Algemeen
Van alle reptielen is de groep met
4000 duizend soorten de
meest gevarieerde. Hagedissen komen vrijwel overal voor, maar je treft
ze
vooral aan in de tropenen subtropen. Daar brengen ze een groot gedeelte
van hun
tijd in het zonnetje door. Ook zijn er die in bomen leven of zich
hebben
aangepast aan een onderaards bestaan of het leven in grotten. Een
typische
hagedis heeft vier poten met scherpe klauwen, een geschubd lijf en een
lange
staart. Het merendeels snelle, behendige jagers die het hebben geunt op
kleine
dieren, zoals slakken. Bij de voortplanting leggen de meeste soorten
eieren met
een leerachtige schaal in bladafval of kuilen in het zand. Sommige zijn
levendbarend.
Vliegend
hagedissen
Vliegende
gekko's en vliegende draken behoren tot de
hagedissen die in regenwouden aan roofdieren ontsnappen door van boom
naar boom
te zweven. Bij de vliegende gekko spreidt de huidplooi aan weerszeiden
van het
lichaam zich uit. Deze parachute vertraagt de val tijdens de
glijvlucht. De
vliegende draak dankt zijn vleugels aan verlengde ribben. Normaal
liggen ze
langs het lichaam samen gevouwen, maar wanneer hij ze uitspreidt kan
hij lange
glijvluchten maken.
Griezelige
hagedissen
Meestal zijn
hagedissen goed gecamoufleerd en verbergen
zich voor rovers, zoals vogels en zoogdieren. Sommige passen
verrassingstactieken toe om een roofdier schrik aan te jagen en
zichzelf alsnog
snel uit de voeten te maken. De kraaghagedis zet opeens de kraag rond
zijn hals
overeind en ziet er zo groter uit. Vervolgens schudt hij met zijn kop
en gaat
sissen en met zijn staart slaan. Andere hagedissen zetten eveneens de
kam op
hals of nek overeind. Ook zuigen ze zich vol lucht om de indruk te
wekken dat
zee een te grote hap zouden zijn.