RAH Schepenbank Lummen nr. 118

1756 – 1758

Gichten Brabants recht buiten vrijheid

 

Samenvatting van de hand van Mathieu Vandenbosch

 

1756, 6 februari. Folio 6.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht, buiten vrijheid verkoopt Henricus Beirts aan Henricus Beckers zijn deel en aanpart van een land genaamd den Berck. Palende O. Giel Meijen; W. de weduwe van Postel; Z. Joris Geerts en de weduwe Jan Vervorst; N. heer Windelen, begijntje Beckers en de erfgenamen Jan Didden. Verkocht voor 15 gulden Brabants Luiks.

 

1756, 16 maart. Folio 6 v.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid geeft jouffrou Catharina Elisabeta Jans in erfpacht uit aan Jacobus Houben:

land gelegen tot Coorsel, palende O. en N. de straat; W. Jacobus Houben; Z. de weduwe van Posten en Joan Beckers. Voor 23 gulden Brabants Luiks jaarlijks en erfelijk.

De aannemer stelt met instemming zijner vrouw Guttruijt Tielemans zijn westelijk daarnaast gelegen erf tot verder pand.

 

1756, 3 maart. Folio 7.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Henricus Beckers van joufr. Anna Beckers begijn tot Diest, 600 gulden Brabants Luiks à 2 ½ %. Pand: land den Berck tot Coorsel gelegen. Palende O. Michiel Meijen; W. de weduwe van Postel; Z. de weduwe Jan Vervorst en Joris Geerts; N. Peter Francis Convents, de erfgenamen Jan Didden en de erfgenamen secretaris Windelen.

 

1756, 3 maart. Folio 7.

Henricus Beirts en Henricus Beckers lenen van Anna Beckers, begijn, 450 gulden Brabants Luiks à 11 gulden 5 stuivers 'sjaars. Pand: huis en hof tot Coorsel. Palende O. de weduwe van Postel; W. Jan Jacobs; Z. de weduwe Henric Gijbels en begijn Anna Beckers; N. de straat.

 

1756, 11 maart. Folio 9.

Geert Hoorions en Aert Dierix hebben de eed afgelegd als mombers voor Magiel Hoorions wettig kind van Peeter Hoorions en Gittruijt Wauters.

 

1752, 23 februari. Folio 10.

Uittreksel uit schepenbankregister van Exel en Hechtel.

Jacobus Jans leent 400 gulden Brabants Luiks à 5% van Peter van Herck. Pand:

1.      huis, hof en huisveld, palende N. de straat; ? Melchior Lochten en de weduwe Adriaen Hanegreefs en Machiel Smekens en andere zijde Gerard Even.

2.      land genaamd de Corte voere. Palende met 2 zijden Gerard Eijven en ter ander zijde Jan Witters; N. zijn eigen erf.

3.      den Heuvel, palende met 2 zijden Gerard Eijven; Z. Wouter Jueten en verder de gemeijnte bergen.

4.      Zijn andere goederen onder deze of andere jurisdicties gelegen.

Was getekend: W. Kicken, secretarius substitutis.

Op 15 maart 1756 heeft Peter Van herck bovenstaande gicht uit het register van Exel-Hechtel laten registreren, omwille van:

1.      een torffbempt in den Overslagh gelegen, palende O. de erfgenamen Wouter Jeuten; W. Henrick Jeuten; Z. den Claesbempt; N. de beek.

2.      Het Coolenmeijken, palende O. Peeter Leijssen; W. de weduwe Dirick Goven; N. de beek.

Beiden gelegen onder onze jurisdictie.

 

1756, 2 april. Folio 18.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Aert Convents met instemming zijner vrouw Catharina Henrix, 700 gulden Brabants Luiks à 3% van Willem Put. Pand: land het Bestens velt gelegen tot Stall. Palende O. Matthijs Mentens; W. Joannes Duijs; Z. die Heirbaen; N. de erfgenamen Wouter Bleux.

 

1756, 6 april. Folio 18 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Antoon Henrix aan Antoon Ceijssens zijn huis en hof tot Coorsel gelegen en genaamd het Steen velleken. Palende O. en N. de straat; Z. Jaspar Smeets en Joan Schepers; W. Peeter Put. Verkocht voor 32 pattacons. Godtspenninc: 5 stuivers.

 

1756, 29 maart. Folio 19.

Voor schepenen als voor verkoopt Paulus Zeuws als gevolmachtigde van Aert Stevens aan Dymphna Van der heijden, hier vertegenwoordigd door haar schoonzoon meester Joannes Hubertus Convents: land genaamd den Halster landts, gelegen tot Veurthen aen den Pleijn. Palende O. Aert Scroijen; W. Marten Cupers; Z. Aert Aerts; N. den Pleijn. Verkocht voor 225 gulden. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 3 vaenen bier. Belast met 4 stuivers 3 oorden schatting in iedere brief aan de burgemeesters van Coorsel.

 

1756, 27 maart. Folio 22.

Uittreksel uit schepenbank gichtregister ter Hauweijcken.

L'an mille sept cents cinquante six du mois de mars le vingtseptième jour, pardevant moij nottaire soubsigné en presence des temoins en fin de cette denommez et au lieu soubescrit comparurent personnellement noble et genereux seigneur Albert de Gradij, chevalier du Saint Empire, seigneur de Bellaire Queue du Bois et dependances d'une part et Jean Hemelaers resident à Lumen d'autre part la meme le dit seigneur premier at été si deliberé et avisé que de sa pure franche et libre volonté il nous at déclaré d'avoir surrogue comme par cette il fait le dit second present aceptant dans ses droits, lieu, places, actions et degrez tant au regard des ediffices, terres et prairie que Pierre Scroijen tient localement du dit seigneur extant lentout à Heusden ou environ que des trescens de quatorze halsters pour les ans 1754 et 1755, de meme que celuij de vingt six florins Brabants pour l'an 1755 dûs par le dit Scroijen pour par le dit Jean Hemelaers en user jouir et disposer ainsij et comme il trouverat convenir rien reservé ni excepté voir le presente nuement simplement et aussij fort et faible que le dit seigneur en est puissant par vertu de la saisie en faite par ses auteurs sans vouloir être tenu a aucunnes mesurage eviction guarantie nij a restitution d'aucuns deniers pour qules causes sujet ou pretexte que se soit ou puisse être de fait ou de droit parmij par le dit second (outre la somme de mille quarante huit florins Brabants qu'il ar la meme en ma presence et des dits temoins reellement compté at delivré au dit seigneur) rendant et paijant annuellement cinquante florins Brabants de rente au dessus de touttes charges qui peuvent affecter les biens susrepris libre et exempt de touttes autres charges, tailles crenees deniers vingt et touttes autres impositions quelquconque posee ou imposer pour quels causes sujet ou pretexte que ce soit ou puisse etre escheant pour le premier cannon a pajer à Liege au domicil du dit seigneur ou de ses representans ens un an daete de cette et ainsij consecutivement d' ans en an jusqu' à redemption qui se pourat a toujour faire au denier vingt et à revenir auxx biens susexprimé de meme que la personne et autres biens generallement meubles et immeubles presents et futturs du dit second faute de paiement tant d'un que de plusieurs et tous cannons relief et touttes autres fautes par un seul adjour de quizaine command de tiers jours et autrement selon loij et stil le tout privilegiement tant ens que hors vacances et non obstant tous suspend sans qu'une voie puisse empecher ni être obstative à l'autre. Apres quoij il at esté conditionné qu' en cas ou viendroit à demander relief et droit de mortement le dit second les deverat faire et paier à l'entier decharge et indemnité du dit seigneur. Item deverat le meme second donner ens un mois dacte de cette une specification autentique des biens que le dit Pierre Scroijen tenoit à louage du dit seigneur avec tous les joindans de chaque pieces comme aussij le dit second deverat faire realiser le present à ses fraix et en delivrer copie autentique au dit seigneur qui declare de n' avoir jamais donné non plus que le sieur procureur Pijp son agent ordre nij commission au dit Pierre Scroijen de faire aucune reparation aux ediffices et biens presurroguez et dans l'evenement qu'il conviendroit de luij paier quelques choses à ce sujet le dit second serat obligé de le faire à l' indelnité du dit seigneur. Et enfin de captiver le grez du dit Scroijen en cas son stuit ne fut pas fini et pour le premis renouveller et realiser pardevant touttes cours et justices que besoin serat les parties comparantes ont commis et constituez tous porteurs de cette ou de son double autentique. Ce fait et passé dans la maison du dit seigneur de Gradij de Bellaire seize sous la paroisse de Saint Seervais à Liege y present comme temoins à ce requis et appellez les sieurs Jean Antoine Put, ancien bourguemaitre de la ditte ville de Beringen et Jean Coenen, procureur de la venerable cour épiscopale de Liege, lesquels ont donné explication en flamend au dit second natif flamend du contenu du present act. Lesquels avec les parties comparantes ont singnez la minutte originel de cette et etoit soubsigné et moij Louis Monard nottaire immatriculle. de Liege à ce requis in fidem.

 

1756, 2 april. Folio 23 v.

Voor scholtis en schepenen ter Hauweijcken heeft Joannes Hemelaers praevio relivio bovenstaande akte laten registreren. Was getekend: Petrus Nicolaij, secretaris per registrum in fidem subs.

 

1756, 26 april. Folio 26.

Francus Vaes kwijt de panden van Matthijs Gossens van 100 gulden Brabants Luiks.

 

1756, 9 mei. Folio 28.

Cornelis Cauberghs leent van Eerw. heer Gentis, pastoor te Corsel, tot behoef van de abdij van Everbode, 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: land genaamd het Nieuwveldt (?) omtrent de Wittersche winning. Palende O. …. Wijnants; W. Joannes Put; Z. de heijde; N. de Wittersche winning. Onderpand: huis en hof gelegen op de Wittersche winning. Palende Jacobus Hendrix; W. Vaes Truyens; Z. de straat; N. het Nieuwveldt (?)

 

1756, 8 mei. Folio 30.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Henric van Bilsen van Henric Huijbrechts 250 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: 1) zijn huis en hof in de Postelmanshoeck onder Coorsel. Palende O. Servaes Vaes; W. de straat; Z. Peeter Convents; N. Joan Hermans. 2) het Nieuwgoet, palende O. en Z. den W… en 's heren aert; N. Francis Lekens.

 

1756, 10 mei. Folio 30 v.

Voor schepenen als voor leent Mattijs Stevens van schepen Joannes Reijnders 150 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: het Bemdeken palende O., W. en N. Michiel.Meijen; Z. meester Joannes Hubertus Convents.

 

1756, 28 juni. Folio 30 v.

Voor schepenen als voor leggen Henric Slegers en Petrus Reijnders de zoon van Henric Reijnders de eed af als mombers en toezichters voor de uitlandige Henric Slegers. Ze moeten alle 3 jaren rekening doen.

 

1756, 12 augustus. Folio 34.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkopen Henricus Beckers, Maria en Adriana Beckers aan Jaspar Mertens: hun huis en hof tot Stall onder Coorsel. Palende O. Henric Smeets; W. Jaspar Mertens; N. Jan Put. Voor 1784 gulden Brabants Luiks. Henricus en Maria bekennen daarvan ieder hun part ontvangen te hebben. Te weten: ieder 594 gulden 13 stuivers.

Aan de overige 594 gulden 13 stuivers voor Adriana Beckers, legt diezelfde Adriana, 5 gulden 7 stuivers op, ten behoeve van de koper, die haar daarvan jaarlijks 4% zal geven. Voor die 600 gulden verpandt Jaspar Mertens, het land dat hij heden gekocht heeft, mede zijn huis en hof daarnaast gelegen. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 1 ton bier.

 

1756, 11 september. Folio 34 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Joannes Schoups met instemming van zijn vrouw Elisabeth Sroijen aan Francis Schoups een bempt int Oversel. Palende O. Jan Claes; W. Peeter Vaes; Z. de Rode beeck en N. Henric Winters. Verkocht voor 800 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 2 oorden.

 

 

1756, ……………. Folio 37.

Petrus Postelmans leent van Joannes Henricus Beckers 50 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: zijn huis en hof genaamd den Trompman. Palende O. Hubertus Smets; W. Mateus Stiers; Z. de straat en N. Petrus Aerts

 

Het derde gebodt van het goedt gecoght van Trudo Bertelens door Henricus Van uijtrecht.

Het derde gebodt van het goedt vercoght door Guillielmus Bervoets aen heer Michiels.

 

1756, 19 december. Folio 39.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkopen Wouter Obbers, zich sterk makend voor Anna en Catharina Obbers; Wilhelmus Obbers; Jan Janssen als momber van Peter en Henricus Obbers - aan Jacobus Houben: ½ halster land tot Coorsel gelegen. Palende O. Wilhelmus Pelsers en de weduwe Henricus Van postel; W. de weduwe Jan Obbers; Z. de weduwe Henric Gijbels en N. Geert Obbers. Verkocht voor 101 gulden Brabants Luiks, betaald in souvereinen en Zeeuwse pattacons, half en half. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 7 gulden.

 

1756, 30 december. Folio 39.

Voor schepenen als voor staat Barbara Elen weduwe Jan Vaes aan haar schoonzoon Sebastiaen Jans haar tocht af van de zesde part van al haar goederen.

Sebastiaen Jans leent van Henric Huijbrechts 200 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: het kindsdeel van zijn vrouw.

 

1757, 19 januari. Folio 39 v.

Voor schepenen als voor bekent Jacobus Houben naderschap aan Dijmphna Van der heijden als bloedverwant van Wouter en Wilhelmus Obbers en consorten, aangaande het land dat hij op 19 december 1757(!) gekocht had.

 

1757, 29 januari. Folio 40.

Voor schepenen als voor verkoopt Joannes Cortens aan Joannes Ceijssens een half broek en een half perceel bos. Palende O. de erfgenamen Peeter Ceijssens; W. Matthijs Ceijssens; Z. Aert Truijens en N. de Maelbeeck. Verkocht voor 82 gulden Brabants Luiks en twee hoogh karre raeders. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: een vierdel Diesters bier.

 

1757, 26 februari. Folio 40.

Voor schepenen als voor bekent Joannes Ceijssens naderschap aan Andries Truijens als bloedverwant van Joannes Cortens, aangaande het perceel broek en bos uit vorige gicht. Ceijssen ontving de koopsom, de lijcoop en alle gedebourseerde penningen.

 

1757, 4 april. Folio 40 v.

Voor schepenen als voor verkopen Jaspar en Mattheus Van bilsen aan Henric Huijbrechts:

1.      een bempt in het Oversel, palende O. de erfgenamen Joan Vervorst; W. Anna Smeets; N. de Roode beeck en Z. Jacobus Stockmans.

2.      perceel land in de Lookterborch hoff, palende O. 's heren aert; W. de weduwe Peeter Tielens; Z. Mattheus Knaep en N. Jan Reijnders.

Verkocht voor 300 gulden Brabants Luiks en 2 halster boekweit. De verkochte erven zijn belast met 200 gulden Brabants Luiks ten profijt van Peeter Meullens tot Solder. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 7 gulden.

 

1757, 17 april. Folio 58.

Wij meijer ende schepenen des landts Lummen der Brabanschen justitie verclaeren, attesteren ende certificeren by ende mits desen dat Henderic Peeters is getrouwt met Elisabeth Smits, suster van Michael Smits, denwelcken vertrocken is van Corsel, lande van Lummen, ingevolgens verclaeren van Elisabeth Smits, suster van den voornoemden Michael Smits, in het jaer 17 één endertigh op den negenden octobris naer Seelandt, ende vandaer in het selve jaer soude vertrocken wesen naer de Oostindien op het schip genaempt Even vart. Welcke declaratie wy meyer ende schepenen verclaeren soo waerachtigh te wesen ende hebben dese door onsen schepenen segel doen bevestighen ende door onsen secretaris doen onderteeckenen ter ordonnantie. Actum, den 17 april 1757. Quod attestor. C. P. Goyvaerts, secretaris just. Brabantiae 1757.

 

1757, 14 april. Folio 59.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid bekent Henric Huijbrechts naderschap aan Peeter Hermans als bloedverwant van Jaspar en Mattheus Van bilsen, aangaande de 2 percelen, zo land als broek, die hij, Huijbrechts, op 4 april laatstleden van het tweetal Van bilsen gekocht had.

 

1757, 10 mei. Folio 59.

Voor schepenen als voor leent Jacobus van Ubbel van Henric Huijbrechts 50 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: zijn huis en hof tot Coorsel in de Savelstraet gelegen. Palende O. Elisabeth Huveneers; W. sieur Pelsers; N. de weduwe Henric Gijbels; Z. de Savelstraet. Onderpand: den Exterman, palende O. sieur Pelsers en verder rondom 's heren aert.

 

1757, 31 mei. Folio 59 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Peeter Bleux aan Peeter Put een plek land en dries, aan elkaar gelegen tot Stall. Palende O. de erfgenamen Wouter Bleux; W. Jan Munters; Z. de straat en N. de Kleijn heijde. Verkocht voor 100 gulden Brabants Luiks. Belast met 44 gulden Brabants Luiks kapitaal aan de gemeente van Coorsel. Godspenninc: 1 stuiver.

 

1757, 30 augustus. Folio 59 v.

Voor schepenen als voor legt Matthijs Menten de eed af als momber der kinderen Peeter Ceijssens naemens Mattheus en Simon Ceijssens.

 

1757, 26 september. Folio 59 v.

Voor schepenen als voor kwijt Peeter Mullens, per billet oft scrift bescreven door J. Nicolai, capellaen ende gemijnte scrijver van Soulder, de panden van Peeter Hermans van 200 gulden Brabants Luiks, afgekomen van Ludovicus Jacobus Convents.

 

1757, 31 oktober. Folio 60.

Voor schepenen als voor leent Aert Deckers, na octrooi van de schepenen, van Joannes Neulens, 150 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand:

1.      zijn huis en hof tot Veurten. Palende O. en Z. Marten Cupers; W. en N. de straat.

2.      een plek land tot Veurten, palende O. Aert Aerts; W. de straat; N. Marten Cupers; Z. de weduwe Jan Claes.

 

1757, 14 november. Folio 60.

Voor schepenen als voor verkoopt Henric Goris aan Jacobus Witters:

1.      zijn huis en hof tot Stall aen die Heijde gelegen. Palende O. Jan Lekens; W. Z. en N. de straat.

2.      etweijde palende O. Jan Ceijssens; Z. en W. die Maelbeeck; N. de gemijn heyde.

3.      een plek land genaamd den Haeselaer, palende O. en N. de erfgenamen Aerdt Huijbrechts; W. Joris Lekens; Z. Joan van de bergh.

Verkocht voor 26 pattacons en 1 zak koren. Lijcoop: 5 gulden. Godtspenninc: 1 stuiver. Belast met:

1.      400 gulden Brabants Luiks ten profijte van Michiel Reijnders tot Tessenderloo.

2.      3 halsters koren in den beneficie brief tot Coorsel.

De verkoper moet de lasten betalen, dit jaar inbegrepen. De koper geniet het koren tegenwoordig gezaaid in den huijshoff. De koper zal het huis aanslaan te half maart 1758.

 

1757, 19 april. Folio 65.

Akte van notaris H. Pijp, Hasselt.

Simon Truijens van Coorsel vergezeld van zijn instemmende vrouw Marie Knaep leent van Gerardus Hubertus Briers 100 gulden à 4%. Pand:

1.      4 dagmalen zo land als weide gelegen nabij de kerk van Coorsel. Palende O. Mathijs Wauters erfgenamen; W. Jan Claes; N. Aert Sroijen en Z. Jan Reijnders met de erfgenamen Hendrick van Postel.

2.      Huis en erf genaamd het Colfbloock, 8 à 9 halsters zaaiens groot. Palende de Molestraet. Door Simon Truijens ongeveer een jaar geleden gekocht van Aert Witters en gelegen onder Coorsel ten Brabants recht. Belast met 300 gulden aan de erfgenamen van wijlen advocaat Briers.

Gedaan binnen Hasselt ten huize van de gelddoener, gelegen in de Raemstraet. Getuigen: Joanna en Anna Smeets. In de marge: Betaald door den opdrager (= Truijens) voor akte en kopie: 35 stuivers.

 

1757, 5 mei. Folio 66 v.

Simon Truijen laat voorschreven akte registreren.

 

1719, 24 sporkel. Folio 67.

Akte van notaris Martinus Lens, Beverloo.

Daniel Put van Stal onder Coorsel leent 200 gulden Brabants Luiks à 2 pattacons 'sjaars van Joost van Vlasmair. Hij stelt al zijn goederen tot pand: haeffelijcke ende erffelijcke, verkregen en te verkrijgen.

Gedaan ten huize van de notaris. Getuigen: Jasper van Trier en Geert Gielen.

Presentem copiam cum originali suo concordare attestor Guilielmus Caerts, notarius immatriculatus in fidem.

 

1757, 5 mei. Folio 67 v.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid laat Peeter de Loisier als representerende Joost van Vlasmair, voorstaande akte registreren. Testor: Goyvaerts.

 

1757, 9 mei. Folio 69.

Voor Beckers en Van der Aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid scheiden en delen de kinderen en erfgenamen van beiden wijlen meester Geert Kenens en Alegondis Tielens. Met name:

Aert Knaep als vaderlijke momber van zijn zoon Jaspar Knaep.

Elisabet Kenens.

Alegon Kenens.

Helena Kenens.

Als er meer lasten blijken te zijn dan hierna vermeld staan, zullen de condividenten die gezamenlijk helpen dragen.

De 1ste kavel gevallen aan Helena Kenens:

a.       huis, stal, schuur, neren met de cruijthoff van het lesten hoogh gebont oft achtersten scheur deurcken tot op het middelste gebont van het backhuijs en sal cavel A ende cavel B het backhuijs met den put gelijck gebruijcken ende onder houden.

b.      den halven Heuvel westwaarts.

c.       den halven Achtersten laeckdries, noordwaarts.

d.      100 gulden kapitaal op panden van Cristina Vervorst.

e.       50 gulden kapitaal op panden Aert Reijnders.

f.        50 gulden kapitaal op panden van de gemeente van Solder.

Deze kavel is belast met 400 gulden kapitaal aan de pastoor van Elicum en verder schatting en cijns. Aan de prelaat van Averbode:10 stuivers 'sjaars.

De 2de kavel gevallen aan Aldegon Kenens:

a.      de kamer met de kelder, den speul met de kelderkamer met den leeghen bauw ende den cruijthof met het driesken daar tegenover, palende aan kavel A op het middelste(?) gebont van het bakhuis zo voorschreven is. Met de erven achter de kamer soo verre die hun is.

b.      den halven Heuvel westwaarts.

c.       den halven Achtersten laeckdries, zuidwaarts.

d.      100 gulden kapitaal op panden van Cristina Vervorst.

e.       50 gulden op panden van Aert Reijnders.

f.        50 gulden aan de gemeente van Solder.

Deze kavel is belast met 400 gulden aan de pastoor van Elicom. En met 10 stuivers jaarlijks aan de prelaat van Averbode. Met schatting en 'sheren grondcijns.

De 3de kavel is gekozen door Aert Knaep als vader-momber van zijn zoon Jaspar Knaep:

a.       het veld in Nol Truijens hoff.

b.      he torfbrouck.

c.       De Voorste Laeckdries.

d.      50 gulden op panden van Aert Reijnders.

Deze kavel is belast met 200 gulden Brabants aan de Augustijnen tot Diest. Met 150 gulden Brabants Luiks aan sieur Pelsers tot Beringhen. Met schatting en 'sheren grondcijns.

De 4de kavel is gevallen aan Elisabeth Kenens:

a.       het huisje met de hof tot Veurthen.

b.      De Vreun.

c.       het Hoxelaers brouck.

d.      200 gulden kapitaal op panden van Aert Reijnders.

e.       150 gulden aan de gemeente van Solder.

Deze kavel is belast met 100 gulden aan de Armen tot Hasselt. Met 100 gulden aan jouffr. Verdonck, begijn tot Diest. Met 250 gulden aan de weduwe van Postel. Met 100 gulden aan Henricus Noops.

De kavels A, B en D zullen de 37 ½ gulden kapitaal trekken die buiten deling gebleven zijn, staande op panden van Haub en Nol Moris tot Solder.

Gedaan voor de schepenen H. van der Aa en J. H. Beckers die de tekst geschreven heeft.

Naschrift: facta copia hac 31 octobris 1783 voor Aert Knaep.

 

1757, 30 juni. Folio 75.

Verzoekschrift aan de schepenen van het land Lummen ten Brabants recht, buiten vrijheid, door:

a.       Simon Moons en Matthijs Mentens als mombers van Simon en Matteus Ceijsens, kinderen van wijlen Peeter Ceijsens en en zijn eerste vrouw Elisabeth Moons.

b.      Peeter Rutten als momber van Peeter en Michiel Ceijsens kinderen van wijlen voorschreven Peeter Ceijsens en zijn 2de vrouw Elisabeth Rutten.

Deze 4 kinderen bezitten ¼ deel van de volgende goederen, waarvan de ¾ andere delen toebehoren aan de verdere erfgenamen van Peeter Ceijsens den ouden, Bernaerds zoon, en van Elisabeth Convents.

a.       huis en hof met toebehoren gelegen tot Vuerten onder Coirsel. Palende O. de straat; W. weduwe Jan Vervorst; Z. Valentinus Wouters; N. Willem Jacaerts.

b.      2 halsters zaaiens land, aldaar gelegen. Palende O. Michiel Claes; W. weduwe Jan Vervorst; N. Willem Jacaers.

c.       3 halsters zaaiens land aan de Gijtelinghe. Palende O. Henrick Slegers; W. Ambroos van Erppekom; Z. Wauter Swerdts; N. de heer Heeusch.

d.      den Diepen bempdt, palende O. Matthijs Bleux; W. de weduwe Peeters Geerts; Z. Jan Eikmans en N. Jan van den Bergh

e.       het bempdeken palende O. Matthijs Mintens; W. Peeter Schroijen; Z. Wauter Swerdts; N. wed. Jan Claes.

Deze goederen zijn ondeelbaar niet alleen uijt den natuere als niet gevoeghelyck in vier partagien gesteldt connende worden. En voornamelijk ondeelbaar omwille van de zware lasten, gespecificeerd in de deling van de notaris P. Convents, aangegaan 22 oktober 1722 waer mede deselve aan de voorschreven Bernaerdt Ceijsens zijn toegeschreven. De erfgenamen willen uit gemeenschap treden. Maar de verkoop kan, omwille van de minderjarge kinderen niet doorgaan, zonder octrooi van de schepenen.

Publieke verkoop toegestaan op voorwaarde dat de opbrengst boven de lasten, uitgezet wordt ten behoeve van de minderjarigen. De verkoop moet ook geschieden met 3 behoorlijke zitdagen.

 

1722, 22 oktober. Folio 77.

Minnelijke scheiding en deling der kinderen en erfgenamen Vincent Ceijssens x Maria Claes, met name: Peeter Ceijssens en Bernard Ceijssens.

Kavel A is verbleven aan Bernard Ceijssens:

a.       huizinge en hof annex tot Vurthen onder Coorsel. Palende O. de straat; W. Peeter Eijgen; N.Joris Jacars; Z. Joannes Leijssens erfgenamen.

b.      2 halsters land, palende O. en N. den voetpadt; Z. Joris Jacars.

c.       het Geijtelingh velt, palende W. Elisabeth Conincx; O. Aert Stevens.

d.      perceel broek, t'Waterbroeck genaamd. Westwaarts.Palende O. hun eigen erf; W. Henrick Huveneers.

e.       het bempdeken westwaarts palende O.hun eigen erf en W. Peeter Scroeijen.

f.        het Silleken tot Hoxelaer, palende O. Hendrick Lemmens en W. Henrick Huveneers.

g.       de Lindenhoff tot Huesden, oostwaarts, zoals dat met kuilen is afgebakend. Palende W. kavel B; O. Jan Hotelmans erfgenamen.

h.       een plek land zuidwaarts aan de Heijde tot Heusden gelegen, zoals het afgepaald is met kuilen. Palende O. Dilia Claes; W. Jeuris Spieringhs.

Deze kavel is belast met 1100 gulden Brabants Luiks, te weten:

a.       700 aan Ruth Tielens.

b.      200 gulden insgelijks tot Exel aan Peeter Rutten erfgenamen.

c.       200 gulden Brabants Luiks aan de kerk of H. Geest van Coorsel.

d.      aan de Geest tot Beringen met 36 stuivers jaarlijks.

e.       aan de H. Geest tot Coorsel met 1 gulden jaarlijks.

f.        's heren grondcijns en met 2 gulden negen stuijvers in iederen brief van achthonderd tot Coorsel en tot Heusden soo ver op uijtgaet.

Kavel B is met goed accoord verbleven en aangenomen door Peeter Ceijssens:

a.       die Groote hoef aan de Hooghstraet onder Vurthen in Coorsel. Palende O. Paulus Noops; W. Henrick van Postel Huijbrecht Jacobs.

b.      het etbroeck met de daar voor gelegen bos. Palende O. Huijbrecht Muijters; W. Wouter Swerts.

c.       een perceel broek, genaamd t'Waterbroeck, oostwaarts. Palende W. kavel B; O. Henrick Geijbels en Aert Witters.

d.      het bempdeken aan de oostzijde paelende kavel B: westen de erffgenamen Henrick Jans oosten.

e.       hun schanshuijs tot Vurthen.

f.        den Lindenhof tot Heusden westwaarts. Palende W. de straat; O. kavel A. Zonder servituut van weg, dewelke kavel A zal moeten maken.

g.      het veld aan de Heijde tot Heusden, noordwaarts, zoals dat met kuilen is afgebakend. Sullende dese cavele door cavel A ten minsten schaede moeten profiteren den wegh door de suijdsijde.

h.      een kapitaal van 150 gulden Brabants Luiks Augustinus Leten tot Heusden.

i.        een kapitaal van 50 gulden Brabants Luiks met de rente, staande aan Mattheijs den timmerman tot Heusden.

j.        land den Weijgaert op het Steenvelt, palende O. secretaris Wendelen van Solder; W. Renier van der Heijden.

Deze kavel is enkel belast met herencijns en dorpsschatting in iederen brief van 800 gulden Brabants Luiks tot Coorsel 3 gulden 6 stuivers tot Heusden, zo daaraan ervonden wordt.

Alle mogelijke later gevonden profijten zullen ze egalijk delen; lasten samen dragen tot 1723 incluis.

Het land is te aanvaarden half oogst en de graswas te half maart 1723.

Alles gedaan ter goeder trouw te Vurthen onder Coorsel, ten huize van Matthijs Wouters. Getuigen: Matthijs Wouters, Gerard Claes en Peeter Truijens.

Was getekend: J.H. Convents, notaris in Coorsel residerend.

 

1757, 7 oktober. Folio 87.

Voorwaarden waaronder, na bekomen octrooi van 30 juni 1757, met 3 à 4 zitdagen, van 14 dagen tot 14 dagen - de laatste te sluiten met brandende en uitgaande kaars - 3 halsters zaaiens land verkocht wordt, gelegen aan de Gijtelinge. Palende O. Henric Slegers; W. de weduwe Ambroos van Erpecum; Z. Wouter Swerts; N. heer Heus. De verkopers zijn:

a.       Simon Moons en Matthijs Mentens als mombers van Simon en Mattheus Ceijssens, kinderen van wijlen Peeter Ceijssens en zijn 1ste vrouw Elisabet Moons.

b.      Peeter Rutten, momber van Peeter en Michiel Ceijssens, kinderen van wijlen Peeter Ceijssens en zijn 2de vrouw Elisabet Rutten.

c.       Bernardus Ceijssens.

d.      Matthijs Mentens.

e.       Anna Theunis weduwe Vincent Ceijssens.

De verkoop gaat door in de Trompet tot Coorsel. Het erf is belast met 200 gulden kapitaal aan Agnes Rutten weduwe Joris Tielen tot Exel. De koper mag deze rente laten gichten op het genoemde erf en daarvan kopie leveren. Zonder te korten aan de koopsom. Het erf mag aangeslagen worden half oogst e.k. 1758.

De kaarsbranding zal geproclameerd worden door de gerichtsdienaar aen comende sondagh 5 weken en de kaarsbranding te geschieden op 7 oktober 1757. Dan moet de koopsom betaald worden met de kosten: gichtgeld, kaarsbranding, schrijfgeld dezer condities en kopie daarvan; de onkosten van octrooi; roepgeld; godtsgelt aan de kerk van Coorsel, 5 stuivers; lijcoop: een vierdel.

Hogen van 2 gulden; één tot profijt van de verkoper en één tot profijt der afhogers.

Item sullen de vercoopers moghen den coop laeten aen eenen van de hoogers alhoewel hij afgehooght is van eenen anderen ende sal sijn hooge voor goet gehouden woorden sonder eenighe contradictie oft sonder eenighe redenen te moeten allegeren.

De verkopers profiteren alle revenuen en inkomens van het jaar 1757 en de kopers zullen eerst beginnen te trekken het jaar 1758.

Op 25 augustus 1757, nadat op de laatste zondag voordien behoorlijke affictie van billetten gedaan is door 's heren dienaar Thomas Reijmen, wordt de 1ste zitdag gehouden ten huize die Trompet van Maria Aerts weduwe Jan Claes, ten overstaan van schepenen J.H. Beckers en H. Van der Aa.

Michiel Claes biedt 310 gulden, inbegrepen de last van 200 gulden Brabants Luiks. De originele koper heeft zijn koop verbeterd met 30 hogen.

Op 9 september 1757 , nadat op de laatst voorgaande zondag door 's heren dienaar Thomas Reijmen, behoorlijke affictie gedaan is van billetten, wordt de 2de zitdag gehouden ten zelfde huize. Geen hogen.

Op 7 oktober 1757 wordt de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en na uitgang is het perceel verbleven aan de 1ste hoger en obtinent koper.

Dezelfde dag wordt het perceel gegicht. Zie folio 88 verso.

 

Op dezelfde manier wordt door dezelfde personen den Diepenbempt verkocht. Palende O. Matthijs Bleux; W. de weduwe Peeter Geerts; Z. Jan Eckmans; N. Jan van de Bergh. Deze bemd is belast met 300 gulden Brabants Luiks aan Maria Tielen tot Exel. De koper moet deze rente gichten op het pand of afleggen.

Henric Tielemans biedt 525 gulden inbegrepen de last van 300 gulden. Hij verbetert zijn koop met 25 hogen.

Jan Claes hoogt af met 25 hogen. Op 31 augustus hoogt Jan van den Bergh, Jan Claes af met 25 hogen. Op 9 september 1757 hoogt Niclaes Hermans, Jan van den Bergh af met 25 hogen.

Op 22 september 1757 heeft de 3de zitdag plaats. Geen hogen.

Op 7 oktober 1757 heeft de kaarsbanding plaats. Het perceel verblijft aan Niclaes Hermans en wordt hem op dezelfde dag gegicht.

 

Op dezelfde manier verkopen dezelfde personen het Bemdeken, palende O. Matthijs Mentens; W. Peeter Scroijen; Z. Wouter Swerts; N. de weduwe Jan Claes. Op 25 augustus biedt Matthijs Mentens 335 gulden Brabants Luiks en verbetert zijn koop met 20 hogen. Op 9 september verhoogt Mentens zijn koop met 10 hogen. Op de 3de zitdag, 22 september, hoogt Willem Witters, Mathijs Mentens af met 15 hogen.

Tijdens de kaarsbranding op 7 oktober 1757 verbetert Willem Witters zijn koop met 5 hogen. Gegicht op dezelfde dag.

 

Op dezelfde manier verkopen dezelfde personen 2 halsters land, palende O. Michiel Claes; W. de weduwe Joan Vervorst; N. Willem Jacaers. Belast met 2 schellinge 'sjaars aan de H.Geest tot Coorsel.

Tijdens de 1ste zitdag op 25 augustus 1757 biedt Peeter Cops 300 gulden boven de last; hij verbetert zijn koop met 50 hogen. Tijdens de 2de , 3de zitdag en de kaarsbranding gebeurt er niets. Het perceel verblijft derhalve aan de 1ste hoger en obtinent koper en wordt na de kaarsbanding gegicht.

 

1757, 19 oktober. Folio 95.

Voorwaarden waaronder Joan Van meirt (ook Jan Vermeert) met instemming zijner vrouw Anna Catharien Jans 2 halsters zaaiens landt verkoopt tot Stall onder Coorsel. Palende O. Jan Munters; W. de erfgenamen Paulus Lemmens; N. Michiel Claes; Z. de straat.

De koper moet de helft van de koopsom betalen a.s. zondag zijnde de 16 oktober; de andere helft tegen Kerstmis wanneer de gicht zal moeten geschieden, op de eerste genachte na de vakantie van Kerstmis. Het land is te aanvaarden half oogst 1758. De koper profiteert de pacht van dit lopend jaar. De koper behoudt zich het gebruik voor van 2 eikenboompjes.

Onkosten tot kopers last: gicht; schrijfgeld dezer condities met kopie daarvan, 2 gulden; roepgeld; godtgeldt aan de kerk van Coursel, 5 stuivers; lijckoop: 7 gulden, te consumeren ten huize van Jan Munters.

De voorwaarden zijn voorgelezen door notaris J.H. Convents te Coursel residerende. Het volk is bijeengeroepen door gerechtsdienaar Thomas Reijmen.

Joannes Munters heeft 210 gulden Brabants Luiks geboden, waarvoor hem tot Stall onder Coursel, ten zijne kopers woonhuize in de keuken, de palmslag is gegeven. Getuigen: mr. Gaspar Rapers en Joannes Reijnders.

Gegicht op dezelfde dag, 19 oktober.

 

1757, 10 november. Folio 96 v.

Joannes Munters bekent, aangaande voorgaande koop, naderschap aan Henric Tielemans als bloedverwant van Joan van Meirt.

 

1757, 1 december. Folio 103.

Joannes Ceurvels x Catharina Buntens verkopen aan Giliemus Buntens

 1 dagmaal bemd gelegen onder Coursel. Waarvan de verkoper zich de meerrest voorbehoudt. Palende N. Joannes Ceurvels; O. Anthoon Gaethofs; Z. Hendric Troosters; W. burgemeester Put. Verkocht voor 190 gulden Brabants Luiks. Lijckcoop: 9 schellingen. Godtspenink: 1 stuiver.

 

1757, …………… Folio 111.

Verzoekschrift van Peeter Deckers en Marten Martens als mombers van de kinderen van Aert Deckers en Helena Bielen, beiden zaliger. Dit echtpaar verwierf staande huwelijk een huis en een plek land te Vurten onder Coursel, zijnde Brabants goed. Ze laten drie kinderen na, waarvan de oudste omtrent 10 jaren en het jongste 5 jaren. Het voornoemde huis heeft grote reparatie nodig aan daken, wanden, plaien, enz. Het land, dat jaarlijks ten hoogste 6 halsters koren opbrengt, is niet in staat het huis te onderhouden.

Om de kinderen op te trekken is er alleen het huis en dat land. Die zijn ondeelbaar en belast met 350 gulden kapitaal. De mombers zouden, om die kinderen op te trekken, huis en grond willen verkopen. Ze vragen aan de schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, de toelating om dat te mogen doen.

 

1757, 15 december. Folio 111 v.

De schepenen verlenen de toelating tot verkoop, nadat ze het advies hadden ingewonnen van de mombers en de naaste familieleden van de kinderen. Het geld moet aangewend worden tot onderhoud en profijt van de kinderen.

Actum, present: Baerts, Aerts, Smets et Jacobs, schepenen.

Dezelfde dag hebben de 2 in vorige akte genoemde mombers, de eed afgelegd.

 

1757, 29 november. Folio 113.

Akte van notaris Dion. De Winge, Hasselt.

Hubertus Jans van Coursel leent 500 gulden Brabants Luiks à 4% van de paters Augustijnen van Hasselt, vertegenwoordigd door paters Augustinus Craijebeckx, Joannes Matthijs en Augustinus Van der aa, respectivelijk prior, sub-prior en deputati. Pand:

1.      zijn huis en hof onder Coursel, 2 halsters zaaiens groot. Palende O., Z. en N. de straat. W. Antoen van Herck. Belast met 1 vat koren aan de Armen aldaar.

2.      2 dagmaal broek nu bampt, genaamd Heycken brouck. Palende W. Jan Baptist van de Wijer; O. Brigitta van Postel en Ardt Beckers; N. Thomas Geers; Z. Joseph van Hamelen en Jan Beckers.

3.      50 gulden kapitaal op panden van Sebastiaen Jans.

4.      Verder generalijk en aque principalijk op al zijn verdere goederen.

Joannes Comans, schoonvader van Hubertus Jans, blijft borg.

Gedaan binnen Hasselt in het klooster van de paters. Getuigen: Lambertus Timmermans en Franciscus Corbe.

 

1757, 15 december. Folio 114 v.

Hubertus Jans van Coorsel laat voorstaande akte registreren.

Solvit Hubert Jans voor vacatie, beschrijven en copie deses: 2 gulden thien stuivers. D. de Winghe.

 

1757, 28 maart. Folio 117.

Akte van notaris Corn. Baerts, Lummen.

Joannes Bloemen, inwoner van Wijeschaven (Wijshagen), verkoopt aan Lowies Gijbels al de rechten die hij verkregen heeft van zijn ongehuwde zuster Marie Bloemen, zoals die beschreven staan in een akte van notaris Franciscus Grauls binnen Bree. Betreft zekere goederen bezeten door Peeter Hendrix, inwoner van Tervaint, onder Tervaint onder Beringen. Genaamd den Trimpart onder Haexelaer. Met alle goederen daarbij annex, afgekomen van Haubrecht Jacobs. Alle rechten verkocht voor 32 gulden. Onder obligatie nochtans expresse conditie, in cas mis viele in de dispute, alsdat Lowies Gijbels niet aen Jan Bloemen sal moeten geven, ten sij dat eerst Peeter Henrics sal verwonnen hebben, ende het drisken gelegen wijerken ende loopt aen het wijerken in loopt reg. Oost Jan Bloemen dries, s'heerenstraet noorden, gelegen zuijden het Wijerken. Ende dit deel sal blijven voor Jan Blomen. Ende de hage rontsomme het Wijerken moet blijven met het Wijerken voor Ludovicus Gijbels.

In geval er nog enige goederen onder Coirsel liggen, zullen de twee samen moeten disputeren ende dat Jan Blomen ende de selve Lowies Gijbels met consorten sullen moeten samen genieten. Ende de profijten van verloop der goederen sal Marie Bloemen haer part moeten genieten t'gene tot datum deses verloopen is. Ende Jan Bloemen sal voor hem ende sijne suster vrij sijn van oncosten. Aldus geschiet op dato voorschreven tot Reckhoven ten huijse van Jan Engelen. Getuigen: Michiel Aerts en Aert van Dasel.

 

Dato eodem verscheen Jan Engelen vrauwe Marie Gijbels declarende mede te instaan met laste van haeren man Jan Engelen absent met Lowies Gijbels in alle effecten ende disputen deses aengaende voor alle hoven ende rechten alwaer sullen beroepen woorden onder conditie, reserve ende voorts alle naer stiel. Want eenige lasten daer aen bevonden worden, soo sullen Lowies ende Jan Bloemen samen moeten dragen naer proportie. Lijfcoop: 1 gulden. Godtsgelt: 1 oort. Concordat cum suo originali. Quod attestor: C. Baerts, notarius publicus

 

1757, 15 december. Folio 118.

Louys Gijbel laat voorgaande akte registreren.

Thomas Rijmen, 's heren dienaar, relateert de kerkegeboden gedaan te hebben over het voorschreven akte.

Actum: 26 anni 1758.

 

1757, 15 december. Folio 119.

Opdracht van onroerende goed, na publieke verkoop op verzoek van Henric Van bilsen, verbleven aan Joan Van meirt. Gegevens:

1.      huis en hof gelegen tot Coorsel in de Postelmanshoec. Palende O. Servaes Vaes; W. de straat; Z. Peeter Convents en Joan Beckers en N. Joan Hermans. Belast met 300 gulden Brabants Luiks: waarvan 100 gulden Brabants Luiks aan schepen Joan Reijnders en 200 aan Henric Huijbrechts.

2.      land genaamd de Nieuw houve, palende O. Z. en W. 's heren aert en N. Francis Lekens. Belast met 50 gulden Brabants Luiks ten profijte van Henric Huijbrechts.

3.      Huis, cruijthof en dries aan te slaan half maart 1758. Het land te half oogst 1758. Ieder hoge 2 gulden, naar oud gebruik te delen tussen koper en verkoper, half en half.

4.      Deze erven zullen hun behoorlijke kerkgeboden hebben van 14 tot driemaal 14 dagen en na de laatste publikatie zal geproclameert woorden de kersbrandinge op welcken daghe die kerse wettelijck gebannen sijnde sal uijtgaen, sal dese erffven obtineren .

5.      De kopers moeten van ieder perceel 5 gulden spelgeldt geven aan verkopers huisvrouw.

6.      Onkosten die de koop enigszins aangaan zijn voor de koper: roepgeld, schrijfgeld, godtsgelt 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. Lijcoop: ieder perceel een half ton bier te verteren in het huis van Jan Gijbels.

7.      Op dag van de goedenisse moeten de kopers van ieder perceel 50 gulden betalen; voor de rest krijgen ze termijn van 6 jaren mits 2 ½ % 'sjaars.

8.      De koijtrogh, kraen, het berdt op den solder en drij schelff houter op den schelff boven de stall blijven in het huis.

1ste zitdag is ten huize van Jan Gijbels in de keuken. Getuigen bij het voorlezen van de voorwaarden: Jan Gijbels en Thomas Reijmen. Was getekend: J.H. Beckers, schepen.

Joan van Meirt biedt voor het geheel 475 gulden boven de last. Hij krijgt de palmslag en verbetert zijn koop met 30 hogen.

2de zitdag op 17 november 1757. Geen hogen.

3de zitdag op 1 december 1757. Geen hogen. Die toestand blijft na kaarsbranding ongewijzigd. De goederen worden op dezelfde dag gegicht en gegoed.

 

1757, 24 maart. Folio 121.

Kopie.

Voor schepenen van Luijxgestel verkopen Jan Wouters en Lambert Wouters, mede voor hun consorten, aan Peeter Nulens van Lilo onder Houthaelen: een kapitaal van 100 gulden Luiks met de verlopen intrest, geaffecteerd op de Vurstense molen onder Coursel. Verkocht voor een gelijke som.

Was getekend: Arnoldus Damen, schepen en plaatsvervangend secretaris.

Joannes Nuelens laat deze akte registreren op 20 december 1757. folio 121.

 

1758, 13 januari. Folio 127.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Peeter Wouters met instemming van zijn vrouw Susanne Tijsmans aan Daniel Slangen een bempt genaamd den Ceuleman op de Dunge gelegen. Palende O. Antoon Slangen; W. Jan Beckers; Z. het clooster Sichem en N. de Alde beeck. Verkocht voor 388 ½ gulden. Lijcoop: ½ ton bier. Godtspenninc: 2 oorden.

 

1758, 20 januari. Folio 127.

Voor schepenen als voor verkopen Jan Daniels, Aert Cornelis en Michiel Cauwberghs aan Antoon Ceijssens een bempt genaamd den Steenhoven. Palende O. en N. de gemeijn heyde; W. Peeter Dries; N. de Winterbeeck. Verkocht voor 350 gulden Brabants Luiks. Lijcoop: 2 tonnen bier. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorsel.

 

1758, 25 januari. Folio 127.

Voor schepenen als voor verkoopt Jacobus Witters met instemming van zijn vrouw Marie Ceijssens aan Dijmphna Van der heijden, een land tot Veurthen aan den eerdenwegh gelegen. Palende O. den Eerdewegh; W. de weduwe Wilm Noops; Z. de weduwe Jan Vervorst; N. Henric Peeters. Verkocht voor 200 gulden. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1758, 20 februari. Folio 127 v.

Voor schepenen als voor leent Niclaes Hermans van Maria Tielen 300 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: een bempt genaamd den Diepenbempt tot Veurthen gelegen. Palende O. Matthijs Bleux; W. de weduwe Peeter Geerts; Z. de Winterbeeck en N. de Alde beeck.

 

1758, 20 februari. Folio 127 v.

Voor schepenen als voor kwijt Ruth Tielen de panden van Michiel Claes van 200 gulden kapitaal en vervallen intrest.

 

1758, 27 januari. Folio 132.

Voorwaarden waaronder Peeter Deckers en Martinus Martens als mombers van de nagelaten kinderen van Aert Deckers en Helena Bielen zullen verkopen:

1.      een huis gelegen tot Veurthen onder Coursel. Palende O. en Z. Marten Cuijpers; W. en N. de straat.

2.      land tot Veurthen. Palende O. en N. Marten Cuijpers; Z. de weduwe Jan Claes; W. de straat.
Belast met 350 gulden Brabants Luiks: 100 aan Henrick Huijbrechts; 100 aan Peeter van Eertwegh; 150 aan notaris Joannes Neulens.

Het huis is onmiddellijk na de kaarsbranding te aanvaarden; het land half oogst 1758.

Deze koop en de kaarsbranding zal geproclameerd worden door de gerechtsdienaar aenkomende sondagh en drij weken. Ende den eersten genachtendaghe daerop volgend sal die kersse daer over ontsteken worden.

Onmiddellijk na het uitgaan der kaarsen zal de gicht gebeuren. Dan moet de totale koopsom betaald worden; de kosten van octrooi, bedragende 6 gulden; alle hogen; alle onkosten: gichtgeld, kaarsbranding, roepgeld, godtsgelt, 5 stuivers aan de kerk tot Coorsel; lycoop: 1 ½ ton bier.

De intrest van 200 gulden die a.s. half maart vervalt zal betaald worden door de verkopers. De intrest van 150 gulden, vervallend e.k. Allerheiligen is tot last van de koper. De verkopers reserveren zich de huur van de schuur voor dit lopend jaar

De voorwaarden zijn voorgelezen ten huize van Maria Aerts de weduwe Jan Claes tot Veurten. Getuigen: H. Beckers en H. van Aa, schepenen der Brabantse justitie buiten vrijheid.

Op 29 december 1757 biedt P. van den Eerdenwegh 250 gulden Brabants Luiks boven alle lasten en hij verkrijgt de palmslag. Onmiddellijk verbetert de originele koper zijn bod met 30 hogen.

Op 13 januari 1758 - nadat de laatste zondag behoorlijke affictie van billetten gedaan is door 's heren dienaar Thomas Reijmen - wordt de 2de zitdag gehouden. De originele koper, Peter van den Eerdenwegh, verbetert zijn koop met 20 hogen.

Op 9 februari 1758 heeft de kaarsbranding plaats. Vanden eerdenwegh is koper gebleven voor 250 gulden en 50 hogen.

Er volgen een aantal lege bladzijden.

 

1758, 2 februari. Folio 139 v.

Ontlastbrief van Thomas Hesbeens.

Wij ondergeschreven schepenen der justitie en dorpe van Velm verclaeren en certificeren als dat Thomas Hesbeens, sone van Benedictus Hesbeens en Anna Minten, en Ida Ulens sijne huijsvrauwe, dochter van Petrus Ulens en Margo vander Steenen sijn gebortigh tot Velm. Diensvolgens ontlasten wij hunlieden met hunne kinderen tusschen hun beijde verweckt en nogh te verwecken van den heilige geest waer sij sijn woonende oft voorders woonen sullen.

Actum Velm desen 2 february 1758. Ende was onderteeckent Egidius Smors, president-schepen in Velm. Joris Cartuijvels, schepene eiusdem.

 

1758, 25 februari. Folio 143.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht legt Joan Huijbrechts de eed af als momber voor Marie Hijbrechts, kind van Aert Huijbrechts.

 

1758, 5 maart. Folio 143.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Thomas Geerts van Henricus Noops 150 gulden Brabants Luiks à 5 %. Pand: land genaamd het Block. Palende O. de Roskamp; W. de erfgenamen van hr. Beckers; Z. de straat; N. Willem Vijvekens en Mattheus Lemmens.

 

1758, 29 maart. Folio 143.

Voor schepenen als voor kwijt Margo van Herck weduwe Henri Huijbrechts de panden van Joan van Meirt van 250 gulden Brabants Luiks.

 

1758, 1 april. Folio 143.

Voor schepenen als voor kwijt Catharina Huveneers weduwe Peeter Geerts de panden van Antoon van Herck van 100 gulden kapitaal.

 

1758, .. april. Folio 143 v.

Voor schepenen als voor verkopen de burgemeesters van Coorsel aan Geert Geerts een perceel heide op de Scrickheyde, palende O., W. en N. die gemijn Scrickheijde; Z. Geert van Lauw. Voor 7 stuivers 2 oord in iedere schatcedule aan de burgemeesters van Coorsel en 1 stuiver cijns aan hare majesteit.

 

1758, 15 april. Folio 143 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Simon Truijens aan Maria Aerts een bosje gelegen tot Veurthen. Palende O. en N. de aankoopster; W. Wouter Swerts; Z. die schanse. Voor 16 pattacons, 2 zakken koren en 2 boompjes.

Lijcoop: een vierdel bier. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorsel.

 

1758, 17 april. Folio 146.

Henricus Beckers als man-momber Helena Lekens, mede voor zijn afwezige zwager Jan Lambrechts als man-momber Maria Lekens, laten publiekelijk verkopen ten huize van Matthues Lemmens: een land omtrent de Langhvinne gelegen. Palende O. de erfgenamen Peter Eygen; W. Mighiel Meijen; N. schepen Jan Reijnders; Z. de straat. Belast met 200 gulden aan Matthues Lemmens en met 3 ½ gulden jaarlijks aan de donderdaghsche misse alhier tot Coursel.

De koper zal het land met de vuele aanslaan, half oogst 1758. De rente aan Lemmens zal hij moeten betalen vanaf sinksen 1759. De 3 ½ gulden 'sjaars moet hij betalen vanaf St. Jozef 1759.

De koper moet 5 gulden geven tot een kermis aan verkopers. Lijcoop: ½ ton bier te consumeren ten huize van Matthues Lemmens. Voor roep- en schrijfgeld samen moet de koper 2 gulden geven. Aan de kerk: 1 stuiver. Godtsgelt: 1 stuiver. De koper moet de totale koopsom betalen binnen de tijd van 6 weken na datum der eerste publicatie. Het erf zal door de gerechtsdienaar opgeroepen worden en met eenmaal, andermaal, derdemaal aan de meestbiedende worden toegeslagen, indien het tot zijn valuer of intentie van de verkopers komt.

Aldus voorgelezen ten huize van Matthues Lemmens tot Coursel, op 4 april 1758. Getuigen: Gaspar van Bilsen en Gaspar Smeedts. Quod attestor: J. Nulens, notaris. Na oproep door gerechtsdienaar Thomas Reijmen biedt Jan Comans 18 gulden boven de lasten. Hij krijgt de palmslag in presentie van Henrick Briers en Peeter Dries.

Quod attestor: J. Nulens, notaris.

Het perceel wordt op 17 april 1758 gegicht ten voordele van Jan Comans. Folio 147.

 

1758, 5 mei. Folio 150.

Mathijs Bleux presteert in handen van meier Vaes de eed als momber van de kinderen van wijlen Wauter Bleux en Maria Reynders, nog in leven.

 

1758, 24 mei. Folio 151.

Martinus Cuijpers laat via notaris J. Nulens publiek verkopen: een perceel broek tot Vurten onder Coursel gelegen. Palende O. Henrick Lekens; W. Matthijs Bleux; Z. weduwe Jan Claes; N. Jan Ickmans. Belast met 100 gulden aan de weduwe Wouter Ceijsens. Het broek is half maart laatstleden door een huurder aangeslagen en de koper zal daarom 8 gulden trekken. Lijcoop: een vierdel bier. Godtsgelt aan de kerk alhier: 1 stuiver.

De condities zijn op 20 april 1758 voorgelezen ten huize die Trompet van de weduwe Jan Claes te Vurten onder Coursel. Getuigen: Joannes Swerts en Peeter Cops. Henrick Lekens biedt op deze dag 200 gulden, krijgt de palmslag in bijzijn van de getuigen Henrick Slegers en Jan Maes. Hij verbetert zijn koop met 15 hogen.

Kaarsbranding gebeurde voor schepenen Beckers en Vander Aa, op 24 mei 1758. Het perceel is verbleven aan de eerste hoger en wordt dezelfde dag gegicht.

Op dezelfde wijze en dezelfde tijd verkoopt Martinus Cuijpers aan Adriaen Peeten een perceel broek tot Vurten onder Coursel. Palende O. Paulus Zeuws; W., Z. en N. de weduwe Peeter Geerts. Belast met 100 gulden aan meester Joannes Henricus Convents. De koper zal van het perceel 6 gulden trekken van de huurder. Peeten kreeg de palmslag voor 160 gulden boven de last. Hij verbetert zijn koop met 20 hogen. Gegicht op de 24ste mei ten behoeve van Catharina Huveneers de schoonmoeder van Adriaen Peeten.

Op dezelfde wijze wordt door Martinus Cuijpers verkocht:

1.      een huis en hof, gelegen tot Vurten onder Coursel. Palende O. Dimphena Van der heijen; W. en Z. Peeter van Eertwegh en N. de straat.

2.      land genaamd de Langhvore ook tot Vurten gelegen. Palende O. Dimphena Vander heijen; Z. en N. Peeter van Eerdtwegh en W. de straat. Belast met 22 stuivers 2 oorden jaarlijks aan de H. Geest van Coursel; met 300 gulden aan Adriaen Willems.

Omdat huis en hof half maart door de huurman is aangeslagen - uitgezonderd 5 bedden land achter de warmoeshof - zal de koper 8 gulden trekken. Voor de Langhvoere zal hij 8 halsters koren trekken.

De verkoper reserveert zich het ledikant en tenneberden die nog in het huis zijn. Alsmede een binnendeur die de huurman in het huis bezorgd heeft.

Dimphena Vander heijen biedt voor perceel 1 en 2: 280 gulden Brabants Luiks. Krijgt de palmslag voor de getuigen Peeter Cops en Joannes Swerts. En verbetert haar koop met 30 hogen.

Op 6 mei hoogt Peeter van Eerdtwegh met 25 hogen ten notaris woonhuize. Getuigen: Peeter Nulens en Henricus Wari. Op 24 mei 1758 heeft de kaarsbranding niets veranderd. Dezelfde dag gegicht.

 

1758, 2 juni. Folio 167.

Peeter Put bekent naderschap aan Peeter Bleux voor diens 4 maanden oude dochter Maria Catharina Bleux, aangaande land en aangelegen dries tot Stal onder Coorsel. Palende O. Wauter Bleucx; W. Jan Munters; N. de gemijn heijde; Z. de straat. De eerste gicht voor deze schepenen dateert van 31 mei 1757. Gedaan voor schepenen Smets en Aerts. Deze afstand en retrocessie is gedaan ten overstaan en in bijwezen van Mattijs Bleux den welcken alsoo over het voorschreven landt ende dries tegens N. Put vernaerdering hadde bij gelijt als momboir over de minderjaerige kinderen van Wauter Bleucx ende Maria Rijnders, verclaert oock van allen recht het welck sijne minderjaerige daer mede hadden vercregen, ten behoeve vant voorschreven minderjaerigh dochterken af te stappen ende afstandt te doen.

 

1758, 20 november. Folio 191.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Francis Schoups aan zijn zoon Joannes Schoups een bemd int Oversel gelegen. Palende O. Theunis Geerts en Joan Claes; W. Peeter Vaes; Z. 's heren aert; N. Henric Wouters. Verkocht voor 800 gulden Brabants Luiks.

 

1758, 25 november. Folio 191.

Voor schepenen als voor leent het echtpaar Joannes Lemmens en Maria Claes 250 gulden Brabants Luiks à 4 %. Van E.H. Stephanus Tits, pastoor van het begijnhof van Hasselt. Pand:

1.      zijn huis en hof tot Coorsel op de Winninghe. Palende O. en N. 's heren aert; W. de wederhelft.

2.      plek land genaamd den Keneman, palende W. Peeter Put; Z. de erfgenamen Andries Stockmans en N. 's heren aert.

3.      perceel in de Cael radt, palende O. Willem Jacaers; W. de wederhelft; N. de Hommelheijde.

4.      nog een perceel in de Cael radt. Palende O., Z. en N . de weduwe Jan Henrix; W. de Hommelheijde.

5.      een broek onder Heusden. Palende O. Jan Dirix; W. de weduwe Jan Henrix; N. en Z. de beek.

 

                                                                                                          Hasselt, 31 mei 2002