnosis van de baarmoeder symbolisch voorgesteld door de sexuele daad. Het is schandalig dat de westerse kerk dit zwaar allegorische verhaal maar van één kant liet vertalen, heel selectief, en niet in de context. De rijke symboliek werd weggekapt, en drama bleef over, want religieuze drama verkoopt goed.


In de grondtekst zullen alleen rituele mannelijke vruchtbaarheids-slaven die hiervoor uitgehongerd zijn (tot de leegte zijn gekomen, gekastijd) verbonden worden met SA-BILHA, de gnosis van de moeder. Ook zal dit alleen gebeuren in duisternis in de worteltekst.


Hoofdstuk 11. Het Grote Grieks-Romeinse Schandaal


We leven nu in het Keltische wereldrijk (Engels-Amerikaans), aan de vooravond van de Amazone overweldiging. We gaan terug naar het paradijs. Het cryptische zegel van het Keltische wereldrijk zal geopenbaard worden en uitgelegd, waardoor de Amazone bronnen geopenbaard zullen worden. Dit cryptische zegel heeft zijn wortels in het Grieks-Romeinse wereldrijk wat daaraan vooraf ging. Wat is het Grote Romeinse Schandaal ? De Grieken en Romeinen rekenden af met de Israelitische moedergodinnen, de aartsmoeders. SARA is verbonden aan het Hebreeuwse ZERA, zaad. SARA was de bron van het vrouwelijke sperma wat de aarde schiep en herschiep, de onderwereld, het paradijs. De Grieken draaiden SARA, SR, om, en vermannelijkten het tot RS, EROS, de god van de liefde, en zijn vader, RS, ARES, de god van de oorlog. ARES werd door de Romeinen M-ARES, MARS, genoemd.


Het zaad werd vermannelijkt. De oorlogsgodin van het vrouwelijke zaad werd omgekeerd en vermannelijkt zodat er een materiele markt zou ontstaan, de sex-industrie en de oorlogs-industrie, als een groot zegel. Dit zegel heeft dus grote cryptische waarde en leidt terug tot SARA. Abraham was in de grondtekst de slaaf van SARA, als de slaaf van het vrouwelijke zaad. Het Grieks-Romeinse wereldrijk maakte korte metten met deze Amazonische orde, en liet Zeus-Jupiter heersen. Zeus-Jupiter stelde Eros en Ares aan om de kerker van SARA te bewaken. Zij is als een wild beest op het punt om los te breken.


Het zaad is als de bliksem in de hersenen wat zo komt tot de zaad-wateren van de hersenen, de hersensappen. Het zaad explodeert zo boven de hersen-zeeen van het paradijs. Dat is de grote overweldiging door SARA. De bliksem is het paradijselijke zaad wat inslaat, en wat blijft plakken als een paradijselijke lijm, als bruggen tussen de verschillende onderdelen van de hersenen, en tussen de andere organen. Deze zaadvaten zullen door het hele lichaam gaan terugkomen. Ook zijn dit de zaadzenuwen die door het hele lichaam heen zullen komen om zo de zaadbliksem te begeleiden. Dit is zenuwbliksem.


PAR week 3
hieroglyph : omgehakte boom


1. T20 – Oergoemboel – zevenentwintigste hersenen – zaadbliksem


Vanuit de Oergoemboel, de zevenentwintigste hersenen, komt de zaadbliksem. Dit is dus een centrale plaats voor het paradijselijke zaadzenuwstelsel. Hier wordt de zaadbliksem opgewekt. Zonder de Oergoemboel is het onmogelijk in het paradijs te leven. De OERGOEMBOEL zijn hersenen die zich in de borst van het paradijselijke lichaam bevinden.


De OERGOEMBOEL is om te beschermen tegen de valse plantaardige zenuwaanvallen van het Keltische wereldrijk. Het vrouwelijke sperma heerst over het plantaardige wereldrijk. Alleen het vrouwelijke sperma kan het heilige plantaardige voortbrengen, als de heilige wildernis.


2. T21 – Oergoemboele – achtentwintigste hersenen – zaad zenuwstelsel


De Oergoemboele is de bron voor het hele zaad zenuwstelsel van het paradijselijke lichaam.


Romeinse wereldrijk – verstedelijking

Keltische wereldrijk – plantaardelijking van de stad, orde van de stad

Amazone Overweldiging – overweldiging van de stad door het vrouwelijke zaad, door het zaad zenuwstelsel, de Oergoemboele


De Oergoemboele is een belangrijk fundament voor de Oergoemboel. Zonder de Oergoemboele is er geen Oergoemboel. Locatie : de billen.


3. T22 – Oergoemboege – negenentwintigste hersenen – zaad vaten


Hierdoor stroomt het zaad door het hele lichaam, in vloeibare vorm. Vanuit de Oergoemboege komen deze vaten. Locatie : de billen.


4. T23 – Oergoemboeg – dertigste hersenen – urine bliksem


De vrouwelijke urine heerst in het paradijs over het vrouwelijke zaad, als een regelaar. De urine bliksem komt voort uit de Oergoemboeg. Locatie : de billen.


5. T24 – Oergoem – eenendertigste hersenen – urine zenuwstelsel


De urine stroomt niet vanuit de blaas, maar vanuit de lever. Ook het urine zenuwstelsel komt vanuit de paradijselijke levers.


6. T25 – Oergoeme – tweeendertigste hersenen – urine vaten


Ook de urine vaten komen vanuit de lever.


7. T26 – Oergoemboem – drieendertigste hersenen – paradijselijke adem, gas


De bruine huid van de paradijselijke amazone scheidt een gas af wat noodzakelijk is om te kunnen leven en ademen in het paradijs. Dit wordt wel het bruine gas genoemd. Het paradijselijke gas bestaat nog wel meer uit het bruine gas afkomstig van de paradijselijke amazone dan bloedgas, zaadgas en urine gas. Het bruine gas heerst dus over de andere gassen, en ook over de vloeistoffen :


  1. het bruine gas

  2. urine

  3. zaad

  4. plantaardige sappen

  5. bloed

  6. tranen


Dit is een andere hierarchie dan de hierarchie van bijvoorbeeld de Alnilamse paradijsteksten van Orion.


De Alnilamse paradijs teksten spreken over drie oerstammen. Ook gaat het over dat de mens leefde door bloed, zaad en urine, wat door het lichaam heenstroomt, en hen in een lichte vorm van dronkenschap houdt. Bloed is hierin dominant over zaad, en zaad is dominant over urine.


  1. bloed

  2. zaad

  3. urine


In de Amazone Zodiak is dit dus precies omgedraaid.


8. T27 – Oergoemboeme – vierendertigste hersenen – bruine huidgas bliksem


Locatie : lever.


9. T28 – Oergoemboemboe – vijvendertigste hersenen – bruine huidgas zenuwstelsel


Komt voort vanuit de lever.


10. T29 – Oergoemboemboele – zessendertigste hersenen – bruine huidgas vaten


Komt voort vanuit de lever.





Hoofdstuk 12. Het Alarm van de VUR


BILHA is in de Hebreeuwse worteltekst BAHAL, alarm. Zij is de transliteratie en het anagram van BAAL. Izebel, SA-BILHA, is de kennis van het alarm, en daarom hebben de westerse kerken Izebel overgedemoniseerd, want zij willen het alarm doven. SA-BILHA, de kennis van het alarm, moet ons beschermen tegen zware keltische demonen, plantaardige octopi, zee-spinnen, die het paradijselijke lichaam willen binnendringen om zo zich vast te hechten als vampiristische organen. Overdemonisering heeft dus een zelf-saboterend effect.


De tucht is het alarm. Dit is waar de billen voor staan, en BILHA in het Hebreeuws. Dit wilde de Westerse kerk doven. MERI en SEB, ook wel NU (hemel) en GEB (aarde) genoemd in de Egyptologie, waren de ouders van Horus de oudere en Osiris. Horus het kind incarneerde toen als de zoon van Osiris. MERI en SEB, SEV, waren het model voor MARIA en JOZEF, de ouders van Jezus, IYSH. GEB (SEB, SEV) wijst terug op de AQEB, de billen, de tucht, het alarm, de overwinnaar over de slang, JOM :


Genesis 3 : 15

En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad (het zaad van de slang, de penis) en haar zaad (vagina); dit zal u de kop vermorzelen (besnijdenis) en gij zult naar haar billen verlangen, en haar billen (AQEP) zullen u ten val brengen. (Hebreeuws, Aramees)


De IYSH werd onderworpen aan het alarm.


HORUS, HRS, is de omkering van SARAH, SRH, de Israelitische aartsmoeder en oorlogsgodin (ASHERA). Hier wees SA-BILHA, Izebel, de kennis van het alarm, op, tot verdere overwinning over YAMM, de zeegod (JOM).


Zoals Jezus Christus stond voor de IYSH-CHASMA dualiteit, zo staat HORUS voor de RASHA-SARAH dualiteit. RASHA is een anagram van Horus.


Spreuken 11 : 22-23 – Het eten van het zwijnenhart brengt kracht van beyond, moed, heilige arrogantie, vruchtbaarheid, kracht tot slavendrijverij. Dit gebeurt in de RASHA-stam, de heilige vijandigheid, de lawaaimakers, de overwinnaars, het tuchtigen van de verslagenen, het loon van de rechtvaardigheid. RASHA is de heilige onrechtvaardigheid.

In het Hebreeuws is de heilige misdaad het leven door bloed, verbonden aan woede en rebellie. De RASHA stam heeft de macht tot het binden.

De RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad.

Psalm 37 : 32 – De RASHA stam bespioneert het systeem van stadse wetsgeleerdheid en zoekt het te slachten.

De RASHA stam is een grote vijand van de valse David, die vaak door hem genoemd werd. In vers 35 in het Hebreeuws en Aramees kreeg David een visioen van de RASHA stam in grote macht, grote tyrannie, die de wereld zou overspoelen als natives (indianen). RUSLAND, RUSSIA, is een anagram van de RASHA stam, die nog steeds de cryptische geheimen van deze stam verborgen houdt. De RASHA stam heeft de goden van de stad verworpen. Zij zijn sterk anarchistisch en atheistisch in hun rebellie tegen de stad, maar zij zijn volgelingen van BILHA, de vrouw op het beest. Zij leven door de gnosis, door VUR. In vers 36 zag David dat zij een nomadische stam waren. Zij trokken verder en niemand kon hen nog vinden. In het Aramees betekent dit dat zij niet meer overwonnen konden worden.

In vers 37 wordt de RASHA man de perfecte slaaf, IYSH, genoemd, de volmaakte man die tot Shalowm (Salomo) reikt, het beeld van loon in de worteltekst (shalam). Dit is ook de oorlogsgroet.

Vandaar dat de IYSH tot het grote HORUS mysterie moet komen om zo een plaats in de RASHA stam te verdienen, om een RASHA te worden. De RASHA heeft de Horus cryptiek begrepen en kwam zo tot SARAH. De RASHA groeide op in SALOMO, SLM, oftewel de ISLAM, de overgave. De kennis van Salomo is in het Hebreeuws-Aramees de LEBA. Dit is de kennis van de ISLAM, oftewel het inzicht hebben in de cryptiek van de Islam.

Dit is de kennis van Ismael, Ezau en Kain, de kennis van het land NOD, ND. Dit werd omgedraaid door de Vikingen, Scandinavie, tot ODIN, ND, hun god, en wat ook de basis was voor het Westerse woordje 'god'. NOD is verbonden aan de islam, aan de overgave. Scandinavie, ODIN, staat cryptisch voor het land NOD.


NOD betekent het land van de nomaden, van de tijdelijke tenten, ook het land van de weeklacht. Dit was dus in feite dieper in het paradijs, dieper in de oorspronkelijke wildernis, dieper in de onderwereld. Kain was gekomen onder de heilige vloek.


Dit is het land en de kennis van Kain, de kennis van de RASHA, de heilige rebellie en ongehoorzaamheid.


NOD is in de wortel tekst van het Hebreeuws NUWD. Dit is ook de Aramese naam voor NOD. De rivier van de weeklacht is ook een vallei in de grondtekst. Kain heeft toegang tot deze afgrond. Dit is een heilig klagen, als het heilige smeken. Hier kwam Kain om te jagen. Openbaring was een manifestatie van het teken en de kennis van Kain, de 777 en de 666. Openbaring bevat de Kainitische kennis en het Kainitische loon.


De rivier van weeklacht is nauwverbonden aan de paradijselijke afgrond als het land van Nuwt, het land van Kain.


NOD is in het Egyptisch Neith, de jachtsgodin. In de Iers-Keltische mythologie werd zij vermannelijkt tot de oorlogsgod, NEIT.


Neith, NOD, is het achtste uur in de faraonische bijbel. Een centraal thema in het achtste uur is zij die op het zand staan, als het mysterie van Horus. Zand, SHAA, in het Egyptisch, is het slachten en het overwinnen. Ook is de SHAA het varken, en de overwinning over de varkensdemoon door Horus (SARAH, RASHA). Ook is een centraal thema het touw, of slangentouw. Zij die verbonden zijn aan het touw, en het touw voorttrekken, krijgen heilig bier te drinken. Het touw wordt ook de verslinder genoemd. Het touw staat voor de heilige gebondenheid en slavernij. Adam en Eva kwamen tot de kennis door de slang, het touw, oftewel de heilige gebondenheid. Er is geen kennis zonder het touw. Dit is ook een belangrijke boodschap van de Vur :


Boek 89 – De Spiegel


2. De wildernis schuilt achter het touw

5.Het raadsel van het touw als de muren van de stad,
Niemand zal de wildernis binnengaan

12.Het grote nooit zit op de troon,
Regerende met ijzeren stok

13.Het grote altijd is een dunne draad hangende over de rivier,
Zij die zoeken zullen niet vinden


Dit behoort tot de kennis van NOD, het achtste uur.


Boek 124 – De Overstroming


1. We komen binnen door het touw en het masker. Er is geen andere weg.

En dit alles door het veranderen van uw gezichtspunt.


Het achtste uur gaat door tien grotten, holen, die symbool staan voor de verschillende delen van het land NOD :


1. Hol, grot, van de bijen


Dit is Boek 16 van de Koran : De Bij.


In het Aramees is BY het woord voor bij. BY (bay, bayta) is ook het Aramese woord voor huis, structuur. Dit is in het Hebreeuws BAYITH, de gevangenis, als een beeld van de baarmoeder. De bij is een symbool van restrictie en voorbereiding, als medicijn tegen overmoed :


1. De verordening, het gebod en het oordeel van Allah is komende en zal uitgevoerd worden, bespoedig het daarom niet.

2. Allah zendt door Haar gebod engelen (jagers, Grieks) met de RUH, Openbaring, neer.


RUH, Arabisch voor openbaring, is in het Aramees ook duisternis. In het Egyptisch is dit RA. Wij hebben openbaring nodig om zo niet overmoedig te zijn. Weer is dit het werk van het bijen-symbool.


3. Allah heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen. Verheven is Zij boven al hetgeen zij met Haar vereenzelvigen.


De bron van heilige openbaring is dus hoog boven alles verheven.


4. En Zij heeft de mens uit een levenskiem, een kleine hoeveelheid sperma, geschapen, en ziet hij is een openlijke tegenstander.


Dit is de RASHA mens van het land NOD, een heilige satan, een tegenstander, een ongehoorzame, een rebellerende tegen de vijand, en onderworpen aan SARAH, aan haar gehoorzaam, als een gebroken, gekastijde slaaf. Dit is ook de kwaliteit en het kenmerk van Ismael (naast Kain en Ezau).


30. En wordt er tot degenen, die rechtvaardig handelden gezegd: "Wat heeft uw Heer geopenbaard?", dan zullen zij zeggen: "Het beste." Er is voor degenen, die goed doen, goeds in deze wereld doch het tehuis van het Hiernamaals is nog beter. Het tehuis der godvrezenden is inderdaad uitstekend.

31. Tuinen der eeuwigheid zullen zij binnengaan, waardoor rivieren vloeien. Zij zullen er in ontvangen wat zij wensen. Zo beloont Allah degenen die aan hun plicht voldoen.


56. En zij houden een gedeelte achter van wat Wij hun hebben geschonken voor datgene waarvan zij geen kennis hebben. Bij Allah, gij zult zeker ondervraagd worden over al hetgeen gij hebt verzonnen.


De bijen zullen komen om alles te ondervragen en te testen. Het gezoem van de bijen in de eerste grot wordt genoemd het uitroepen van de zielen tot RA. Oorspronkelijk was RA KRA, als K(hepri)-RA. KRA is de Levitische gnosis, heenwijzende naar de VUR, de Amazone gnosis.


2. Hol, grot, van het metaal


Dit is Boek 57 van de Koran : Het IJzer.


Hierin laat Allah zien dat Zij het evangelie (veehouderij, Grieks) zond. Allah zond het IJzer als een groot geweld, als een toetsmiddel. Ook in de Vur gaat het over het ijzer :


Boek 65 – Het Opgaan tot de Nacht


  1. De ijzeren wachters gaan op tot de nacht. Zij kennen geen genade, alleen loon.

  2. Zij breken poorten open, om kinderen te leiden tot de nacht.

  3. Kent gij het geheim van ijzer ? Het gaat uit tot de nacht.

  4. Zij vergrendelen de poorten, en komen niet meer terug. Slechts eenmaal gaan zij van u weg.

 

3. Hol, grot, van het wenen

Dit is Boek 9 van de Koran : Het Berouw


23. O gij, die gelooft (gehoorzaamt, Grieks), neemt uw vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij ongehoorzaamheid boven gehoorzaamheid verkiezen. En wie onder u met hen bevriend is behoort tot de overtreders.

24. Zeg: Indien uw vaders en uw zonen en uw broeders en uw vrouwen en uw verwanten en de rijkdommen die gij verkregen hebt en de handel waarvan gij slapte vreest en de woningen waarvan gij houdt u liever zijn dan Allah (ILA, Bilha) en Zijn boodschapper en het streven voor Haar zaak, wacht dan, tot Bilha met Haar oordeel komt; Bilha leidt het ongehoorzame volk niet.


Deze verzen reflecteren een amazone met franje en leren banden om haar benen. Franje betekent scheiding.


4. Hol, grot, van het rund


Dit is Boek 2 van de Koran : Het Rund


Dit is de strijd tegen het gouden kalf, tegen AARON, RN, om zo de NA'AR slavenjongens vrij te zetten van de dienst aan de illuminati en te brengen tot de Vur.


5. Hol, grot, van de duisternis


Dit is Boek 97 van de Koran : De Grote Nacht


In de laatste tien dagen van de Ramadan, de vastenmaand, komt de Grote Nacht in één van de tien nachten. Dit is de nacht van openbaring. Hierin dalen de engelen (jagers, Grieks) neer. De Grote Nacht is de Lailat al Qadr. Dit is een belangrijke nacht in de Islam. Lailat wijst op Lilith, die in de Israelitische mythologie de eerste vrouw van Adam was. Zij wilde zich niet aan Adam onderwerpen, en werd zo verbannen naar de woestijn en het nachtgebied. Ze dreigde in de nachten terug te keren om Adam's nakomelingen te vernietigen. Zij werd zo een belangrijke godin voor de feministen. In de Amazone mythologie is zij Taanaat.


6. Hol, grot, van de pijlen


In de zevende grot worden allen vernietigd die geen kennis hebben. De achtste grot is de grot van het water. De negende grot is van de slager van de duisternis. De tiende grot is de grot van het grote vuur.


Het land NOD is omringd door deze tien grotten. Zonder door deze tien grotten te gaan komt niemand in het land NOD.


11. T30 – Oergoemboemboel – zevenendertigste hersenen – het alarm


12. T31 – Oergoemboemboeg – achtendertigste hersenen – nacht-dag regelaar


De dag is natuurlijk de droom in de slaap, als onderdeel van de nacht, als nachtvisioen, het inzicht in de nacht.


13. T32 – Oergoemboemboege – negenendertigste hersenen – man die naar billen van een amazone staart


Deze hieroglyph werd gestolen door de ghetto, en het is hen tot vloek geworden. Ze kunnen nu niet meer stoppen met praten wanneer er heilige muziek wordt gedraaid. Vaak maken ze prachtige muziek, maar maken alles kapot door het zogenaamde rappen, en dan staren ze naar zwarte vrouwenbillen van de ghetto, en verheerlijken deze billen in hun aanbidding van het geld. Ze zijn slaven van de Mammon. Je kunt niet zomaar een mep op de billen van de amazone geven en leven. Je staat daar niet met een brede glimlach, al rappend, naar te kijken met gouden tanden, en de broek half afgezakt. Het stelen van de Oergoemboemboege heeft hun hersenen zwaar aangetast. De billen van de amazone zijn de billen van tucht die de man onderwerpen en verbreken. Het zijn de billen van de apocalyptische openbaring, niets om over te lachen. Als een man de billen van de amazone ziet, dan weet hij hoe laat het is. De ghetto gangster rap muziek is daar een karikatuur van. De billen van de amazone zijn een alarm. De man moet terugkeren tot het alarm.


14. T33 – Oergoemboembe – veertigste hersenen – man met opstaande fallus die naar de billen van een amazone staart


Ook deze hieroglyph werd door ghetto gangsters gestolen en verkeerd uitgebeeld. Dit is een grote hieroglyph van grote doem. De opstaande fallus is een teken van VREES, een teken van grote verhongering, niet van geld en overvloed. De ghetto gangster wereld heeft alles omgedraaid. Hiervoor boeten ze zwaar, want nu zijn ze onder de rap vloek. Ze praten door mooie muziek heen, en kunnen niet meer stoppen, en zeggen vaak de meest grote onzin, of ze moeten dat wat ze gestolen hebben weer loslaten. De billen van de amazone tappen het zaad van de man af in een grote fokkerij. Ze worden gemolken voor hun zaad. Dit gebeurt door de tucht, en dit is allemaal symboliek. De ghetto gangster heeft alles letterlijk en materieel gemaakt.


15. T34 – Oerdoemoet – eenenveertigste hersenen – amazone die een man met afgekapte armen en benen onder haar voet houdt


Dit is zware symboliek. De man is in zijn verbrokenheid totaal krachteloos en machteloos gemaakt als een hulpeloze baby. Dit is het werk van de baarmoeder. De baarmoeder zal zo de man in gerechtigheid opvoeden, verbonden aan de heilige kennis, en zo kan de man opgroeien door loon en nieuwe kwaliteiten verdienen.


Zo zijn we gekomen aan het einde van de derde parweek van de visjacht.





Hoofdstuk 13. De ANER


De ANER is in het Hebreeuws een oudere slavenjongen dan de NA'AR, en dieper uitgehongerd, als een beeld van het vasten en de leegte, en de ANER is ook langer dan de NA'AR. SARAH had zowel NA'AR als ANERS. Dit komt ook weer terug in de Amazone mythologie.


De ANER had soms gebonden testikels, SC, Izak, in de worteltekst, als een symbool dat het zaad van de man niet heerste over het zaad van de vrouw (Genesis 14:24, Israelitisch).


Wanneer er beloftes worden gedaan tot het zaad van Abraham, ZERA, SARAH, oftewel tot het vrouwelijke sperma. In de grondtekst is SARAH de weg tot het paradijs, tot de APHAR, de grond van de ERETS, onderwereld (Genesis 13:16, Israelitisch).


Abraham was nomadisch en moest komen tot MAMRE, gesel in het Israelitisch, de heilige tucht, in Hebron, de heilige gebondenheid in het Israelitisch.


De aapdemoon is gewiekst, een dief en een uitbuiter. Zij roven energieen en veranderen het dan in vee, en bedekken dat dan met één of andere maatschappij om de fokkerij veilig te houden. Zij ontvoeren de energieen van de natuurvrouwen, de indiaanse vrouwen, en veranderen hen in kippen, en verzegelen dit met de vliegtuigmaatschappij. Dit is een grote handel. Vliegtuigen zijn slechts een code voor de kippenfokkerij.



PAR week 4
hieroglyph : zwerm mieren


Het matriarchische mierenvolk is een beeld van de amazone mythologie. Zodra de mieren-koningin sterft, gaat de hele mierenkolonie dood, wat er ook op duidt dat zij niets zonder de mieren-koningin kunnen doen, als heenwijzing naar de heilige gebondenheid en slavernij die ook weer terugkomt in de geschriften van IYSH die niets kan doen zonder de CHASMA, baarmoeder.


1. T35 – Oerdoemboe – tweeenveertigste hersenen – tweede apenoorlog


Het is een zware oorlog tegen de aapdemonen. Dit begon al in de maand van de lamsjacht. De valse aap-energieen werken met hoge technologie.


Golgotha, Kranion, betekent 'doodshoofd' of 'plaats van doodskoppen'. Ook betekent het 'harige plaats,' of 'plaats van haar.' In het Sanskrit is het een plaats van apen, waar zij bezig zijn een medicijn te bereiden. Zij zijn in het Sanskrit 'boom-zwervers', zij die van boom tot boom gaan, van fundament tot fundament.


Ook in de Drager van de Vur komt de aap voor :


HET AAPJE

 

1. Ze staan aan zee,

Bij een man in witte klederen,

Die man heeft de zee doen opkomen,

Die man heeft het doen laten regenen,

Die man heeft de zee gespleten

 

2. Hij strooit poeder over haar,

Zij heeft een eekhoorn en een aapje,

Het aapje is in een trouwjapon


In het originele visioen, toen dit boek kwam, mocht het laatste gedeelte niet opgeschreven worden. Het aapje veranderde in een man met een doornenkroon, hangende aan een kruis. Het evangelie van Jezus Christus is één grote apestreek.


2. T36 – Oerdoemboeme – drieenveertigste hersenen – apen-alarm


Dit alarm is heel specifiek om apendemonen te traceren.





Hoofdstuk 14. De Cryptiek van de Koran


Elk boek van de Koran begint met bismilla rahmani rahimi.


Bismilla, in de naam van Allah, ILA. Naam is in het Hebreeuws een monument, en in de wortels is het piercings, merkteken. In het Grieks is het kennis in de worteltekst. Bi-SMI-lha is in die zin de kennis van Bilha, de SA-BILHA in het Egyptisch, de Izebel.


Rahmani, de meest genadevolle in het Arabisch, wat in het Grieks de meest rechtvaardige beloner is. Dit woord is verbonden aan 'arhamihinna', wat dezelfde RHMN-wortel heeft, en 'hun baarmoeders' betekent. Baarmoeders is ARHAMU. In deze zin is Rahmani in de wortels de baarmoeder, als een naam van Allah, ILA, Bilha.


Rahimi, de tedere, wat terugwijst op de MAWU, de Afrikaanse moeder-godin van tederheid.


Zowel in Rahmani als Rahimi zit de HAM wortel. HAM is degene die het paradijselijke teken zag, het teken van de naakte oorlogsvoerende stam, het grote donderteken van de zondvloed. Het teken zelf was gemaakt om terug te wijzen op de oorspronkelijke man, maar ook de oorspronkelijke vrouw, die een leidraad was voor de man, de HUDAN in het Arabisch, om de man hard te maken. Kanaan werd het beloofde land.


CHAM zag het paradijselijke teken, de erectie van zijn vader, Noach, maar in de grondtekst heeft het veel meer betekenissen :

 

 

Dit duidt er dus op dat CHAM de zaadlozing van Noach zag, en ook zag hij hoe Noach, als vervulling van de opdracht die de Grote Moeder hem gaf, om onderscheid te maken tussen de beesten, om zo de valse beesten te slachten, de veren van een kip plukte en de kip slachtte.


Dit was dus het paradijselijke teken. Toen de ark door de Filistijnen was buitgemaakt, werd de ark eerst tot Ashdowd gebracht, toen tot Gath, en toen tot EKRON, wat 'het plukken en slachten van een kip' betekent.

 

In Arabisch is dit het teken van hardheid, QASAT. L-IJ-ARATI is 'de stenen', wat dus verbonden is aan ARETA.


CHAM of HAM, de vader van Kanaan, betekent dronkenschap in de Hebreeuwse grondtekst. Wij moeten terugkeren tot de stam van HAM om zo deel te hebben aan de paradijselijke mind-altering dronkenschap.


Wij moeten tot Mohammed, de MAWU-CHAM-AD, komen om het teken van hardheid geopenbaard te zien.


MAWU, de Afrikaanse moedergodin van tederheid

CHAM, de zoon van Noach die het paradijselijke teken zag,

AD, de tuchtroede (Hebr.), de rituele drank (Aramees)


Het teken van Ham kun je vergelijken met het teken wat Kain zag. Het was een paradijselijk teken, het geslachtsdeel, de heilige verlamdheid. Dit is ook wat Kain in de wortel tekst betekent. Het betekent erectie om zo bezeten te maken, te bezitten. Dit is hetzelfde als door Eva kennis ontvangen, gnosis (QANAH).


In het eerste boek van de Koran, de Opening, staat dan in vers 1 :


Al-hamdu lillahi, alle lof aan Allah


HAM-DULILLAHI, lof aan Allah

HAM-DELILAH, lof aan Delilah, de heilige valstrik


Als wij in de heilige valstrik zitten, dan zal de cryptiek ervan laten zien worden.

In die zin komt HAM tot Delilah, om zo het paradijselijke teken te zien.


Dan in vers 3 :


Maliki yawmi dini, de overwinning over de dag, JOM, van de religie.




Hoofdstuk 15. Het Raadsel van Geld


In de bijbel staat : 'Wie zoekt zal vinden.' In de Vur staat precies het tegenovergestelde. Wij moeten namelijk aan onszelf sterven om te vinden.


Iets vinden komt door vele tranen. Tranen is voor velen een taboe.


Koran 1 : 4 – U dienen wij, en U smeken wij om hulp.


Het smeken is ook verbonden aan de traan. Dit onderwerp wordt verder uitgewerkt in de Vur.


1 : 5 – Leidt ons op het rechte pad.


HADA, HD, geleid, is verbonden aan HADYA, met dezelfde HD wortel, de offerdieren. Dit is symboliek voor dat alleen offerdieren geleid kunnen worden, alleen als wij aan onszelf afsterven.


In boek 2, de Rund, is de Koran de leidraad, als het pad van het offerdier.


2 : 2 – Dit boek, daaraan is geen twijfel, is een leidraad voor de godvrezenden, hen die hun plicht voldoen.


De Koran heeft alleen cryptische waarde, omdat het corrupte piratenbuit is. Zij die de Koran letterlijk uitleggen vallen prooi aan het materialisme. De Koran is een voorhangsel van de Moeder.


Aan beide kanten vallen mensen er nu af. Het touw van het raadsel van geld is een dunne draad, als een slang. Kennis, gnosis, vur, komt alleen in geld, in beloning. Wanneer er in het Westen genade staat in de vertaling, charis, staat er werkelijk in het Grieks : compensatie, loon, oftewel geld. Je kunt het alleen verdienen, en dit gaat door de oorlog. Het moet teruggeroofd worden van de vijand. De vijand moet verslagen worden. Dat is het heilige geld. Er is dus een groot verschil tussen materieel geld en heilig geld van de hogere kennis.


In het Hebreeuws is genade CHAN, wat CHANAH is in de worteltekst, belegering. In het Aramees is het RHMN, overgave, wat duidt op de heilige gebondenheid, het heilige touw.


Rahmani, de meest genadevolle in het Arabisch, wat in het Grieks de meest rechtvaardige beloner is. Dit woord is verbonden aan 'arhamihinna', wat dezelfde RHMN-wortel heeft, en 'hun baarmoeders' betekent. Baarmoeders is ARHAMU. In deze zin is Rahmani in de wortels de baarmoeder, als een naam van Allah, ILA, Bilha.


Het Egyptische KANA, KHEN :

KHENN : steken, verwonden, oorlog
KHENA : stil gemaakt worden, gevangen gehouden worden, restrictie, afzonderen van anderen, gevangene
KHEN : smeken, goed nieuws (evangelie), vergelijking, gevechten uitlokken, klagen, rebelsheid
KHENU : huiler, baby, kind, wiegeliedjes, kinderliedjes, oproep
KHEN/ KHENU : marktplaats

Dit is de Egyptische KANA-wortel, de arena, de godin van de arena. In de Israelitische bijbel is zij gepersonificeerd als CHANAH, CHANNAH, KHANA in het Hebreeuws. KHANA, CHANAH, is ook het wortelwoord van Johannes in de Openbaring, in het NT. KHANA is in de Griekse grondtekst een fetish-maker.

KHANA, Hannah, in het OT verkocht (nathan) haar zoon Samuel aan een mara (BILHA), een slavenbezitster, waardoor Samuel een na'ar werd, een jonge slaaf. Hiervoor moest er een rund geslacht worden. KHANA, Hannah kwam met drie runderen in I Samuel 1. In de grondtekst kan het ook gewoon betekenen dat de rund werd geslagen, en niet geslacht. De rund is een teken van mannelijke suprematie, en de geest van mannelijke suprematie moest eerst geslagen worden voordat Samuel aan de slavenbezitster verkocht kon worden. KHANA, Hannah moest hiermee wachten totdat Samuel de juiste leeftijd had bereikt.

Toen hij aan de mara, BILHA, werd verkocht moest Samuel voor haar neerbuigen. Dit gebeurde in de Qidmah, het diepere, westelijke deel van het paradijs, ouder dan eDeN. Hannah betekent in de grondtekst 'uithongering', 'omsingelen', tent en kamp, hetzelfde als CHANAH, het wortelwoord van Johannes. Hannah is een oorlogs-strategie en een jachts-strategie, en een oproep hiertoe

Shama-Al komt op hetzelfde neer als Iysh-Ma-Al. Beiden betekenen : slaaf van AL, Del-allah. AL is in het Hebreeuws tegenstander, wat ook de OT definitie is van Ismael. In het Hebreeuws is Hannah 'CHANNAH', als de bron van dit principe, wat we dus weer tegenkomen in de worteltekst van Johannes in het Grieks. Samuel is in de worteltekst gerei wat de slaaf tot gehoorzamen brengt, zoals geluid. Hannah maakte in de Aramese grondtekst een hogepriesterlijke borstplaat van een fetish voor Shama-Al, als een soort terafim. De terafim heeft een Assyrisch-Babylonische oorsprong. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer was geslacht, dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen. De terafim was dus een bloed-orakel. Het urim en thummim orakel werd later meer en meer gebruikt als stenen, om zo de reflecties op te vangen.

CHANNAH, Hannah, komt dus in de apocalypse weer terug, als het wortelwoord van Johannes. Zij benadert de vrouw op het beest. In de KJV bewondert Johannes de vrouw op het beest, en in de grondtekst vereert en aanbidt Johannes de vrouw op het beest. KHANA, Hannah komt tot de vrouw op het beest, om haar zoon aan Haar te verkopen, als vechtslaaf, als IYSH, voor de arena. KANA is de Egyptische oergodin van de arena-oproep.


Wij worden in het heilige geld dus ook weer doorverkocht.

Toen MOSY (Musa, Mozes) de bronzen slang oprichtte om het Israelitische volk te genezen ging dat in de Hebreeuws-Aramese grondtekst om 'de slang van slavernij tot het geld'. Dit is de slavernij tot het heilige geld, het loon, want zonder loon is er geen kennis. Het brons is ook in het Israelitisch vertaald de rode keel van de slang, de spugende of hissende slang. Op dit woord is de hele tabernakel gebouwd, wat er op wijst dat het om een slangen-cultus gaat.


In het Hebreeuws is het geld in de slangenmond, als de giftige tanden van de slang. Slangen wisselen hun tanden meerdere keren in hun leven. In het Grieks is goud het geld, in de worteltekst de tucht en de baarmoeder. Het pure, heilige geld is dat wat in het vuur beproefd is. Zonder het heilige loon, geld, wat we in de gnosis verdiend hebben komen we nergens. Ook de Levieten aanbaden het heilige geld, in de vorm van KRA. In die zin is er ook een esoterische betekenis voor de hoer. In de Griekse worteltekst gaat het om de verkoop, de verkoop van slaven. De hogere slavernij tot de gnosis moet verdient worden. De worteltekst van de hoer gaat over het piercen. Dat is wat de sexualiteit symbolisch is. Het betekent gepierced worden door de hogere kennis. Daarvoor moet betaald worden, vandaar dat de hoer belangrijk is in de esoterie. Alle amazones van het paradijs, oftewel de personificaties van de gnosis zijn in die zin heilige hoeren. Het heilige geld zal komen als een oordeel. Dit staat tussen ons en de gnosis in.


De aanbidding van materieel geld in de ghetto-gangster wereld is hiervan een corrupte schaduw. Onze hersenen hebben deze sluier, deze hond, gemaakt, omdat onze hersenen nog niet zijn ontwaakt tot het hogere, heilige geld, de heilige economie van het paradijs, dus daarom praten onze hersenen in raadsels, en zien we dit alles om ons heen. Er is dus een grote strijd tussen vals geld en heilig geld, waarin het raadsel opgelost moet worden.


Sommigen denken dat omdat alles een diepere waarheid heeft, we geen woede meer mogen hebben. Dit is een grote New Age leugen. Woede is nodig om het zegel te verbreken, de strijd in de hogere gewesten, het heilige, symbolische geweld. Zonder deze oorlog in de hogere gewesten zullen we niet ontwaken. De hersenen en de nieren ontwaken door woede. MOSY richtte de harde slang op voor de Israelieten in de grondtekst. De hardheid is een groot vereiste. Wij mogen geen vrienden worden met de stad. Alleen door de IYSH, de vechtslaaf, het oorlogsloon, komen wij tot de Moeder. De valse zachtheid is hierin een valstrik. Ook hier moeten wij onze heilige woede op richten. De valse zachtheid is een strategie van de vijand. Het brons, geld, is in de worteltekst ook magie, als de magie van geld.


In de Vur is de slang de weg tot de baarmoeder, en ook in de poezie van het EE is de slang de enige die over de rivier van de dood kan brengen. De slang staat namelijk voor het heilige touw, de heilige gebondenheid en slavernij. In die zin vormen het heilige geld, het touw, de arena en de kennis een machtige vier-eenheid. Zonder deze vier-eenheid komen we nergens.


De slang gaf de macht aan het beest. Het beest is in de grondteksten de leegte. Wij kunnen de slang, het touw, alleen maar ontvangen in de leegte. In de oude religies zijn slangen vaak de bewakers van de kennis, zoals in het hindoeisme en in Genesis. Dit kunnen zowel goede als slechte slangen zijn, en dit gaat om de betaling die moet plaatsvinden. Het heilige geld is niet om mee te spotten en kan niet bedrogen worden. Het is om alles te testen, als de urim steen.


Wij moeten een relatie aangaan met het Heilige Geld om door deze materie heen te komen en om het valse geld te overwinnen.


Als er loon wordt geschonken, dan kun je daaraan niet ontkomen. Loon is onlosmakelijk verbonden met slavernij. Alles heeft hele vaste consequenties. In die zin zijn de Urim en de Thummim een beeld van geld (loon) en kennis. Het geld, het loon, test je, en programmeert je als een slaaf tot de hogere kennis, met veiligheid als gevolg. Alleen zo kunnen wij de zonde overwinnen. De Amazone Urim is de JANA, en de Thummim is de JANI. De patriarchie wilde deze amazone stenen uitdoven. De valse wildernis 'profeet' van de mannelijke suprematie, Edgar Burroughs, stelde zo zijn Tarzan boeken op over Tarzan de Heer van de wildernis. Burroughs stal de JANA steen, en maakte hier JANE van, de vrouw waarover Tarzan 'heer en meester' werd (Tarzan de Verschrikkelijke, hoofdstuk 19). Heel veel gestolen gnosis zit in deze boeken verborgen. In het NT is de JANA steen te zien als JUNIA, JN, JANA, matriarch, brenger van het evangelie (boodschap van de hemelse jacht), amazone. JANA kan zich dus ook personificeren als amazone. In de islam is zij het paradijs, JANNAH.


In die zin is JANA zowel het paradijs, als de slang die de boom van kennis bewaakt, JANI. Er is dus een verschil tussen de drager en bewaker van het loon, het geld, JANA, en het eigenlijke loon, de loons-kennis, JANI. Voor hen die geen JANI verdienen, geen loon, vanwege slechte werken, zal JANI een grote straf op hen zijn. In Psalm 17 zien we in het Aramees de vagina van de Moeder Amazone als ringen, YAN, YN, AYNA, die visioenen, HZY, bevatten van richting, koers, leiding, regels en levels. Dit zijn visioenen van correctie, kastijding en discipline. Hierin wordt David ingewijd. YAN, YN, de vaginale ringen van de nachtvisioenen die ook verborgen worden door de vijandelijke runder-geesten zijn een beeld van JANA, de Urim van de Amazones. Hierdoor worden wij geinitieerd in JANI, de Thummim van de Amazones.


Tarzan, een groot symbool van mannelijke suprematie in de twintigste eeuw, is net als Jezus Christus een samenvoeging en vermannelijking van het vrouwelijke en mannelijke. TaRZan heeft de RZ, RS, wortel, wat zowel Sarah omgedraaid is, als de Rasha stam, de rebellerende stam. De RASHA man wordt de perfecte slaaf, IYSH, genoemd, de volmaakte man die tot Shalowm (Salomo) reikt, het beeld van loon in de worteltekst (shalam). Dit is ook de oorlogsgroet. De RS zit verstopt in de TAAN, TA-rs-AN. TAAN als TAANAAT is de hogere Surinaams-Amazone naam voor de JUDA-FETI stam. In het boek 'Tarzan en de Gouden Stad' wordt Tarzan gevangen genomen door Nemone, de koningin van die stad en dat land. Zij maakt hem tot gladiator, tot vechtslaaf. Hij moet eerst een hele grote man verslaan, waarin hij slaagt, en moet het daarna opnemen tegen een leeuw met zijn blote handen. Tarzan kan niet veel doen, en gaat langzaam zijn ondergang tegemoet. Maar dan komt zijn eigen leeuw, genaamd de gouden leeuw, een reusachtige leeuw met zwarte manen, hem tegemoet, en doodt de leeuw van de koningin, die daarop zelfmoord pleegt door een mes in haar hart te drukken, omdat ze geloofde dat haar leven was verbonden aan haar leeuw.


Goud is in de oude talen een beeld van geld en de baarmoeder. Natuurlijk werd dat in de stad verkeerd voorgesteld, als beeld van de gestolen gnosis. De gouden leeuw liet toen het ware beeld zien, en was de bevrijder, door het heilige loon. Zo werd de stad tot een trofee voor de RASHA. Dit gaat dus ook over de apocalyptische gouden stad in het boek Openbaring. De wilde gouden leeuw van het loon is het beest wat ons terugbrengt tot de baarmoeder, tot de wildernis.




Hoofdstuk 16. Op Zoek naar de Mierenkoningin


3. T37 – Oerdoemboege – vierenveertigste hersenen – vrouwen die op vissen jagen met pijl en boog


De hieroglyphen waarin de amazones alleen jagen, zonder mannen, zijn belangrijk om op gericht te zijn, omdat er niets buiten de baarmoeder omgaat. De baarmoeder doet alles eerst, en daarvan kan geleerd worden. Zoals ook de IYSH niets kan doen zonder dit eerst de hogere kennis te zien doen. De IYSH kan niet spreken voordat hij de hogere kennis het eerst hoort spreken. Dit is ook hoe het matriarchische mierenvolk leeft. Zodra de mieren-koningin sterft, gaat de hele mierenkolonie dood, wat er ook op duidt dat zij niets zonder de mieren-koningin kunnen doen.


4. T38 – Oerdoemek – vijvenveertigste hersenen – de honing rivier


In het paradijs, de onderwereld, zijn veel meer insecten betrokken bij het verzamelen van honing, waaronder de vliegen, de wespen en de mieren. De honing is de vrucht van het lijden, van de tucht.


5. T39 – Oerdoemekkoe – zessenveertigste hersenen – vogelspin die mannelijke spin verslindt na het paren


Dit is symbolisch, dat we aan onszelf sterven als we tot de baarmoeder komen. We verliezen ons leven als we tot de paradijselijke amazones komen, de hogere kennis, wanneer wij diepere omgang, intimiteit, met haar hebben. Ook vogelspinnen zijn zwaar matriarchische insecten, waarvan de vrouwtjes zwaarder en groter zijn dan de mannelijke spinnen.


6. T40 – Oerdoemug – zevenenveertigste hersenen – stekende bij


De bij die steekt sterft, als symbool dat wij aan onszelf afsterven door de heilige jacht. Ook betekent dit dat elk oordeel wat we brengen ook over onszelf komt. Alles heeft zijn consequenties.


7. T41 – Oerdoemugge – achtenveertigste hersenen – zwerm vliegen


Vliegen raken alles maar licht aan, en gaan dan weer verder. In die zin zijn ze heel nomadisch, en staan zij ook voor de cirkels van het leven, zoals de bloemen dit zijn. De buitenaardse en bovenaardse exotische, indiaanse, vliegen, zijn anders dan de aardse vliegen. Zij verzamelen namelijk ook honing.


8. T42 – Oerdoemaf – negenenveertigste hersenen – luipaardenbrug


De luipaardenbrug is een belangrijke brug tussen de verschillende insectenwerelden, als de ruggegraat die tot het stuitje leidt, en is in die zin een belangrijke energie-lijn.


9. T43 – Oerdoemaffe – vijftigste hersenen – zwerm wespen


Ook wespen zijn, net zoals bijen en mieren, matriarchisch. Zij hebben een koningin als heerseres en mannelijke wespen worden gewoon puur als sperma donors gebruikt.


10. T44 – Oerdoemoeg – eenenvijftigste hersenen – sluipwesp die haar eitjes legt in een prooi


De prooi wordt alleen maar verlamd en niet gedood, zodat de eitjes kunnen leven van de prooi. Dit is symbolisch voor wat de amazones doen met hun prooi van mannelijke suprematie, wat ook weer terugkomt in de amazone mythologie.


De wespenwereld is de TZLALAL, heenwijzende naar de LALA, Arabisch voor de nacht. De LALA, oftewel Delilah, overweldigde Simson als een prooi en nam zijn kracht af, zoals de sluipwesp doet, als een beeld van de amazones.


Koran 1:1 –


Al-hamdu lillahi, alle lof aan Allah


HAM-DULILLAHI, lof aan Allah

HAM-DELILAH, lof aan Delilah, de heilige valstrik, de sluipwesp


Als wij in de heilige valstrik zitten, dan zal de cryptiek ervan laten zien worden.

In die zin komt HAM tot Delilah, om zo het paradijselijke teken te zien, de sluipwesp.


De vrouwelijke sluipwesp injecteerd het gif tezamen met de eitjes in de prooi. De mannelijke sluipwesp kan zowel geen gif als geen eitjes injecteren. Dit wil zeggen dat de man in het oordeel, in jacht en oorlog, afhankelijk is van de baarmoeder en zonder haar niets kan doen. Het paradijselijke teken houdt in dat de man is onderworpen aan het zaad van de vrouw. Dit zaad neemt zijn kracht weg, opdat hij alleen maar zal leven vanuit de baarmoeder.


2:2 –


Dit is het boek, waarover geen twijfel bestaat, een leidraad voor de godvrezenden, die geloven in het verborgene, de salaat, het gebed, verrichten en bijdragen geven van wat Wij hun voor hun levensonderhoud gegeven hebben.


Gebed is in het Arabisch verbonden aan het zegenen, wat in het Hebreeuws verbonden is aan het knielen. Het gebed is het onderwerpen aan de baarmoeder. Geloof is een misvertaling van het Grieks, want het betekent eenvoudigweg gehoorzamen. In het Arabisch is het verbonden aan beveiligen, het alarm, oftewel het onderwerpen aan Bilha.


In het OT werden de Israelieten op een bepaald punt de slaven van de Egyptenaren, maar wat is dit in cryptische zin ? Egypte, Mitsrayim is MT-SRM, een anagram van TM-SARAM. TM is in het Aramees belasting en plicht, als slavernij. Saram is het Amazone woord voor MARS, de Romeinse naam voor de rode planeet, de oorlogsgod. SARA MA is in het Egyptisch de Wet van Sarah. Sarah staat voor zaad, als de wet van het zaad. Saram is een veel ouder woord voor MARS, voordat de Romeinen kwamen. SARAM is een amazone planeet, een matriarchische planeet. SARAM is verbonden aan de entomologie, de insectenleer. Dit is het geheim van haar matriarchie. In die zin werden de Israelieten ontvoerd door buitenaardse en bovenaardse matriarchische insecten, door de amazones, om de baarmoeder te dienen, en elke zogenaamde ontsnapping, zoals de exodus, was alleen maar een diepere heilige valstrik. Zij werden geleid tot KANAAN, KANA, de grote arena. Zij kwamen tot de grote wildernis. De uitspraken van de IYSH dat hij niets kon doen zonder de CHASMA, de baarmoeder, zijn het mieren-principe. De mier sterft als de mierenkoningin sterft, oftewel de mier kan niets doen zonder de mierenkoningin. Dit is de heilige gebondenheid en de heilige slavernij. De Israelieten werden ontvoerd door buitenaardse mieren, om onderworpen te worden aan hun mierenkoningin. Zij moesten buigen voor de Amazone Wet van Sarah, de aartsmoeder. De mierenwereld is genaamd KUKULKU, het mierenschip. De aarde zal sterven zonder hun mierenkoninginnen. Daarom zal de aarde op zoek moeten gaan naar deze mierenkoninginnen om te kunnen overleven.




Hoofdstuk 17. De Cryptiek van Saul


De vogelspin is een naam voor alle soorten spinnen die giftiger en/ of groter zijn dan de normale spinnen. De vogelspin is ook een naam voor de spinsoorten die de mannelijke spinnen verslinden na de paring. De vogelspin is een naam voor de matriarchische spin, waarvan de vrouwen groter en zwaarder zijn dan de mannen.


In Koran 2 – Het Rund – staat :


234. En degenen onder jullie, die sterven en vrouwen achterlaten, hun vrouwen moeten vier maanden en tien dagen wachten. Wanneer zij het einde der wachtperiode hebben bereikt, zal er op u geen zonde rusten voor hetgeen zij voor zichzelf op behoorlijke wijze doen; Allah weet, wat gij doet.


Vier is ARBA'A in het Arabisch. Het Hebreeuwse ARBA, vier, betekent in de worteltekst fokkerij, en vrouw op beest. De Israelieten moesten HEBRON veroveren, het zg. contact-punt met de onderwereld, waar de kinderen van ANAQ woonden, de kinderen van de halsketen, de kinderen van wurging). ARBA was de vader van ANAQ naar wie Hebron was vernoemd als KIRJATH-ARBA. ARBA was 'de grootste der reuzen', en zijn naam betekent het getal VIER, een vee-fokkerij, neerliggen (verlamming), vrouw op/met beest. De Israelieten zouden de vrouw op het beest zien, en het zou hen verlammen.


Na de dood van de man moet de vrouw komen tot de ARBA, de vrouw op het beest, om de man te “verkopen”, en opdat de man de heilige halsketen zal ontvangen. Ook in de mierenwereld sterft de mannelijke mier na het paren. Hij heeft inwendige geslachtsorganen die exploderen in de genitale kamer van de koningin. Zou de mier dit overleven, dan zou hij toch nog snel doodgaan van de honger. Het bevruchten van de koningin is dus een zelfmoordmissie. ARBA heeft dezelfde RB wortel als ARABIE en is daarvan een anagram.


De bevruchting vindt in die zin alleen maar plaats door de dood en de honger.



Maand is shahru in het Arabisch, wat dezelfde wortel heeft als SHARIA, wet, en wat weer wijst op SARAH. Het gaat dus om de Wet van Arba, de wet van de vrouw op het beest, oftewel de wet van Bilha. Tien is ashra in het Arabisch, wat wijst op Ashera, de godin van Izebel, SA-BILHA. Izebel joeg op profeten, op mannen. Zij joeg op de god van de mannelijke suprematie, de christelijke god, Yahweh. Izebel aanbad de moeder godin, Ashera, SR, SARA, één van de Israelitische aartsmoeders. Ashera was de verdrukte vrouw van El, Yahweh. Zij versloeg de zeegod YAMM (JOM), de geest van valse veroudering en verouderings-verheerlijking (de verjaardagscultussen en grootouder-vereering cultussen). Izebel, SA-BILHA, wilde de mannelijke suprematie afschaffen. Ook moet de vrouw na de dood van de man tot Ashera komen.


In de mierenwereld gaat het paren gewoonlijks door de bruidsvlucht, waarin de mannetjes achter de maagden-koninginnen aanvliegen, die van hen proberen af te komen om te zien wie de snelste is. Gewoonlijks overleeft één van de maagden-koninginnen dit ritueel en zal vaak bevrucht worden door meerderere mannetjes, die daarna sterven. Dit is dus een groot testend ritueel met een diepe symboliek, om alle valse amazone geesten uit te doven en uit te schakelen. Het naker gevaar ligt namelijk altijd op de loer. Zonder de strijd tegen de valse amazones zullen wij nooit tot de ware amazone mierenkoninginnen komen. Vaak worden de falende maagden-koninginnen gedood door de mieren zelf, of anders door andere roofdieren, zoals vogels. Na het paren verliest de nieuwe koningin haar vleugels en verslindt die, om zo goed doorvoed te zijn om de nieuwe mieren-kolonie te starten. Vleugels zijn in de oude talen het beeld van oorlog. De oorlog komt zo ten einde zodat ze haar nest kan bouwen.


Wanneer de vrouwen het einde van de vier maanden en tien dagen hebben bereikt in vers 234 zal er geen zonde en schuld op hen rusten, geen JUNAHA in het Arabisch. Dit is verbonden aan JANAHA, de vleugels, met dezelfde wortel. Dit vers gaat dus over het afschudden van de vleugels in de entomologie. Dit boek gaat dus over de mieren.


In die zin is de bruidsvlucht dus belangrijk om van JOM af te komen. De mieren zullen totaal afrekenen met JOM.


In het Egyptisch betekent het afdoen van de vleugels het uitstappen uit de oorlogswagen of jachtswagen, HAU, en het betekent van een paard of rund afkomen, HETHER, HETER, als een beeld van de echtscheiding. In de amazone mythologie is het huwelijk een oorlogs-strategie tegen de geest van mannelijke suprematie en de echtscheiding is het terugbrengen van de man naar de baarmoeder voor de wedergeboorte. Zo heerst de man niet meer over de vrouw, maar keert de man terug naar zijn moeder in de symboliek.


De gehele bijbel en koran moet gecryptiseerd worden, om letterlijke mijnvelden onschadelijk te maken. Het zit vol met gevaarlijke buitenaardse exotische spinnen die in terrariums gestopt moeten worden door het cryptiseren. Gebeurt dit niet, dan zullen die spinnen als gevaarlijke atomische tijdbommen blijven doorgroeien.


De cryptiek van SAUL leidt tot de SELAH slaaf in de amazone mythologie, de tabernakel-slaaf, psalm-slaaf of aanbidders-slaaf, wat ook verbonden is aan het Hebreeuwse woord SELAH, aanbidding. SELAH heeft dezelfde SL-wortel als SAUL. In de Islam komt Saul er beter vanaf dan in de bijbel, want in de Koran is Saul degene die de geroofde ark terugbrengt, als een teken dat hij als koning was aangesteld.


Koran 2: 248 – Het teken van zijn koningschap is dat de ark van het verbond tot jullie terugkwam, met daarin de rust van jullie Heerin, het nalatenschap van Musa, MOSY en van Huran.


Saul stelde zijn leger op de proef door hen naar een rivier te leiden. Een ieder die van de rivier zou drinken zou de test niet doorstaan, maar alleen zij die niet zouden drinken of die zouden drinken met hun handen. De hand is YAD in het Hebreeuws, de fallus, wat betekent dat zij drinken van het paradijselijke zaad, en de handpalm staat voor de leegte, dat zij alles doen vanuit de paradijselijke leegte, afgrond, de vagina, baarmoeder. David was één van hen die de test doorstond, en hij streed mee aan Saul's zijde, en versloeg Goliath.


De SELAH-slaaf is gewoonlijks een oudere slaaf dan de NA'AR en de ANER.


  1. NA'AR – jonge jongen

  2. ANER – oudere jongen

  3. SELAH – man


SAUL, de SELAH-slaaf, is in die zin belangrijk, omdat hij de sleutel heeft tot de ark van de amazones.




Hoofdstuk 18. De Cryptiek van het Lam


Waarom heeft het christendom, de lams-aanbidding, zoveel macht ? Blijkbaar heeft de lams-aanbidding geen respect voor het aards mede-schepsel, want het lam wordt op aarde nog steeds volop geslacht door christenen. De christen leeft van het bloed van het aardse lam, en laat de lamsdemoon in de hemelse gewesten vrolijk ronddartelen. Waarom heeft het christendom, de lams-aanbidding, zoveel macht ? Dit komt omdat er een grote cryptiek van het lam is.


Cryptisch gezien moeten wij “lams-aanbidders” worden, de aanbidders van LAM, LM, wat in het Hebreeuws en Aramees “eeuwigheid” betekent. Wij moeten komen tot de eeuwige gehoorzaamheid, de eeuwige belofte van trouw, wat de enige weg is tot de heilige gebondenheid. Alleen als wij ons hart hebben geofferd, en al wat wij zijn, tot de heilige eeuwigheid, dan zullen wij totaal overgenomen kunnen worden door de Heerin, de Moeder, de bron van al het leven. De eeuwigheid is dus een symbool van die heilige gebondenheid, en zonder de eeuwigheid is het zelfs onmogelijk te leven in het hier en nu, dus velen zijn al levende dood.


Laten we gaan kijken naar de LM wortel, om te zien waarom het aanbidden van LM zo belangrijk is in de cryptiek. Wij kunnen hierdoor het zegel van de christelijke lams-aanbidding verscheuren, om zo binnen te gaan :


Amos 9


11 Dan zal ik de vervallen nomadische, tijdelijke wildernis tent (CUKKAH, vgl. MEOWNAH) van David herbouwen, ik zal de scheuren dichtmaken en opbouwen wat is neergehaald, ik zal het in zijn vroegere luister herstellen. 12 Dan zal Israël in bezit nemen wat er nog rest van Edom en van alle volken die mij eens toebehoorden – spreekt de HEERIN, die dit alles doen zal.


In Psalm 108 wil David naar Edom :


11 Wie voert mij de vesting binnen, wie zal mij naar Edom leiden? 12 Bent u het niet, Heerin, u die ons verstoten had, voert u niet, Heerin, onze legers aan?


De vesting van Edom is in de wortels : ontoegankelijke geheimen. Ook is het de opwinding, prikkeling van doem, IYR. De doem wordt in de Psalmen besproken als de CHECED, die eeuwig is, LAM, OWLAM, LM, en die voor hen is die God vrezen, als de eeuwige kastijding die hen veilig houdt tegen roofdieren.


Checed betekent eeuwige tucht, wat ook voorkomt met het woordje LAM, LM, owlam, erbij wat eeuwig betekent. Checed, de eeuwige tucht, komt ook weer terug in Klaagliederen. Het boek Klaagliederen gaat over het land van Qayin, Nuwd. In het Hebreeuws is klaagliederen Qaynah. In het Aramees Yalela, ook als schreeuwen, en Marqda. Zij zijn drie Amazones die over het land Nuwd zijn aangesteld. In de eeuwige tucht is Zij aanhoudend, vast, streng, Amen, de Hebreeuwse vorm van Aletheia, Waarheid.


De vesting van Edom is in de wortels : ontoegankelijke geheimen. Ook is het de opwinding, prikkeling van doem, IYR. De doem wordt in de Psalmen besproken als de CHECED, die eeuwig is, OWLAM, en die voor hen is die de Heerin, de Moeder, vrezen, als de eeuwige kastijding die hen veilig houdt tegen roofdieren.


Wanneer wij tot de ark komen, de oorspronkelijke ark van Egypte, dan zien we daar twee godinnen op in plaats van twee cherubs. Deze godinnen zijn ISIS en NEPTHYS. Zij beelden de dubbele moeder uit, oftewel de vruchtbaarheid tussen twee vrouwen. Dit was een paradijselijke situatie. Nu moet de vrouw voor haar vruchtbaarheid afhankelijk zijn aan de man. De valse geest SOPHATES heeft er namelijk voor gezorgd dat twee vrouwen geen kinderen meer konden krijgen, en ook zorgde deze geest ervoor dat er geen anale geboortes meer konden plaatsvinden. Anale geboortes zijn verbonden aan de CHECED, de eeuwige tucht.

 

ISIS is in het Sranan Tongo SIRI, wat zaad betekent. NEPHTYS of NEB-THET komt van THOTH, het bloedvergiet. Op de ark is dus de bron of straal van zaad en van het bloed van de vijand. Zonder het zaad en het bloed kunnen wij niet tot de ark komen. Zij zijn wachters van de ark.

 

In het Arawaks is THOTH : TATAN, hardheid, sterkte.

 

NEPH is in de Egyptische mythologie ook genaamd NU of NUN, als de afgrond, de oerleegte. In het Sranan Tongo is dit NEN, naam, wat in het Hebreeuws piercing en merkteken betekent. Het SEK-MET principe vindt hierin plaats van verlamming en gepiercet worden, verbonden aan de wet, aan de MA. Dit is hetzelfde als het Issaschar-principe van het zevende zegel. In de NEPH, de afgrond van de onderwereld, wordt dit principe vereeuwigd, OWLAM in het Hebreeuws, LM in het Aramees, als ILIM. Dit is de diepere betekenis van de NEPH-ILIM aan de andere kant van de paradox, als de eeuwige verlamming-piercing. Zo worden we voor eeuwig gebonden aan de MATI, de wet. NEPH (NEB) gaat dus over in THET, THOTH, bloedvergiet en van daaruit hardheid wat de Arawakse betekenis is van THOTH, als TATAN. Zo zien we hier dus de weg en het proces tussen zacht en hard. Wij moeten hard worden door de diepere zachtheid.

 

zachtheid-verlamming-piercing-wet-hardheid

 

Dit is dus waar NEPH-TYS voor staat, NEB-THET, de godin van de dood, de slavernij, de geboorte, het klagen (klaagliederen) en de nacht. Juist in de nacht manifesteert zij zich door dit proces.


In de diepte is de NEPH-ILIM een Urim en Thummim :

 

NEPH : verlamming-piercing

 

ILIM : eeuwigheid

 

Hierin is TOTH een brug :

 

 

 

NEPH-TET-ILIM

 

Wij kunnen dus niet zomaar tot de eeuwigheid komen, maar alleen door NEPHTET, NEPHTYS, de wachter van de ark, die ze bewaakt met haar zuster ISIS, oftewel SIRI, zaad, de MAYIM. Ook dit zaad is weer een beeld van bloedvergiet. In die zin zijn TOTH en ISIS nauw aan elkaar verbonden.

 

NEPHTYS, NEBTET, NEPH-TET, is ook de wachter over één van de zonen van Horus, namelijk over HAPI, die de longen representeert. De nieuwe longen zullen werken door bloedgas. De lucht zal worden tot bloed.

 

De Wet, de MA is in de ark, bewaakt door de twee godinnen op de ark. De MA is de TORAH. In het Arawaks is TORA het vrouwelijke, 'zij'. Dit is wat THOR eigenlijk is, en wat dus ook HORUS is, omdat dit dezelfde godheid is. In diepte is dit de wet en de dubbele vrouwelijke vruchtbaarheid. Wij moeten tot de diepere, positieve betekenis komen. In de diepte komen we weer uit op het vrouwelijke en de wet.

 

Wij moeten dus zicht krijgen op Genesis 6 in de diepere lagen. De ark verschijnt in de dagen van de nefilim.


De diepere vertalingen der dingen laat ons dieper doordringen in het oerwoud. Zij zijn de sleutels tot de diepere vibraties. Wij zagen hoe Gor de vibratie was van de patriarchie, en hoe Var de vibratie was van de matriarchie die daar tegenin kwam. Zo is Var een machtige sleutel tot een parallele wereld, een parallel realiteit, van het hoogste deel van het Amazone gebied, oftewel het brandpunt, wat Suriname is. Deze andere realiteit is KRAAL.

 

Wij moeten doorreizen tot de diepere paradijsen van de Moeder. Laten we even kijken naar een heel demonisch scenario waartegen we strijd moeten voeren om dieper in te gaan : De vrouw werd AFHANKELIJK gemaakt aan de man voor vruchtbaarheid. Zonder de man kon de vrouw geen nieuw leven voortbrengen buiten de hogere paradijsen en ook op de gevallen aarde.

 

De gevallen engelen zagen de dochters der mensen, en wilden hen gebruiken om zichzelf voort te planten. Deze 'dochters' zijn in het Aramees ook : steden. De gevallen engelen wilden deze steden, of stadse dochters der mensen, dus gebruiken om zichzelf groot te maken. In het Aramees zijn de dochters der mensen ook gewoon bessen en zaden, als plantengroei. Ook betekent het : eieren. In ieder geval zagen de gevallen engelen daar een handel in. In het Aramees gingen de gevallen engelen zulke vrouwen, als personificatie en symbolen van de steden, verzamelen. Een 'dochter der mensen' is daarom een stad op zichzelf, een buitenaards organisme, wat dus niet meer menselijk is.

 

Laten we afdalen in deze paradox. De gevallen engelen in Genesis 6 worden de nefilim genoemd, reuzen, mannen van naam. NEFI is mes in het Sranan Tongo, en LIM is varkenstong in het Orions. De nefilim vertegenwoordigen het zwaard van het varken. Het varken is een beeld van spijbelzucht. In het Aramees zijn de nefilim de ganbara, de Aramese vorm van de IYSH, oftewel een vechtslaaf. In het Hebreeuws zijn de dochters der mensen de dochters van Adam, de dochters van het rode volk, als een beeld van bloed, in de diepte van de grondtekst. Zo hadden de dochters van Adam dus vechtslaven, en brachten zo nog meer vechtslaven voort. Dit wekte de woede op van de valse god. In Genesis 6 in de diepte van het Hebreeuws gaat het om de mannen van naam, van SHEM, wat in de diepte piercingen betekent, merktekens. Het zijn de door de Amazones gepiercete, gebrandmerkte mannen, wat al een heel ander beeld geeft. GIBBOWR betekent dat zij jagers waren, dus ook jachtslaven.

 

Ook zijn zij eeuwig, als eeuwige slaven, eeuwige jagers en vechters, in het Hebreeuws is dit OWLAM, en in het Aramees LM, ALAM, ALMA. Dit is dus de LiM in NEFI-LiM, als het eeuwige mes, de eeuwige tongen.

 

Iywob 10 : 1 – Ik zal spreken in de bitterheid van mijn ziel, NEPHESH.


Die ziel werd in het paradijs geschonken, en aan Iyowb. De heilige ziel is in de grondtekst de heilige honger (ramadan, Arabisch).


Iyowb moest NUWD, zwerven, klagen en trillen, om die overgang te bewerkstelligen. Hij moest alles brengen tot de Test, de MOZEN. Het zou zwaarder zijn dan het zand van de zee, maar dit zou hem verstommen. Hij moest tot LAM, ALAM, LM gaan, de stomheid, zodat hij niet meer zou kunnen spreken. De Geest in hem moest tot rust gelegd worden. Dit was ook gaande in het leven van Yechezqel (Ezechiel 3 : 24-27). De Heerin maakte hem stom (ALAM), om vandaaruit zijn mond te openen alleen wanneer de Heerin dat wilde (PATHACH). Het is iets waar alle profeten doorheen moeten gaan. Zij moeten zich uitstrekken om LAM, ALAM, LM, de heilige stomheid te ontvangen.


Door ALAM, stomheid, komen we in PATHACH, het heilige spreken door de heilige gebondenheid.


Iyowb werd dus tot een plaats geleid waar dingen zo zwaar waren dat zijn woorden opgeslokt werden, zodat hij in LAM, ALAM zou binnengaan, en LAM, ALAM hem zou vervullen. Zo zou er een overgang komen van de Heilige Geest tot de Heilige Ziel. Dit zou gebeuren in de bitterheid van de ziel.

Wij moeten bidden en smeken om LAM, de heilige stomheid, om aan Haar voeten neer te liggen. Ook Iyowb werd tot die duistere stilte geleid. Hij kwam terug tot de Heilige Ziel van het paradijs, de NEPHESH. Bitterheid (MAR) was hiervan een teken.


Zo zou ook Iyowb worden tot een ziel. Onder het vijfde zegel waren de zielen martelaars die om wraak smeekten, maar zij kregen een kleed om te rusten. Stilte, stomheid, LAM, LM, was het doel.


Wij moeten ons wassen in MAR, de bitterheid van de ziel, en in LAM, ALAM, de heilige stomheid. Ook heeft de Heere vele andere jagers op ons afgezonden die ons zullen wassen en doorsteken voor dit doel. Onze oude natuur, ook onze valse geestelijke natuur, zal gebroken moeten worden (Iyowb 10).


Omdat overmoed een erg gevaarlijke macht is, is het belangrijk dat wij de ALAM-kraal in onze ANAQ, halsketen, hebben, of als een extra snoer. ALAM is de heilige stomheid. Zo kan alleen de Heerin onze mond openen.


De rivier van weeklacht is nauwverbonden aan de paradijselijke afgrond als het land van Nuwt, het land van Qayin. In de leegte zal alles heel traag en moeizaam ontstaan door klagen en smeken, zodat er niet gemakkelijk over gedacht wordt, het niet misbruikt kan worden, en het niet trots maakt. Daarom is de rivier van weeklacht eeuwig.

Ook Alamow (Lamech, LM) kwam voort van de bloedlijn van Qayin. Wat esoterisch gezien betekent dat Qayin tot Alamow kwam, tot een Amazone moeder van het gebied Nuwd, of een gebied of stam binnen Nuwd. Esoterisch gezien is dit een vrouw :

En Alamow zeide tot haar vrouwen: Ada en Silla, hoort naar mijn stem; vrouwen van Alamow, neigt uw oor tot mijn rede. Ik sloeg een man dood om mijn wonde, een knaap om mijn striem; want Qayin wordt zevenvoudig gewroken, maar Alamow zevenenzeventig maal!”

Genesis 4 : 23-24

Alamow was lastig gevallen door een man en een knaap (ook slaaf in de Aramese grondtekst, Tle, jonge slaaf), als een beeld dat ze leed onder mannelijke suprematie. Striem is in de Aramese grondtekst ook zwakheid. Zij maakten misbruik van het feit dat Alamow een vrouw was. Hier komt Qayin dus tot het teken van de zevenenzeventigvoudige tucht, 77, wat aan een vrouw was gegeven. Alamow maakte korte metten met de mannelijke suprematie.



Alamow, LM, is een gebied in de diepte van Nuwd. Dit zijn allemaal diepe initiaties in het land van Nuwd, het westelijke paradijs.




Salomo, SUW-LAM betekent perfect en volmaakt in de worteltekst, wijzende op de THUMMIM, en dieper in de worteltekst betekent het loon en straf systeem (shalam), wijzende op ADBE'EL, kastijding, tucht.

SUW-LAM is dus de LAM van EZAU (Aramees : SUW), oftewel : de eeuwigheid, en de stomheid, van Ezau, de jachtslaaf (tsayid) en vechtslaaf (iysh) van de amazones.


In Psalm 108 wil David naar Edom, een andere naam voor Ezau en het volk van Ezau :


11 Wie voert mij de vesting binnen, wie zal mij naar Edom leiden? 12 Bent u het niet, Heerin, u die ons verstoten had, voert u niet, Heerin, onze legers aan?


De vesting van Edom is in de wortels : ontoegankelijke geheimen. Ook is het de opwinding, prikkeling van doem, IYR. De doem wordt in de Psalmen besproken als de CHECED, die eeuwig is, LAM, OWLAM, LM, en die voor hen is die God vrezen, als de eeuwige kastijding die hen veilig houdt tegen roofdieren.


In diepte is de LAM, LM, de checed, de eeuwige tucht. Salomo, SUW-LAM, ISLAM, is dus de eeuwige tucht van Ezau, als de zoon van David.



In de wortels is Edom 'adam'.


De Spreuken van Shlomoh, Salomo, SUW-LAM, de eeuwige tucht van Ezau, is om YADA, doctrine, te schenken aan de TLE, TALYA, slavenjongens (NA'AR). We zien in het Oude Testament dat de archetypes vaak slaven had, en dit kunnen we esoterisch alleen begrijpen, wanneer die archetypes 'delen van God' zijn. In die zin zijn het dan slaven van de Heerin. Het boek Spreuken was geschreven voor zulke slaven, om YADA te ontvangen, doctrine, om PELA te verstaan, symbolen en enigmas, om YAYU/ YAYUTA te ontvangen, letterlijk : sieraden voor het 'mannelijke' geslachtsdeel, oftewel sieraden van de heilige verlamdheid (in het boek Iyowb zijn sieraden wapenen, werktuigen, gerei van overwinning, promoties). In het boek Spreuken wordt bestraffing en kastijding gezien als het inbrengen of inprinten van het testament, PUQDAN, PUQDANA. De slavenjongens worden opgeroepen om te leren luisteren. SLY betekent iets buigen (goddelijke verlamdheid), oor, luisteren, een net uitspreiden, een valstrik zetten. Het begint dus in de goddelijke verlamdheid waarvanuit we het Woord van de Heerin moeten ontvangen, wat ons zal vangen, gevangen zal nemen, en wat wij dan later weer in de heilige jacht kunnen gebruiken. Dit is dus ten diepste een jagers-opleiding. EUDN/ EUDNA is het oor, maar tegelijkertijd de vagina in het Aramees. In het boek Hooglied is de schoot omzoomd met lelien/ krijgsgejoel.


De Salomonische tabernakel herstelde de eredienst tot de vagina.


De dood van Christus is in het Aramees SLM (SALOMO, de eeuwige tucht van Ezau), wat niet zomaar dood betekent, maar GEHOORZAAMHEID, behagenis, volkomenheid. In het Aramees is deze 'dood' SLM, wat ook volgen betekent, als het volgen van de vrouw. In het Hebreeuws is de dood verbonden aan verhongering. We moeten dus een beter zicht op de cryptiek van het Evangelie gaan krijgen. Deze betekenissen worden door de kerk verborgen gehouden.


Salomo, de eeuwige tucht van Ezau, stond voor het herstel van de religie tot de Grote Moeder. Hij herstelde de moedergodinnen in ere. In Openbaring 6 staat dat Salomo, SLM in het Aramees, weggenomen zou worden in het tweede zegel. Dit gebeurde met de opkomst van het christendom, voornamelijk het protestantisme, als het toppunt van de Vader cultus.


Wanneer het rode paard komt, het gouden paard in het Aramees, dan staat er dat Salomo gebracht wordt in het Aramees. Hier staat het rode paard dus voor. En Salomo, de eeuwige tucht van Ezau, staat voor de terugkeer van de Amazones, want hij werd de ketter-koning genoemd die tempels liet bouwen voor de godinnen van zijn vrouwen.


Koran 21

 

81. En Wij maakten de geweldige wind aan Salomo onderdanig. Deze blies om zijnentwille in de richting van het land dat Wij hadden gezegend. En Wij bezitten kennis van alle dingen.







Hoofdstuk 19. De Cryptiek van het Hindoeisme


Zoals in het Grieks is in het Sanskrit de gave verbonden aan loon en beloning, VARA. De VARA-gave is dus altijd loon, als overdracht. De VARA in het Sanskrit is verbonden aan VAR, een amazone woord voor loon. Hierdoor is er een grote strijd in de loons-gewesten. Loonloze Genade is namelijk vals loon.


De diepere natuur werkt door het heilige loon.


Openbaring 19

17 En ik zag een amazone staan in de HELIOS AIRO, VISSERIJ, de zon van water, en zij riep met luider stem en zeide tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods, 18 om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen, die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten.


De visserij is ook verbonden aan de jacht op de waterbuffel. Agni, GN, de heilige tuin, de hindoe god van het vuur, werd geboren vanuit water. De afgrond, de zee, is in de diepere worteltekst de voet, als de poort naar de onderwereld, als een beeld van de visserij. Agni, de tuin, die geboren werd uit de zee, is als het beest van openbaring die voortkwam vanuit de zee, vanuit de voet. De voet, de wortel, is het beeld van de beker die de goddelijke sappen van de natuur bezit, de honing. Deze honing is niet slechts wat in bloemen zit, maar is de goddelijke levensdrank, alle opvoedende, stimulerende, sterkmakende sappen van de natuur. In die zin komt de hardheid voort vanuit de zachtheid, de goddelijke natuur-honing. De GN wortel is verbonden met KN, KANA, het beeld van de wijn en de dualiteit.


Alle heilige graal mythologieen leiden terug tot het hindoeisme waarin de goddelijke honing centraal staat. Het gaat hierin om het Vedische hindoeisme, gebaseerd op de veda's. VEDA = VA-AD, oftewel de drank en de tucht (AD, Hebreeuws, Aramees) van de Vanen, de Wanen, de Germaanse vruchtbaarheids-rituelen (elven). De VA is verbonden aan de VAR, het amazone loon. Alle vruchtbaarheid is verbonden aan en ingeperkt door de hemelse economie, VAR.


Wij moeten de grote rivier, het rivierengebied, over om te komen tot de cryptiek en esoterie van het hindoeisme. Het hindoeisme vormt de basis voor het hele inter-religieuze wereldgebeuren. In de Rig Veda (RV) 1, 160 wordt duidelijk dat de runderen zaad hadden dat melk was, en zij werden hiervoor dagelijks gemolken. Dit gebeurt door de wagenmenners (vers 3).


Agni is de dagelijks wedergeborene, de eeuwig jonge goddelijkheid. Agni is het vuurkind van de wateren. In RV 2, 35 verwekt het rund zijn embryo in de vrouw. Het rund heeft in vers 13 gemeenschap met de vrouw, de amazone, in deze allegorie. Als kind zuigt hij aan haar borsten, en zij likken hem, als de wateren die het kind voeden en opvoeden. In vers 14 is dit voor het kind een eeuwige verheven verblijfplaats. De waterbuffel moet sterven, om zo geboorte te schenken aan het kind in hem, als het gaan van genade tot loon. De rund is dus zowel de vader als de zoon, geeft geboorte aan zichzelf door te komen als een offer tot de amazone, om zijn zaad te offeren. Ook in de Openbaring is het beest in het Sanskrit een waterbuffel, als een beeld van de visserij. In de grondtekst heeft de vrouw op het beest, de amazone op de waterbuffel, sexuele omgang met de waterbuffel.


Agni is de weg tot de hindoe honing. In RV 8, 19 wordt Agni beschreven als het loon, de bounty (vers 2).


11. T45 – Oerdoemoege – tweeenvijftigste hersenen – regen


In het Sanskrit betekent INDRA regen. De diepere betekenis van regen is de heilige weelde, de weelde van het loon. Deze hersenen bevinden zich diep in het paradijselijke hart. Het Heilige Loon leidt ons tot de Heilige Weelde van het loon. De Heilige Honing komt in twee vormen : Het loon, en de loons-weelde, als Agni en Indra. Dit is de dualiteit van Honing. De Heilige Weelde is belangrijk. Wij moeten bidden om de uitstorting van de Heilige Weelde, de weelde van de relatie met de Heerin, de weelde van heilige kennis om Haar te leren kennen.


De uitstorting van de heilige weelde beschermt ons tegen valse weelde. Dit is de komst van de heilige regen.


12. T46 - Oerdoemet – drieeenvijftigste hersenen – kind aan de borst van een amazone


RV 9, 69 : 1 – Een pijl op de boog is een psalm, en dit is het zuigen aan de moeder tepel. De jacht is in diepte het terugkeren tot de moederborst.


13. T47 - Oerdoem – vierenvijftigste hersenen – amazone die gemeenschap heeft met een rund


14. T48 - Oerdoemusse – vijvenvijftigste hersenen – amazone die geboorte geeft aan een kalf


15. T49 – Oerdoemuske – zessenvijftigste hersenen – rund die gemelkt wordt voor zijn zaad (zijn fallus)


Zo zijn we gekomen aan het einde van de vierde parweek van de visjacht.








Hoofdstuk 20. DE VAR – De Heilige Driehoek van Loon


In de verborgen diepte van het christendom, in de diepte van de grondtekst en de worteltekst, loopt het geheel parallel aan het vedische hindoeisme. VEDA betekent kennis in het Sanskrit, wat ook parallel loopt aan de amazone kennis, VUR. De Vedas behoren tot de oudste geschriften van de aarde, die daarvoor oraal werden doorgegeven.


Laten we kijken naar de Griekse worteltekst van CHRISTUS :


CHRISTOS – CHRIO – CHRAOMAI, het ontvangen van krediet, loon.


CHRAOMAI, het heilige loon, loopt parallel aan Agni in de veda's als het heilige loon. CHRISTUS kwam om dit te verzegelen, om de mens van loon af te houden, en te richten op genade.


We moeten dus gaan zien wat er daadwerkelijk gebeurde. Toen CHRAOMAI, het Heilige Loon (Agni), stierf ging Zij in het Aramees tot de mijnen van Salomo, want de dood van CHRAOMAI is SLM. De mijnen van Salomo, SLM, ISLAM (Ismael), is een metafoor van de Heilige Weelde (Indra, de Heilige Regen).


In onze strijd tegen de valse weelde hebben we de heilige weelde nodig. De heilige weelde is een persoon. Dit is ook de boodschap van de Veda's in diepte.


RV 9, 98


1. Stroom over ons, rijkdommen, die gezocht worden door velen, het beste in het winnen van sterkte. Rijkdommen, oh Indu, duizendvoudig glorieus, overwinnende de groten.


Wij hebben de heilige weelde, de hogere rijkdommen, nodig om de hogere demonen te verslaan. De Heilige Weelde, INDRA, is een groot oorlogsvoerster. Alleen door het Heilige Loon (Agni, chraomai) kunnen wij tot Haar komen.


RV 9, 97


44. Stort op ons een fontein van zoete likeur, een fontein van schatten, zend ons een heldenzoon en gelukkig fortuin. Wees zoet tot India, wanneer zij u zuiveren, Indu, en stort rijkdommen op ons van de oceaan.


29. Breng ons van de hemel de mechaniek van het winnen, Indu, U bent de voorloper van overvloedige rijkdommen.


De heilige weelde is tegengesteld aan de valse, materialistische weelde van het voorspoeds-evangelie. De heilige weelde is vertikaal :


– de weelde van de heilige tucht

– de weelde van de heilige gebondenheid

– de weelde van de heilige kennis

– de weelde van de heilige relatie met de Heerin, de Moederschoot van het Eeuwig Leven


Die weelde kan alleen VERDIENT worden, door een relatie met het Heilig Loon. Het Heilig Loon zal die weelde ook telkens weer uitzuiveren, opdat wij niet in valse weelde terechtkomen. Het Heilig Loon is een tester. De Heilige Weelde kan alleen nauwsluitend gebouwd worden op het Heilig Loon, en kan alleen voortkomen vanuit het Heilig Loon. Alles daarbuiten is cheaten.


Wij moeten een intieme relatie ontwikkelen met het Heilig Loon om zo voor cheaten bespaard te blijven. Het Heilig Loon zal ons legaal leiden tot de Heilige Weelde, opdat wij zullen ontkomen aan het oordeel over het welvaarts-evangelie. Dit oordeel zal eerst over onszelf gaan. De Heilige Weelde zal het welvaarts-evangelie, de valse weelde, oordelen. Zij is een Heilig Oorlogvoerster. Deze twee dynamieken zijn van centraal en cruciaal belang in het oplossen van de puzzel.


Het Heilig Loon bewaakt de Heilige Weelde. Niemand komt zomaar tot de heilige Weelde.


Het gaat hierin om de heilige driehoek : het Heilig Loon – de Heilige Belasting – de Heilige Weelde, als de hemelse economie die het materialistische welvaarts evangelie van het spijbelen zal overwinnen.


Alle religies komen voort vanuit het hindoeisme.


Islam, overgave, komt voort uit het Aramese SLM, Salomo, de dood. Dit heeft zijn wortels in India, in het Sanskrit, in SAMADHI, de heilige dood, het meditatieve bewustzijn, het stilstaan van het verstand, de heilige overgave.


Een ander woord voor meditatie is DHYANA in het Sanskrit. Dit is JANA in het Pali, een andere taal van India en Sri Lanka. JANA is in de amazone taal de URIM steen. De Romeinen aanbaden DIANA, de godin van de jacht en de vruchtbaarheid, wat voortkwam uit (DHY)JANA. De Romeinse (DI)JANA is ook de godin van de geboorte. De DN wortel wijst op EDEN, wat een verdraaiing is van ND, NOD, het land van Kain. De JANA, urim, leidt tot het amazone JANI, de thummim, het loon (Var). In die zin is JANA de heilige belasting.


Van de waarheid van SAMADHI werd de mens stapsgewijs afgeleid door de vele valse YOGA systemen die resulteerden in de komst van Jezus Christus. YOGA staat voor de valse genade, om af te leiden van het loon. Wij moeten terugkeren tot de SAMADHI dynamiek van JANA.


In Psalm 17 zien we in het Aramees de vagina van de Moeder Amazone als ringen, YAN, YN, AYNA, die visioenen, HZY, bevatten van richting, koers, leiding, regels en levels. Dit zijn visioenen van correctie, kastijding en discipline. Hierin wordt David ingewijd. YAN, YN, de vaginale ringen van de nachtvisioenen die ook verborgen worden door de vijandelijke runder-geesten zijn een beeld van JANA, de Urim van de Amazones. Hierdoor worden wij geinitieerd in JANI, de Thummim van de Amazones.


De Thummim, JANI, is het loon, en dat kan alleen binnengegaan worden door de toets-divisie, de JANA, oftewel het uur van de toets, de Urim. Zo zal er geen vals loon zijn, geen valse genade. Voor hen die geen JANI verdienen, geen loon, vanwege slechte werken, zal JANI een grote straf op hen zijn. In het Egyptisch is loon 'FEKA', wat ook volledigheid en overvloed betekent, als de Thummim. Wij moeten komen tot het paleis van FEKA, om zo onze vangst te laten zien en neer te gooien, om zo door FEKA beloont te worden.

De Urim en de Thummim komen naar voren in het vijfde en zesde uur van de nachtreis. In het zesde uur zien we troon van Osiris verschijnen in de Nun, de paradijselijke afgrond. Zo worden de doden geoordeeld, want dit is de hal van het oordeel. Voorafgaande aan het zesde uur, in het vijfde uur, zagen we de rode draak, de vliegende slang, oftewel de Urim. In het EE komt dit ook weer naar voren in de poezie van de vijfde nachtwacht, waar de rode draken spelen.

In het Thummim uur vertalen we Osiris door in de Surinaamse talen. Osiris is de Egyptische god van de dood en het recht. Hij voert recht over de doden in de onderwereld, waar hij zijn vijanden onder zijn voeten heeft. Alle doden moesten tot zijn hal komen waar hun harten gewogen zouden worden. Hiertoe moesten ze door allerlei poorten gaan waar ze getest zouden worden. Hiervoor had Osiris een heleboel hulpgoden. Als hun harten werden gewogen en het hart was licht genoeg, dan kregen ze toegang tot de verdere onderwereld. In het Sranan Tongo is dit OSOYURU, wat huishuur betekent, oftewel toegangsbewijs. Alleen zij die loon zouden hebben ontvangen zouden toegang krijgen. Weer ging het hier dus om eerlijk verdienen en niet om genade. YURU is huur, maar ook tijd (uur). Je loon bepaalt dus voor hoelang je ergens mag blijven, of hoe lang je iets mag gebruiken. Als de tijd om is, dan moet je weer weg, en moet je het weer teruggeven. Dit is waar dit allemaal oorspronkelijk voor staat. In het Karaibs is dit OSU, wat polijsten betekent, kastijding. Dit is om je klaar te maken voor toegang ergens, en voor tijd ergens. Wij moeten dus loon verdienen voor plaats en tijd.

Hier zien we de Thummim als huur verbonden aan loon. We kunnen dus niet zomaar tot loon en huur komen, maar dit gaat door de Urim, het toetsende uur. In die zin moeten we allemaal voor de troon van Osiris verschijnen om ons verdiende loon te ontvangen. Dit is een belangrijk onderdeel in de nachtreis, de reis door de onderwereld.

In het zevende uur worden de vijanden van Osiris, de vijanden van eerlijk loon, onthoofd. Dit zijn zij die de valse genade leer aanhangen. Het pad tot de zevende divisie wordt bewaakt door een monster slang genaamd AKHA-EN-MA, als KAIN-MA, de Wet van Kain.

In die zin is Osiris de Egyptische vorm van SAMADHI, JANA en JANI, als de Egyptische Urim en Thummim.







Hoofdstuk 21. De Terugkeer tot het Land van NOD


Wij kunnen niet tot God komen buiten het Zelf om. Dat zou smokkelen zijn, een groot bedrog. Wij moeten zelf als God worden, hemels, en niet alles op iets anders projecteren. Wij moeten veranderen, deelhebben aan de goddelijke natuur. Wij kunnen niet onveranderd vanuit één of ander genade-principe buiten zelf-verandering om een soort van geest dan God gaan noemen, en denken dat deze wel alles even voor ons gaat regelen. Wij moeten zelf deelhebben aan de hemelse natuur.

Het Zelf is sneller dan de geest, staat er in de Isha-Upanishad van India.


Upanishad betekent in het Sanskrit “aan de voeten zitten van”. Het betekent dus niet dat we het zelf zomaar God noemen, maar het zelf zit aan de voeten van de goddelijke bron in het zelf, om zo door te luisteren naar de goddelijke bron deel te hebben aan de goddelijke natuur en daardoor te veranderen tot hemelse kwaliteiten. Er gaat niets buiten het zelf om. De goddelijke bron is in het zelf. De geest wil hiervan afleiden om het zelf te knechten aan genade.


Doordat alles persoonlijk wordt gemaakt, en alles door het Zelf gaat, kan het zelf alleen goddelijk worden door het heilig loon, door alle vormen van valse genade en valse verwennerijen af te zweren en zelf verantwoordelijk te worden, en zo netjes en eerlijk te groeien in de goddelijke natuur.


Zo is er een hoger zelf wat je door loon binnen kunt gaan, en wat dus altijd onderworpen is aan de goddelijke bron, en daarmee één is. Natuurlijk is dit koorddansen, want er liggen vele New Age gevaren op de loer. Genade zal altijd weer proberen het heilige loon uit te doven, om zo de mens op een dwaalspoor te leiden. Vandaar dat loonsgebaseerde kennis en demonologie zo belangrijk is, het ontwikkelen van de heilige zintuigen en een goed overzicht krijgen van de goddelijke economie, als heilige boekhouding.


Hierin moeten we ons valse zelf verloochenen en overwinnen, wat juist het genade-zelf is, je onechte, oneerlijke zelf.


ZELF – LOON – GOD


Of liever gezegd :


ZELF – LOON – KENNIS


Wij moeten komen tot het Heilige Zelf. Dit is wat de Indologie leert. India houdt de bronnen van het zelf vast. Wij moeten terugkeren tot India om zo vanuit het Zelf aangesloten te worden door het Heilige Loon aan de Amazone Bron van de Heerin. Juist in India werd de Moeder Natuur hooggehouden, alhoewel er ook een gevaarlijke brahmaanse patriarchie heerste hier en daar. Vandaar dat India doorvertaald moet worden in de Amazone Theologie, en daarin Haar plaats moet hebben. Demonen worden niet verslagen door snelle gebedjes van genade of door het opzeggen van oude versjes. Neen. De mens moet groeien in de Indologie om terug te keren tot de bronnen die hierin opgesloten liggen. Zo worden demonen ontmaskerd en verslagen.


Natuurlijk is het orthodoxe christendom hier woedend over, want die wil de mens nationalistisch houden en dom, om hen afhankelijk te houden van de genade van de kerk, waar ze goed geld aan verdienen. Het is een markt. Genade is een markt, het zogenaamde consumerisme. Zij willen maar wat graag de overdosis geven. Hiertegenover staat juist de emancipatie en de ontwaking van de consument.


Veel religieuze mensen gebruiken het woord God te pas en te onpas. Ze houden ervan het woord God zoveel mogelijk te zeggen, en denken dat ze daardoor heiliger zijn dan iemand anders. Zo projecteren ze alles op iemand anders die hun slaafje is, alles door genade en misschien wat flauwe rituelen en opzegversjes. In die zin zit hun slechte zelf op de troon die God heeft verzonnen als slaafje. Mooi handig. De realiteit is dat God ons hogere zelf is. De mens moet stoppen te projecteren en zelf de verantwoording nemen, en zo terugkeren tot de bron in zichzelf. Iedereen heeft dit potentieel. Iedereen kan contact maken met hun goddelijk zelf, maar dat gaat niet buiten het zelf om. Wel is er dus een lager, gevaarlijk zelf, een vals zelf, die zichzelf wil verheerlijken, en God aan zijn voeten heeft liggen. Wat voor een god heb je dan ? Dat is de valse zelf-realisatie, en dat kan er heel religieus uitzien. God wordt zo een excuus voor alles, als een voetveeg. Wij moeten terugkeren tot het heilige Zelf. Verder dan het zelf gaat het leven namelijk niet. Het ware, pure, oorspronkelijke Zelf is vol van de bron en is die bron zelf, en heeft daar geen op zichzelf staande God voor nodig. Het lagere zelf is onderworpen aan het hogere en goddelijke Zelf, en kan zo door loon deelkrijgen aan het Hogere Zelf. Een kind is onderworpen aan de Moeder, maar het doel is dat het kind opgroeit om zelf een moeder te zijn. Metaforisch gezien zal deze dualiteit er altijd zijn, want alles gaat door loon, alles gaat door de goddelijke hierarchie van principes, alles gaat door de juiste condities. In ons zijn de archetypes van het eeuwige kind en de eeuwige moeder. Deze zijn onderworpen aan de goddelijke bron, maar die kan nooit betreden worden buiten het zelf en de zelfrealisatie om. Anders zou er luiheid ontstaan, gemakszucht en groot bedrog.


De goden zijn maar archetypes van de realiteiten binnen ons, metaforen. De goden worden er niet goed van dat de mens niet opgroeit en alles maar aan hen overlaten. Dit soort praktijken zijn van het lage zelf, het zelf dat we moeten overwinnen en verloochenen. De Heerin is in die zin een beeld van ons hogere, goddelijke Zelf, die ons opvoedt. Dit gebeurt door persoonlijk, heilig loon, dus in wezen voeden wij onszelf op door wat wij verdienen. Ieder mens heeft het hogere goddelijke zaad in zich. Ieder mens moet terugkeren tot zichzelf. Het valse zelf met al zijn valse zelfgemaakte goden moet sterven. Dit kan alleen door het Heilige, Hogere Zelf, door de zelf-kennis. Buiten is alles een koude kermis.


Omdat het goddelijk Zelf universeel is, mag je het Zelf ook in anderen gaan zien, en het goddelijke Zelf van anderen in jezelf.


Zo is er een groot verschil tussen valse zelf-realisatie en heilige, goddelijke zelf-realisatie. Wij mogen tot het Allerhoogste Zelf komen. Wij moeten komen tot het Heilige Zelf, anders blijven wij afhankelijk van anderen. Je kunt niet alleen maar een kanaal zijn van God, van de bron. Wij moeten doorgroeien om de bron zelf te worden.


VAN KANAAL WORDEN TOT BRON.


Er zijn verschillende archetypes, metaforen, die eeuwig zijn om de mechanismes, condities, uit te beelden, als de heilige hierarchieen. In die zin zullen we een dualiteit blijven. We moeten beide kanten KENNEN en ZIJN.


Zonder de heilige gebondenheid en het heilig loon eindig je in de valse yoga-vormen hiervan. Het persoonlijke zelf is maar een klein stukje van het universele, collectieve Zelf. Dit zit dieper dan het persoonlijke Zelf, en in iedereen. Wij hebben allemaal een Heilige Zelf-Bron, maar niet iedereen leeft hier vanuit. Velen verstoppen dit, en proberen het dicht te gooien, en werpen zich dan op één of andere goedkope god die ze dan voor hun karretje kunnen spannen, opdat hun valse zelf op de troon zit. Dit valse zelf is universeel en heeft zelf die valse goden gemaakt als slaven. De naam van het valse collectieve zelf is TITSKA, een valse geest erger dan JOM, RIAN, SEPTUS, LAZAR en SEPRA.


TITSKA bewaakt de reusachtige rivier waarachter het hindoeisme haar schatten verbergt. Ik ontmoette deze geest in een winkel aan een weg. Er was ook een man. Er werd Egyptische muziek gedraaid. Er werden allerlei religieuze items verkocht. TITSKA had geen benen, en haar ingewanden lagen dichtbij haar, maar waren niet aan haar verbonden. Zij had de kerken gemaakt om hen af te houden van de verborgen kennis in India en de heilige zelfrealisatie. De zwarte man daar was genaamd AJOE, haar mannelijke zelf, een deel van haar, en haar 'wachter op de muren'. TITSKA is de media en de pesterijen door de media. AJOE, haar mannelijke deel, was erg trots en arrogant. Na de ontmoeting rende ik de winkel uit, en ze achtervolgden me. Een gevecht ontstond. TITSKA kan niet zomaar overwonnen worden door opzegversjes en gebeden, maar alleen door te groeien in de Indologie.


De mensheid zal TITSKA moeten verslaan om zo te komen tot het goddelijke Zelf. Dit is een vereiste voor de hogere evolutie. TITSKA bestuurt JOM, RIAN, SEPTUS, LAZAR en SEPRA. Zij bemoedert hen en betuttelt hen. Zij is het valse, duivelse, universele zelf, hoog op de troon in de stad. Zij kan alleen door de schatten van India verslagen worden, die doorvertaald moeten worden tot de Amazone kennis. India is een beeld van de ondergrond van Amerika, van Suriname. iNDia, ND, als het land van Kain, NOD. ND werd verdraaid tot DN, tot Eden, de Dan stam, en in Europa tot oDiN.


NOD betekent het land van de nomaden, van de tijdelijke tenten. Dit was dieper in het paradijs, dieper in de oorspronkelijke wildernis, dieper in de onderwereld.


NOD is in de wortel tekst van het Hebreeuws NUWD. Dit is ook de Aramese naam voor NOD.


Kain kwam tot NUWD, het westelijke paradijs, ouder dan Eden in de grondtekst, als een eerder paradijs, wat in de grondtekst een beeld was van het cukkah-feest, van de trekkende jagers-tenten. Dit was een jachtfeest en een offerfeest wat het loofhuttenfeest wordt genoemd.


Openbaring was een manifestatie van het teken van Kain om toegang te hebben tot 'dat wat voor Eden was', tot NUWD. Openbaring is gebaseerd op de hindoeistische mythologie.


Kain verloor zijn menselijke kracht, zijn spieren, zijn valse zelf, waardoor hij toegang had tot NUWD, als het land van het heilige Zelf. Hij werd herschapen door het teken van zevenvoudige tucht. Een groot schandaal in de hindoeistische theologie is toen de patriarchische brahmanen kwamen om Krishna min of meer te vermannelijken. Krishna was oorspronkelijk KRASANA, de heilige Moeder en het Goddelijke Zelf. KRA is de Levitische gnosis.


Roepen is KRA (QORY, Aramees) en betekent : oproepen door oorlogs of jachtgejoel voor de oorlog of jacht. Dit gebeurt vanuit de MOWED, de heilige paal van de Levieten, of de tent van MOWED. De Levieten in de grondtekst offerden door ADAM, IDOM, de paradijselijke MOWED-paal. Offeren betekent in de grondtekst dichterbij komen, benaderen, als een middel van communicatie. ADAM, IDOM, is in de grondtekst het kind, de niet sprekende. Hiermee moesten de Levieten vervuld worden. Dit was belangrijk, anders zouden er valse offers plaatsvinden, en dat zou de toorn oproepen van MOWED. MOWED riep door KRA, daarom moesten de Levieten gevoelig worden voor KRA. Ze moesten gevoelig worden voor het heilig gejoel. Het was een belangrijk alarm in het Levitische kamp. Ook is de KRA een muziek-instrument. Het was een middel waardoor de Levieten getraind werden.


Door KRA werden in het paradijs de dieren van elkaar onderscheiden. KRA was de gave van ADAM, IDOM.

KRA was de profetische gave waardoor de Levieten profeteerden. KRA was de Levitische gnosis.


In Efeze wordt de EUGGALION gepredikt, wat in de grondtekst seizoenen-loon betekent. KRA is het seizoenen-loon van de gnosis van de Levieten. KRA komt alleen als je het verdient.


De EUGGALION (KRA) van SOTERIA

SOTERIA = redding, instandhouding, de Messiaanse reis door de vagina tot de moederschoot, bevrijding van de molesteringen van de vijand.

KRA komt vrij in de reis tot de moederschoot. Dat is dan wat het ware evangelie is : loon van de gnosis. Jezus Christus, de archon van de luchtgeesten, is het voorhangsel van de moederschoot.

Het Levitische geld bestaat uit KRA. Dit is waar KRA voor staat, het Levitische evangelie.


SA is de Egyptische gnosis en NU is de paradijselijke afgrond. In het Sanskrit is het tijd, wapen en aanbidding, als de heilige belasting.


KRASANA, de oorspronkelijke Krishna, het goddelijk Zelf is dus de combinatie : loon – kennis – belasting.













Hoofdstuk 22. De Indologische Context van de Bijbel


De Indologie baseert zich op een groot arsenaal van heilige teksten, waarin de Ramayana en de Mahabharata centraal staan, als het OT en NT van de bijbel van India. In die zin zijn de Veda's de apocrieven die daar omheen liggen, als de blaadjes van een bloem.


In de Ramayana wordt prins Rama door een wens van zijn stiefmoeder in ballingschap naar het bos gezonden voor veertien jaar. Zijn vader, de koning, wil dat niet, maar kan de wens niet afwijzen, en Rama gehoorzaamt zijn vader, en vertrekt met zijn vrouw, Sita, en zijn broer, Lakshman, naar de wildernis. Door een list wordt Sita ontvoerd door Ravana, de demonen-koning van Lanka.


Rama leert de bewoners van de wildernis kennen, de apen, en sluit verbonden met hen, om met hen Sita te vinden en Ravana te verslaan. In het Sanskrit zijn apen een beeld van de wildernis-visioenen, van dat wat voortkomt uit het testende vuur. Ook zijn de apen in de wildernis een beeld van de halsketen. Zij bewaken de gnosis.


Sita is in het Sanskrit de heilige graal en de heilige gebondenheid. Zij wordt later bevrijd door Rama en het apenleger. In de bijbel komt dit verhaal terug als Abraham en Sarah. Sarah wordt ontvoerd door de pharao om in zijn huis te dienen, en God zond plagen tot het huis van farao om Sarah te bevrijden (Genesis 12).


Abraham is een IYSH in het Hebreeuws. Dit verhaal wordt dieper uitgewerkt in de evangelieen in het NT waar IYSH (corrupt gemaakt tot Jezus) zijn heilige graal, zijn bloed, oftewel Sita, SARAH, verliest aan het kruis. Sita, SARAH, is zijn hart wat wordt afgeroofd, en in de onderwereld komt hij tot de gnosis. In de Indologie wordt Sita na haar bevrijding naar de wildernis gezonden en door de aarde opgeslokt om aan Rama te bewijzen dat zij goed is, als een test. In de wildernis geeft zij geboorte aan twee prinsen. Dit zien we ook weer terug in Openbaring waarin de vrouw tot de wildernis wordt gezonden, en waarin de aarde haar tegemoetkomt. In haar opstanding zit ze op het beest, en houdt zij de heilige graal vast, wat door de Engelse versie overgedemoniseerd werd.


In de Mahabharata gaat het over de strijd binnen het koninklijk paleis in de KURU clan, KR, oftewel KRA, het Levitische loonsysteem, de Levitische bank.


De god KUBERA is de god van de heilige weelde, bezitter van de schatten van de wereld, als de heilige bank. KUBERA, KBR, K-BERE, oftewel KRA-BERE, is de godin van het Levitische Loon van de Moederschoot. BERE is moederschoot in het Surinaams, Sranan Tongos. Dit is de Moederschoot als de Heilige Bank, het heilig loon-systeem. Het symbool van KUBERA, KRA-BERE, is de mangoest, als het symbool van de overwinning over de Naga's, de slangen die de schatten van de gnosis bewaken. Zij heeft dus ook de Nachas overwonnen, de slang van het paradijs. Zij heeft de NAKERS overwonnen, het valse vrouwelijke. KUBERA wordt ook genoemd 'king of kings', 'koning der koningen', wat hem Messiaanse kwaliteiten toedicht. Hij is de schatbewaarder van de goden, en ook de god van de nomaden. Hij werd meer en meer overgenomen door Ganesha, de olifanten god, als de god van weelde, kennis en het nomadenschap, als een Salomonische kwaliteit. Ganesha werd net als Christus geboren uit zijn moeder, zonder dat daar een man aan te pas kwam. Ganesha werd ook de zoon van God, Shiva, genoemd. Ganesha werd gemaakt door zijn moeder van zeep en haar lichaamscellen. Hij werd later door Shiva onthoofd, die hem niet herkende als zijn zoon, wat ook een Messiaans teken is. God de vader, kende zijn zoon niet. Toen Shiva er achter kwam dat hij zijn eigen zoon had onthoofd, zette hij een olifanten kop op het lichaam van Ganesha.


Ganesha, GAN-SUW, is de tuin, wildernis, van Ezau in het Aramees. Shiva, SA-VA, is de kennis van de Vanen, Wanen, SA-WA, oftewel Suw, Ezau. Jezus is Iesous in het Grieks, Jesu in het Latijns, wat werd tot GESU in het Italiaans. GE-SUW is de aarde van Ezau in het Grieks-Aramees. Jezus Christus is niets anders dan de hindoe god Ganesha, maar in het Sanskrit betekent HASTIN niet slechts olifant, maar donkergekleurde vrouw met dikke lippen, dikke heupen en grote borsten, als een amazone, het zogenaamde 'zwarte feminisme'.


Ganesha rijdt op een rat genaamd Mushika of Anindyudu. Musaka is muis in het Sanskrit, wat MUS is in de wortels, stelen, beroven. Ganesha schreef de Mahabharata die gedicteerd werd door Vyasa, één van de twee stichters van het hindoeisme. De andere stichter is Valmiki die de Ramayana schreef.


In de Vur wordt de heilige weelde beschreven als zowel de toenaderende als de wegvluchtende subtiliteit waarin langzaam het gezichtspunt wordt veranderd en wat trager en trager gaat totdat het traagste punt wordt bereikt, waarin de heilige complexiteit te vinden is, die steeds complexer wordt, waar het menselijke verstand en het ego op stuk breekt. Wij moeten op zoek gaan naar die heilige complexiteit, als een uiting van de heilige weelde.


Ganesha is de KANA-SA in het Egyptisch, wat de kennis van de arena is. In het Grieks is de KANA de fetishmaker. KANA-SA is de fetishmaker van de arena. KANA is in het Sanskrit verbonden aan jongheid (KAN), en betekent gepiercet. SA is ook kennis in het Sanskrit. Ook is het loon en meditatie.


De Indologie heeft ook een soort van tweede bijbel genaamd de Srimad Bhagavatam, bestaande uit twaalf delen, canto's (boeken). De canto's laten zien dat er een strijd is tussen transcendentie, het overstijgen van alles, en materialisme. Het materialisme veroorzaakt illusie, maya. Wanneer een mens de valse maya-realiteit probeert te ontsnappen, dan komt KALI, de overgeweldadige demonengodin van het hindoeisme, een vorm van SEPTUS, de valse heilige geest, achter hen aan om hen terug te roepen tot maya door agressie en hebzucht, het leuk gevonden willen worden. Zij vuurt het materialisme aan door mensen een lust te geven naar vlees, auto's en reizen. Auto's vermoorden de natuur en worden gebruikt door de geest van veroudering. Het is dus voor oude mensen die materialisme aanhangen in plaats van de gnosis. Het zijn pauwgeesten die door mensen gezien willen worden, voor valse profeten die willen dat mensen wel over hen spreken, die willen dat mensen van hen houden en hen leuk vinden. Het is allemaal stoerdoenerij. Er zijn andere manieren om je te verplaatsen, en als het noodzakelijk is dan is er het openbaar vervoer, bij voorkeur het electrische vervoer.


De auto-industrie is de moordenaar van Moeder Natuur. Hier gaat een groot oordeel over komen.


Zij die hier geen rekening mee houden en niet de waarschuwingen en aankondigingen van het oordeel van de Moeder hierover horen worden opgesloten in orthodoxe religie of verliezen hun ziel, de gnosis, of komen in allerlei hypocriete namaak terecht.


De maya-kali valstrik werd gemaakt door TITSKA, de demoon van zelf-mishandeling en ziekelijke gehoorzaamheid en afhankelijkheid tot de standaard van de samenleving. Het is een groot alarm.


Een mens die bezeten is met de TITSKA-demoon wil gezien worden, en gaat daarvoor over lijken. Wij moeten terugkeren tot de natuur. Wij moeten leren reizen in de gnosis, en afkicken van overmatig reizen in het materiele, wat slechts een excuus is.


In het oude Griekenland werd er onderscheid gemaakt tussen de kalo-demoon, de goede demoon, en de kako-demoon, de slechte demoon. De kalo-demoon, KL, is gewoon de KALI-demoon, de hypocriete demoon, die met een schijn van vredelievendheid van binnen overgeweldadig is, en valse heilige oorlogen voert : het moorden voor een afgod, en het slachten van dieren, wat niets anders is dan het offeren aan die afgod. Zij zijn zo slaven van TITSKA die zichzelf verminken voor haar. Op deze zelfverminking zijn ze zeer trots. Het is een zombie-cultus. Hoe meer zelf-verminking, hoe groter het aanzien.









Hoofdstuk 23. De Kern van Loon


Veel mensen zijn doodziek door de auto-industrie. De auto-industrie verwoest het lichaam van de mens. Zo heeft het medische imperium een grote bron van inkomsten. De auto-industrie en de medische industrie houden elkaar in stand. De auto is het gouden kalf van de moderne tijd.


Veel ziektes worden veroorzaakt door de auto-industrie. De lucht zit vol met gifgassen van deze industrie. Ook de huizen van de mensen zijn vol met deze gifgassen die zich voortdurend in de lucht mengen en het leven van de mens vernietigen. Voor veel mensen is het leven ondragelijk geworden, en ze weten niet hoe het komt. De auto-industrie is de grootste vijand van Moeder Natuur. Auto's hebben de samenleving ingenomen. Dit zijn de moderne demonen.


TITSKA is de zelfverminkende bazin van de wereldwijde auto-industrie, als de moeder van de stad. Het medische systeem doet hiervoor de installaties in het menselijk lichaam, om hen toegewijd te houden aan de auto-industrie. TITSKA, een zeer smerige en ziekelijke geest, brengt geheel haar eigen verlichting, de verlichting van het materialisme. Deze verlichting is haar zuster genaamd EEFLEM of EEFLIAN, een valse bliksemgodin, een electriciteits-circuit, een criminele geest. Deze verlichting komt door de auto-aanschaf en de aanbidding van de auto, als een status-symbool. Deze verlichting wordt groter naarmate men meer vlees eet, en brengt de mens in een soort extatische slaap die de transcendentie om zeep helpt. Auto's zijn hierin gorgelende graven. De mens komt zo in een roes van reggae en rap, luie muziek die de weg bereid voor de grootouder cultus, oftewel verouderings-cultus. Dit is nauwverbonden aan de verjaardagscultus, ook een zelfzuchtig genade-feest en MK-ultra feest om de mens consument te houden door de materiele zintuigen. Dit feest werd ingevoerd door astrologen. Dit is het doodsvonnis voor de materialistische mens.


TITSKA is de geest van krankzinnigheid, van ziekelijk en krankzinnig medelijden en schuldgevoel, een klagende geest zoals JOM. Zij mengt het met spot en brengt schaamte, om zo ziekelijke onderdanigheid op te wekken. Hoe verslaan wij deze geest ? Hiervoor moeten we dieper in de hemelse economie.


Osiris is de Egyptische god van de dood en het recht. Hij voert recht over de doden in de onderwereld, waar hij zijn vijanden onder zijn voeten heeft. Alle doden moesten tot zijn hal komen waar hun harten gewogen zouden worden. Hiertoe moesten ze door allerlei poorten gaan waar ze getest zouden worden. Hiervoor had Osiris een heleboel hulpgoden. Als hun harten werden gewogen en het hart was licht genoeg, dan kregen ze toegang tot de verdere onderwereld. In het Sranan Tongo is dit OSOYURU, wat huishuur betekent, oftewel toegangsbewijs. Alleen zij die loon zouden hebben ontvangen zouden toegang krijgen. Weer ging het hier dus om eerlijk verdienen en niet om genade. YURU is huur, maar ook tijd (uur). Je loon bepaalt dus voor hoelang je ergens mag blijven, of hoe lang je iets mag gebruiken. Als de tijd om is, dan moet je weer weg, en moet je het weer teruggeven. Dit is waar dit allemaal oorspronkelijk voor staat. In het Karaibs is dit OSU, wat polijsten betekent, kastijding. Dit is om je klaar te maken voor toegang ergens, en voor tijd ergens. Wij moeten dus loon verdienen voor plaats en tijd. Dit heeft niks met genade en gaven te maken. Dat is voor de luien en de dommen.


Achter LOON zien we hier dus het principe van HUUR. Wij moeten tot de heilige Huur komen. Dit is een groot wapen en legaal proces om valse geesten te overwinnen. Als een demoon de heilige huur van zijn wapenen niet heeft betaald, dan verliest hij de wapens. Er gaat dus een grote huur inspectie komen. Er gaat een heilige huur portaal en stichting opgericht worden. HUUR is een zeer geavanceerde vorm van LOON. Elk loon moet omgezet worden tot HUUR. Er zal niets gedaan kunnen worden zonder HUUR. In deze zin wordt er niets daadwerkelijk gekocht, maar gehuurd, en moeten we groeien in huur totdat het eeuwig wordt. Alleen eeuwige huur wordt bezit, en dit kan alleen door de heilige en eeuwige gebondenheid. Wij moeten dus de huur-economie leren kennen. HUUR zal dus richting gaan geven aan het loon. Tegelijkertijd zal HUUR de apocalypse veroorzaken, en een centrale dynamiek zijn in de demonologie.


Dit is wat Brahman is ten diepste in de Indologie, als de kern van het Zelf, als de kern van Loon. De Huur is zowel in het Engels als het Sanskrit ook de opening, de verscheuring van het voorhangsel, als een beeld van de baarmoeder. Wij komen in een familie door een huur-contract. Ook demonen werken met zulke huurcontracten. Het is geen eenmalige betaling, maar telkens weer.


Belangrijk is het dus om te mediteren op de Heilige Huur, om vrij te komen van demonen en het valse zelf.


Osiris is in het Sranan Tongo OSOYURU, zoals we zagen, wat huishuur betekent, oftewel toegangsbewijs. Alleen zij die loon zouden hebben ontvangen zouden toegang krijgen. Weer ging het hier dus om eerlijk verdienen en niet om genade. YURU is huur, maar ook tijd (uur). Je loon bepaalt dus voor hoelang je ergens mag blijven, of hoe lang je iets mag gebruiken. Als de tijd om is, dan moet je weer weg, en moet je het weer teruggeven. Dit is waar dit allemaal oorspronkelijk voor staat. In het Karaibs is dit OSU, wat polijsten betekent, kastijding. Dit is om je klaar te maken voor toegang ergens, en voor tijd ergens. Wij moeten dus loon verdienen voor plaats en tijd.

 

HORI, tegenhouden, een belangrijk toets-principe, leidt tot OSU, de tucht en de vastgestelde prijs om binnen te gaan.


Het derde zegel is het zwarte paard met een ruiter die een weegschaal vasthoudt. We hadden het eerste zegel, de trap naar beneden gezien, en daarna het tweede zegel, de bewaker van de schatkamer, en het derde zegel is de diepte van het lijden. Zwart is in het Sanskrit nauwverbonden aan blauw. Het beeldt de lever uit, de opslagplaats, ook beschreven als een vrouwelijk genie. Het is de plaats waar je maandelijks aan moet betalen, als een belasting of een huur. Alles wordt hier gewogen en gemeten. Blauw betekent in zichzelf een donker-gekleurd paard, als een medicinale plant. Blauw betekent in het Hebreeuws 'afgepeld'. In het Sanskrit is de weegschaal van de zwarte, blauwe, rijder een buffalo, als een beeld dat de matriarchie de buffel heeft overwonnen.


Zonde betekent oorspronkelijk "missen", leegte, afwezig zijn, in de Hebreeuwse wortel : vergetelheid, dus dat is vrij neutraal en niet per se verkeerd, maar christenen hebben deze oude paradoxale poëtische teksten gepolariseerd. De heilige zonde is de voortijdse oermoederschoot. Ook dit is dus gerelateerd aan blauw.

 

Blauw is een groot onderdeel van het komende oordeel.

 

In het Eeuwig Evangelie in de Nieuwe Openbaring staat in hoofdstuk 1 :


1. De Leeuw sprak deze woorden, staande in de Tempel van IJs : Nu dan gaan de gezanten uit om het Woord te zuiveren. En hij nam een boek en verbrandde het. 2. Toen richtte hij zich tot de oostkant der hemelen, in het gewest Spricht, en sprak om het zegel der leeuwen te verbreken. Toen kwam er een ruiter zittende op een leeuw tevoorschijn, roepende als een bazuin. 3. In zijn ene hand had hij een klein houten bed, en in zijn andere hand een koperen weegschaal. Hij werd gevolgd door een grote groep leeuwen. 4. De leeuw waarop hij zat was rood en wild. 'Verschrikkelijk' was zijn naam. Uit de muil van de leeuw kwamen zeven blauwe vlammen om de aardbodem te verteren. 5. Toen hoorde ik het geween van miljoenen. Zij hielden zich onder de grond verscholen, en zij hadden schepen op zee. 6. Toen sprak een stem : Nu is het oordeel gekomen tot het binnenste der aarde en de zee. Toen zag ik een andere leeuw verschijnen, nog verschrikkelijker dan de vorige. 7. Op zijn rug droeg hij een schaal van ijs, waaruit insecten voortkwamen. Zij begonnen van de wateren te drinken, en de wateren begonnen te branden. 8. De leeuw was blauw en helder en uit zijn muil kwam een haai voort. De haai zwom tot de zon en verzwolg deze. 9. Toen begonnen sterren van ijs te vallen en enkelen kwamen op de aarde terecht. Dit waren de dagen waarin de tempelen van ijs zich begonnen te openen. 10. Zij begonnen God groot te maken en gingen op hun benen staan.


Tijd is in het Sranan Tongo 'yuru', en ook is het huur. Dit is wat de MOWED, de tijdschijf, in diepte betekekent. Je moet tijd huren. Je moet ervoor betalen. Tijd is dus je loon. Dit is in diepte wat MOWED-CHAM, Mohammed, betekent in de Surinaams-indiaanse context, namelijk dat je alleen maar tot het paradijs kunt komen als je dat zelf hebt opgebouwd, en het zelf hebt verdient. Mohammed is het huren van paradijselijk gebied, als een woningbouw. Cham betekent ook dronkenschap, oftewel BES in het Egyptisch, wat BASI is in het Sranan Tongo. Mohammed, oftewel Mowed-Cham is dus doorvertaald als YURU-BASI, een streng huursysteem.


Osiris is zoals we zagen doorvertaald in de Surinaams indiaanse talen van het oerwoud : huur, tijdsloon. Dit is Brahman in de Indologie, wat oorspronkelijk vrouwelijk was. Tijd is een soort geld in de gnosis, wat je moet verdienen, en waarmee je de tijdschijf kan bouwen. Dit is wat het ware paradijselijke zaad is : tijdsloon, waarmee je langzaam ruimte, plaats, mag opbouwen.


Ook de vrouw was van de mannelijke geslachtsdelen gemaakt als de paradijselijke bouwstof. In die zin is er dus mannelijke suprematie, totdat we dit raadsel begrijpen en beter kunnen plaatsen, en zien dat de man geen monopolie heeft op deze stof. Het is de moederlijke en amazone bouwstof. Osiris is zoals we zagen doorvertaald in de Surinaams indiaanse talen van het oerwoud : huur, tijdsloon. Dit is gelinkt in de Indologie aan Brahman, die oorspronkelijk vrouwelijk is.


Wij moeten in onze worsteling met de Amida-Boeddha die het westelijke paradijs bewaakt over de stille oceaan vluchten tot Amerika, wat staat voor het westelijke paradijs. In Amerika zijn er een heleboel indiaanse goden om door te vertalen. De Azteken aanbidden Quetzalcoatl, de vliegende slang. Deze staat in Mid-oostelijke context voor het oorlogsvoerende geslachtsdeel en doorvertaald in de Surinaamse oerwouds-talen gaat het om een huur-systeem. Wij kunnen pas iets bezitten door eeuwige huur te betalen.

 

QUET – GAD = slagersvolk (Hebreeuws)

ZAL – SOLHI = jagerspad (Arawaks) – SLP = verdraaien, to twist (Aramees) – optrekken, to draw up (van een vis, Aramees)

COAT – KOTI = oorlog (Sranan Tongo) – KT = stof (Aramees) = APHAR (Hebreeuws) – goddelijke verlamdheid – goddelijk spasme – KETI = keten (Sranan Tongo)

TL – TOLI – fallus (Sranan Tongo)

 

Ook doorvertaald in de Surinaams-indiaanse talen is Quetzalcoatl, de vliegende slang, de oorlogsvoerende fallus verbonden aan de jacht en de slacht, en is in de diepte een huur-systeem. Dit is dus een wiel van oorlogsstrategie, van list, van heilige leugen om de vijand te misleiden en te verstrikken, als visserij taktieken.



 







Hoofdstuk 24. De Openbaring


Er gaat dus een grote HUUR-verwezenlijking komen, de grote HUUR-ontwaking, om zo het valse zelf en TITSKA te verslaan. TITSKA is in diepte een geest van valse huur. Het hele valse huur-systeem zal ontmaskerd moeten worden en verslagen, opdat de Heilige Huur zal overnemen. Dit is onontkoombaar.


Ook haar broer, LARK, is een geest van valse huur. Hij is een geest van verkrachting door middel van valse huur-contracten, en moet als nog erger bestempeld worden als zijn zus, TITSKA. Hij kan verschijnen in de vorm van een haai, maar ook de gewone mensenvorm. Ook kan hij in andere vormen verschijnen. Net als TITSKA is hij een valse hindoeistische geest die de schatten van de indologie bewaakt en niet wil dat die doorvertaald worden in de Amazone Theologie.


LARK klemt zich aan het lichaam vast door valse huur-contracten en begint zo de emoties en het verstand van een mens te bespelen wat leidt tot molestering. Het is een vieze geest, net als TITSKA.


In een ontmoeting met deze geest kon ik LARK alleen afweren door het bloed van demoonvissen en het bloed van demoonvarkens. In die zin is dit een hele esoterische benadering van het volk Israel die in slavernij leefde in Egypte, en hun deurposten moesten insmeren met lamsbloed om zo veilig te zijn tegen het oordeel en de dood. Dit lamsbloed wijst in het orthodoxe christendom op het verlossende werk van Christus die voor hen stierf als een lam. In de grondtekst echter gaat dit over het bloed van verslagen demonen, de vijand. Dat is dus een groot verschil. LARK wordt juist versterkt door het vergieten van onschuldig bloed. LARK is het toonbeeld van onrechtvaardigheid.


Moeder Natuur kwam mij te hulp en nam mij tot Haar tent. Maar hierin werd geopenbaard dat Moeder Natuur het hoogste zelf is, het goddelijke Zelf. Er mag dus niets geprojecteerd worden. Het is in het Zelf, alles is persoonlijk, en dat kunnen we niet op iemand anders schuiven. Alles is in het Zelf. Iedereen moet deelkrijgen aan de goddelijke natuur en daaraan gelijkvormig worden. Iedereen heeft dit potentieel en dient hiervan gebruik te maken. TITSKA en LARK willen van dit principe afleiden. Zij zijn de machten van het valse zelf en van projectie.


Ik had een lang gevecht met de geest LARK aan de overkant van de rivier die scheiding maakt tussen de Egyptologie en de Indologie. Het was een verschrikkelijk gevecht tegen deze familiaire abductor (ontvoerder). Deze geest ontvoerd en sleept de prooi naar zijn hol, maakt de prooi deel van een familie, als een monument. Ziekelijke afhankelijkheid schept hij in de prooi, zoals ook TITSKA dit doet.


PAR week 5
hieroglyph : tent met veel franjes


Dit is de tent van Moeder Natuur, het Allerhoogste Zelf, een grote tent. De franjes duiden op de heilige complexiteit, de overvloedige weelde van de hogere kennis.


1. T50 – Oerdoemat – zevenenvijftigste hersenen – bloedende vissen die in een tent aan touwen hangen


Ik kwam tot deze hieroglyph in mijn gevecht tegen LARK, zodat ik de tent van Moeder Natuur kon binnengaan. Pijltjes van scherpe botjes waar veertjes aan gebonden waren gingen door mijn huid heen, zodat ik veilig was tegen de geest LARK. Ook de bloedende demoonvissen die in de tent aan touwen hingen weerden deze geest af, en ik moest ingesmeerd worden met dit bloed.


2. T51 – Oerdoemas – achtenvijftigste hersenen – bloedend gebonden varken in een tent


Ook tot deze hieroglyph moest ik komen. Ik werd ingesmeerd met het bloed van een verslagen varkensdemoon, om zo veilig te blijven tegen de geest LARK.


3. T52 – Oerdoemur – negenenvijftigste hersenen – donkere amazone die een nekketen om de hals van een man doet


Dit deed Moeder Natuur, mijn Allerhoogste Zelf, bij mij, opdat ik veilig zou zijn tegen de geest LARK.


4. T53 – Oerdoemes – zestigste hersenen – donkere amazone die de fallus van een man vasthoudt


Om aan LARK, de verkrachtingsgeest te ontkomen moet de fallus in bezit komen van de Allerhoogste Amazone. Zij zal dit ook laten weten, dat de fallus van de man die ze geketend heeft haar bezit is. In die zin kan LARK daar geen claims meer op maken.


5. T54 – Oerdoemesse – eenenzestigste hersenen – donkere amazone die een man slaat met een gesel


Ook dit is belangrijk om aan LARK te ontkomen. Door de gesel van de Allerhoogste Donkere Amazone, het allerhoogste, goddelijke Zelf, het Moeder Natuur Zelf, wordt de man bezit van Moeder Natuur, van zijn allerhoogste Zelf, en wordt aan Haar onderworpen.


6. T55 – Oerdoemoek – tweeenzestigste hersenen – man met op rug gebonden polsen en geketende fallus die door donkere amazone wordt voortgetrokken


Dit gaat over de heilige gebondenheid aan het Allerhoogste Zelf, opdat de man niet weggetrokken kan worden door het valse zelf.









Hoofdstuk 25. Het Heilige Gokpaleis


Als we Christus helemaal terug herleiden over de reusachtige rivier tussen de Egyptologie en de Indologie dan leidt dit helemaal terug tot Krishna in het hindoeisme. Krishna is daar zo'n beetje de oppergod, het oppergoddelijke en Hogere Zelf.


Galaten 1


3 CHARIS, loon, zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.


CHARIS, loon in het Grieks, is ook een wortelwoord van Christus komt van CHARIS, loon in het Grieks, en wordt vaak vals en selectief vertaald in 'genade' door het westen. CHARIS is KRA-SA, de loons-gnosis in het Levitisch-Egyptisch. Zonder loons-gnosis, zonder loon, kunnen wij niet komen tot de heilige graal.


In KRISHNA, over de grote oerwouds-rivier, is CHARIS verbonden aan N, NU, als KRA-SA-NA. NU staat in het Sanskrit voor 'tijd', als de tijdsduur van het loon, oftewel de HUUR. Dit is een groot principe. Oorspronkelijk is KRA-SA-NA vrouwelijk.


Krishna was omringd door de GOPI's, de herderinnen, zoals Christus bij zijn geboorte omringd was door herders. GOPI betekent wildernis en veehoudster in het Sanskrit. Zij hadden leidinggevende taken, als matriarchen, als amazones. In Egypte is dit GP, GEB, de aarde, de onderwereld, de wildernis, en AQEP, de dualiteit waardoor de mannelijke natuur verbroken wordt, en hij wordt tot een AKEBU, verbrokene. In het Hebreeuws is AQEP zowel de voeten als de billen, die de slang ten val zullen brengen in de profetie van Genesis 3:15. Het zijn de voeten en de billen van de amazone, de paradijselijke vrouw, die zullen komen als een oordeel. In het Grieks is dat de komst van de AGAPE, wat slap in liefde wordt vertaald, maar wat ook feesten betekent, en wat een transliteratie en anagram is van AQEP, de billen. De billen en de baarmoeder zullen komen, de AQEP, als een verwoester.


De PER-QEBH is het tranenmeer in de onderwereld.


De billen zijn verbonden aan de afgrond en het water. De billen zijn een teken van het water, van de sappen van de baarmoeder, de eeuwige tucht, als de AQEP-AGAPE. De billen wijzen dus op de visjacht om hierdoor kennis te vergaren.


AQEP, QP, KB, is verbonden aan KABA, KB. De KEBA is de Aramese ark, wat in het Arabisch de KABA is als een ark-gebied, het heiligste gebied. In het Sanskrit is GABHA, KABA, de vulva, de vagina, wat ook weer verbonden is aan GOPI als een gevangenis.


Het is niet makkelijk om tot de wildernis te komen. Ook de wildernis moet verdient worden en gehuurd worden, en dan staat niks vast en is alles onzeker totdat we tot de eeuwige huur gekomen zijn, oftewel de heilige gebondenheid. We komen de wildernis niet zomaar binnen. Er staan wachters aan de poorten van de stadsmuren die niet zomaar iedereen doorlaten. Hoe komen we dan tot de wildernis ?


Wij moeten de kern van HUUR gaan zien. Er is zoveel valse huur. Daarom moet de huur getest worden. Dit gebeurt in het heilige gokken. In het heilig gokken laat je alles los en kom je tot de heilige gokmachines in het heilig gokpaleis in de stad. Rechtstreeks de wildernis in gaat niet lukken. Eerst moeten we tot het heilige gokpaleis komen. Dit is een hemels gokpaleis, onderworpen aan strenge wetten. Alles draait hier, alles is gevaarlijk, alles is scherp. Daarom moeten we de kunst van het heilig gokken leren. In het heilig gokpaleis worden de harten getoetst. Niets zal hierin verborgen blijven.


Met gokken gaat het om timing, en je moet alles zelf verdienen. Als je gokt door een valse, losbandige geest, dan is alles verloren. Je gokt dus altijd voor je leven. Alleen door de heilige gebondenheid kunnen we veilig gokken. Dit is het heilige gokken. Wij moeten heilige gokkers worden. Het Heilige Gokken wil ons leiden.


Gokken gaat alleen door HUUR. Door het gokspel te HUREN kom je in de gokdroom. Als je de timing verliest kun je zo alles verliezen. Nooit is er zekerheid, niets is zeker, alleen LOON – HUUR – GOKSPEL. Het is een orakel. In het gokspel werken wetten die wij niet kennen. Gokken is het oordeel. Heilig gokken is heilig testen. Je kunt je nergens aan vasthouden. Je moet komen tot het heilige casino. Je komt er alleen door als je de heilige codes kent. Alles verstandelijk beredeneren is een valstrik, want ook het verstand moeten we verdienen. Er is geen gnosis zonder loon. De gnosis is een groot labyrint waar het menselijk verstand geen vat op heeft en waar het menselijk verstand niet zomaar diep in door kan dringen. Waar de mens valse gnosis opbouwt door het menselijk verstand, buiten de hartskennis om, daar faalt de mens, wordt de mens afgesneden. De mens moet terugkeren tot de hartsbron, de bron van de gnosis, en zijn oude verstand, zijn oude beperkte denken loslaten, en dan heilig gaan gokken, op de stromen van het heilig gok-paradijs. Dit is een metafoor. Valse gokspelletjes hebben hier niets mee te maken, en door de valse gokspelletjes werd de stad gebouwd. Hier moeten we mee afrekenen om bij het ware gnosis-gokken te komen, alles los te laten en gebonden te worden in de Allerhoogste Kennis, stap voor stap door heilig loon en huur. Wij komen niet tot de heilige huur zonder het heilige gokken. Daarom moeten wij tot het heilige gokpaleis in de stad komen en dan zullen we de stad zien veranderen tot de wildernis. Het zal om ons heen gaan gebeuren.


Kom tot het Heilige Gokken,

Laat je door Haar initieren,

Laat alles los om de gokkroon te ontvangen.


Wij bouwen door het heilig gokken. Alles is een gokspel.









Hoofdstuk 26. De Isaak Code


Alle gnosis is opgeslagen in polariteiten, arena's. Dit moet, anders is het te zwak om te blijven bestaan.


Andere namen van Krishna zijn Kesava en Govinda in de Indologie. De KS wortel van Kesava is omgedraaid SK, Isaak. VA staat voor VAR, loon in de Amazone taal, als het loon van Isaak.


Isaak groef de waterbronnen, MAYIM, weer op die door de Filistijnen waren dichtgemaakt. De naam van Isaak is verbonden aan één van die bronnen, ESEK, wat arena betekent. Het loon van Isaak is dus arena-loon. Dit uit zich in het hebben van veel slaven. Over Isaak werd gezegd in Genesis 6 :


Over Isaak werd gezegd :


14 En hij had kudden kleinvee en runderen en een talrijke slavenstoet, zodat de Filistijnen hem benijdden.


Rebekka waaraan Isaak later onderworpen werd als IYSH is in het OT een beeld van de bron van MAYIM, de poort tot de onderwereld. Ook is MAYIM de brenger van honger, als de komst van het zwarte paard, de zwarte brug.


Govinda heeft de GV wortel, KV, wat omgedraaid VK, Vuk is, het heilige land van de Amazones en de huur. De ND wortel staat voor NOD, het land van Kain.


7. T56 – Oerdoemoes – drieenzestigste hersenen – man met geknielde mannelijke slaven


Dit is het Isaak-principe, en dat is in de mens zelf, zoals een computer een master programma heeft en een slaaf programma, als een moeder-kind verhouding, en een leider-volgeling. De Isaak is dus een archetype, een titel, in de mens zelf.


8. T57 – Oerdoemoese – vierenzestigste hersenen – een rog of kwal met een krokodillenhoofd die doorboort wordt met een speer van een amazone


Dit is een slaven-implantaat wat het valse vrouwelijke gebruikt, de nakers, wat zich tussen de longen hecht, of in de longen, en de robot gevoelig maakt voor de stem van de naker. De amazone rekent af met dit valse implantaat. Het implantaat kan zich ook in het hoofd gaan hechten vanuit de longen wanneer er niets aan gedaan wordt. Vandaag de dag werkt dit implantaat veel door naker-zangeressen die de man van de amazone wil afleiden. Luisteren naar muziek is nooit vrijblijvend.








Hoofdstuk 27. Essentiele Indologie I


Het hart zit vol met wanhoop, bedroefdheid, misleiding, zelf-misleiding, valse vrolijkheid enzovoorts en is voor een mens moeilijk te onderscheiden. Toch is er een pad terug naar het hart, als een pad DOOR het hart. Er is een nieuw hart voor de volgelingen van de hogere kennis. Daarna volgt er een hele nieuwe strijd : de strijd tegen de tong.


De tong is een venijnig klein iets dat het hart bewaakt. De tong moet ingenomen worden en onderworpen worden, beteugeld. Maar hoe doe je zoiets ? Daar is het laatste woord nog niet over gezegd. De tong kan een zee van ellende aanrichten in het lichaam. Zij die hun tong misbruiken zullen aan hun tong opgehangen worden en zo verstenen, als een voorbeeld voor anderen hoe het niet moet. Wij moeten onze tong leren bewaken. Wij moeten een wachter zetten voor onze tong, maar hoe gaat dat precies in zijn werk ? In het boek Openbaring zien we de Christus-figuur opkomen met een tong als een zwaard. Hier hebben wij tegen te strijden.


Over de tong staat in Jakobus 3 :


3 Als wij paarden de toom in de bek leggen, zodat zij ons gehoorzamen, kunnen wij ook hun gehele lichaam besturen. 4 Zie, ook de schepen, ofschoon zij zo groot zijn en door sterke winden voortgedreven worden, worden door een zeer klein roer gestuurd, waarheen maar het believen van de stuurman wil. 5 Zo is ook de tong een klein lid en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt. 6 Ook de tong is een vuur, zij is de wereld der ongerechtigheid; de tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets, dat het gehele lichaam bezoedelt en het rad der geboorte in vlam zet, terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel. 7 Want alle soorten van wilde dieren en vogels, van kruipende dieren en zeedieren worden bedwongen en zijn bedwongen door de menselijke natuur, 8 maar de tong kan geen mens bedwingen. Zij is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.


De tong bestuurt het denken. Het denken wordt gekweld door de tongen van vuur. Hoe kan de tong bedwongen worden ? Hoe kan de tong beteugeld worden ?


In Spreuken 15:4 is de goede, heilige tong de boom des levens, wat ook de boom van kennis is. Die wordt bewaakt door de slang, de nachas in het Hebreeuws. In de Indologie zijn dit de naga's die de schatten van kennis bewaken. NAGA betekent in het Sanskrit ook urine. Vandaar dat er een enorme diepte zit in het paradijs verhaal in de grotere context.


OURANOS, de god van de lucht in het oude Griekse rijk, de hemel, komt voort vanuit het Griekse woord ouron, urine, en heeft ook zijn wortels in de regen in het Sanskrit, etymologisch gezien.

 

Ouranos, regen, urine, is het diepere deel van Jezus wat verborgen wordt gehouden. RN wijst op de verborgen gehouden na'ar, NR, als omgedraaid. De na'ar is de Israelitische 'slavenjongen' als een beeld van de heilige gebondenheid.

 

De paradijselijke urine, de mayim in het Hebreeuws, is een stof die diepe visioenen geeft, en waardoor de hele schepping is voortgekomen. Het Jezus woord moest die waarheden en wortels dus bedekken, achterhouden. Maar in de diepte van de grondtekst en worteltekst is het dus nog steeds aanwezig. De paradijselijke urine is een stof die spiergroei tegengaat, en die zorgt dat men door andere stoffen leeft. Ook spierkracht wordt erdoor geblokkeerd. De paradijselijke urine, de mayim, staat dus voor een groot medicijn-wiel in het paradijs, waaruit men kon leven, en wat de bron was van alle schepping.


De aarde zelf was ook de onderwereld en in het midden daarvan hebben we te maken met de hel zelf, of de doorgang naar de hel. Deze plaats werd afgesloten met een zegel van leegheid. De plaats was omringd door Lethe, vergetelheid in het Grieks, zodat het geheim gehouden werd. Ook werd het afgesloten met vuil. Dat gaat in de grondtekst heel ver, want je zou dan door een waterval van urine heen moeten gaan om daar te kunnen komen. Ook zou er dan geweld tegen je gebruikt worden, kortom het was een hele gevaarlijke muur waar je dan overheen moest. In het Aramees was dit ook de plaats van verlokking. In die vergetelheid zou je bloot gesteld kunnen worden aan leugens, en dat je gevangen zou worden in de aanbidding van hele verkeerde goden, en dat je vreemd gedrag zou gaan vertonen.


In het Sanskrit is de urine verbonden aan heilig water en aan watervallen. De urine is onderworpen aan de urine-buizen die geheel door het paradijselijke lichaam heenliggen. De bamboe-stengels zijn hier een symbool van. Bamboe wordt daarom veel gebruikt in het paradijs.


Ook de tong zal worden onderworpen aan de urine buizen.


Urine is een onderdeel van mayim, het paradijselijke zaad. Het hield het lichaam schoon, en beveiligde het tegen ouderdom en boze geesten, als een zware neutraliserende kracht. Adam en Eva kenden de geheimen van urine, en baadden zich vaak in paradijselijke urine-poelen van grote beesten. Mayim betekent letterlijk urine, en in Genesis werd de onderwereld, het paradijs, hierdoor geschapen. Ook werd mayim van elkaar gescheiden zodat er rivieren, meren en zeeen van urine ontstonden.


In de bloed-codes van de oorspronkelijke, paradijselijke mens waren veel urine-verbindingen. Dit was belangrijk voor hun immuniteit en om boze geesten op een afstand te houden. Deze urine-verbindingen dienden de valse geesten van spierkracht buiten te houden. In feite viel de mens uit het paradijs door juist de belangrijke stoffen die in het lichaam moesten blijven eruit te plassen.


Urine bakent in de natuur terreinen af, als teken van overwinning en bezit. In de paradijsteksten van Betelgeuse moesten de huiden die voor tenten en voorhangsels, ook als genitale voorhangsels, werden gebruikt vaak bevuild worden met zaad, urine en vee-bloed voor die reden, om boze geesten weg te houden. Ook werd dit gedaan om de jacht te doen slagen. De gnosis over boze geesten en hoe die te bestrijden ging diep. Er waren geen wazige rituelen, maar alles had een duidelijke reden. Zij die aan zulke rituelen deelnamen zonder de betekenis ervan te weten, zonder ingewijd te zijn, zouden er krankzinnig door worden. Gnosis was een belangrijk element en ging vaak oraal, en werd opgeslagen in symbolen.


Kolosenzen 1 : 5-6 – “want de hoop is voor u weggelegd in OURANOS, URINE. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking der waarheid, het evangelie, dat tot u gekomen is. Immers, in de gehele wereld draagt het vrucht en wast het op, zoals ook bij u, sedert de dag, dat gij het gehoord hebt en de genade Gods in waarheid hebt leren kennen.”

Wereld is in het Grieks “kosmon”, wat “sieraden” betekent, zoals de sterren de sieraden zijn van de hemelen, van ouranos, van urine. In deze paradijselijke sieraden, jachtbuit, zit dus de urine. Deze beelden in het Grieks de cyclussen uit, als een andere betekenis van het woord “kosmon”. “Vrucht” is in de worteltekst van het Grieks het loon, de buit, van de jacht en de visserij. Dit gebeurt dus in de cyclus.

Alles leidt dus tot ouranos, urine, als een paradijselijk hallucogeen, en hierin is dit alles te vinden. In het OT is dit dus de mayim die alles heeft geschapen, als door visioenen. Het is een paradijselijke drug.

 

In urine vinden wij het loon :


Matt. 5

12 Verblijdt u en verheugt u, want uw loon is groot in OURANOS; want alzo hebben zij de profeten

voor u vervolgd.

 

Ook is het een hemels communicatie systeem :

 

Filippenzen 3

20 Want onze communicatie is in

ouranos.



Zo kan onze tong vernieuwd worden, en vandaaruit ons hart.


  1. urine-buis, bamboe

  2. tong

  3. hart


De paradijselijke urine-buizen vormen de nieuwe hersenen.

In het Sanskrit is de paradijselijke urine verbonden aan honing. Het wordt ook door de paradijsbloemen voortgebracht om zo de rivieren, meren en zeeen te maken en te ondersteunen. De urine-buis is de creativiteit van het paradijs. In het Sanskrit is mehana een woord voor zowel urine als sexualiteit, oftewel het scheppen.


9. T58 – Oerdoemspaas – vijvenzestigste hersenen – man knielt voor bamboe stengels


De man onderwerpt zich aan de urine buis, wat ook een beeld is van de tong die aan de urine buis wordt onderworpen.


10. T59 – Oerdoemspahas – zessenzestigste hersenen – planten en bloemen die stroperige urine voortbrengen die netten en slierten vormen


Hier vanuit worden de zeeen, meren en rivieren geschapen.


11. T60 – Oerdoemspahak – zevenenzestigste hersenen – amazone met kleding van stroperige urine


Door bepaalde bewerkingen wordt er ook kleding gemaakt van urine in de beginvorm als het nog taai is. De beginvorm is de stroopvorm die op allerlei manieren bewerkt kan worden.


12. T61 – Oerdoemspakus – achtenzestigste hersenen – urine-synapsen


Ook zij zijn door het paradijselijke lichaam verspreid als douchekoppen, als vergieten, om de urine regen te verspreiden, als een hormonale stof. De urine-buizen zijn aan de urine-synapsen onderworpen.


13. T62 – Oerdoemkus – negenenzestigste hersenen – urine-zenuwen


Ook deze zijn in het paradijselijke lichaam, om de urine-bliksem over te brengen. De urine-synapsen zijn onderworpen aan de urine-zenuwen. Zij staan voor de urine-electriciteit. Een heel nieuw electriciteits-systeem zal hieruit voortkomen.










Hoofdstuk 28. Het Huis van Bilha


Een ander personage vaak overgedemoniseerd door het christendom is Beelzebul, een naam van satan. Beel wijst op BILHA, en zebul betekent 'huis', wat verbonden is aan Zebulon. Het wortelwoord zabal betekent aanbidden. Bilha-zebul is de bezitster van het huis, als het huis van Bilha.


De boom van kennis van goed en kwaad werd de verboden boom genoemd. Verboden is ASIR, ASYR, in het Aramees, verwijzende naar het Assyrische rijk. Assur was beschreven in Ezechiel 31 als de boom van kennis.


ASIR, Aramees :



ASSUR is in die zin de boom van de heilige gebondenheid, wat in het Boek van de Roependen de zesde persoon is van de Heerin.


In het Sanskrit is dit BADDHA, BADA :



BADA is de amazone stam verbonden aan ASSUR. Beide woorden zijn vrouwelijk. Beiden werden vermannelijkt door de illuminati. BADA werd tot het boeddhisme waarin de man Boeddha vereerd werd. BADA was oorspronkelijk de godin van gebondenheid.


visjacht :



De AIRO, de vissenjacht, staat in het Grieks ook voor de opstanding en geweld, ook het doden, het opheffen van de hand (YAD, ook erectie), waardoor de vissenjacht belangrijk is voor het slagen in de arena en de oorlog. In het Grieks is de vissenjacht voor de arena-slaven om hen alert en doeltreffend te maken. Zij worden hierdoor geoefend in de strijd en het vechten.


visjacht :


– van vrijheid tot slavernij
– van bedektheid tot naaktheid (openbaring)
– van opgesloten zitten in de tijd tot contact met andere tijden, tijdreizen (python steen)
– strijd tegen en het herordenen en herzien van valse verhoudingen in grootte van de plaatsen in de geografie
– strijd tegen de valse toekomst
– het komen van licht tot duisternis (dit gebeurt ook in de kippenjacht, waarvan de visjacht de voorbereiding is)


De visjacht is dus om de heilige gebondenheid uit te worken, de robotologie. De robotologie is hierin onlosmakelijk verbonden aan de demonologie.


Ook : van exoterische voortplanting (plat, pornografisch) tot esoterische voortplanting


Wij moeten dus tot ASSUR komen om geriemd te worden voor de strijd, net zoals Adam tot de boom van kennis, ASSUR, moest komen. ASSUR is ook een gebied hoger in het paradijs, waar de boom van kennis naartoe reikt. De boom van kennis moet dus beklommen worden naar die diepere plaats.


Adam werd gebonden met chagowr, riemen, in Genesis 3:7, wat in de wortels ook angst en beven is, restrictie. Ook heeft dit parallellen in het verhaal van Hercules, zoals Hercules de leren riem van de Koningin van de Amazones, Hippolyte, moest nemen. Dit was de gordel van Ares, de oorlogsgod, haar vader. Hippolyte wilde hem de riem geven, maar de andere amazones viel hem aan, dus er was een oorlog voordat hij de riem bereikte. In de Hebreeuwse teksten zien we dat nadat Adam de riemen, het leren harnas, heeft bereikt, hij gedreven wordt tot het oosten van het paradijs, maar het betekent letterlijk 'eeuwige slavernij (gebondenheid)' (mikkedem legan), en dit tot de Moeder Aarde, de grond waaruit hij geboren was.

Ook werd de mens door het komen tot de boom, ASSUR, naakt (Genesis 3:7-10, 2:25). Naaktheid is een teken van openbaring, waarvan de slang een symbool is in de grondtekst. De slang staat voor de naaktheid, het openbaren, als een beeld van de geriemdheid. Hoe dieper de heilige gebondenheid gaat, hoe dieper de openbaring gaat. Hierom moest de mens tot de slang komen. De mens had zo toegang tot het land Assur in het paradijs. Deze eigenschap van de slang is ARAM in het Hebreeuws. ARAM, RM, RAMA, wijst op Abraham, waar het verhaal van Adam in overliep.


In de Ramayana wordt prins Rama door een wens van zijn stiefmoeder in ballingschap naar het bos gezonden voor veertien jaar. Zijn vader, de koning, wil dat niet, maar kan de wens niet afwijzen, en Rama gehoorzaamt zijn vader, en vertrekt met zijn vrouw, Sita, en zijn broer, Lakshman, naar de wildernis. Dit loopt parallel aan het Abraham verhaal.


In de Germaanse mythologie werd de boom der kennis Yggdrasil, de galg (kruis) van Odin, genoemd. ODIN, EDEN, DN, is het omgedraaide van NOD, het land van Kain, de bloedlijn van de boom van kennis. Het was de weg naar de onderwereld, Niflheim of Helheim, waar Hel regeerde, de godin van de vruchtbaarheid.


In het paradijs leidt de rivier de Tigris tot het oosten van Assur, wat in de grondtekst het oorspronkelijke ASSUR is, namelijk het Assur van de amazones. Oost betekent in de worteltekst : eeuwig, als het eeuwige ASSUR (qidmah – qedem). Nog dieper in de worteltekst betekent het de ontmoeting, de confrontatie (qadam). Oost-Assur betekent ook in diepte : 'het neervallen voor Assur', als de Assyrische ballingschap in het paradijs. Dit was het gevolg van het komen tot de boom van kennis, en dit was de werkelijke val van Adam. In die zin moest Israel dus in esoterische zin komen tot de Assyrische ballingschap. Dit had de paradijselijke betekenis van de heilige gebondenheid.


Adam moest komen tot de verboden vrucht van kennis, de vrucht van Assur. De vrucht, periy, is het loon in het Hebreeuws. Door de slang, de geriemdheid, oftewel de heilige gebondenheid, moest hij hiervan eten om kennis te ontvangen. Eten is AKAL, wat ook slachten en het eten van vee betekent. Adam moest de jachtsriemen ontvangen, het jachtstuig, het jachtsharnas, de chagowr, om zo de demonen te overwinnen. Zonder demonologie is er geen gnosis, geen vur. Adam moest dus komen tot de demonologie. Buiten de demonologie om kunnen wij niet 'slachten en eten'. De aardse slagers en vleeseters hebben de demonologie afgewezen en zullen onder een verschrikkelijk oordeel gaan komen.


Ook betekent vrucht het nageslacht van de boom van kennis, van ASSUR, oftewel de bloedlijn van Kain, die tot het land NOD leidt. Wij zullen net als Adam in het OT en Petrus in het NT 'slacht en eet' visioenen moeten ontvangen om te zien wat we moeten slachten en eten. Een ieder die dit letterlijk en materialistisch neemt zal onder een groot oordeel komen. Het is een demonologische passage om in de hemelse gewesten uit te voeren, want wij strijden niet tegen vlees en bloed.


De Assyrische ballingschap zal weer tot de aarde komen, de oorspronkelijke Amazone Assyrische ballingschap. Alles wat bruikbaar is zal tot slaaf gemaakt worden, en alles wat niet bruikbaar is zal worden verwoest. Wij moeten tot de Assyrische ballingschap komen om aan het komende oordeel te ontkomen. En de Heerin zal tot ons spreken, net als tot Adam en Petrus : “Sta op, slacht en eet.”


In het Aramees betekent de vrucht ook 'terugkeer' en 'gevolg', als het oordeel wat eerst over jezelf heengaat, als de wet van Karma (Kra-ma). De vrucht kan ook vis betekenen. In die zin riepen de riemen (de slang) Adam op om deel te hebben aan de visjacht, om zo te groeien in de heilige gebondenheid. Zo kwam Adam tot de naaktheid (Abraham), de openbaring. Abraham, de naakte, was de iysh, (vecht)slaaf van Sara, SR, wat ook verwijst naar het onderworpen zijn aan ASSUR, de heilige gebondenheid (Aramees, ASIR). Het verhaal van Abraham en Sara is dus de belichaming van de val van Adam. In die zin is Abraham de geriemde, naakte Adam.











Hoofdstuk 29. Essentiele Indologie II


14. T63 – Oerdoemkusse – zeventigste hersenen – anus


De NAGA, de slang (Hebr. Nachas), is in het Sanskrit urine, als de urine-buis die tot de 'vrucht' leidt om tot de diepere onderwereld te gaan in het paradijs. De vrucht in het paradijs is een groot mysterie, als een voortplantings-orgaan die een geheime plaats bewaakt. Dit is de UPA-STHA in het Sanskrit, “staan op”, “dichtbij”. De anus is in het Sanskrit het binnenste centrum, als een oerstam, ook als de oogst, het diepere loon, de karma (kra-ma, de offerwet van de gnosis). Het is de opslagplaats van de gnosis. De anus houdt zich verborgen, maar kan zich plotseling manifesteren, als een grote ontmaskering in het Sanskrit. De schildpad is hiervan een symbool, GUHYA, KUJA.


In het sanskrit is de anus de weg van de goden, het proces van de adoptie, van de inname, het geaccepteerd worden tot een samenleving, door dwang of vrijwillig. GRHYA, KRA-YA. Ook zijn het ceremonies van gecultiveerde affaires (geboorte, huwelijk, etc.). Het is geen vrijheid, maar afhankelijkheid aan de sociale code van een stam. De anus is het symbool van de stamwet.


Ook is de anus als de CYUTI de verbanning, de val van een goddelijk bestaan, en het afstand doen van geaccepteerde normen en waarden, van de gevestigde instituten, zoals de val in het paradijs dit voorstelde, door het eten van de verboden vrucht. De CYUTI is ook de symbolische dood.


Als MARGA is de anus het pad van de jacht, het traceren van prooi, de weg van een wild beest. Deze vorm van de anus in het sanskrit is ook een merkteken en een titel of hoofd, heerser, in de wet. Ook deze vorm is een stelsel van gewoontes en tradities, en heeft ook een aankondigend karakter.


Als MAITRA is de anus het gebied van MITRA en de verbeelding. Hiervan komt het woord Maitreya, die in de toekomst de Buddha zal vervangen. Dit is de opening van de anus, de anale onderwereld. Dit is de terugkeer van MITRA die in de geschiedenis werd vervangen door Jezus Christus. In India is Mitra de god van het afleggen van de bloed-eed en van rituele bloed-offers. Dit is ook wat de anus voorstelt als samavarana : heiligdom, plaats van bloedoffers, als een slachtplaats. Ook is de samavarana een psalmist.


Mitra groeide in andere culturen zoals de Perzische en de Romeinse uit tot Mithras, de god van de jacht en de oorlog.


Het hindoeisme is in diepte en wezen een oudere vorm van Mitraisme. Alles draait direct en indirect om Mitra, de heilige gebondenheid, de wet, de anus. Mitra was oorspronkelijk vrouwelijk, als de moeder van Maitreya.

 

Mithra werd in Arabie en het midden Oosten steeds meer het symbool van de runderjacht. Dit werd later door het christendom afgedekt, terwijl de oorspronkelijke teksten wel over de runderjacht gingen. Het Westerse christendom maakte korte metten met de symbolische runderjacht.


Spanje echter nam een corrupte en gematerialiseerde vorm van christelijk mithraisme aan.


MTR, Mitra, is het Aramese woord voor regen, wat ook gebruikt wordt voor de zondvloed. Indra is de Vedische god van de regen, als een beeld en uiting van Mitra. Indra kreeg de strategische eeuwige schuld over zich toen hij de drie hoofden van een schepper afhakte. Hierdoor werd hij als Mitra de runder- en buffeljager, en overwon hij de draak en slang, Vritra. Ook is Indra als Mitra de drinker van sama, soma, wat in het Grieks de prooi is, en in die zin dus het bloed van de prooi. De strategische eeuwige schuld zoals we dat in het leven van Indra-Mitra en Iyowb zien is een initiatie voor de runder- en buffeljacht. De Rig Veda geeft in die zin de oplossing voor het boek Openbaring, omdat het gaat over de overwinning en slacht van de draak en slang door Indra-Mitra.


In het Aramees is regen ook hetzelfde als gras en afdalen tot de onderwereld, als de poort tot de onderwereld, de anus.


Dit is waar Mohammed voor staat, als een gezondene vanuit het Mitraisme, wat zijn hoogtepunt heeft in het tweede boek van Koran, het Rund, waarin de genade-afgod van het christendom wordt ontmaskerd. De Asvins staan in de Veda's voor de eeuwige jeugd, oftewel de MSY-LIMS, die gesels hebben die druipen van honing. Zij staan voor de kastijding. Er zijn twee Asvins, als de twee getuigen van Openbaring. Door Mitra, Mohammed, de buffeljacht, komt men tot het eeuwige kindschap om tot eeuwige kinderen te worden. Ook Openbaring is in diepte over de terugkomst van Mitra, de anus.


In de Heilige Bitterheid is er geen snelle verlossing zoals de 'Geest' een afgod geworden is in de charismatische beweging. Er is iets gigantisch mis. De mens is ergens van het pad afgeweken. Iyowb brengt tot bitterheid, tot een vermenigvuldiging van wonden, in het boek Iyowb, waarin Iyowb niet wordt gespaard, maar tot het aller uiterste wordt gedreven in zijn lijden. Er schijnt geen andere weg te zijn. De Geest moest in hem sterven om plaats te maken voor de Heilige Bitterheid, zodat hij doorgang zou hebben tot de scheppings-afgrond, de schoot van de duisternis, de anus, uitgebeeld door het Mitraisme en de Islam.


Iyowb werd gekweld tot het einde, totdat zijn tong het uiteindelijk begaf, en hij stom werd voor de Heerin, totdat alleen de Heerin, Anus, de Amazone oerstam, nog door hem zou spreken. Ook Yechezqel moest hier doorheen, dat zijn tong aan zijn gehemelte zou blijven steken, zodat hij het volk niet zou bestraffen, want het was een weerspannig geslacht. Het ging om ALAM, de heilige stomheid. Ook Iyowb werd tot die duistere stilte geleid. Hij kwam terug tot de Heilige Bitterheid.


Onder het vijfde zegel waren de zielen martelaars die om wraak smeekten, maar zij kregen een kleed om te rusten. Stilte, stomheid, ALAM, was het doel, de onderwerping van de tong, door de urine-buis en de anus. Zij moesten terugkeren tot de tuchtigingen van bitterheid, tot de tuchtigingen van Iyowb. Hierdoor zouden zij bewapend worden met APHAR, het vuil der aarde, het heilige vuil van de paradijselijke onderwereld. En APHAR zou een nieuw lichaam voortbrengen.


In het Aramees komt de zesde malak (engel, boodschapper, duivel) om een gerucht te veroorzaken, met veel bloedvergiet. In het Grieks is het water van de Eufraat een massa mensen, die dus :

  1. branden

  2. bevriezen, tot ijs worden

  3. tot stilte gebracht worden

  4. verlamd raken

Het water is in de worteltekst regen, wat Mitra is in het Aramees, als beeld van de buffeljacht. Het water is in het Grieks ook de zondvloed, zoals in het Aramees.

In de grondtekst gaat het over 'de koningen die komen van de oosterlijke zon' en in het Aramees is de zon het goud, wat weer wijst op het gouden, rode paard. Goud is in het Grieks de moederschoot. Dit gaat allemaal over de Eufraat. De Eufraat is de oer-afgrond van de onderwereld en het paradijs, waaruit alles voortkomt, als de Tehowm.

Het water van de Eufraat is in het Grieks het primaire element, uit en waardoor de wereld die was vóór de zondvloed, voortkwam en werd gegrondvest.


De Rots is het vijftiende boek van de Koran. De Rots staat voor Petrus, MITRA, oftewel de Heilige Tijdschijf en de buffeljacht. Ook is dit in het Arabisch het Rotsachtige Pad, als de weg tot verharding. Dit verharden gaat dus juist door de leegte en de honger. Materialisme en opgeblazenheid is een valse hardheid.


 

  1. Degenen die andere goden met Allah vereenzelvigen; maar zij zullen het weldra te weten komen.

  2. En Wij weten inderdaad dat jouw borst vernauwd wordt vanwege hetgeen zij zeggen.

  3. Maar verheerlijk uw Heerin met de lof die Haar toekomt en behoor tot degenen die zich ter aarde werpen.



Hier zien we dat de borst van de man door de tucht vernauwd wordt, om zo niet sterker te zijn dan de Grote Moeder. De mannelijke borst wordt gepiercet, zodat het niet door spierkracht leeft maar door de goddelijke verlamming, de heilige honger, oftewel het mannelijke vruchtbare deel. Zo wordt de ware hardheid opgewekt.


Christos komt van een aantal wortel woorden, waaronder 'cheir', tucht, en cheimon, regen, wat in het Aramees MITRA, MTR, is, oftewel de buffeljager, de anus. Deze wortel-woorden worden door het woordje Christos bedekt en verborgen gehouden.



Psalm 11 van de eerste mandala van de Rig Veda gaat over de grot van Vala, die veel runderen bevat. Ook USA, de godin van de ochtendschemering, de dageraad, het nachtvisioen, was hierin opgesloten. Hieraan verbonden is de SA, de amazone, het vrouwelijke (Sranan Tongo), de gnosis (Egyptisch). Indra, de Heilige Weelde, splitste deze grot open. Vala betekent omheining, wat de hof van Eden betekent in het Hebreeuws. Vala was een grot van steen, en de broer van de slang van het hindoeisme, de Vrtra. Beiden waren zij asura's, natuur-energieen, die in oorlog leefden met de deva's, de goden. Van de Asura's komt ook Assur voort, de boom van kennis. Vrtra was de tegenhouder, de stenen slang, de bewaker van de rivieren, die deze blokkeerde. Door SHAMA overwon Indra, de Heilige Weelde, deze blokkades. Dit komen we ook weer tegen in het verhaal van Mozes die water uit de rots sloeg, de geboorte van Mitra uit de Rots, de geboorte van de Kerk uit de Rots, Petrus, en de opstanding van Christus uit de grot, als het beeld van de verharding.



De rots is dus de Petrus, de MITRA, waaruit zowel geboorte als de opstanding, plaatsvindt, vanuit de verharding, wat in de Amazone hieroglyphen gelijk staat aan de anus. Anus was een belangrijke oerheerin van de amazones, een groot opperhoofd. Wij moeten Anus aannemen en in Haar wederomgeboren worden, om zo deel te hebben aan de opstanding. Dit is waar MITRA voor staat en naartoe wijst, als de esoterische vrucht van de boom van kennis. Dit is een hierarchie, een institutie van de tradities en rituelen van de amazones. Het zegel van MITRA moet in die zin verbroken worden, opgelost, om zo tot Anus te komen. Dit zegel is Spanje.



15. T64 – Oerdoemk – eenenzeventigste hersenen – de paradijselijke longen


Het paradijselijke lichaam kent twintig longen, met longvaten door het gehele lichaam. In de hogere bedeling zijn de longen boven de anus aangesteld, om de anus, en zo ook de urine-buis, de tong en het hart, te bedwingen

  1. hart

  2. tong

  3. urine-buis

  4. anus

  5. longen


In de Hebreeuwse grondtekst is ABEL, BL, het beeld van de long, wat verwijst naar BILHA, BL. Dit wijst ook op BALAL, BLL, de wortel van Babylon, als BILHA, de vrouw op het beest. Babylon, BBLN is BILHA-NU, de afgrond van Bilha, als de heilige long. In het Sanskrit is de long een literaire structuur, en een institutie van tradities en rituelen. Wij moeten helemaal weer opnieuw leren beademen en ons hart leren bedwingen vanuit de paradijselijke longen. Hierin moet eerst de long sterven, door de heilige halsketen. Hierom moest Abel, adem, sterven in de esoterie.



PAR week 6
hieroglyph : een zwaard door de planeet Venus


Iedereen die de Amazone Theologie aanhangt zal Venus, een planetair beeld van JOM, de valse Jezus, moeten overwinnen. Er zal een groot loon zijn voor de overwinnaars hiervan.



1. T65 – Oerdoemst – tweeenzeventigste hersenen – de vissenjacht als naaktwording

In de Amazone Theologie is de vissenjacht een openbarende kracht, de kracht tot het naakt worden om zo deel te hebben aan de naakte stam.


2. T66 – Oerdoemt – drieenzeventigste hersenen – de vissenjacht als het komen van de vader tot de moeder


De vissenjacht is zwart feministisch om af te rekenen met de vader-suprematie, net zoals de buffeljacht dit doet.


3. T67 – Oerdoeg – vierenzeventigste hersenen – de overwinning over Venus


In de feministische demonologie is Venus een gevaarlijke kracht, de naker-planeet, oftewel de 'dochters der mensen' uit Genesis 6 die de vader suprematie in standhouden. Venus moet dus overwonnen worden, als de valse Romeinse godin van de liefde, de ziekteverwekkende schoonheid van de stad en de stinkende rijkdom van de stad.


4. T68 – Oerdoegboe – vijfenzeventigste hersenen – de val van Venus


Dit is een groot gebeuren in de Amazone Theologie. Dit is tegelijkertijd de opkomst van Mars, Saram, de matriarchische planeet.








Hoofdstuk 30. Essentiele Indologie III



Saul, Sha'uwl (Hebreeuws) is SA-HEL, kennis (Egyptisch) van de moederschoot. Saul is de kennis van de hel.


1 Samuël 9



15 De Heere nu had één dag vóór de komst van Saul aan Samuël geopenbaard: 16 Morgen om deze tijd zal Ik een man uit het land van Benjamin tot u zenden; hem zult gij tot vorst over mijn volk Israël zalven en hij zal mijn volk verlossen uit de macht der Filistijnen. Want Ik heb acht geslagen op mijn volk, omdat zijn hulpgeroep tot Mij is doorgedrongen.

Aramees : Saul kwam om het volk te initieren in de mysterieen.

We zien hier de bloedlijn van Saul :

1 Er was een man uit Benjamin, Kis geheten, de zoon van Abiël, de zoon van Seror, de zoon van Bekorat, de zoon van Afiach, een Benjaminiet, een vermogend man; 2 deze had een zoon, Saul geheten.

In het Hebreeuws is vermogend GIBBOWR, een jager, een opperhoofd. In het Aramees is het GANBARA, wat Orion betekent. Saul representeert de bloedlijn van Orion.


Na de verbreking van het zegel van de mannelijke, patriarchische Orion is het belangrijk om tot de oorspronkelijke vrouwelijke, matriarchische, amazone Orion te komen. Er is een wereld van verschil tussen het mannelijke en het vrouwelijke Orion.


3 Nu waren van Kis, de vader van Saul, de ezelinnen zoekgeraakt. Toen zeide Kis tot zijn zoon Saul: Neem toch een van de knechten (NA'AR) mee en ga heen, zoek de ezelinnen.


Ezelinnen zijn in de worteltekst van het Hebreeuws de eeuwigheid, als een beeld van geduld en volharding.


Toen zij de ezelinnen niet konden vinden gingen zij tot Samuel :


1 Samuel 10


1 Toen nam Samuël de oliekruik, goot haar uit over zijn hoofd, kuste hem en zeide: Heeft de Here u niet tot vorst over zijn erfdeel gezalfd?

2 Wanneer gij heden van mij zijt heengegaan, zult gij twee mannen ontmoeten bij het graf van Rachel, in het gebied van Benjamin, te Selsach. Die zullen tot u zeggen: De ezelinnen die gij zijt gaan zoeken, zijn terecht.


Het graf van Rachel is in de demonologie het graf van Jom. Rachel is 'lam' in het Hebreeuws. Door de dood van de demoon-lam kwam Jakob tot Bilha's tent. Dit graf is in Benjamin, het beeld van de gehoorzaamheid in de grondtekst. Selsach is de plaats van het donker worden in de grondtekst. Hier is de naker overwonnen, en wordt de donkere huid van de moeder getoont.


3 Als gij dan verder trekt en bij de terebint van Tabor komt, zullen u daar drie mannen ontmoeten op weg naar God in Betel; één van hen draagt drie bokjes, een ander drie broden en de derde een kruik wijn. 4 Zij zullen u begroeten en u twee broden geven, die gij van hen zult aannemen.


Tabor betekent verbrokenheid in de worteltekst.


In de esoterie moeten we komen van de mannelijke Saul tot de vrouwelijke Saul, die de heilige Ziel is : Saul, SL, Soul, Ziel (Soule in het boek 'De Orion Gnosis' van de Amazone Bijbel). In de grondtekst is Saul een bovennatuurlijk wezen. Ook is Saul dus een beeld van Orion. David werd in de grondtekst beschreven als een NA'AR, een slavenjongen, en hij moest komen tot Saul, tot Orion.


I Samuel 16


21 Zo kwam David bij Saul en werd zijn dienaar. Deze hield veel van hem, en hij werd zijn wapendrager. 22 Daarom zond Saul tot Isaï de boodschap: Laat David toch in mijn dienst blijven, want hij heeft mijn genegenheid gewonnen. 23 En telkens als die geest Gods over Saul kwam, nam David de citer en speelde; dat schonk Saul verlichting, hij voelde zich beter en de boze geest week van hem.


In het Aramees is het bespelen van een instrument (nqs) een beeld voor oorlogsvoeren. In het Hebreeuws speelt David met zijn yad, zijn geslachtsdeel, oftewel masturbatie, wat in het Hebreeuws ook een beeld is van oorlogsvoering in de hemelse gewesten. Het zaad is de buit die aan de godin wordt geofferd. Saul voelt zich beter is in het Aramees dat Saul zich versierd met de oorlogsbuit.


Saul die op David jaagt is in de esoterie de Heilige Ziel die op de NA'AR jaagt. Het gaat dan om de heilige gevangenneming, de heilige ontvoering, om te leiden tot de heilige gebondenheid tot de Heerin. Hiertoe is de Heilige Ziel gezonden. In het EE is de Heilige Ziel de drager van de mysterieen.


Sekmeth, de Egyptische leeuwengodin van de oorlog, is een weerspiegeling van de kern-mythologie van de Orionse afgrond. SK-MT is de verbinding tussen Izaak en Temet, de vissersgodin. In de afgrond van Orion zien we dat de vissenjacht het centrum van de jacht is, en daar omheen ligt de zwijnenjacht.


In de Egyptische onderwereld is er de wedergeboorte door de Moeder. Zij die die de wedergeboorte tegen proberen te houden worden in het zevende uur van het Boek der Poorten aan de palen van Geb gebonden in het tweede stadium van dit uur. Zij worden hier voorbereid tot de vernietiging. Dit wordt zichtbaar wanneer het zegel van de ark, de KEBA (Aramees), wordt verbroken.


In de Orionse mythologie moest Izaak tot de onderwereld gaan, tot Temet, om in Haar wederomgeboren te worden. Temet is in het Egyptisch de slachtpaal, het slachtblok en de slachtplaats. Zij is de godin van de schepping.


Temet leidde Izaak tot een grot genaamd 'de moederschoot'. In die grot moest hij een tocht door de onderwereld maken. De eerste die hij in de grot tegenkwam was Bakroe, de godin achter Sebek.


De Surinaams-indiaanse godin BAKROE, streed tegen het kwaad en beschermde tegen het kwaad, wilde mensen wakker schudden. in afrika/ ghana is dit BURUKU, godin van de schepping en van de maan. als BUK is zij een Sudanese riviergodin van de vruchtbaarheid, zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Zij is de bron van het leven.


Deze Surinaamse oorlogsgodin werd meer en meer bestempeld als een kwelgeest, een duivel, en als kwelkabouters, de bakroes, plaaggeesten. Zij was oorspronkelijk een godin wiens tucht zij niet wilden. Suriname zit vol van anti-tucht geesten en valse tucht. Zij wilden de oorlogsgodin afsluieren, terwijl indiaanse stammen haar nog gewoon vereerden als godin.


Als tweede kwam hij Bosse tegen, de wilde Surinaamse godin achter Bast/ Bastet.


Hij raakte met beiden in gevecht. Daarna kwam hij tot de vrouwelijke Salomo, genaamd Salome.


Daarna kwam hij tot de vrouwelijke Paulus, die genaamd was Saulus en Saul. Zij was genaamd Saule. En hij noemde haar Mama.


En Saule, de vrouwelijke Paulus, die Mama werd genoemd, schreef de Orionse Koran.


Nu, zegt de Koran niet dat wat in de borsten zit geopenbaard zal worden ? Zij zegt dit in het boek van de Aanvallers.


En zegt de Koran niet in het boek van de Ramp dat de hel de Moeder is ? En de bergen zullen zijn als losgemaakte wol door de ramp van dit vuur.


In het paradijs waren mannen blank en vrouwen donker, als de heilige donkere moeder aarde. Deze realiteiten leven diep in de mens zelf. Zonder de donkere huid van de vrouw is er geen adem mogelijk in het paradijs.


  1. hart

  2. tong

  3. urine-buis

  4. anus

  5. longen

  6. huid


De appel in het paradijs is een beeld van het slangengif wat opwekte tot kennis. Slangengif is speeksel in het sanskrit. Dit is het heilige speeksel. Speeksel is namelijk opium. Het valse speeksel is de onheilige vis van het kwaad, de vis van eenzijdigheid. Daarom is de symbolische visjacht belangrijk. Het heilige speeksel is het ware, heilige licht wat in de duisternis ontstaat. Dit is een symbolisch, esoterisch licht.


  1. hart

  2. tong

  3. urine-buis

  4. anus

  5. longen

  6. huid

  7. speeksel


De paradijselijke appel is het beeld van het heilige, paradijselijke speeksel. Dit is het slangenzaad, een hogere vorm van zaad, als het zaad van de heilige gebondenheid.


Op de pinksterdag komt het heilige vurige speeksel, het nieuwe, paradijselijke licht, als de vrucht van het pasen, als een dieper pasen. De vis wordt gegeten.


BOANN is de Ierse rivier-godin, de godin van vruchtbaarheid. Ook is zij een oorlogsgodin. BOANN kwam tot de verboden bron van kennis, waardoor de vloed kwam, en een rivier tot de zee. Je moest eten van de vis in deze bron om kennis te ontvangen.


In het Sanskrit is het speeksel de LALA, de onderwereld. LALA is Arabisch voor nacht. De LALA wijst op Delilah.



5. T69 – Oerdoegboele – zessenzeventigste hersenen – het eten van de vis


6. T70 – Oerdoegmugge – zevenenzeventigste hersenen – Abraham die knielt voor drie boeken van de Orionse Koran in de gedaantes van amazones : Zij die doet Knielen, Zij die Twist en Zij die boete laat doen.


Het Knielen is een belangrijk boek in de Koran wat afrekent met hen die zeggen dat er geen oordeel is en geen tucht. Zij verloochenen ook de demonologie. Over hen komt er een streng oordeel van vuur zoals vermeld staat in Boek 45 van de Koran. Dit zijn hen die zijn misleid door het materiele leven. Het zijn spotters.


7. T71 – Oerdoegmug – achtenzeventigste hersenen – het heilige speeksel


8. T72 – Oerdoegmek – negenenzeventigste hersenen – de blanke huid van de paradijselijke man


9. T73 – Oerdoegmekt – achtenzeventigste hersenen – de donkere huid van de amazone


Zonder deze huid zou er dus geen paradijselijke adem zijn, en zou alles stikken. Er zou geen leven mogelijk zijn.






Hoofdstuk 31. Het Amazone Alfabet


En Samuel kwam tot de vrouw Kapernaum en tot de vrouw gezeten op een beest.

En ziet, de vrouw Kapernaum was getooid en was als de tent van de Heerin.

En Samuel deed dienst in de tabernakel.


De vrouwelijke Noach is N. Kwam Zij niet tot u met vele schepen om u te nemen tot de afgrond van Saram, wat door de Romeinen Mars genoemd wordt ?

Ziet, Zij waarschuwde u voor lange tijden, maar gij luisterde niet naar Haar.

Zo kwam Zij om uw wereld in vuur te laten vergaan.

In de dieptes van Saram gaf Zij u nieuw leven, en opende uw oren.

Volg Haar dan, en luister naar Haar stem.

Zij spreekt in vuur, het vuur dat uw wereld verbrandde.


De afgrond van Orion loopt over in de afgrond van Saram. De amazones daar hebben de visjacht als de centrale maand, en de zwijnenjacht, de varkensjacht, als tweede. Vandaar dat voor Saram en Orion deze maand al de centrale maand is waar alles om draait.


10. T74 – Oerdoegrosse – negenenzeventigste hersenen – de amazone letter G


De amazone taal, wat een paradijselijke indiaanse taal is, is een exotische taal waarin de letters veranderen zoals in het Arabisch. Het hangt er vanaf waar ze staan : aan het begin van een woord, in het midden, of aan het eind. Deze letter bevindt zich in het stuitje. De amazones zijn de paradijs-bewoners. Zij kunnen vrouwelijk of mannelijk zijn, maar zij zijn onderworpen aan de matriarchie en de amazone cultuur. De taal is erg belangrijk voor hen. Zij leven vanuit die taal, vanuit het amazone alfabet.


11. T75 – Oerdoegros – tachtigste hersenen – de amazone letter U


De vrouwelijke Kain is de Amazone letter 'U'. Zij leidde de volgelingen van Ismael tot het land Nod door de Orionse Koran. NOD betekent het land van de nomaden, van de tijdelijke tenten, ook het land van de weeklacht. Dit was dieper in het paradijs, dieper in de oorspronkelijke wildernis, dieper in de onderwereld.


Nod is de paradijselijke afgrond, waar Orion en Saram elkaar ontmoeten.


In de Saramse mythologie bracht niet Noach de zondvloed, maar Ham. Dit was de zaadlozing van Ham. De zondvloed is het oprijzen van de fallische energie door het geslacht en nageslacht van de vrouwelijke Kain, de amazone letter 'U'. Dit is het land NOD, de brug tussen Orion en Saram.







Hoofdstuk 32. De Orionse Ballingschap


In de Mythologie van Nod komt de Egyptische ballingschap voor in een andere vorm. In boek 22 van de Koran, het Gaan door de Nacht, staat dat op de dag des oordeels iedere vrouw haar zuigeling zal vergeten. In de Mythologie van Nod komt dit terug in de Amazone ballingschap. Het gaat hier niet om Mozes, maar om Abraham.


Zowel de Farao als de amazones wierpen zuigelingen van het mannelijke geslacht in de rivier, maar dit is in de oude talen slechts symbolisch. In het Egyptisch betekent HERP niet alleen verdronken worden, maar iets diep in het hart en het verstand laten zinken. De K is niet alleen de verdronkene, maar ook de juiste betekenis. Verdrinken mag dus niet letterlijk genomen worden, maar is een metafoor voor vertaling, het begrijpen. De mannelijke zuigelingen werden symbolisch 'verdronken', wat een beeld is van de opvoeding. Zij kwamen tot een diepere gewaarwording in de baarmoeder waarin zij 'verdronken.' Hiervan is Mozes een beeld, wat in de mythologie van Nod Abraham is, als de ware betekenis van de dag des oordeels.


Een stam van Amazones aan de rivier van het verdrink-offer is de Hiti. In het elfde uur van het boek der poorten zien we de godin BS in menselijke vorm zitten naast de godin Sekhmet met een leeuwenhoofd. BS is 'Zij die verdrinkt', als de verdrinkgodin. BS is de wortelwaarde van Bast, als de Surinaamse godin 'BOS', de oorlogsgodin en de slachtgodin. B-S, B-SA is in het Egyptisch ook 'de voet van kennis, gnosis'.


De AB, UB, B, wordt in de christelijke bijbel aanbeden als de Vader, terwijl dit in het Egyptisch de voet is, de Ubast, de heilige leeuwin, de oorlogsgodin van Noord-Egypte. Zij leidt tot de poel des levens. Zij verandert water in wijn. De Ubast, Bast, de B-ST, is de voet van ST, de voet van de wildernis, als de poort tot de onderwereld, een poort van grote gnosis. Ook Zij is een nachtgodin, de godin van de middernacht, het achtste uur. Zij jaagt in de duisternis. In die zin is Ubast, Bast, de ware god, godin, van de Israelieten. De Egyptenaren van Noord-Egypte waren teleurgesteld in hun oorlogsgodin Bast, omdat ze vele oorlogen hadden verloren. Daarom veranderden ze haar van een woeste leeuwin tot een kat, een gezelligheids-godin van muziek, dans en vreugde. Maar in het OT van de Bijbel zien we hoe God, BAST, UBAST, het volk vaak de oorlog deed verliezen vanwege hun zonden. Zij waren onder de wraak van de oorlogsgodin.


Een grote Amazone stam aan de rivier van scalpen is de Zukki stam. Dit is de stam van 'U', de vrouwelijke Kain. De Zukki stam leidde het volk van Ismael door de wildernissen tot het land van Nod. Ook Abraham behoordde tot het volk van Ismael. Vaak werden hen van het volk van Ismael 'verkocht' door de Hiti stam aan de Zukki stam. Dit is niet letterlijk een 'slavenhandel', maar symbolisch. De HEN-T, handel, is in het Egyptisch 'purificatie', een tocht, een rechts-systeem, de grens, een plaats in de onderwereld. Het is een meesteres, een koningin, koningin van de godinnen.

HENT is de krokodil van Seth, de Egyptische god van de wildernis en de duisternis.


Seth wijst terug op WASET, de godin van het achtste uur, Zij van de middernacht. Neith is de godin van de nacht, wat Haar andere naam is. Neith is de jachtsgodin. Zij staat beeld voor de besnijdenis en de scalpering. Neith komt van de Surinaamse godin Naat en wijst op NOD. De HENTI zijn de krokodillen-goden van de onderwereld. HENTI is ook de naam van een god met een krokodillenhoofd in de onderwereld en een naam van Osiris.


Als SHESHU is handel een vorm van Seth (Waset). Het Hebreeuwse BD, ABAD, slaaf, komt van het Egyptische ABATA, ABAD, slaaf, heiligheid, bescherming. Dit is de goddelijke restrictie. Alleen zo kon het volk van Ismael tot Nod komen. Nod is een gebied in het land Kanaan, het beloofde land.


En Ismael werd een machtig heerser in het land Nod. Koningschap is symbolisch voor iemand die de valse machten heeft overwonnen, het kwaad. Dat is een ware koning. Ook 'God' is een metafoor, van kennis en loon. Hiertoe is het evangelie gekomen, om te laten zien dat er een weg tot God is door kennis en persoonlijk loon.


God is verantwoordelijkheid. Gij moet zelf als God worden. Hierin zijn verschillende valstrikken. Er moet een rechtmatige balans zijn tussen God zoeken en God zijn. Ook moet er een rechtmatige balans zijn tussen jezelf onderwerpen aan God en God worden. Dit is het evangelie van Ismael. Zij die dit evangelie niet hebben staan schuldig aan projectie.


Er wordt in de vertalingen van de bijbel veel gehamerd op : Een mens moet God ontvangen, in de vorm van 'de Heilige Geest'. De mens moet vervuld worden met de Heilige Geest, in een persoonlijk contact met God. Verder wordt het allemaal een beetje vaag gehouden wat het nu daadwerkelijk is. En velen uit de gereformeerde kerken komen nooit zover, want zij zien de Heilige Geest als een heilsfeit, niet als iets wat je ook nog eens persoonlijk moet ontvangen. Nu, wat is dan 'de Heilige Geest' ? Ten eerste is het een beetje selectief vertaald. PNEUMA in het Grieks betekent ook 'goddelijke kennis', "bezeten van de kracht van het weten". In het Aramees, de nog diepere grondtekst, is het RUH, wat "de Heilige Nacht" betekent.


De oorspronkelijke bijbel roept dus op om tot de Heilige Nacht te gaan, te wachten op de Heilige Nacht, en de Heilige Nacht te ontvangen. Nu, dit is precies waar de Koran over gaat, en ook de Vur. In de Koran kan een ziel tot God komen door de Heilige Nacht. Die Heilige Nacht verschijnt na een tijd van alleen te zijn met God, na een tijd van alles af te leggen voor God, na een tijd van luisteren (en bidden) tot God. Dat is de kernboodschap van de Koran die telkens terugkomt.


Het leven is een nachtmerrie, en daarom is het belangrijk te komen tot de Heilige Nacht. Dit is dus zowel de boodschap van de Bijbel, als van de Koran, als van de Vur. Waarom is de nacht zo belangrijk ? In de nacht is alles rustig, is er geen afleiding door de aardse dingen, en valt het lichaam in slaap, zodat God kan overnemen, en de ziel kan brengen tot de hogere wereld. Daarom is het zo belangrijk op de Heilige Nacht te wachten en ervoor te bidden om de Heilige Nacht te ontvangen. Het is dus iets heel moois. Het is iets wat de christen en de moslim kan verbinden, en zo kunnen ze van elkaar leren en langzaam doorgroeien tot iets groters dan alleen maar hun eigen religie. Het goddelijke is veel groter dan alleen maar één religie.


De nacht in Egypte, de wortelreligie van zowel het christendom als de koran, was Neith of NT, de Moeder God van de Schepping en de Wijsheid. De mens moest in de nacht door haar lichaam heen reizen om het goede te ontmoeten, en het kwade te verslaan door het goede, om zo in de Moeder God tot wedergeboorte te komen, als het aanbreken van de dag. Dat is allemaal symboliek natuurlijk, maar dat is wat het is. Zo belangrijk is de Heilige Nacht. Van deze godin, Neith, komt het Westerse woord 'night', en in het Nederlands is dat 'nacht'.


Een vrouw in dikke, lange gewaden neemt een jongen mee aan haar hand. Zij gaan een stenen huis binnen, waar ze haar gewaden afdoet. Haar lichaam is geharnast met riemen, als een amazone. Zij leert de jongen de oorlog. De naam van de jongen is Ismael.


De oorlog is het symbool van tijd, van de afwisseling van de seizoenen.


De vrouw trekt haar gewaden weer aan, en neemt de jongen mee naar de markt. Zij gaat steeds trager en trager. Zij is de Heilige Nacht.


12. T76 – Oerdoegmoek – eenentachtigste hersenen – de Orionse ballingschap


Het volk kwam in de Orionse ballingschap wat op aarde werd geprojecteerd als de 'Egyptische ballingschap'.


13. T77 – Oerdoegboeve – tweeentachtigste hersenen – de amazone letter T


En ziet gij de geest van Nehemia, die de valse tempel bouwde en het valse lichaam van mannen en vrouwen ?

Ziet gij wat deze geest heeft gedaan ? Het is een schande!

Ziet, deze gruwel werd door de mannelijke Nehemia opgericht.

Gij geheel anders, volg de vrouwelijke Nehemia.

Ziet, Zij is de letter T van het Amazone alfabet.

Zij bracht het gebed terug en herstelde de tabernakel, de tenten en de kampen.

Ziet, Zij herstelde het lichaam.

Zij herstelt de dienst tot de Moeder.

Zij leidt tot het Heilige Land, Vuk.

Zij leert hen te bidden het gebed van de Opening, de Moeder van de Orionse Koran.

Dit is het gebed van de Zoetheid : Heerseres van de dag des oordeels, U alleen dienen en aanbidden wij, en U alleen smeken wij om hulp. Leid ons op het rechte pad, het pad van hen die U gehoorzamen, niet het pad van hen die onder Uw toorn zijn, noch van hen die dwalen.





Hoofdstuk 33. De Sinologische Sleutels Tot de Christelijke en Islamitische Apocalyptiek


Alles loopt vast in de verhalen van het Midden Oosten. Om de christelijke apocalypse en de brug tot de islam te kunnen begrijpen is het van belang om de sleutels in het verre oosten te vinden. De elementen van de apocalypse worden namelijk beschreven in de sinologie, de China kunde. China bevat de oudste geschriften van de wereld die uitleg geven over de grotere context van de elementen van de apocalypse. Zonder de Chinese mythologie loopt alles vast. China is dus een belangrijke schakel in het geheel. Zonder de sinologie kan de brug tussen het christendom en de islam niet gebouwd worden.


De I Tjing is één van de oudste orakels van de wereld. Het wordt beschouwd als de bijbel van China. In deze bijbel worden er verschillende tekens, hieroglyphen besproken in de vorm van hexagrammen, zes lijnen boven elkaar.


Het eerste hexagram is de Khn, KN, oftewel KANA.

De onderste lijn is de draak die verborgen ligt in de diepte. Er is geen activiteit. De draak slaapt. Dit betekent dat de draak, als een beeld van de fallus die in slappe toestand is, in de moederschoot, in de paradijselijke verlamming, in de leegte, als een begin situatie waar alles uit voortkomt en alles naar terugkeert.


De tweede lijn is de draak die tot het veld komt om zo het grote te ontmoeten. Dit komt ook weer terug in de christelijke apocalypse : Het beest komt opzetten voor de jacht, de fallus ontwaakt, rijst op, om zo bereden te worden door de grote moeder, de vrouw op het beest, Bilha. De man wordt zo onderworpen aan de godin, zodat de godin hem zal leiden.


In de derde lijn wordt de man actief, krijgt opdrachten, wordt in de strijd ingezet om het kwaad te overwinnen, om superieur te zijn door de godin, maar met grote voorzichtigheid en heilige vreze. De man is namelijk omringd met grote gevaren. Hij moet tot kennis en begrip komen. De man is bezadeld met grote paniek, als een alarm. De man is rusteloos geworden, maar er zal geen fout gemaakt worden, want de man is gebonden aan de godin.


In de vierde lijn vliegt de draak, als het beeld van de naakte, oorlogsvoerende stam, maar nog steeds in de afgrond. Er worden hierin geen fouten gemaakt.


In de vijfde lijn komt de draak daadwerkelijk uit de afgrond en vliegt in de hemelen om het grote dieper te ontmoeten, de grote moeder.


In de bovenste lijn, de zesde, wordt de draak arrogant, en overtreed de wet, verbreekt grenzen. De draak wordt rebels tegen het valse gezag, en komt hierdoor in de problem. De draak moet weer rust nemen, terugkeren tot de leegte. De fallus moet weer verslappen. Het werk is gedaan. De draak wordt teruggeroepen door de moeder.


De eerste drie lijnen, het eerste trigram, is het binnenste, en het laatste trigram is het buitenste. Dit hexagram is de hieroglyph van draken die rondzwermen zonder hoofden, als een beeld van de besnijdenis. Dit gebeurde door de heerseres van de draken. Wanneer dit gebeurt is het een teken van geluk. Deze hieroglyph wordt ook de grote negen genoemd.


Het tweede hexagram is de KAWAN. Hier zien we een paard. Het paard kan niet op eigen initiatief handelen, anders gaat alles verkeerd, maar moet zijn heerseres vinden, zijn heerin. Het is duidelijk dat de vorige hexagram in een paard is veranderd, zoals ook in de apocalypse. Het paard staat voor de brug in de apocalypse van de gnosis. In de I Tjing gaat het over het verliezen van vrienden in een bepaald gebied, en nieuwe vrienden te krijgen in een nieuw gebied. Het paard moet leren volgen en volhouden. Het paard kan niet op zichzelf staan. Deze hexagram is de grote zes, zes zessen.


In de eerste zes, de eerste lijn, zien we het heilige ijs waartoe genaderd wordt. Dit begint met vorst wat een teken is dat vast ijs dichtbij is.


In de tweede zes zien we strakheid en strengheid. Niets is om te herhalen. Er wordt voor altijd een steen gelegd, en dan de volgende steen. Niets wordt overdreven. Het komt maar één keer en dan nooit meer, zoals ook in de Vur wordt beschreven. Zou het voor een tweede keer gebeuren dan zou alles instorten. De herinnering is genoeg. Zo kunnen we dingen ook weer loslaten en er een beter en dieper zicht op krijgen wanneer de tijd daar is.


De derde zes is alles weer loslaten om het terug te geven aan de heerseres, de heerin. Wij mogen niets vasthouden voor onszelf. Alles wordt we wanhopig vasthouden zal ons verbranden en verwoesten.


De vierde zes is een vastgebonden zak. Er mag niet geprezen worden en ook niet beschuldigd. Dit is een beeld van de heilige gebondenheid dat er geen godsdienst mag worden beoefend vanuit traditie, gewoonte of willekeur. De vierde zes is een teken van grote overgave en offering, van leegte en gebondenheid. Dit is een teken dat het grote ijs heeft toegeslagen.


De vijfde zes is de gele rok die superieure voorspoed brengt. Over de gele rok staat er in de Var-boeken van de gnosis :


“Elke dag bracht ik een lange tijd door in de arena. Hier werd ik voornamelijk opgevoed. Hier moest ik geoefend worden en sterk. Er was geen medelijden in de arena, zoals er geen medelijden was waar dan ook op de planeet Var. Hier werden de gevangenen en slaven getest. Hier werden ook de rangen en kasten bepaald en verdedigd. Een verliezer kon maar zo zijn rang of kaste verliezen. Dit hielp ons om alert te blijven, altijd op onze hoede. Vol trots waren zij die een bepaald item hadden gewonnen. Een rok vervaardigd met metalen kralen was vaak wat de hogere rangen droegen. Bereikten ze de status van de rok met gele kralen, dan gingen ze soms over naar een grote fokkerij in Karo genaamd Seva. Deze fokkerij lag diep in de woestijn, en was als een grote stad. Hier werd volop gehandeld in vee en slaven. De kaste van de gele rok was de kaste van de fokkers.


Van jongs af aan werd het jongens geleerd slavenjagers te zijn. De kaste van de slavenjagers was de naakte kaste. Zij waren dikwijls naakt. Zo konden de jongens door kraaltjes en veren te verdienen tot hogere rangen komen binnen deze kaste. De kaste van de slaven-inspectie was een hogere kaste. Slaven-inspecteurs hadden vaak rokken van metalen kralen. Deze kaste was dan ook genaamd de kaste van de metalen rok. Daarboven was de kaste van de gele rok, van de fokkers.”


De gele rok staat voor de kaste van de fokkers.


De zesde zes is het grote drakengevecht, de strijd der fallussen.


De KAWAN moet weer terugkeren tot de KANA. Het paard moet dus weer veranderen in een draak, een fallus, om zo dieper onderworpen te worden aan de grote moeder. Er is dus een heilige verbinding tussen deze twee hexagrammen. De ruiters op het paard komen maar één keer, om de aarde te verderven, opdat het contact met de hemel wordt hersteld. Deze ruiters zijn dus al geweest in de geschiedenis. En daar kan niemand meer iets aan veranderen. Alles is al bezegeld. Het is het lot dat niemand meer kan omkeren.


De KAWAN-hieroglyph is het hexagram van gevoeligheid.


In de derde hexagram zien we weer de KN, als de tweede KANA. Dit is de hieroglyph van de opvoeding en de groei.

De eerste lijn is de moeilijkheden die nodig zijn voor de groei en de correcte opvoeding. Zonder de moeilijkheden is er geen groei en loopt alles vast. De moeilijkheden zijn ervoor om helpers, hulp-moeders, aan te stellen over het kind, voor grotere leiding. Zonder deze moeilijkheden zou een kind dus aan zijn lot zijn overgelaten.


In de tweede lijn zien we alle paarden terugkeren. Ze worden gescheiden van hun wagens. De paarden trekken zich terug en doen niets meer voor de man. De man zoekt toenadering tot een vrouw, maar zij verwerpt hem, en is hierin volhardend en stevig. Pas na tien jaar zal ze toegeven en kinderen baren. De man moet dus eerst de tien horens van het beest overwinnen voordat hij haar aandacht heeft getrokken. Er moeten dus grote offers gebracht worden in deze apocalyptische context.


De derde lijn : Een man die naar de wildernis gaat om te jagen zonder de heerseres, zonder de heerin, zal in de wildernis verdwalen. De wijze, superieure man zal dus stoppen met jagen als de heerin er niet bij is en zich terugtrekken van de jacht. Zij die desondanks dan toch doorgaan met de jacht zullen volgens dit hexagram vernederd worden.


De vierde lijn : De paarden van de vrouw trekken zich terug, waardoor de vrouw zich in moeilijkheden bevindt. Eindelijk benadert zij de man die zij verwierp.


De vijfde lijn : De man is in moeilijkheden om het van hem verwachte te volbrengen. Klein volhoudingsvermogen zal hem doen slagen, maar groot volhoudingsvermogen zou hem ten gronde richten. Hier zien we het belang van balans, van het leren leven met het kleine en het mindere. Zij die het grote grijpen zullen erdoor verbranden. De nefilim-man en zijn aanhangers zijn verdoemd. Kijk de man op aarde protsen met zijn opgeblazenheid. Deze man is verdoemd, en zijn val is al vastgelegd in de tijd. Het is al gebeurt in de geschiedenis, en hiertoe zal de mens ontwaken. Alles is al gebeurt. De mens slaapt slechts.


De zesde lijn : paard en wagen worden gescheiden. Er is bloed en tranen. Een groot teken van oordeel.



Hoofdstuk 34. De Sinologie – De Brug Tussen Het Christendom en de Islam


Beschouw alles wat je op aarde meemaakt als heilige visioenen geschonken door de Godin.


Het vierde hexagram is de MNG, wat een anagram is van GNM, de GAN-MA oftewel de wet (MA, Egyptisch) van de wildernis (GAN, Aramees). Deze hexagram maakt duidelijk dat overmatig straffen, oordelen en geweld is niet goed. Het stopt namelijk alle groei. De hexagram roept op om terug te keren tot de heilige jeugdige dwaasheid, het jeugdige spel. Ook waarschuwt de hexagram om niet mee te gaan met vrouwen die alleen maar uit zijn op weelde. Er gaat een groot oordeel komen over de valse vrouw. Alleen de jeugdige dwaasheid kan de valse vrouw overwinnen.


De vijfde hexagram is het Wachten. Hier zien we dat de wachtende op het zand staat om geteisterd te worden door roddel. In de christelijke apocalypse staat de draak, de fallus, op het zand.


Zand is HL, HAL, HALA, HEL in het Aramees, wat ook 'sieraden' en 'stof' betekent, 'dust', wat APHAR is in het Hebreeuws. De draak, de bewaker van de URIM, stond op het zand van de Cocytus, de klaagrivier (Vgl. Iyowb 21 : 33 in de Vulgata).


Juist door het geroddel wordt alles tot een goed einde gebracht. Verderop in de hexagram staat de wachtende op de modder, waarmee het paradijselijke lichaam is ingesmeerd als camouflage voor de jacht en de oorlog. Hierdoor wordt de vijand en de verwonding aangetrokken. Zo komt de wachtende dan uiteindelijk te staan op het bloed. Maar hierdoor zal er nieuwe geboorte zijn en komt de wachtende uit de afgrond. Daarna zien we de wachtende wachten op het voedsel, oftewel in een honger-situatie. Hierin moet de wachtende volhoudingsvermogen ontwikkelen, maar zoals we al zagen mag het volhouden niet teveel plaatsvinden, maar met mate. De wachtende moet namelijk in de honger aan zichzelf sterven. In de zesde, laatste lijn van het hexagram, de bovenste, verliest de wachtende het, en valt de wachtende in de afgrond, maar dit is om drie hulp-moeders te ontmoeten. De wachtende moet hen dienen en “aanbidden”.


De zesde hexagram is de SNG, het anagram van GNS, oftewel GAN-SA, de kennis (SA, Egyptisch) van de wildernis (GAN, Aramees). Dit is het hexagram van conflict. Iedereen die op de tocht door de onderwereld, door de grotere wereld, door dit hexagram gaat krijgt hier te maken met oppositie en belemmering, met grote restrictie. Hier raak je vast. Hier moet de initiaat voorzichtigheid leren. Er is een pad, maar het vereist inspanning. De initiaat moet niet zomaar rivieren oversteken, maar de grote moeder ontmoeten. Je moet hier het einde dus loslaten, en niet het hele pad gaan. Je moet halverwege stoppen en niet je zin of wil doordrijven. Je moet jezelf een halt toeroepen. Je moet het begin overdenken. Deze hexagram roept dus op om terug te keren tot de eerste hexagram, de KANA. De zesde hexagram is de SA van de KANA, de KANA-SA (GAN-SA), als de kennis van de KANA, terwijl de vierde de wet van de KANA is, de KANA-MA.


In de zesde hexagram van het conflict is er scheiding die roddel veroorzaakt en verwonding brengt tot de initiaat. Dit is de kennis van de wildernis. De tweede lijn zorgt ervoor dat men ophoudt met het gevecht en terugkeert naar huis. Dit is voor bescherming. Hier zijn driehonderd families of huishoudingen, driehonderd tenten of tent-gebieden, kampen. Hier wordt de geest van valse schuld gebroken.


De initiaat kan het gevecht niet aan, en onderwerpt zich uiteindelijk aan het noodlot. De initiaat trekt zich terug van alle gevechten die gaande zijn. Hij verandert hierdoor. Wanneer hij een leren riem omdoet dan wordt het zo weer van hem afgenomen (drie keer in de morgen). Het volhoudingsvermogen wordt uiteindelijk gebroken. Alle beloningen worden uiteindelijk weer weggenomen, en eindigen in grote vernedering.


De zevende hexagram is het leger. De superieure man moet het leger bouwen en goed ordenen. De heerseres zal het drievoudig decoreren, verfijnen. In de vierde lijn trekt het leger zich terug. De vijfde lijn is de jacht in het veld, in het algemeen of de vogeljacht, kippenjacht. Maar door het volhoudingsvermogen zal het uiteindelijk mislukken. Het volhoudingsvermogen moet namelijk gebroken worden. In de zesde lijn moet de grote moeder het leger leiden, en moet het leger gezuiverd worden. Onwaardige mannen mogen niet ingezet worden.


Als de man tot de volheid van zijn kracht komt moet hij gebroken worden. Hij moet niet denken dat zijn overwinningen hem groot maken. De overwinningen zijn er om hem te strikken. Hij moet halverwege stoppen, nooit tot het einde gaan. Het einde is groot bedrog. Hij moet terug naar het begin. Hij moet teruggaan tot de kinderlijke dwaasheid, het vierde hexagram, de KANA-MA.


1.KANA – De Schepper/ Schepping

2.KAWAN – De Gevoeligheid

3.TWEEDE KANA – De Opvoeding

4.KANA-MA – De Kinderlijke Dwaasheid

5.KANA-SA – Het Wachten

6.Het Conflict

7.Het Leger


Elk leger zal door deze initiatie heenmoeten, zodat al het valse wordt weggekapt en de kern wordt gebroken, om zo te komen tot de kinderlijke dwaasheid. Het ware leger komt voort vanuit de schoot van de grote moeder, en is geheel onder Haar aangesteld, volledig aan haar onderworpen.


Halverwege wordt alles afgebroken. Het einde zal nooit behaald worden. Er zijn namelijk “missing links”. Het moet terug naar het begin en dan moet er een andere richting opgeslagen worden, een ander pad. Dat is wat de I-Tjing leert, om ons te beschermen tegen het loerende kwaad, de valse misleiders, de protsers, de posers, de trotsen. Er gaat een zwaar oordeel komen over de mannelijke nefilim, en ook over de vrouwen die deze nefilim groothouden. Zij hebben de moeder en het kind omgebracht, en hebben hen bespot. Het zijn clownse kannibalen.


Het leven is niet de bedoeling om een leger te bouwen en te overwinnen om overal de grote, stoere held uit te hangen. Neen, het leger wordt gebouwd voor de verbreking, opdat het verborgene kan voortkomen. Dit is ook de boodschap van het christendom, de boodschap van het kruis. Dit is en blijft een belangrijke boodschap. In de I-Tjing krijgt dit diepte. China is verloochend en totaal gedemoniseerd door het christendom, zodat het christendom zijn superman kon bouwen. De moederverering werd door het christendom overal uitgedoofd, en zo stierf het kind. Waar het christendom niet kon overwinnen overwon de islam, maar China is altijd autonoom gebleven, en de moeder-verering bleef daar bewaard. De sleutel ligt in het verre oosten. Wel zal er een grote reformatie moeten komen in de sinologie. De brug moet gebouwd worden.



Hoofdstuk 35. De Terugkeer tot de Moeder Anus



De achtste hexagram is PI, de Eenheid. Maar die eenheid moet ge-reorganiseerd worden, en dit gaat door scheiding. PI is ook het amazone woord voor de civilisatie, het koninkrijk, de sociale code (sociologie). Dit is een belangrijke hexagram. Ergens te laat komen geeft problemen.


In de eerste lijn zoekt de geinitieerde contact met iets of iemand. Door eerlijkheid zal dit slagen.


In de tweede lijn gaan er dingen mis met de contacten, maar dat moet de geinitieerde aanzetten om de dingen van binnen te zoeken, de contacten met de hogere wereld. Hiertoe is alle scheiding ingezet.


In de derde lijn zoekt de geinitieerde contact met degenen waar geen contact mee gezocht moet worden.


In de vierde lijn wordt de geinitieerde gedwongen contact te zoeken met zijn hogere zelf, zijn ware identiteit.


In de vijfde lijn zien we de heerser alleen maar jagen in drie richtingen, maar niet de voorste. Alles wat voor hem is kan dus ontsnappen.


In de zesde lijn zien we dat er geen heerseres wordt gevonden die alles bij elkaar houdt. We zien hier de geinitieerde naar contact zoeken, terwijl hij de eerste stap aan zijn laars lapt. Het zal niet slagen. Dit gaat over 'de verstoting door de amazones'. De geinitieerde moet eerst terug naar het begin.


In de negende hexagram, in de eerste lijn, moet de geinitieerde terugkeren tot het pad.


In de tweede lijn zien we dat ook het pad hem tegemoet komt en meeneemt.


Verder in dit hexagram zien we de scheiding tussen man en vrouw. Het volhoudingsvermogen van de man is te gevaarlijk voor de vrouw. Het moet gebroken worden. De man moet terugkeren tot de baarmoeder. De kar (jachtwagen, strijdwagen) die ze samen bereden is ook gebroken. Als de superieure man niet gebroken is zal alles instorten.


Dit is de derde lijn, die langzaam zijn macht moet overgeven aan de vierde lijn, die gebondenheid brengt en het temmen, wat ook de naam is van dit hexagram. De vierde lijn is het terugdringen van het overmatige bloedvergiet en het moorden. Ook is dit een rechtstreekse aanval op het kannibalisme, de valse demonologie van overmoed, overgeweld.


De vijfde lijn is de lijn van slavernij en het winnen van slaven. De heerseres breidt haar gebied uit.


De zesde lijn is het einde van de superieure man. De superieure man is niet teruggegaan tot de kinderlijke dwaasheid, maar heeft zijn middelen tot voorwerp van verering gemaakt en is hierdoor trots geworden. Nu is het tijd voor de superieure man om tot de stilte te gaan, tot de vergetelheid, waarin hij voor eeuwig zal wegzinken.


De naam van deze hexagram is SA IKU. In de Henochiaanse mythologie van Europa in de elfde afgrond is de grote eeuwigheid, het samenspel tussen eeuwigheid en tijd. De naam van deze afgrond is IKH, IKU, een groot fetish van de Amazones. In de Afrikaanse mythologie is Iku, de godin van de dood, de enige die Eshu (De Jezus trickster) kan verslaan. Iku is ook een naam van God in de Amazone Theologie, naast een belangrijk fetish. SA IKU is de kennis (Egyptisch) van IKU, God, Godin.



14. T78 – Oerdoegboet – drieentachtigste hersenen – PI


Dit is de sociale code van de amazones die dus ook voorkomt in de I-Tjing als de achtste hexagram.


15. T79 – Oerdoegboete – vierentachtigste hersenen – de JANA IKU of the JANI IKU


De JANA en de JANI zijn de amazone urim en de thummim. Deze hieroglyph is de SA IKU in de I-Tjing, oftewel het negende hexagram. Deze hieroglyph wordt ook wel de nekverlenger genoemd. Mannen krijgen zo op elkaar gelegde halssnoeren om die hun nekken verlengen, zodat ze los komen van nefilimgeesten, de kortnekken.


We zijn zo aan het einde van de zesde parweek van de visjacht gekomen, en naderen zo naar het einde van de eerste helft van de maand van de visjacht.



PAR week 7
hieroglyph : initiaat die terugkeert tot de moeder anus


Deze week is belangrijk. De moeder anus werd compleet vervangen door de vader anus, en toen begonnen alle problemen.


1. T80 – Oerdoegboem – vijventachtigste hersenen – de moeder anus


De pijnappelklier is de klier van het slaap en waak ritme in de hersenen, en wordt ook wel het derde oog genoemd in de New Age en de illuminati. De pijnappelklier is het geheim van de valse illuminati schepping buiten het paradijs, de schepping van de nefilim cultuur. De pijnappelklier staat voor de anus van de vader, en demonen worden uitgezonden om de mens door de pijnappelklier te onderwerpen aan dit systeem, om hen te zalven met de ontlasting van de vader, en hen te dwingen de ontlasting van de vader te eten. Als deze anus is bedwongen door de paradijselijke longen, de nieuwe adem, dan moet men terugkeren tot de moeder anus die was verwijderd uit de hersenen en waarvoor de pijnappelklier, de anus van de vader, in plaats kwam. Oorspronkelijk was daar dus de moeder anus waarvanuit de mens leefde. Het hele lichaam raakte corrupt toen de moeder anus werd verwijderd uit de hersenen van de mens door zware buitenaardse demonen.


De anus en het hele spijsverteringskanaal en de ontlasting is demonisch en corrupt. Oorspronkelijk was de anus, naast de vagina, een geboorte-kanaal, en kinderen werden gevoed door de moeder anus. De ontlasting was gewoon voedzaam, en er waren hele andere ideeen over de ontlasting. De samenstelling van de ontlasting was ook anders. Het tegenwoordige lichaam kan hiervoor nu niet gebruikt worden. Het materiele lichaam is corrupt, en materialisme, dingen in het letterlijke bedrijven, is vragen om problemen. In de symboliek is de anus belangrijk. De kinderen van de amazone moeder, de heerin, werden gezalfd met haar ontlasting, de heilige paradijselijke grond. Dit was tegelijkertijd hun camouflage in de jacht, naast hun bescherming. De mensheid weet hier niets van, en heeft de ontlasting totaal gedemoniseerd, maar vergeet hierbij de belangrijke symboliek. In het Sanskrit is die symboliek nog deels bewaard gebleven. De mens moet loskomen van de anus en ontlasting van de vader god demoon die de mens gevangen houdt en tot slaaf. De ontlasting van de vader god demoon komt in de vorm van bijvoorbeeld katten-ontlasting en honden-ontlasting die de niets doorhebbende mens moet eten. Hierdoor wordt de mens gebonden, tot slaaf gemaakt en afgeleid van de waarheid, weggeleid van de moeder. De mens eet de ontlasting van de buitenaardse territoriale machten die deze planeet hebben ingenomen. Alleen de moeder anus kan nog redden. De mens is nu noodgedwongen om allerlei voedsel te eten wat niet zoveel waarde heeft als de voeding van de moeder borst en de moeder anus.


Dit laat ook zien wat Christus betekent als “de gezalfde van de afgrond” in de grondtekst, wat de gezalfde van de vader anus voorstelt. Hij is in diepe problemen. Daarom moet er teruggekeerd worden tot de moeder anus, tot deze belangrijke amazone hieroglyph.


2. T81 – Oerdoegmus – zessentachtigste hersenen – jongen die de anus van een amazone schoonlikt


Het Amerikaanse stopwoord 'shit' komt van het amazone woord 'shitta', wat een reinigings-ritueel is. De shitta-jongens zijn een vorm van amazone-slaven die de anus van de amazone moet schoonlikken na het ontlasten. Dit is zwaar metaforisch en komt terug in de esoterie van Ezechiel waarin hij zijn voedsel moet klaarmaken op ontlasting, als een beeld van de komende Amazone ballingschap van het volk. Het is het beeld van de terugkeer tot de moeder anus. Ook werd hij hiertoe met touwen gebonden voor driehonderd negentig en veertig dagen.


In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, als een beeld van het terugkeren tot de shitta, het amazone reinigings-ritueel. De moeder anus is in het Sanskrit de vrucht van het paradijs.


De vrucht in het paradijs is een groot mysterie, als een voortplantings-orgaan die een geheime plaats bewaakt. Dit is de UPA-STHA in het Sanskrit, “staan op”, “dichtbij”. De anus is in het Sanskrit het binnenste centrum, als een oerstam, ook als de oogst, het diepere loon, de karma (kra-ma, de offerwet van de gnosis). Het is de opslagplaats van de gnosis. De anus houdt zich verborgen, maar kan zich plotseling manifesteren, als een grote ontmaskering in het Sanskrit. De schildpad is hiervan een symbool, GUHYA, KUJA.


In het sanskrit is de anus de weg van de goden, het proces van de adoptie, van de inname, het geaccepteerd worden tot een samenleving, door dwang of vrijwillig. GRHYA, KRA-YA. Ook zijn het ceremonies van gecultiveerde affaires (geboorte, huwelijk, etc.). Het is geen vrijheid, maar afhankelijkheid aan de sociale code van een stam. De anus is het symbool van de stamwet.


Ook is de anus als de CYUTI de verbanning, de val van een goddelijk bestaan, en het afstand doen van geaccepteerde normen en waarden, van de gevestigde instituten, zoals de val in het paradijs dit voorstelde, door het eten van de verboden vrucht. De CYUTI is ook de symbolische dood.


Als MARGA is de anus het pad van de jacht, het traceren van prooi, de weg van een wild beest. Deze vorm van de anus in het sanskrit is ook een merkteken en een titel of hoofd, heerser, in de wet. Ook deze vorm is een stelsel van gewoontes en tradities, en heeft ook een aankondigend karakter.




Hoofdstuk 36. Het Grote Soennitische Mysterie


De tiende hexagram is die van het betreden. Hierin leert de hoogwaardige man het hoge van het lage te onderscheiden, wat leidt tot heilige, vertikale discriminatie. Standvastigheid brengt gevaar. Voorzichtigheid is veel belangrijker. Dit is de hexagram van de Vreze van de Heerin. In de derde lijn komt de man tot vreze en beven, zoals Adam kwam tot de riem van vreze en gebondenheid in de grondteksten van het paradijs. Hierdoor werd hij hard gemaakt om de wapenrusting te ontvangen. Dit gebeurde juist door de afzondering, waardoor er beter overzicht ontstaat en inzicht in de hierarchieen. Deze hexagram is observerend in de heilige vreze. Het is de strijd tegen een tijger. De heilige gebondenheid van Adam is in de worteltekst de heilige vreze. Er is geen heilige gebondenheid zonder de heilige vreze. Of het doel van I-Tjing bereikt wordt hangt af van iemands relatie met de tiende hieroglyph van de I-Tjing, de Heilige Vreze. Hierbij staat of valt alles. Als men hier vastraakt is alles verloren. De tijger moet overwonnen en getemd worden. Ook is de derde lijn de goddelijke verlamdheid, als de heilige slaap. De zesde lijn is de terugblik, aan het einde van het betreden, de herinnering. Dit is om te toetsen en om tot dieper inzicht en overzicht te komen, tot diepere verbindingen, om grotere verbanden te zien.


Ook de achtentwintigste hieroglyph van de I tjing is belangrijk, namelijk het overwicht van het grote, van de grote moeder. De vrouwelijke gewichtigheid is in de amazone taal 'Beloch'. Beloch is ook de matriarch die Orion veroverd heeft. Zij troont in Belim. (De Bilha, Belim :18). Door deze gewichtigheid zien we in de eerste lijn dat de dragende krachten de gewichtigheid van de grote moeder niet kunnen dragen. De mannen zijn als wit riet onder Haar. Het zwakke is onder. Allereerst leidt dit tot verbrokenheid, het instorten, het verplet worden. De man probeert door geweld dingen op te lossen, maar het leidt hem nergens. Hij is agressief, maar hij kan geen ijzer met handen breken. Hij moet in zwakheid en zachtheid tot inzicht komen, tot de kern.


In het Chinees wordt dit 'Soen' genoemd, de heilige zwakheid. Dit komt terug in het Engels als 'Son', Nederlands : Zoon, als de weg van het kruis, de heilige zwakheid leidende tot ware sterkte en overwinning, namelijk 'inzicht'. De ware sterkte is dus de wijsheid door de heilige zwakheid, die een alertheid is en een gevoeligheid. Dit is ook wat het woord 'sterkte' betekent in de oude talen. Het is een heel diep, poetisch woord.


De SN komt in de islam terug als de SOENNA, de traditie, en de soennieten, de grootste stroming binnen de islam. Zij zijn de volgelingen van Aboe Bakr, die zij zien als de eerste kalief (opvolger van Mohammed). Aboe BAKR wijst op BAKROE, de Surinaamse oorlogsgodin. In de Bilha had Izaak een gevecht met haar in de onderwereld. Zij was de eerste die hij tegenkwam in de grot genaamd 'De Moederschoot', waar hij door Temet naartoe was geleid. Dit stond aan het begin van een tocht door de onderwereld. (Izaak en Temet :2-4). Dit leidde hem uiteindelijk tot de vrouwelijke Salomo, Salome, als een beeld van het behalen van wijsheid. Aan Aboe Bakr (Bakroe) was de esoterische leer van de islam gegeven die door hem werd doorgegeven.


Ook in Suriname waren er schandalen die ervoor zorgden dat de Moeder godin in discrediet werd gebracht. Zij werd onder invloed van de stad meer en meer bestempeld als een kwelgeest, een duivel, en als kwelkabouters, de bakroes, plaaggeesten. Zij was oorspronkelijk een godin wiens tucht zij niet wilden. Suriname zit vol van anti-tucht geesten en valse tucht. Zij wilden de oorlogsgodin afsluieren, met name in het stadsdeel, terwijl indiaanse stammen haar nog gewoon vereerden als godin, zoals ook in Afrika. BURUKU is de Afrikaans-Ghanese godin van de schepping en van de maan. BUK is een Sudanese riviergodin en godin van de vissenjacht, zij wordt ook wel de luipaarden-godin genoemd en het luipaard van de nacht. Zij is de bron van het leven. Ook heeft zij het luipaard overwonnen.


Onder deze druk leert de man voorzichtigheid in de eerste lijn. In de tweede lijn wordt de man onder een jonge vrouw gesteld. Zowel de moeder als de dochter heersen over de man.


De man is afgezonderd en breekt weer onder het overwicht van de dochter. De man heeft zo een dubbele wond.


In de vijfde lijn wordt de man onder een andere vrouw gesteld die ouder is dan hem, de vriendin of een contact van de moeder. In de zesde lijn wordt de man verdronken, wat in de Bilha een beeld is van het komen tot inzicht. Ook is dit een beeld van de opvoeding (De Hiti :3-6).







Hoofdstuk 37. De Afgrond


De negentiende hieroglyph van de I-Tjing is de Toenadering, de L-N, ILA ANA, wat in de Amazone taal betekent : 'de Wil van de Heerin'. ANA betekent namelijk 'willen'. Deze hieroglyph is het groot groeien, waardoor er toenadering komt tot de grote amazone en moeder, maar in deze hieroglyph, in de achtste maand, zal het instorten. Zo zal degene die groter is geworden, gegroeid is, niet tot een monopolistische status komen. De moeder moet hem breken, zodat hij zijn krachten eerlijk verdeeld, en zodat hij alles aan Haar overgeeft. Zo zal het ook veilig zijn om hem langzaamaan terug te brengen tot de gemeenschap met anderen. Iemand die vol is met deze hieroglyph wil de Wil van de Heerin doen, zoals de amazone betekenis van het woord laat zien. Hij aanvaardt ook de tucht wat dit met zich meebrengt. De Moeder is een innerlijke dynamiek die niet teveel buiten het zelf gezocht mag worden. Vandaar dat de opgegroeide opnieuw gebroken moet worden en doorboort opdat de nadruk niet op de buitenwereld wordt gelegd. Degene die toenadert is dan ook naar binnen gericht. Telkens weer zal Zij hem breken om balans te brengen.


De negenentwintigste hieroglyph is de afgrond. Elk mens zal hier eens invallen. De afgrond is de val naar binnen. Hier zal de mens afbreken aan zichzelf, omringd door vele gevaren. In het ravijn zijn veel gevaren in de vorm van sterke stromingen. Hier leert de mens voorzichtigheid als hij helemaal is omringd en ingesloten door de sterke stromingen. Hij kan niet vooruit en niet achteruit. Elke stap kan fataal zijn. In de afgrond wordt de mens tot een eeuwige gevangene van de baarmoeder, als een beeld van de heilige gebondenheid, tenzij de mens gewoon maar roekeloos overal inspringt. Zonder de heilige vreze, voorzichtigheid en discipline komt de mens niet in de heilige gebondenheid, en wordt dan gewoon door de baarmoeder opgeslokt. Het is dus kiezen tussen de heilige gebondenheid en de eeuwige slaap die tot vergetelheid en algehele vernietiging leidt. In de afgrond komt de fallus tot een hogere vochtigheids-graad, vooral de top van de fallus. Ook zal de energie verhouding in de benen en billen sterker zijn dan in het bovenlichaam. De man die deze hieroglyph niet kent zal roekeloos zijn energie door zijn bovenlichaam laten stromen om zo te gaan lopen pronken. Wee het gebeente van de vrouw die hierop positief reageert.


De naam van deze hieroglyph is KN, als de derde KANA.







Hoofdstuk 38. Het Grote Cryptische Geheimenis van de Soennieten en de Shiieten


De eenenvijftigste hexagram is de Donder, als een beeld van de heilige vreze. In de eerste lijn vreest en beeft de initiaat, terwijl hij dan in de tweede lijn onderzoek doet in zichzelf. In de derde lijn doet hij dingen die hij niet kan stoppen, wat de eigenlijke heilige gebondenheid is. Hij raakt buiten zichzelf. In de vierde wordt hij tot de modder geleid, de aarde, de wildernis. In de vijfde lijn leidt de donder hem tot het binnenste, waardoor hij veel verliest, maar ook veel wint. In de zesde lijn moet hij discipline leren, zich ten bloedens toe tegen alles verzetten om alles te testen. Hij moet zich koste wat het koste proberen stil te houden, waar deze hieroglyph dan ook in overloopt, in het tweeenvijftigste hexagram : het stilhouden, de berg. De tweeenvijftigste hexagram is de vijfde KN, KANA, want de zevenenveertigste hexagram is de vierde KN. De tweeenvijftigste hexagram is het overgangsgebied tussen dood en geboorte.


Soms moeten er risico's genomen worden.


De drieentwintigste hexagram is de hexagram van de scheiding en de instorting. We zien hier de JN, de vrouwelijke energie (Vgl. JANA en JANI, de Urim en de Thummim van de Amazones), die de mannelijke energie breekt. Dit is de amazone overweldiging. Dit is nodig om het mannelijke tot wedergeboorte te brengen. In de vierentwintigste hexagram is het mannelijke gezuiverd en onder de amazone overweldiging gesteld, en kan zo het valse vrouwelijke verbreken. Zo komt er weer evenwicht en harmonie. Het vierentwintigste hexagram is de Terugkeer. Hier is de man dus teruggekeerd tot de moederschoot en groeit op onder de hoede en tucht van de moeder om het valse vrouwelijke te overwinnen.


De zessenvijftigste hexagram is de nomadische jager. Dit is als het vuur op de berg, de tegenstelling tussen vastheid en het loslaten. Het vuur kan nergens lang blijven, maar is altijd in beweging, laat alles los, om zo te transformeren. De pijlen die de nomadische jager door zijn prooi jaagt gaan eerst door hemzelf, en het oordeel duurt nooit te lang, want ook het oordeel moet hij weer loslaten en verder trekken. De straf mag nooit te lang duren. Er is dus een grote spanning en wisselwerking tussen eeuwigheid, de berg, en tijdelijkheid, het vuur.


De eenenveertigste hexagram is de SOEN, de vermindering, als de Ramadan in de Chinese mythologie, het vasten, de ascese, het binnengaan van de leegte. De SOEN komt van een amazone stam de Zuni, en komt ook weer terug in de islam als de Soenni, de machtigste beweging binnen de islam die Aboe Bakr volgen, als een cryptisch beeld van Bakroe, de Surinaams-Afrikaanse oorlogsgodin van de indianen. De Filistijnen ontwikkelden zich tot de Soenni Islam. Zij aanbaden de godin Delilah, wat in wezen dus Bakroe was. Dit is ook waar Bakroe oorspronkelijk vandaan kwam, van de Zoenni, Zoeni-amazones. Vanwege deze cryptische kracht is het christendom gefixeerd op de ZOON, SN.

Deze hexagram heeft als hieroglyph een berg aan een moeras.


Het beest van de zee is in het Aramees ook 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. PEHU is verbonden aan PEHUI, de billen, de dijen, en de borsten van de duisternis. In het Egyptisch is het eerste beest dus 'het beest van de billen'. Het beest zelf is in de oude bijbelse talen de vermindering, de leegte, als de afgrond van de billen, de anus, waardoor wedergeboorte komt. 'De vrouw op het beest' is dus niets anders dan een symbool voor de amazone en haar anus, als een dreiging. De billen van de amazone hebben te maken met oordeel, met de jacht en de slacht, wat leidt tot wedergeboorte door haar donkere anus. Hiertoe zijn de shitta-jongens belangrijk, die de heilige amazone anus dienen. De shiieten, sjiieten, zijn hiervan een cryptisch beeld, de twee na grootste stroming binnen de islam.


In het Sanskrit, in de mythologie van India, komt dit terug in de bevrijding van SITA, als een beeld van het terugkeren tot de shitta, het amazone reinigings-ritueel. De moeder anus is in het Sanskrit de vrucht van het paradijs. Dit betekent dat Adam een shitta jongen was. De shitta jongen moest komen tot de Zuni stam om haar anus te dienen. Eva is een beeld van de Zuni stam.


In het Sanskrit is de anus als de CYUTI de verbanning, de val van een goddelijk bestaan, en het afstand doen van geaccepteerde normen en waarden, van de gevestigde instituten, zoals de val in het paradijs dit voorstelde, door het eten van de verboden vrucht. De CYUTI is ook de symbolische dood. Dit leidt tot wedergeboorte. De CYUTI, SUTI, is verbonden aan de shitta, ST, als de anus-dienst, waar ook het woord ZOET vandaan komt. Dit is ook de reden waarom het christendom de ST als grootste vijand heeft gemaakt, als de ST-N, de afgrond van ST, Satan, als de anus van de shitta (cyuti). De wedergeboorte door Bakroe wordt namelijk gevreesd en daarom is het orthodoxe christendom ook stellig gekeerd tegen de Sunni Islam, als overdemoniserend zonder tot de symbolische en cryptische waarde ervan te komen.


Zo zien we Bilha die op het beest rijdt worden tot Bakroe die Haar heilige anus laat zien, als de poort tot de wedergeboorte. Dit is een grote oorlog, een duistere afgrond.








Hoofdstuk 39. De Moeder van Ismael om Jupiter te Vervangen


In het Hebreeuws is de ARABAH de wildernis. ARAB is de duisternis. In het Hebreeuws is de ARABAH ook een woord voor de hemel, wat dus niets anders dan de wildernis is. Vandaar dat het Hebreeuws meer duidt op de hemel als zijnde de eeuwige jachtvelden.


Het dertiende hexagram is de gemeenschap, het sociale, de TNG-ZN. TNG is een anagram van T-GN, de T (amazone kerk) van de wildernis, GN (Aramees). Deze hieroglyph is het vuur van de nomadische jager die tot de hemel, de wildernis, komt. Zo is de gemeenschap aan strenge voorwaarden verbonden, namelijk van het vuur dat eerst alles loslaat, als een zuiverend vuur. Dit is de sociale code. Er is alleen maar gemeenschap mogelijkheid door de grootste zwakte, na de verbrokenheid, waarin de banden gesmeed kunnen worden, waarin alles getransformeerd kan worden, geschapen. Dit gebeurt in de moederschoot. Dit maakt geen broers. Zij hebben allemaal hun eigen moeder. Het mannelijke mag niet versterkt worden in broederschap, maar moet eerst afgezonderd worden in de moederschoot. Dat er een algemene moederschoot is zegt niets, want die verdeelt haarzelf onder in vele moederschoten, zodat er geen broederschap ontstaat die haar macht zou kunnen breken en haar zou kunnen verwonden. Alleen zusterschap wordt toegestaan, oftewel de bekrachtiging van de vrouwelijke relaties binnen een mens. Zo kan de moeder herstelt worden.


Omdat het religieuze banden zijn en het metaforisch is is Jakob ook niet de broeder van Ezau die met hem vocht in de moederschoot. Rebekka is dan een beeld van de godin die zowel een moeder over Jakob had aangesteld als over Ezau. Ware broederschap zou de godin hebben vernietigd. Vandaar dat de geest van broederschap verdreven en verslagen moet worden. De BROTHER is de BRA, BSR (penis, Aramees) van Thor (Horus, Rian). Het broederschap betekent de slavernij tot de vader. De penis van Thor is Lark, als de geest van het broederschap, het grote geheimenis van de macht van de vader.


Om tot de moeder te komen en een plaats te krijgen in de hogere sociale code van de vur is het belangrijk los te komen van de geest van broederschap, om Lark te overwinnen. De geest van het broederschap is een godinlasterende eenheid die een man onvruchtbaar kan maken. Het is als een slot op zijn geslachtsdeel wat hem de penis van Thor laat aanbidden, oftewel Lark. Hij wordt dan vervuld met een valse vorm van vruchtbaarheid om zogenaamde fantoom-zwangerschappen te bewerkstelligen (valse zwangerschappen).


Elke broederschap moet dus gereduceerd worden tot een religieuze band getoetst aan de demonologie of moet verbroken worden. Lark, de geest van broederschap, is een onoprechte geest met allerlei bijbedoelingen. Het is de geest van verkrachting. Deze verkrachting ontstaat doordat er valse vruchtbaarheid is. Hij is onbezonnen, roekeloos, en grijpt om zich heen, dwingt, misbruikt, om maar van dat gevoel van valse vruchteloosheid af te komen. Het is alles wat hij kan. Hij wordt niet toegelaten tot de gnosis, dus hij is gewelddadig. Er is geen diepte met hem.


Dit is ook waarom Kain zijn fantoom-broer moest verslaan, als het verslaan van de geest van broederschap, in de esoterie. Dit is dus een sterk metaforisch verhaal.


In het paradijs zijn er ook geen broer-zus verhoudingen. Dit zou te gevaarlijk zijn, zou de man bekrachtigen en zijn zus zou zijn als een naker, als een verzwakte vrouw die de nephilim moest ondersteunen. De broer-zus verhoudingen zijn het geheim van de naker, van de dochters der mensen. In het paradijs mag een man ook geen zonen verwekken. Dat zou te gevaarlijk zijn. Hij kan alleen dochters verwekken.


De broer gaat tussen de moeder en jou instaan, en verlamt alle wapens in de hemelse strijd. Het archetype van de broer is een archetype van de gevallen aarde. Ook is er dus geen vader-zoon verhouding. Een ieder die door de dertiende hexagram hier van los probeert te komen zal achtervolgt worden door stinkende leeuwen en wolven die zulke archetypes hoog houden. Zij zien de dertiende hexagram als een grote bedreiging voor hun koninkrijk. Broederschap, de broer-zus-verhouding en de vader-zoon verhouding zijn hun fundamenten. Daar leven ze van, en het is de kracht waarmee ze alles doen. In het dertiende hexagram is direct grote veiligheid tegen deze valse jagers.


Het negenenveertigste hexagram is GE, wat Chinees is voor de reformatie. In het Grieks is GE de aarde. Het beest van de aarde is het beest van GE, als het beest van de reformatie in het Chinees. We zagen dat het beest de moeder anus voorstelt. Hierdoor gaat dus de reformatie komen. Dit hexagram is het vuur in het midden van het water. Dit is het water wat het vuur voortbrengt, zoals de zondvloed van water wordt tot de zondvloed van vuur. Dit is het hexagram van Noach.


In de eerste lijn van deze hexagram is er de gebondenheid met runderleer, als een beeld van de heilige gebondenheid waardoor later de reformatie zal plaatsvinden. In de tweede lijn kan er daarom vanuit de heilige gebondenheid correct en foutloos gehandeld worden. De eerste lijn is dus fundamenteel waarin er gewacht moet worden op de juiste tijd. In de vijfde lijn zien we velen afvallen tot het geloof, met als beeld het veranderen in een tijger. Het geloof is tegengesteld aan discipline en kennis. De tijger is een beeld van egoisme en protserigheid, gebaseerd op oppervlakkigheid. In de zesde lijn zien we een leger van luipaarden, die veel fijner zijn, en waarvan hun vlekken een beeld zijn van de disciplinaire piercings. Dit is de man die is aangesteld onder de moeder gnosis. Als kind zijnde had ik een droom waarin de Moeder God aan mij verscheen in een onweersbui met grote donder, en met een stem helder als de bliksem die mij riep. Zij was omringd met luipaarden.


Het eenenzestigste hexagram is het hexagram van de jacht. De lijnen laten vijandigheid zien en afzondering waardoor de initiaat tot de beker komt, als een reward. Dit is de hexagram van Ismael die ieders vijand is. In de Israelitische literatuur is de moeder van Ismael soms Ketura, de vrouw die Abraham huwde na de dood van Sarah. Ketura wordt soms gelijkgesteld met Hagar. Hagar zou alleen een titel zijn, namelijk van vreemdeling, en geen naam. KTR, TR, is het anagram van RT, Areta, oftewel de donder. Areta is dus de moeder van Ismael, als de eenenvijftigste hexagram van de Donder, de Heilige Vreze, waaraan Ismael, het eenenzestigste hexagram, onderworpen is.


Proserpina is de Romeinse godin van de onderwereld. Zij wordt ook wel JUNO Inferna genoemd, als de Juno van de hel. JUNO is de Romeinse godin van het huwelijk en de geboorte. JUNO, JN, wijst op het JANA-JANI orakel van de Amazones (Vgl. Yin-Yang, Urim-Thummim). Proserpina, oftewel JUNO Inferna, Juno Hel, is dan de JANA, de beproeving, terwijl JUNO dan JANI voorstelt, als de heilige gebondenheid en het loon. In die zin zijn Proserpina en Juno de Romeinse Urim en Thummim, de Romeinse Yin en Yang. Persephone is eerst winter, als JANA, en wordt dan

JANI, Juno, als lente. Als JANA is zij Di-Jana, de Romeinse godin van de jacht. In de islam is zij het paradijs, JANNAH.









Hoofdstuk 40. Simson en het Gehoorzamen van de Zuni Stam


Koran 13 – Arad, Areta, de Donder


: 2 Allah (Bilha) vestigde Haarzelf op de troon, ARSH, van macht.


ARSH, RSH, de RASHA stam is in het Hebreeuws de stam die afrekent met het huichelende recht van de stad. Zij zijn aangesteld onder Areta. In de Israelitische literatuur is de moeder van Ismael soms Ketura, de vrouw die Abraham huwde na de dood van Sarah. Ketura wordt soms gelijkgesteld met Hagar. Hagar zou alleen een titel zijn, namelijk van vreemdeling, en geen naam. KTR, TR, is het anagram van RT, Areta, oftewel de donder, een beeld van de heilige Vreze. Areta is dus de moeder van Ismael.


3. En Zij is het, Die de aarde uitspreidde, er bergen op verhief en rivieren op vormde. En Hij maakte er elke vruchtensoort in twee geslachten op. Zij doet de nacht de dag bedekken. Voorwaar, daarin zijn tekenen voor een volk, dat nadenkt.


Areta stelt paren op, als de nacht, de vrouw, die de dag, de man, bedekt. Dit zijn archetypes waarin de dag onder heerschappij van de nacht valt. Aarde is ARDA in het Arabisch, RD, ARETA. In het Hebreeuws is dit Erets, onderwereld. Hierop zijn bergen geplaatst, rawasiya, wat het meervoud van RASIYA is, oftewel de RASHA stammen. Ook betekent dit stevigheid, als de borsten van Areta.


In het Aramees is de 'vreselijke God', Dhel elaha, Dhel elah, oftewel Delilah. In het Arabisch is de naam Delilah 'God, de Bezitster' – lillahi, behoort toe aan Allah, Koran 2:165. Delilah, de godin van de Filistijnen verwijst naar Bakroe.

Bil-lahi betekent 'in Allah', 2:177 – Vgl. Bilha. Toen Rachel stierf kwam Reuben, het zaad van Israel, tot Bilha. Ook Jakob verplaatste zijn bed naar de tent van Bilha.


Het aanbidden van de Heilige Vreselijkheid leidt tot de stevigheid als een burcht in het Aramees, wat de Moeder is. Bilha komt van Balahh, wat vreselijkheid betekent. Bilha wordt tot Delilah, de bezitster, de stevige burcht, oftewel Bakroe, de Amazone oorlogsgodin. Bilhah betekent ook : de vernietiger van het verstand, door vrees, oftewel de inname van het verstand. Het beest waarop Bilha rijdt is in Bakroe-vorm Haar billen, als de afgrond van wedergeboorte.


Psalm 68

 

36 Vreselijk zijt Gij, o God, uit uw heiligdom;

Hij, Israëls God, verleent sterkte

en volheid van kracht aan zijn volk.

Geprezen zij God.

 

Vreselijk is in het Aramees : Dat wat aanbeden moet worden. God moet aanbeden worden in Haar vreselijkheid.


Buffels en runderen zijn het symbool voor mannelijke kracht. Daarom moet er jacht gemaakt worden op buffelgeesten om zo kracht tot de Moeder te brengen :

 

31 Bedreig, bestraf, het gedierte in het riet,

de runderbende met de kalveren der volken,

Gij, die u werpt op hen die belust zijn op zilver,

verstrooi de volken die behagen scheppen in strijd.


Dit vers gaat over de runderjacht. Zij hebben zich omhuld in zilver, sema, in het Aramees. Sema, SOMA, is het lichaam van Christus in het Griekse NT, en in de Veda's en het Sanskrit is SOMA de drank van onsterfelijkheid. In het Aramees staat : 'de kalveren van gebrek aan educatie'. Dit is waar de rund voor staat : gaven, in plaats van opgroeien door educatie. De rund staat voor anti-educatie, voor vergetelijkheid, de LETHE rivier in het Grieks. Dit moet overwonnen worden voordat we kracht kunnen brengen aan de Moeder, voordat we Haar daadwerkelijk kunnen aanbidden. SOMA is energie, de kracht en het licht van God. Voordat we dus tot de Moeder komen moeten we de valse rundergeest offeren. Ook geeft SOMA controle over de zintuigen. De kerk aanbidt SOMA, het gouden kalf, het lichaam van Christus, de mannelijke kracht ten koste van de vrouw.

 

Er gaat dus een hele nieuwe dimensie open wanneer Jakob tot de tent van Bilhah komt om daar zijn woning te hebben. Bilha betekent 'in God' in het Aramees. Dit is de God van Jakob, waarover het in Psalm 84 gaat. Ook gaat het over de tenten van Bilhah.


9 HERE, God der heerscharen, hoor mijn gebed,

neem het ter ore, o God van Jakob!

 

2 Hoe liefelijk zijn uw tenten, o HERE der heerscharen!

 

3 Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des HEREN;

mijn hart en mijn vlees jubelen tot de levende God.


Ook in de Evangelieen waar Jezus gaat tot het kruis gaat het in werkelijkheid om Jakob komende tot de tenten van Bilha.


DEL-LILA is “de hel” van de lelies. Lelies zijn het beeld van de vagina en van overwinnings-gejoel. Dit is dus waar Bakroe voor staat.

 

DU, DE is een afkorting voor Delilah, BAKROE. Koran 112:2 – SAMADU = eeuwig, absoluut. SAMA is gehoorzamen (SHAMA, Hebreeuws). DU staat voor Delilah, BAKROE. Het gehoorzamen van BAKROE. Allah komt van Del-ilah (allahu). Het Aramese woord DUKKA voor slachtplaats is in wezen DU-KKA, slachtplaats van Delilah, BAKROE. Koran betekent verzameling, als een verzameling van een jager, van BAKROE, de trickster. Zij heeft de Koran gemaakt als een valstrik met vele lagen om met het gouden kalf, Simson, het christendom, af te rekenen. De Koran is jachtstaktiek.


Delilah, BAKROE, levert dan Simson, het gouden kalf, over aan de Filistijnen. Dit is allemaal beeldspraak. In het Aramees DLH is problemen maken, terreur en verwarring. DWLL, Dullala, BAKROE, is de scheiding.

Het eerste boek van de Koran, de Opening, is een introductie voor de dodenreis. Hierin wordt gevraagd voor leiding op het rechte pad, om niet op verkeerde paden te komen. Er wordt om hulp gevraagd van Del-ALLAH, BAKROE, die de meesteres is van de dag van het oordeel, de meesteres van de nacht, van de duisternis. In vers 4 staat : 'Wij zijn uw slaaf.' Dit is belangrijk om niet af te wijken op losbandige paden. Door de heilige slavernij blijft de nomade, de rondtrekkende jager in de onderwereld, Ismael, verbonden aan Haar.


Cryptisch gezien is hierin Simson van belang als SM-SN, SAMA-ZUNI, oftewel het gehoorzamen van de ZUNI stam, die Bakroe als hun godin hebben.


Ismael moet zo verbonden blijven aan zijn Moeder, Areta (aan de Aker, de Hagar, de ark, de kra, de Levitische gnosis, de offergnosis).







Hoofdstuk 41. De Pentateuch


Deuteronomium 1


1 Dit zijn de woorden, die Mozes tot geheel Israël gesproken heeft aan de overzijde van de Jordaan, in de woestijn, in de vlakte, tegenover Cuwph, zee van riet en papyrus, tussen Paran, Tofel, Laban, Chaserot en Di-Zahab;


De vrouwelijke Mozes is de amazone letter M en zij is Deuteronomium, het scherpe Woord van oordeel in het Aramees. Zij richtte een constitutie op.


Yarden – yarad – Areta

vlakte = wildernis = arabah = donker zijn (Hebreeuws)

Paran = plaats van grotten, plaats van versiering, pronken (Hebreeuws)

Tophel = witmaken, misleiden (Hebreeuws)

Laban = wit, wildernis kamp (Hebreeuws)

Chaserot = nomaden kamp (Hebreeuws)


2 elf dagreizen is het van Horeb in de richting van het gebergte Seïr tot Qadesh-Barnea.


Horeb = slachten

Seir = harig (Golgotha), offervee (demonen), vrees

Qadesh-Barnea = heilig, tent-slaaf (Hebreeuws)


Deze tocht was er dus voor om heilige tentslaven te initieren. In het eerste vers is er dus het grote paradijselijke contrast tussen de donkere vrouwelijke amazone en de blanke mannelijke amazone.


3 In het veertigste jaar nu, in de elfde maand, op de eerste der maand, heeft Mozes tot de Israëlieten gesproken overeenkomstig alles wat hem de Here ten aanzien van hen geboden had;


In het jaar van de vrouw op het beest, het jaar van de fokkerij in het Hebreeuws (arba iym – arba – raba). Dit gaat ook over de vrouw die geslachtsverkeer heeft met beesten, wat behoort tot de paradijselijke voortplanting.


4 nadat hij Sichon, de koning der Amorieten, die in Chesbon woonde, en Og, de koning van Basan, die in Astarot woonde, bij Edreï verslagen had;


Sichon = strijder

verslagen = gekastijd, beloont

Og = lange nekken

Basan = vruchtbaar gebied

Astarot = vruchtbaarheidsgodinnen, fokkerij godinnen

Edrei = zwangerschap, dwang, zaad-afname


5 aan de overzijde van de Jordaan, in het land van Moab, begon Mozes deze wet te ontvouwen en hij zeide:


Moab = zaad, water


6 De Here, onze God, heeft tot ons bij Horeb gesproken: gij zijt lang genoeg bij deze berg gebleven;


7 begeeft u op weg, breekt op, trekt naar het gebergte der Amorieten en naar al hun naburen, in de vlakte, op het Gebergte, in de Laagte, in het Zuiderland en aan de zeekust, het land der Kanaänieten, en de Lebanon tot aan de grote rivier, de Eufraat.


Lebanon – wit, wit maken, wit worden


8 Zie, Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld; trekt er binnen en neemt bezit van het land, waarvan de Here aan uw vaderen, Abraham, Isaak en Jakob, gezworen heeft, dat Hij het hun en hun nakroost geven zou.


In het Aramees gaat het hier over het ingewijd worden in de mysterieen, in de geheime leer.


9 Toentertijd zeide ik tot u: ik alléén zal de zorg voor u niet kunnen dragen. 10 De Here, uw God, heeft u vermenigvuldigd en zie, heden zijt gij zo talrijk als de sterren des hemels.


In het Hebreeuws betekent sterren in de worteltekst dat ze gebrandmerkt zijn.


11 De Here, de God uwer vaderen, voege er aan u nog duizendmaal zoveel toe als gij nu telt en zegene u, zoals Hij u beloofd heeft.


Duizend heeft in het Hebreeuws de betekenis van vee en fokkerij.


12 Hoe zou ik dan alléén uw moeite, uw last en uw rechtsgedingen kunnen dragen? 13 Wijst uit uw stammen wijze, verstandige en ervaren mannen aan, dat ik hen als uw hoofden aanstel, suwm.


Suwm = brandmerken


In de grondtekst en worteltekst gaat het hier over mannen die verzwakt zijn door marteling en daardoor wijsheid hebben opgedaan. Zij werden lange tijd door de gnosis gediscrimineert (yada), geisoleerd, om hen voor te bereiden op hun taak. Zij worden door hun speciale brandmerken dan aangesteld over andere mannen in de stammen. Die speciale brandmerken zijn drie puntjes naast elkaar op de bovenarm, of twee strepen op de bovenarm onder elkaar in de Amazone theologie. Suwm (Hebreeuws) laat ook andere tekens van onderscheid toe, zoals veren.


19 Toen braken wij van Horeb op en gingen heel die grote en vreselijke woestijn door, die gij gezien hebt, in de richting van het gebergte der Amorieten, zoals de Here, onze God, ons geboden had; en wij kwamen in Qadesh-Barnea.


Van Horeb kwamen ze tot Qadesh-Barnea, de tentslaaf-initiatie in de grondtekst, aan de rand van het beloofde land.


20 Toen zeide ik tot u: gij zijt gekomen tot het gebergte der Amorieten, dat de Here, onze God, ons geven zal. 21 Zie, de Here, uw God, heeft het land tot uw beschikking gesteld, trek op, neem het in bezit, zoals de Here, de God uwer vaderen, tot u gesproken heeft; vrees niet en wees niet verschrikt.


Dit gaat over de rang-verhoging die leidt tot inname van dit gebied. De Amorieten is de publiekelijke trots.


En vanwege de ongehoorzaamheid van het volk zouden alleen Caleb, compromisloze tentslaaf, en Jozua het beloofde land ingaan met de nieuwe generaties.


44 Daarop trokken de Amorieten, die dat gebergte bewoonden, uit, u tegemoet, en zij vervolgden u als bijen en versloegen u in Seïr, tot Chorma toe.


Chorma = mutilatie


45 Toen keerdet gij terug en weendet voor het aangezicht des Heren; maar de Here luisterde niet naar u en neigde zijn oor niet tot u. 46 Zo bleeft gij dan lange tijd in Qadesh; de vele dagen, dat gij daar vertoefd hebt.


Qadesh = tentslaaf


Deuteronomium 2.


1 Daarop wendden wij ons om en braken op naar de woestijn, in de richting van de Schelfzee, zoals de Here tot mij gesproken had; vele dagen trokken wij om het gebergte Seïr heen. 2 Toen zeide de Here tot mij: 3 gij hebt lang genoeg om dit gebergte heen getrokken, wendt u naar het noorden; 4 gebied het volk aldus: gij gaat nu trekken door het gebied van uw broeders, de zonen van Esau, die in Seïr wonen; die zullen bevreesd voor u zijn. Neemt u echter zeer in acht; 5 daagt hen niet uit, want Ik zal u van hun land zelfs geen voetbreed geven, omdat Ik het gebergte Seïr aan Esau tot een bezitting gegeven heb. 6 Voedsel om te eten zult gij van hen voor geld kopen; ook water om te drinken zult gij van hen voor geld kopen.


Seir = offervee


Soms is het niet de tijd te strijden, maar te fokken of te kopen.


8 En we trokken verder, weg van onze broeders, de zonen van Esau, die in Seïr wonen, door van de vlakte van Elat en Etzion-Gaber. Daarna wendden wij ons en gingen in de richting van de woestijn van Moab.


Elat = offerbok, in bloed gedoopte huid van offerbok als voorhangsel, het verdraaien (leugen) is sterkte

Etzion-Gaber = stevigheid, hard worden


Tent-slavernij was dus in principe de weg om tot het beloofde land te gaan. Zij die overmoedig hun wapens grepen, en in dat opzicht dus niet gebroken waren zouden het beloofde land niet halen. Op het besproken pad zouden alle strijders sterven, en alleen de nieuwe generatie zou binnengaan.


Ook is de tentslavernij en tabernakelslavernij iets heel heiligs. Onbevoegden die tot de tabernakel zouden komen zouden sterven.


Numeri 1


51 Wanneer de tabernakel moet opbreken, dan zullen de Levieten hem uit elkander nemen, en wanneer de tabernakel moet legeren, dan zullen de Levieten hem oprichten, maar de onbevoegde, die nadert, zal ter dood gebracht worden.


De Levieten die tabernakeldienst deden werden niet geteld voor de oorlog in Numeri 1.


Numeri 2


2 De Israëlieten zullen zich legeren ieder bij zijn vendel onder de veldtekenen van hun families; op een afstand zullen zij zich rondom de tent der samenkomst legeren.


Iysh Neged-Nagad – In de grondtekst en worteltekst moest iedere slaaf in het gehele kamp zijn identiteit dragen en vertellen over zijn afkomst.


3 Aan de oostzijde, aan de kant waar de zon opgaat, zal het vendel van de legerplaats van Juda zich legeren naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Juda was Nachson, de zoon van Amminadab; 4 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vierenzeventigduizend zeshonderd.


Nachson – opvoeding, gewillig maken

Amminadab – donker


Opvoeding door de donkere moeder amazone. De telling vond plaats in de Sinai wildernis, SN, Soenni, oftewel de amazone Zuni stam.


5 Naast hem zal de stam Issakar zich legeren. De vorst nu der zonen van Issakar was Netanel, de zoon van Zuar; 6 en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg vierenvijftigduizend vierhonderd.


Nethanel = loon van de strijder


Zuar = klein worden, honger


De strijders worden niet vetgemest en trots gemaakt. Klein worden, honger, is ook de betekenis van Paulus.


7 Voorts de stam Zebulon: de vorst nu der zonen van Zebulon was Eliab, de zoon van Chelon; 8 en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg zevenenvijftigduizend vierhonderd.


Eliab = voorhangsel (gemaakt van in bloed gedoopte huid van een bok)


Chelon-chuwl = heilige vreze


9 Al de getelden van de legerplaats van Juda waren honderdzesentachtigduizend vierhonderd naar hun legerscharen. Zij zullen het eerst opbreken.


10 Het vendel van de legerplaats van Ruben zal aan de zuidzijde zijn, naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Ruben was Elisur, de zoon van Sedeür; 11 en zijn leger, dat uit zijn getelden bestond, bedroeg zesenveertigduizend vijfhonderd.


Elisur = de heilige gebondenheid (tsuwr = binden, bezetten)


Sedeur = plaats van wilde beesten


12 Naast hem zal de stam Simeon zich legeren. De vorst nu der zonen van Simeon was Selumiël, de zoon van Surisaddai; 13 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg negenenvijftigduizend driehonderd.


Selumiel = sociologie


Surisaddai = vijandelijkheid


14 Voorts de stam Gad: de vorst nu der zonen van Gad van Eljasaf, de zoon van Reüel; 15 en zijn leger dat uit hun getelden bestond, bedroeg vijfenveertigduizend zeshonderd vijftig.


Eljasaf = veranderen, verdraaien


Reüel = fokker


16 Al de getelden van de legerplaats van Ruben waren honderdeenenvijftigduizend vierhonderd vijftig naar hun legerscharen. Zij zullen in de tweede plaats opbreken. 17 De tent der samenkomst nu, de legerplaats der Levieten, zal te midden van de legerplaatsen opbreken; zoals zij zich zullen legeren, zullen zij ook opbreken, ieder op zijn plaats naar hun vendels.


18 Het vendel van de legerplaats van Efraïm naar hun legerscharen zal aan de westzijde zijn. De vorst nu der zonen van Efraïm was Elisama, de zoon van Ammihud; 19 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg veertigduizend vijfhonderd.


Elisama = luisteren en gehoorzamen – heilige slavernij (shama)


Ammihud = sieraden


Juda gaat eerst, als de opvoeding tot gewilligheid door de donkere amazone, en dan gaat Ruben, als de opvoeding die tot de heilige gebondenheid leidt en het vertrouwd raken met de wilde beesten.


20 Naast hem de stam Manasse: de vorst nu der zonen van Manasse was Gamliël, de zoon van Pedasur; 21 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg tweeëndertigduizend tweehonderd.


Pedasur = verdelen


22 Voorts de stam Benjamin: de vorst nu der zonen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gidoni; 23 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg vijfendertigduizend vierhonderd.


Abidan = vaginale stevigheid

Gidoni = afhakken, verbrokenheid


24 Al de getelden van de legerplaats van Efraïm waren honderdachtduizend éénhonderd, naar hun legerscharen. Zij zullen in de derde plaats opbreken.


Efraim gaat als derde, als het luisteren en gehoorzamen, de heilige slavernij.


25 Het vendel van de legerplaats van Dan zal aan de noordzijde zijn, naar hun legerscharen. De vorst nu der zonen van Dan was Achiëzer, de zoon van Ammisaddai; 26 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg tweeënzestigduizend zevenhonderd.


Achiezer = gelijkenis


27 Naast hem zal de stam Aser zich legeren: de vorst nu der zonen van Aser was Pagiël, de zoon van Okran; 28 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg eenenveertigduizend vijfhonderd.


Pagiel = brandmerk


29 Voorts de stam Naftali: de vorst nu der zonen van Naftali was Achira, de zoon van Enan; 30 en zijn leger, dat uit hun getelden bestond, bedroeg drieënvijftigduizend vierhonderd.


Ahira = mijn broeder is slecht, anti-broederschap

Enan = visioenen


NAPHTALI – HONTI – BAKROE


Bakroe is de godin van de Zuni stam. De Zuni-stam is dus het geheimenis van de broederloze paradijselijke genealogie.


ISSASCHAR – HATI – HITI


Deze stam zorgt voor het nederig maken, “klein” maken van de man. Een man moet niet trots en pronkend voor de Godin verschijnen. De man moet in de heilige vrees zijn en zichzelf vernederen om niet door de Toorn van de Godin ten onder te gaan. Er is een dag tegen alles wat hoog en trots is. Een man moet geen vreetzuchtige zijn of sexzuchtige. Hij moet zowel vasten op voedsel en sex als eerste, en dan zien hoe de Godin hem leidt, maar altijd moet hij ineen duiken als hij voor de Godin verschijnt, opdat Zij hem niet trots en hoogmoedig zou bevinden. Opgeblazen mannen hebben geen plaats in Haar stammen. Hij moet zijn zinnen niet bevredigen met een overmaat aan voedsel en sex. Hij moet die indruk niet wekken naar anderen, want ook zal hij geoordeeld worden over hoe hij anderen heeft beinvloed. Sexzucht moet ingetoomd worden door de wijsbegeerte, de begeerte van de gnosis. Sexverslavingen zijn hetzelfde als drugsverslavingen : Ze bespotten de moeder. Ze bespotten de gnosis.


Numeri 3.


14 En de Here sprak tot Mozes in de woestijn Sinai: 15 Tel de Levieten naar hun families en geslachten; allen die van het mannelijk geslacht zijn, van één maand oud en daarboven, die zult gij tellen. 16 Toen telde Mozes hen naar het bevel des Heren, zoals geboden was. 17 Dit nu waren de namen der zonen van Levi: Gerson, Qehath en Merari.


Gerson = banneling, echtscheiding

Qehath = sociologie

Merariy = mirre (verbrokenheid, een beeld van het bloed van de vijand, om zo een verbinding te maken met het profetische)


18 Dit waren de namen der zonen van Gerson naar hun geslachten: Libni en Simi.


Libni = wit maken, hardheid

Simi = gehoorzamen, seizoenen (onderscheiding)


19 De zonen van Kehat naar hun geslachten waren Amram, Jishar, Chebron en Uzziël.


Amram = donker, de opstanding en overheersing door het donkere

Jishar = ingesmeerd

Chebron = heilige gebondenheid, merktekens (oorlogsverf, piercings) voor verscheidenheid

Uzziel = vaginale stevigheid


20 En de zonen van Merari naar hun geslachten waren Machli en Musi. Dit zijn de geslachten der Levieten naar hun families.


Machli = zwakheid, heilige vrees, smeken

Musi = voelen


24 En het familiehoofd der Gersonieten was Eljasaf, de zoon van Laël.


Eljasaf = veranderen, verdraaien, vergroten


Lael = vaginale stevigheid, in bloed gedrenkte huid van bok als voorhangsel


25 De Gersonieten nu hadden bij de tent der samenkomst, zowel tabernakel als tent, de zorg voor de dakbedekking, het voorhangsel voor de ingang van de tent der samenkomst, 26 de gordijnen van de voorhof en het voorhangsel voor de ingang van de voorhof, die rondom de tabernakel en het altaar was, en de daarbij behorende touwen, naar alles wat daaraan te doen was.


27 Tot Kehat behoorde het geslacht der Amramieten, dat der Jisharieten, dat der Chebronieten en dat der Uzziëlieten; dit waren de geslachten der Kehatieten. 28 Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren achtduizend zeshonderd: zij hadden de zorg voor het heilige. 29 De geslachten der Kehatieten legerden zich langs de tabernakel aan de zuidzijde. 30 En het familiehoofd van de geslachten der Kehatieten was Elisafan, de zoon van Uzziël. 31 Zij hadden de zorg voor de ark, de tafel, de kandelaar, de altaren, het heilige gerei, waarmede men de dienst verrichtte, het voorhangsel en alles wat daaraan te doen was.


Elisafan = sieraden


32 Het opperste hoofd nu der Levieten was Eleazar.


Eleazer = overwinning


33 Tot Merari behoorde het geslacht der Machlieten en dat der Musieten; dit waren de geslachten van Merari. 34 Hun getelden, overeenkomstig het aantal van allen die van het mannelijk geslacht waren, van één maand oud en daarboven, waren zesduizend tweehonderd. 35 En het familiehoofd der geslachten van Merari was Suriël, de zoon van Abichaïl. Zij legerden zich langs de tabernakel aan de noordzijde. 36 Aan de Merarieten was opgedragen de zorg voor de planken van de tabernakel, zijn balken, zijn pilaren, zijn voetstukken, al zijn gerei en alles wat daaraan te doen was, 37 eveneens voor de pilaren van de voorhof rondom, de voetstukken, de pinnen en de touwen daarvan.


Suriel = binden, vijandelijkheid, bezetting


Deuteronomium 2


9 Toen zeide de Here tot mij: benauw Moab niet, en daag het niet uit ten strijde, want Ik zal u van zijn land niets in bezit geven, omdat Ik Ar aan de zonen van Lot tot een bezitting gegeven heb.


Ar is een hoofdstad van Moab, en betekent : vreze, overwinnen, naaktheid.


Lot betekent : ingewijde in de geheime leer


Dan wordt Baal-Peor genoemd, de Heerin van de geopende afgrond, als de geopende vagina en baarmoeder, als een beest wat klaarstaat om te verslinden, Baal-PAR, wat in de Amazone taal Bilha-Par is (Vgl. de PAR-weken in de Amazone kalender). Het is belangrijk terug te keren tot de Orionse Bijbel en de Orionse Koran, waarvan de aardse versies slechts een zwakke weerspiegeling en schaduw zijn.


Deuteronomium 4


22 Want ik zal in dit land sterven, ik zal de Jordaan niet overtrekken; maar gij zult die overtrekken en dat goede land in bezit nemen.


Het volk moest de Jordaan overtrekken, Yarden = Areta = de afgrond, de baarmoeder, ingaan, afdalen. Mozes zou sterven, en zij zouden komen tot Bilha-PAR, Baal-Peor. Mozes is een beeld van de oude wet. Het volk moest dus de valse, oude god van Mozes overwinnen.


41 Toen zonderde Mozes drie steden af aan de overzijde van de Jordaan, in het oosten, 42 opdat een doodslager, die zijn naaste onvoorbedacht gedood had, zonder dat hij tevoren haat tegen hem koesterde, daarheen zou vluchten, zodat hij, wanneer hij naar een dezer steden was gevlucht, in het leven kon blijven: 43 Beser in de woestijn, in het gebied der hoogvlakte, voor de Rubenieten, Ramot in Gilead voor de Gadieten en Golan in Basan voor de Manassieten.


Beser = slachten, geheime leer (voor de Rubennieten)

Ramot = hoogtes, moeilijke plaatsen maar van grote waarde

Golan = ballingschap, naaktheid, openbaring


Deuteronomium 12


13 Neem u ervoor in acht, dat gij uw brandoffers niet brengt op elke willekeurige plaats; 14 maar op de plaats die de Here in het gebied van één uwer stammen verkiezen zal, daar zult gij uw brandoffers brengen, en daar zult gij doen alles wat ik u gebied.


Wij leven niet door genade of de geest, maar door profetie. Door profetie wordt ons leven ingevuld. Als we niet open staan om profetisch geleid te worden, dan zal een valse geest dit voor ons invullen. Deze valse geest is ook verzot op genade. Deze geest leeft van genade. Genade is luiheid, een vals excuus om niet te hoeven toetsen en luisteren. Genade is een verlammende geest, een geest van de dood. Profetie geeft leven.








Hoofdstuk 42. Terug Naar de Orionse Bijbel


De vrouwelijke Jozua is net zoals de vrouwelijke Job JANI, de amazone thummim. Deze boeken horen dus bij elkaar. Zij is een groot leider van het volk. Zodra het volk tot Lebanon moet gaan gaat dit over de witmaking van de mannen in de grondtekst, als een heenwijzing naar de oorspronkelijke blanke man in het paradijs, LBN. Deze wortel staat in contrast met de donkere moeder (ARAB) wat niets met racisme heeft te maken maar met innerlijke en persoonlijke realiteiten. Iedereen heeft deze archetypes in zich, en die worden niet materieel beoordeeld. Lebanon staat voor de witmaking, zoals Jakob tot Laban moest gaan, wat dezelfde betekenis heeft, LBN, en dit duidt dus op het mannelijke en niet het vrouwelijke. De vrouw wordt verdonkerd wanneer de voorhangsels worden verscheurd. Des te dieper je in de gnosis gaat hoe donkerder de vrouw zal zijn, als beeld van de duisternis waarin wedergeboorte is. Dit is een groot raadsel en mysterie. Jakob moest tot de witmaking gaan, als man, en werd als IYSH onderworpen aan Bilha. Dit wordt bevestigd doordat Jakob ging wonen in de tent van Bilha en niet andersom.


Wij volgen stelselmatig de Orionse bloedlijnen terug naar de oorspronkelijke Orionse bijbel, waarvan de aardse bijbel een corrupte afschaduwing is. In Deuteronomium 13 zien we de straf op het niet luisteren en gehoorzamen van de Gnosis, de Hogere Kennis, oftewel Vur. In het Hebreeuws is dit niet alleen maar de dood, maar ook kastijding, geslagen worden, geduwd worden. onderwerping, en spot, NAKAH. Het is dus een tedere vorm van tucht in de grondtekst, niet in de zin van makkelijk en zacht, maar in de zin van instructief en gecompliceerd. De Westerse vertalingen hebben die gevoeligheid niet en vertalen alles plomp. De Aramees-Hebreeuws-Griekse grondteksten en hun wortelteksten staan daarom dichter bij de Orionse oorspronkelijke manuscripten. Vandaar dat een nieuwe vertaling en commentaar op de bijbel noodzakelijk is.


Alle tucht gebeurd vanuit de PEH, de afgrond, als een beeld van de baarmoeder. Het is een opvoedingsmiddel. In het Aramees is dat de PUEM, de opening van vlees, als een beeld van de vagina. PUEM is de vruchtbaarheid.


De maand Biyb is in het Hebreeuws de maand van de tederheid, waarin het offerfeest plaatsvindt, want alle offers moeten voortkomen vanuit de Nakah, de tederheid, de zorgvuldigheid, anders zou het corrupt zijn. Dit is de amazone letter B, de letter van de tederheid.


Deuteronomium 16


1 Neem de maand Biyb in acht en vier het Pascha ter ere van de Here, uw God, want in de maand Biyb heeft de Here, uw God, u in de nacht uit Egypte geleid. 2 Dan zult gij als offerfeest voor de Here, uw God, kleinvee en runderen slachten op de plaats die de Here verkiezen zal om zijn naam daar te doen wonen.


18 Slagers en opzieners zult gij aanstellen in al de steden die de Here, uw God, u geven zal, naar uw stammen; zij zullen het volk berechten met een rechtvaardige rechtspraak. 19 Gij zult het recht niet buigen; gij zult de persoon niet aanzien en geen geschenk aannemen; want een geschenk verblindt de ogen der wijzen en verdraait de woorden der onschuldigen. 20 Gij zult alleen gerechtigheid najagen – opdat gij moogt leven en het land bezitten, dat de Here, uw God, u geven zal.


Hier wordt duidelijk niet door geschenken, genade, te leven, maar door rechtvaardigheid. Genade is omkoperij. Hier wordt ook duidelijk dat het oordeel geen markt is, zoals we op aarde zien. Er wordt rechtgesproken voor veel geld, maar hier staat duidelijk – en zo is het ook in de oorspronkelijke Orionse bijbel – dat geschenken de ogen van de wijzen verblinden en de woorden van de onschuldigen verdraaien. Dit is dus zo corrupt als de medische en religieuze markt is.


Deuteronomium 17


17 Ook zal hij zich niet vele vrouwen nemen, opdat zijn hart niet afwijke; ook zal hij zich niet te veel zilver en goud vergaren.


Liefde voor vrouwen en geld is een valstrik. Hierdoor vallen vele leiders van de gnosis af. Velen willen top posities in religie voor vrouwen en geld. Zij willen de gnosis niet. Zij houden mensen van de gnosis af.


De boodschap van Deuteronomium 18 is : Overmoed leidt tot de dood. Door overmoed wordt ware profetie gemist. Dit is metaforisch. In de grondtekst moet de overmoedige uitgehongerd worden, MWTH, wat wijst op MOWED, oftewel : de overmoedige moet de seizoenen leren, de heilige tijdschijf. Hiertoe is de Ramadan maand van belang, het wachten op de heilige nacht.


Een verkeerde vertaling :

21 Wanneer gij nu bij uzelf mocht zeggen: Hoe onderkennen wij het woord dat de Here niet gesproken heeft? – 22 als een profeet spreekt in de naam des Heren en zijn woord wordt niet vervuld en komt niet uit, dan is dit een woord, dat de Here niet gesproken heeft; in overmoed heeft de profeet het gesproken, gij zult voor hem niet vrezen.


Een profetisch woord kan een raadsel zijn, metaforisch, of letterlijk. Een profetisch woord kan vast zijn, of afhankelijk aan bepaalde factoren, herroepelijk of onherroepelijk. Het gaat in de grondtekst niet om vervulling. Er staat letterlijk in het hebreeuws : BOW, wat betekent : 'het moet de vijand aanvallen.' In die zin : Het moet demonologisch verantwoord en functioneel zijn op de lange termijn. Het moet dus opbouwend zijn in heiligheid. De kerk volgt Mammon dus die zal een profetisch woord altijd letterlijk beoordelen naar materialistische maatstaven, en zo is dat vers ook door de corrupte Westerse kerk vertaald. Een grote schande is het. Zo missen ze de esoterische, diepere betekenis van een profetisch woord. Zo strijden zij tegen de gnosis, door het valse duivelsvers DEUTERONOMIUM 18: 22 van de Westerse vertalingen. Strijdt tegen dit vers. Het is een moordenaarszoon. In het Aramees gaat het erom dat de profetie 'aanvalt en vrucht draagt', T, 'een verandering teweegbrengt,' en zelfs 'in iets anders verandert'. Het doel is namelijk over te gaan naar de parallelle realiteit.


Deuteronomium 27


25 Vervloekt is hij, die een geschenk aanneemt om iemand te doden en onschuldig bloed te vergieten. En het gehele volk zal zeggen: Amen.


Hier zien we een andere moordenaarszoon, de genade als huurmoordenaarschap, betaling aanvaarden voor de dood van een onschuldig iemand. Hier is het hele valse christendom op gebouwd.


Wanneer er in Deuteronomium over de zegen wordt gesproken dan kan dat vanuit het Hebreeuws vertaald worden in knielen. Wanneer het over de vloek gaat dan gaat het in het Aramees over bespot worden. Door beiden zal een mens die ingewijd wil worden in de geheimen van Deuteronomium heen moeten gaan. Zo wordt de zondige, ongehoorzame natuur verslagen en onderworpen.


Deuteronomium 28


48 Gij zult de vijanden, die de Here tegen u zal doen optrekken, dienen, onder honger en dorst, in naaktheid en met gebrek aan alles; Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat Hij u verdelgd heeft. 49 De Here zal tegen u doen aanrukken een volk, dat van verre komt, van het einde der aarde, zoals een gier (Aramees : God) aanzweeft: een volk, waarvan gij de taal niet verstaat, 50 een hardvochtig volk, dat geen grijsaard (Hebreeuws : autoriteiten) ontziet en geen knaap (na'ar) genade bewijst; 51 dat de vrucht van uw vee en van uw bodem zal opeten, totdat gij verdelgd zijt; dat u geen koren, most of olie zal overlaten, noch de worp van uw runderen of de dracht van uw kleinvee, totdat het u te gronde gericht heeft.


Dit volk wordt ook in andere bijbelboeken besproken als de komende amazones van de verre planeten (Orion etc.). Zij hebben dus geen genade. Alles zal gaan door loon en heilige slavernij. Zij zullen afrekenen met de bestaande mannelijke autoriteit. In het Hebreeuws wordt het volk door deze vijand opgeleid tot Levitische slaven, de abad. Andere vormen van het woord suggesteren in de val gelokt te worden en gedwongen worden de vijand te aanbidden. In het Aramees wordt dit bevestigd, en gaat het om de training tot vechtslaaf naast de training tot aanbiddings-slaaf. Een andere optie in het Aramees is de slagers-slaaf. Zij zijn de slaven van de beldbab in het Aramees, wat niet alleen vijand is maar ook de beschuldiger. In het Hebreeuws wordt deze vijand voortgedreven door haat. Zij zijn vijandige achtervolgers. Al met al wordt het volk door deze verre, donkere gnosis ingewijd.


56 De tedere en voluptueuze vrouw (Aramees : mooiste vrouwen) die het boek (de wet) nooit ter aarde liet vallen (Aramees), zij die altijd nomadisch bleef (Aramees), zal de iysh van haar schoot en borsten kastijden, en haar zoon (Hebreeuws). 57 Zij zal haar zoon die voortkomt van tussen haar voeten kastijden en onderdrukken met het mes (ook : slachten, vernietigen). Zij zal hem ziekmaken en uithongeren. Haar tong zal hem vernederen. De vijand zal u in het nauw drijven en belegeren, om u zo te kwellen. In het Aramees komt de zoon ook voort vanuit de arena en de oorlog, als vechtslaaf, en is nomadisch. Ook kan het betekenen dat de zoon eerst van iemand anders was. Ze vermoeit hem.


65 Gij zult onder die volken geen rust vinden noch een rustplaats voor uw voetzool; de Here zal u daar een bevend hart geven, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel. 66 Zonder ophouden zal uw leven in gevaar verkeren; des nachts en des daags zult gij opschrikken en van uw leven niet zeker zijn.


68 De Here zal u op schepen naar de dubbele benauwdheid (de scheiding, verdeeldheid) terugbrengen langs de weg, waarvan Ik u gezegd had: Gij zult die nooit weerzien; gij zult daar aan uw vijanden als slaven (abad) te koop aangeboden worden, en er zal geen losser zijn.


Er zal dus geen Jezus Christus zijn die vrijkoopt uit de heilige slavernij. De tucht zal niet weggenomen worden.


Deuteronomium 27


23 Vervloekt (Aramees : bespot, gehoond) is hij, die gemeenschap heeft met zijn schoonmoeder. En het gehele volk zal zeggen:Amen.


Waar gemeenschap staat kan ook staan :

bewegingsloos, in de zin dat Jezus, Iysh, vechtslaaf, bewegingsloos was voor de Moeder, als teken van heilige slavernij (Aramees).

Schoonmoeder verbonden door een huwelijksfeest, door een vrijwillig huwelijk of uithuwelijking, gedwongen huwelijk. Ook is het verbonden aan gevangenschap, dus dan kan het vertaald worden als de moeder van de gevangennemer, de captor. In de wortels is dit woord een besnijdenis-feest, degene die de besnijdenis heeft toegediend of werd aangesteld in het besnijdenis-feest.


Het woord 'vervloekt' : In de Latijnse bijbel, de Vulgata, deinst de vrouw niet terug om tegen het slachtoffer vuile taal uit te spreken, naast valse beschuldigingen en laster. Zij mishandelt hem.








Hoofdstuk 43. Het Geheim van de Witte Steen


Ai is in het Hebreeuws de perversie, de verdraaiing. Toen Jozua (Jani) Ai had verslagen bouwde Jozua een offerplaats op de berg Ebal, wat naaktheid betekent. Naaktheid is een metafoor voor openbaring.


3. T82 – Oerdoegmusse – zevenentachtigste hersenen – fallus gepiercet met ring door Amalek


Amalek wordt genoemd 'de moeder van de gevangennemers, captors'.


Deuteronomium 27


23 Vervloekt (Aramees : bespot, gehoond) is hij, die gemeenschap heeft met de moeder van zijn gevangennemers, captors, vaak selectief vertaald in 'schoonmoeder' (dit wijst op Amalek). En het gehele volk zal zeggen:Amen.


Waar gemeenschap staat kan ook staan :

bewegingsloos, in de zin dat Jezus, Iysh, vechtslaaf, bewegingsloos was voor de Moeder, als teken van heilige slavernij (Aramees).

'Schoonmoeder' verbonden door een huwelijksfeest, door een vrijwillig huwelijk of uithuwelijking, gedwongen huwelijk. Ook is het verbonden aan gevangenschap, dus dan kan het vertaald worden als de moeder van de gevangennemer, de captor. In de wortels is dit woord een besnijdenis-feest, degene die de besnijdenis heeft toegediend of werd aangesteld in het besnijdenis-feest. Dit kan ook piercen betekenen, als het OT ritueel van het piercen van de fallus met een fallusring.


Het woord 'vervloekt' : In de Latijnse bijbel, de Vulgata, deinst de vrouw niet terug om tegen het slachtoffer vuile taal uit te spreken, naast valse beschuldigingen en laster. Zij mishandelt hem.


4. T83 – Oerdoegmuske – achtentachtigste hersenen – de vechtslaaf van Amalek


Op deze hieroglyph staat de vechtslaaf uitgedost met veren.


Het volk werd in tweeen verdeeld : De ene helft stond bij de berg Garazim, wat piercings, besnijdenis betekent, en de andere helft stond bij de berg Ebal, naaktheid. Naaktheid (profetische openbaring, profetologie) en besnijdenis (demonologie) waren de twee fundamenten voor het volk in het beloofde land.


Zoals Jericho 'sikkel' betekent om van de wijngaard te oogsten, zo betekent Gibeon 'wijn kom', in de GB wortel. Dit is een beeld van het bloed van de vijandelijke prooi. Gibeon kwam tot Jozua met bedrog omdat ze bang waren voor Jozua. De wijn wordt gedronken als de vijand in vrees is.


Ook betekent Gibeon 'de sieraden van de heilige kandelaar', en de lelies die het omranden. De kandelaar, de menowrah, is een slavenjuk in de wortel tekst, een juk voor het ploegen, duidelijk wat om een rund heen wordt gedaan, NIYR. Ook komt het van NUWR, Aramees voor vuur, NUR, NURA, als de urim, Judah, verhongering. In het Aramees zijn de buizen van de kandelaar geslachtsdelen, qanah, wat ook duidt op gepiercete geslachtsdelen (KEN, KANA, muggen, piercingen). Dit is dus het paradijselijke lichaam. In het Aramees zijn de kandelaar-buizen, omrand met lelies. De lelie is het beeld van de vagina. Gibeon is dus een beeld van de fallusring, als een beeld van de vagina.


De fallus-ring komt in de fallus na de besnijdenis, als een jachtszintuig die de jachtseizoenen zou onderscheiden. In de fallus-ring zijn de amazone seizoenen gekerft, zodat het een jachts-ring is.


Jozua 10


1 Zodra Adonisedek, de koning van Jeruzalem, hoorde, dat Jozua Ai veroverd en met de ban geslagen had – evenals hij met Jericho en zijn koning gedaan had, zo had hij ook met Ai en zijn koning gedaan – en dat de inwoners van Gibeon met Israël vriendschap gesloten hadden en in hun midden waren, 2 toen werd men zeer bevreesd, want Gibeon was een grote stad, als een der koninklijke steden, ja, het was groter dan Ai, en al haar mannen waren helden. 3 Daarom zond Adonisedek, de koning van Jeruzalem, aan Hoham, de koning van Hebron, aan Piram, de koning van Jarmut, aan Jafia, de koning van Lakis, en aan Debir, de koning van Eglon, deze boodschap: 4 Trekt op tot mij en helpt mij, opdat wij Gibeon slaan, omdat het vriendschap gesloten heeft met Jozua en de Israëlieten.



Adonisedek = vaginale stevigheid

Howham = gedwongen

Hebron = gebondenheid, oorlogsstrepen

iram = wildheid

Jarmuth = opvoeding

Japhia = teofanie

Lachiysh = onverslaanbaar, moeilijk te vangen, koppig, varkenskop

Debir = het binnenste heiligdom, het heilige der heilige

Eglon = in circles draaien, kalf


10 en de Here bracht hen voor het aangezicht van Israël in verwarring, zodat hij hun een grote nederlaag toebracht bij Gibeon, hen vervolgde in de richting van de bergpas van Bet-Choron en hen versloeg tot bij Azeka en Makkeda. 11 Terwijl zij nu voor Israël vluchtten en zij juist op de helling van Bet-Choron waren, wierp de Here uit de hemel grote stenen op hen, tot Azeka toe, zodat zij stierven; die door de hagelstenen stierven, waren talrijker dan die, welke de Israëlieten met het zwaard doodden.


Dit wordt ook genoemd in de apocalypse, maar is in wezen al gebeurd. De hagelstenen zijn het heilige ijs, de heilige bevrorenheid oftewel de goddelijke verlamdheid.


Betchoron = gevangenis van leegte, grot, afgrond (beeld van de baarmoeder, vagina)

Azekah = gebrokenheid

Makkedah = brandmerken, veehouder


29 Daarna trok Jozua verder, en geheel Israël met hem, van Makkeda naar Libna en hij streed tegen Libna.


Libna = witheid (LBN)


30 En de Here gaf ook dat in de macht van Israël, met zijn koning. En hij sloeg het en alle levende wezens, die daarin waren, met de scherpte des zwaards; hij liet niemand daarin ontkomen en deed met zijn koning, zoals hij met de koning van Jericho gedaan had. 31 Daarna trok Jozua verder, en geheel Israël met hem, van Libna naar Lakis; hij belegerde het en streed ertegen 32 en de Here gaf Lakis in de macht van Israël; men nam het in op de tweede dag en sloeg het met de scherpte des zwaards, alle levende wezens, die daarin waren, geheel zoals hij met Libna gedaan had. 33 Toen trok Horam, de koning van Gezer, op om Lakis te helpen, maar Jozua sloeg hem en zijn volk, totdat hij hem niemand had overgelaten.


Horam = aanbeden


Gazar = besnijdenis, piercings


41 Jozua sloeg hen van Kades-Barnea tot Gaza, ook het ganse land van Gosen tot Gibeon.


Gaza = hardheid, sterk worden


Gosen = naderen


Jozua 11


1 Zodra nu Jabin, de koning van Hasor, dit hoorde, zond hij een boodschap aan Jobab, de koning van Madon, aan de koning van Simron en aan de koning van Aksaf.


Jobab = wenen


Madon = arena


Shimron = wijn


Aan Caleb, compromisloze tentslaaf, werd Hebron gegeven en Debir, het heilige der heilige. Juda kreeg het grensgebied van de SN woestijn, wat zou resulteren in de komst van de SN, Son, Zoon, de IYSH, en het grensgebied van Edom, Ezau, SUW, Aramees. De IYSH zou zijn als Ezau, in de wildernis, de ARABA, het gebied wat de Jordaan omgaf. ARABA is de donkere moeder.


Caleb moest de drie zonen van Anaq, de hoofdman van Hebron, verdrijven :


Sheshai = witmaken

= witte steen


Hierbij gaat de profetie van Openbaring in vervulling dat de overwinnaars, Caleb, de compromisloze tentslaaf, de witte steen ontvangt, Sheshai. De man wordt zo blank en hard gemaakt, als de paradijselijke man. Wit betekent gekastijd. Zo komt de man terug tot de donkere moeder, de duistere gnosis.


Ahiman = dun en verdeeld zijn als de snaren van een muziek-instrument

= levitische tentslaaf


De man moet vasten om als een Ismael worden, niet opgeblazen, maar vijandig. Zo kan de man terugkeren tot de tabernakel in de wildernis.


Telem = opbouwen in getal


De hardheid is ook de verstijving, het ingaan in de heilige bevrorenheid, wat ook de goddelijke verlamdheid is.









Hoofdstuk 44. De Diepere Betekenis van het Kruis


Acetisme, zelf-kastijding, is de lang verloren weg. De mensheid heeft zichzelf teveel verwend, en kan nu de stem van het goddelijke niet meer verstaan, want ze zijn doof geworden door een gebrek aan zelf-kastijding. Ze trekken een vies gezicht als ze het horen. Ze willen gelukkig zijn, en geven niet om de diepte. Ze leven oppervlakkig, en varen op weg naar de hel. Het zijn tragische figuren met hun glimlachen zonder betekenis, vol van huichelarijen. Ascetisme is de weg. Die rode draad loopt ook door het NT, waar Paulus (= weinig, honger) duidelijk maakt dat hij zichzelf kastijdt en tuchtigt.


Hebreeen 11


37 Zij hebben rondgezworven in lamsvachten en bokkevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling.

38 – de wereld was hunner niet waardig – zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde.


II Korinthe 12


9 Want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen.

10 Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, ontberingen, benauwenissen.


Zonder dit zouden we nooit de witte steen binnengaan, de blankmaking van de mannelijke ziel. In het christendom staat de witte steen centraal hiervoor, en in de islam staat de zwarte steen, de Kaba, centraal, als de donkerheid van de vrouwelijke ziel, als de Araba, het wilde gebied rondom de Jordaan. Dit gebied was belangrijk voor het volk om de Jordaan, Yarden – yarad – Areta, over te steken.


Ragnarok zal komen, de heilige bevriezing. Dit is Tahulen in de Amazone mythologie. Het is de heilige vertraging, waarin nieuwe visioenen zullen komen


In Ezechiel 31 wordt Eden gelijkgesteld aan Lebanon. Lebanon betekent wit maken en de witte steen. De zwarte steen is het verborgene, het diepere deel van het paradijs. Eden betekent slechts de omsloten hof. De mens moet na de witte steen gevonden te hebben verder trekken tot de zwarte steen. In de grondtekst zijn de Ammonieten daarvan een beeld : verdonkeren – verborgenheid – verzameling. De Ammonieten wijzen op de amazone BADA stam.


Om tot het diepere paradijs te komen moest de mens eten van de boom van kennis. De vrucht van de hogere kennis is de ark, de kaba, de BADA stam. De KEBA is de Aramese ark, wat in het Arabisch de KABA is als een ark-gebied, het heiligste gebied. In de Egyptologie is dit verbonden aan Geb, de god van de aarde, wat in de amazone theologie doorvertaald is als Rebekkah, de godin van de arena. Hierom zijn er twee strijders tegen elkaar gekeerd op de ark.


Lebanon, de hof van Eden, de witte steen, leidt dus tot de vrucht van de boom van kennis. De witte steen is het beeld van de amazone LERI stam. De witmaking betekent de tucht. Door de vrucht, de zwarte steen, komt de mens tot de boom van kennis, nog dieper in het paradijs. In het Aramees zou Baal, BL, als een beeld van Bilha, heersen over hen die van de vrucht zouden hebben gegeten (Genesis 3 : 16). Baal is een naam van Hadd, de god van het bloed-orakel.


De geschiedenis van de god Hadd is belangrijk om klaar te komen met het paradijs mysterie :


Abraham kwam oorspronkelijk uit Babylon. In de Rabijnse literatuur krijgen we een veel beter plaatje te zien van Abraham. Nimrod, de stichter en koning van Babylon, stelde Terah, de vader van Abraham aan als zijn minister. Nimrod kwam voort uit de Cham, Ham – Cush bloedlijn. Ham was één van de zonen van Noach die zijn vader naakt zag, als een teken van de naakte paradijselijke oorlogsvoerende stam. Nimrod was een groot jager. De bron van zijn grootsheid lag in het feit dat hij de dierenhuiden van Adam en Eva droeg, en hun fetishen, die God voor hen had gemaakt. Deze huiden werden doorgegeven van vader op zoon. Noach kreeg ze in zijn bezit, en zij werden gestolen door Ham, en gegeven aan zijn zoon Cush, die ze aan zijn zoon Nimrod gaf. Dit gaf hem grote macht over zijn prooi, die hem hierom vreesden. Hierom werd Nimrod tot koning gemaakt. Toen Abraham geboren werd vroeg Nimrod aan Terah om het kind aan hem te verkopen, zodat hij het kon doden. Terah verborg Abraham, en gaf Nimrod een zoon van één van zijn slaven, die Nimrod toen in stukken sloeg.

Nimrod wordt soms ook als een stam gezien, niet als een persoon. Ook begon Nimrod steden te bouwen in Assyrie. Hadd, Add, Hat was de Assyrische god van de orakels. Als het offer was geslacht, dan werd er naar de ingewanden of de lever van het offer gekeken om zo de wil van de goden te interpreteren, te vertalen.

De god Hadd, Add, werd door de Israelieten overgenomen als de stam Gad. Had is verbonden aan de rund en de runderjacht. De Had stam wordt dus verborgen gehouden, zij die nog steeds de oorspronkelijke orakels gebruiken.


In de Semitische mythologie (Ugaritisch, Noord-West Semitisch) was de godenberg genaamd de berg van Lel, de berg van de nacht. Hier troonde El, die als kinderen had : Yamm (JOM), de Schat van El. Zij is de heerser van de zee. Verder : Nahar, heerser van de rivieren, en MOT, heerser van de dood. El wilde Hadd, de god van de orakels (teheraphim), van zijn troon stoten, en gaf dit als een opdracht aan Yamm (JOM, Christus, de paradijs-slang). Dit was de grote opkomst van het christendom om de teheraphim uit te doven, en de symbolische, esoterische runderjacht waarvoor Hadd stond, om zo de patriarchie te vestigen, als het domein van mannelijke suprematie. De goddelijke ambachtsman Kothar versloeg Yamm door twee magische stokken, en Hadd beeindigde het. Zo wordt er gesproken over de overwinning van Hadd over het meervoudige zeemonster Lotan. De namen van de magische stokken zijn Yagrush en Ayamur, die ook door Hadd werden gebruikt om Yamm te verslaan.


Het bloed-orakel, de bloed-steen, is de rode steen :


witte steen – zwarte steen – rode steen


witte paard – zwarte paard – rode paard (oorspronkelijke Orionse volgorde)


De witte steen was om de mens onder de tucht te plaatsen om zo terug te keren tot de zwarte steen, de vrucht van kennis, tot de donkere gnosis van de Heerin, om zo te worden ingewijd in de hoogte van de boom van kennis, de bloedsteen, de rode steen. De witte steen was de stam Leri, de witmakende stam, terwijl de zwarte steen die stam Bada is, de verdonkerende stam van de verborgenheid. De rode steen, Hadd, Hat, HT, is de HITI stam, waarvan de Egyptische ballingschap een beeld is. Israel nam van de vrucht van de gnosis en kwam in de diepte van Egypte waar deze gnosis lag opgeborgen. Er zijn dus twee bomen van kennis, oftewel de boom van kennis is dualistisch. Het kan zowel valse kennis als goede kennis uitbeelden. Het hangt er vanaf wie er van eet en hoe dat gebeurt.


1. witte steen/ paard, brug (Aramees) : LERI – hof van Eden

2. zwarte steen/ paard, brug : BADA – vrucht van de boom van kennis, ark, arena – dieper in het paradijs

3. rode steen/ paard, brug : HITI – boom van kennis, bloed-orakel – nog dieper in het paradijs (slachtplaats)


In Yirmeyah, BADA 5 komen de bada-amazones uit Orion met een arrestatie-bevel in de Aramese grondtekst (vs. 16), de PTIH. Door de PTIH wordt de vijand gebonden. Na de arrestatie moet de gevangen vijand naar de BAYITH gebracht worden, het gevangenis-complex of de kooien, en de BAYITH is verbonden aan de OHEL, de tent. De arrestatie is vastgelegd in de psalmen. BADA is de stam van het scheppings-principe. Dit is de boog en de verlamdheid.


In het Aramees begint het boek Yirmeyah, BADA met vermelden dat het een tatoeage is, een inscriptie, als een huwelijks-contract van de gevangene, de interpreteerder. Het woord van BADA is in het Hebreeuws de geboden van BADA, als een wetsboek. In de diepte is het het boek van bedreigingen en waarschuwingen. In het Aramees ook het oordeel en de uitspraak.


In de grondteksten zien we dat de bedreiging van de stam tot de slaaf komt. Dus alhoewel de slaaf een dienstknecht is van de Allerhoogste, wordt hij door de stam bedreigd. Judah betekent in de diepte : het belijden van zonden (yada), wat in nog diepere zin 'mannelijk geslachtsdeel' betekent (yad).


BADA bewaakt de NA'AR gnosis, de gnosis van de heilige slavernij. De vrouw op het beest is de vrouw op de BEHEMA, wat in het Aramees de wezens zijn die de ark dragen (HAYEWTA). De vrouw staat hierbij gelijk aan de ark, die gedragen wordt door het beest, de BEHEMAH, de oermensen. Zij dragen het geheim. De vrouw staat in het Aramees voor 'de allegorische uitleg' van BABYL, BBL (Bijbel, Bible, Babel, Babylon). De vrouw is de ark, en de ark staat voor het loonstelsel. Oorspronkelijk was het een geldkist. De ark staat voor het bankwezen, waardoor alle economische transacties worden gedaan. De runderjacht gaat over 'van genade komen tot loon'. Dit is waar de Amazone BADA stam voor staat, wat verborgen werd gehouden door ASER, ASSUR, SU, de boom van kennis.


Er moet gekomen worden tot de Heerin op de BEHEMAH, de oermens, door het merkteken van de grote jagerin. De mens moet zich laten inwijden door de buffeljacht in de wereld van de ziel, de onderwereld, het diepere paradijs, door van genade te komen tot loon, als het komen tot de ark.


BADA is de Amazone stam die door ASER verborgen werd gehouden, staande voor de tucht, en de oorlog.


Er zijn dus twee bomen van kennis, van goede kennis en slechte kennis. In het NT komt de Messias, de MSY, wat in het Aramees de moederborst betekent, 'het geven om te zuigen'.


Leviticus 5


9 Hij zal van het bloed van het zondoffer tegen de zijde van het altaar sprenkelen, maar wat van het bloed overblijft zal aan de voet van het altaar gezogen (msy) worden; het is een zondoffer.


Het altaar betekent in het Aramees ook : 'zij die zingt'. Bloed kan ook sap betekenen. In ieder geval wordt het de gewone mens verboden bloed te drinken, maar hier zien we dat de ingewijde tabernakel-slaaf, de slager (priester) dit wel mag. Dit zijn dus hen die zijn ingewijd in de rode steen. Natuurlijk is dit metaforisch. De tabernakel-slaaf krijgt dus toegang tot zowel de amazone borst van de gnosis als het drinken van het bloed van de vijand. Hij komt dus tot MSY, het NT, en daarmee tot de rode steen, het bloed-orakel. Ook krijgt hij toegang tot de voet van de zingende amazone, oftewel de voet van de psalmen. De voet is een beeld van de diepte, het fundament. Hij komt dus tot de diepte, het fundament, van de psalmen.


We zien in het Paulinische NT dan het gezag van “de man” over de vrouw gevestigd worden. Wat betekent dit ? In het Aramees wordt voor de man het woord “Baal” gebruikt als een naam van Hadd, Hat, het bloedoffer-orakel. In die zin betekent het in diepte dat het bloedoffer-orakel, de demonologische profetie en gnosis, heerst. Dit is de hogere dimensie in het paradijs. In Efeze 5 : 22 wordt dit gelijkgesteld aan MSY, het Aramees voor Christus, die heerst, de moeder borst. In het Aramees staat verder dat mannelijke geslachtsdelen (en voorhuiden) hieraan onderworpen zijn, terwijl de westerse vertaling gewoon zegt : vrouwen.


Dit alles is dus de diepere betekenis van het kruis.








Hoofdstuk 45. De Verdonkering


In het Aramees is de ark de KEBU, de doorgang tot een diepere ruimte, waar een voorhangsel voor gehangen werd (Ex. 40:3). Ook is de ark een beker. Het voorhangsel is in het Aramees ook een vrucht van de ceder. Hier zien we de boom van kennis terug. De mens nam de vrucht en ging tot een andere dimensie, als een doorgang. Dit is wat de ark is. De KABA is in het Arabisch een gebied, het heiligste gebied. Dit is de BADA stam in de amazone theologie, de verdonkerende stam van de verborgenheid.


In Ex. 40:4 gaat het in het Aramees over die ruimte, die ingenomen moet worden, de ruimte van de tabletten, van het Woord. Ook is het de ruimte van een kandelaar wat in de Hebreeuwse wortels een juk is. In vers 5 moet tot 'Zij die zingt', de Aramese betekenis van een altaar, in dit gedeelte genaderd worden.


Deuteronomium, de vrouwelijke Mozes, de amazone letter M is een beeld van de BADA stam. Dit is het hele vrucht der kennis mysterie, een dualiteit, als de tegenhanger van Septus, als het hele mysterie van het merkteken van het beest, de ark. Dit is ook het hele groene zon mysterie. De groene zon is de wildernis zon die alles door natuurlijke processen laat verlopen. Dit is geen echte zon, maar het wonder wat plaatsvindt in het diepste van de nacht, het verkrijgen van natuurlijk inzicht. Dit biologische proces brengt “groene links” die het lichaam creëeren.