RAH Schepenbank Lummen nr. 62

1728 – 1741

                Gichten binnen vrijheid

 

Extract uit de samenvatting in handschrift door wijlen Mathieu Vandenbosch

 

1730, 19 januari. Folio 36r

Maria Helena Schepers wed. Petrus Lambertus Vandenbosch, gevolmachtigd door Egidius Doyen, medicinae doctor, gehuwd met haar dochter Isabella Vandenbosch (volmacht, Maestricht d.d. 22.12.1729, notaris Ludov. Bustin) verkoopt aan Paulus Vandermaesen sr. land “de Stevenman” op ’t Oostereynde, in huur bij Jan Rapers. Palend W. straat, O. erfgenamen van Jan van Bungen, N. Andries Bervoedts, Z. Peeter van Singel. Voor 75 gulden BBL, boven de herengrondcijns van 8 vaten even en 1,5 vat koren en 8 penningen aan de keizerlijke en koninklijke majesteit. Goidtspenninck 5 stuivers.

 

1733, 25 juni. Folio 76v

Gisbertus Lambrechts, koopman van Hasselt, laat akte registreren van notaris H. van Muijsen van Hasselt d.d. 5 september 1730. Inhoud: Lambrecht verhuurt aan Henricus Michiels x Aldegondis Remits voor 6 jaar, te beginnen half maart, huis, stallingen, paenhuys, 2 boomgaarden “oock d’ Alde Luyckscher baene” met de moeshof. Samen ongeveer 6 bunder. Gelegen op de Luycker Steenweg te Hasselt. Het 1e jaar 35 pattacons, 2e en 3e jaar 45 pattacons; de 3 volgende jaren 50 pattacons ’s jaars. Schatting tot last van verhuurder. Op te zeggen na 3 jaar. De helft van het fruit is voor verhuurder. Huurder moet hagen en grachten wel onderhouden alsook de jonge bomen. Verhuurder moet ’t hout leveren om de jonge hagen te binden en te leiden en een werkman betalen om dat werk te doen. De huurder moet jaarlijks 16 karren mest, met 2 paarden, op de boomgaarden voeren. De huurder geniet de houtwas, herstelsgewijs. Gedaan ten huize van de verhuurder, in de Nieuwstraat, Hasselt. Getuigen: Cornelia Maurissen, Jeroen Bovie.

 

1734, 26 januari. Folio 82r

Joannes Jans, getrouwd met Geertruyt Hillen, en Jacobus Hillen zijn kinderen van Jan Hillen x Maria Vaesen, wonend binnen Hasselt. Ze ontvingen van Jan Moons en Peeter Claes als moderne borgemeesters van Lummen 1100 gulden BBL. Eertijds door de gemeente geleend van Christiaen Optbrouck van Kleynen Breugel en daarna overgezet aan Jan Vaesen, moederlijke oom van de comparanten.

 

1734, 01 april. Folio 85v

Elisabeth Hasen legt 50 gulden BBL af aan pastoor Joannes Wilsens van Viversel, voor wie koster Cornelis Baerts van Viversel present is. Dionisius Hazen, vader van Elisabeth, had die geleend op 17.05.1685 van Elisabeth Ivens. Die Ivens had die gelegateerd voor 2 jaarlijkse zingende missen in de kerk van Viversel. De pastoor had daarvan 2 gulden, de koster 1 gulden jaarlijks. Waren gevestigd op perceel hofland in Westerhoven.

 

1735, 21 maart. Folio 96r

Niclaes Luyten van Schuelen gaat tocht uit van ½ hofland binnen Vrijheid. Het geheel paalt O. straat, W. erfgen. Cecilia Vandelaer, Z. wed. adv. Neven, N. Marcus Huskin. Tot behoef van zijn kinderen, nl. Jan Andries Luyten, Christoffel Luyten, Marie Geertruydt Luyten. Die lenen daarop van meier de Borman 200 gulden aan 4,5%. Daarna wordt Niclaes Luyten in zijn tocht hersteld.

 

1735, oktober. Folio 103r

Testament van Ida Maghdalena Morren, dochter van wijlen Jan Morren, verver in de stad van Per, en van Joanna Catharina Clencleer d.d. 24.09.1725. De ouders waren inwoners van Per; zij werd er geboren maar woont nu in de stad Guadalaxara in Spagnie, aartsbisdom Toledo. Ze is de wettige vrouw van Jan Hoelen, die net als zij ziek te bed is van de lichamelijke ziekte. Ze wil dat haar stoffelijk overschot in een witte rolle gewikkeld wordt en begraven in de parochiale kerk van St.-Gillis in deze stad, tegen de betaling van de gewoonlijke aalmoes. Graf aan te wijzen door executeur van het testament. Het kruis en 3 priesters van de kerk moeten haar lichaam vergezellen. Op de dag van de begrafenis moet een requiemmis gezongen worden met virgiliën. Er moeten 25 leesmissen gedaan worden voor haar ziel, waar het de executeur goeddunken zal, en 3 leesmissen voor de zielen van het vagevuur en 2 missen die ze beloofd heeft aan St.-Antonius van Padua. Ze laat aan de gedwongen legaten hetgeen gewoonlijk is als men het zal komen halen of als men het zal zenden, volgens het gebruik van dit land, omdat dit alzo haar wil is. Haar ouders zijn gestorven in het land van Luyck in het aartsbisdom van Colen en alle onroerende goederen die ze daarvan erfde vermaakt ze aan haar man Jan Hoelen. Ze had met Jan Hoelen twee dochters: 1) Joanna Catharina gehuwd met Herman Arents, nu inwoner van deze stad; 2) Maria Catharina, de jongste, die krijgt 1 paar gouden oorringen, 2 gouden ringen en 1 paar zilveren gespen (na moeders dood). Tot voltrekking van dit testament en uitvoerder ervan benoemt ze haar man Jan Hoelen. Wat over blijft, is voor haar man, als universele erfgenaam. Ze herroept alle eerder gemaakte testamenten. Getuigen: Alphonsus Gonzales; Franciscus de Bados, pastoor van de parochie St.-Gilis in deze stad Guadalaxara; Joseph de Belmonte; dominus Bernaert Calvo en dominus Narcissus mēz de la Torne, inwoners van deze stad. Testatrice kon niet tekenen. Notaris heet Franciscus Vincente Mēz de la Torne, van Guadalaxara in Castillië, die op 06.04.1727 bevestigt het testament destijds gemaakt te hebben. Dan wordt de echtheid van het ambt van die notaris bevestigd in een akte, getekend “Franco Clavero” en “Manuel de Belena”. Voor echtheid van vertaling Spaans-Nederlands tekent J. C. Coenders, notaris. Op 21.03.1735 bevestigen burgemeester en schepenen van Brussele dat Jacobus Carolus Coenders een wettig notaris is. W.g. H. D. van Deen, secretaris.

 

1736, 18 januari. Folio 112r

Maria Hilen wed. Dirick Eycken met Peeter Crox als momber van de kinderen van wijlen Dirick Eycken x Marie Hilen (akte van momberschap, justitie Peer, 16.01.1736, getekend Jaco Morren, secr.) ontvingen van Michiel Helven, Claes Libens, Jan Fredrix en Francis Claes, als moderne burgemeesters van Lummen, 1400 gulden BBL als delging van een kapitaal van 1400 gulden, dat de gemeente leende van Jan Hilen op 19.05.1664. Aan ’t einde van de akte wordt Maria Hilen, Maria Gielen genoemd.

 

1736, 04 mei. Folio 121r

Dirick Didden van Kleynen Bruegel laat een akte registreren van notaris Morren, Peer, d.d. 22.03.1736. Inhoud: Jacob Theunissen van Caulille verkoopt aan Dirick Vliegen alias Didden van Cleynen Breugel een obligatie van 700 gulden BBL op de gemeente Lummen, gezet door Christiaen Aengebrouck van Cleijnen Breugel. Gedaan te Peer, ten huize van Jacobus Morren, secretaris der stad en justitie van Peer. Getuigen: Jacobus Morren en Anna Fiemen. Deze 700 gulden komen uit een kapitaal van 2200 gulden BBL d.d. 13.01.1668.

 

1737, 31 oktober. Folio 128v

Secret. Timmermans laat akte registreren van notaris R. A. Jadin, Hasselt, d.d. 15.03.1735. Inhoud: Florentius Malsen, scholtis justitie Solder, leende van de notaris Jadin, als rentmeester van de stichting van E.H. Arnoldus Eijben in leven kanunnik en tresorier van de kathedrale kerk van O.-L.-Vrouw in Antwerpen, 500 gulden BBL aan 4%. Pand: een maybampt “den Grooten Ketel” onder Solder, ongeveer 6 bunders, O. Peeter Clijs nu Guilliam Timsvelt, W. Mr. Joannes Nijs, Z. het Kerckkenbreeck, N. die Winterbeeck, onbelast en exempt van schatting. Alleen belast met hooitienden. Door Malsen gekocht op 27.01.1728 van heer Ferdinand Gelou de Lens, marquis de Liques, baron de Boninge, voor 1100 gulden. Gedaan te Hasselt, ten huize van baron de Geloes in de keuken. Getuigen: Marie van Elsrack en Lambert Paul.

 

1737, 15 juni. Folio 130v

Helena Vermijlen, vrouw van Florentius de Malsen, stemt in met de lening door haar man opgenomen, zie vorige akte. Gedaan te Solder ten overstaan van de notaris in het huis van haar man, scholtis te Solder, en in zijn aanwezigheid. Getuigen: E.H. Joannes Dreughmans, priester, en Erasmus Gilis.

 

 

1737, 03 december. Folio 135r

Joannes Ludovicus Hoelen van Antwerpen, geassisteerd door zijn vader Ludovicus Hoelen van Turnhout, ontving 100 pattacons van meier N. J. de Borman. Was gehypothekeerd gebleven op huis, hof, appenditie binnen Vrijheid, zie gicht van 11.12.1727. De comparanten ontvingen ook de intrest. Opdat de ooms en broers van de comparanten hierop geen pretentie zouden doen gelden, waarborgen de comparanten die mogelijke aanspraak met de jaarpacht van de bemd “die Doncken” onder Schuelen. Volgt dan permissie van burgemeesters en schepenen van Lier.

Voor financieel expert.

Joannes Ludovicus Hoelen verklaart dat zijn vader Louis Hoelen, omtrent 1724, met octrooi van de souvereine raad van Brabant huis en erven verkocht, gelegen in de Binnen Vrijheid, tot delging der schulden van zijn, Joannes Ludovicus, moeders sterfhuis. Het souverein hof belastte secretaris van Keijssel om de kooppenningen te ontvangen en de schulden daarmee te betalen. de Bormans, secretaris van Lummen, kocht voornoemd huis en erve en hield 100 pattacons in. Veel schulden bleven onbetaald. Op 8 oktober l.l. heeft de Bormans de rente opgezegd aan vader Hoelen en betaalt niet langer intrest. Maar hij zal ’t kapitaal niet aftellen, tenzij Joannes Ludovicus Hoelen voorzien is van permissie van borgemeesters en schepenen van Lier.

Joannes Ludovicus Hoelen is bejaard (= meerderjarig); het is zijn eigen geld, komend uit goederen op hem verstorven. Hij wil daarmee de schulden betalen. 1e apostille: Advies van de vader; vergadering van 15.11.1737, Verreycken. Op 23.11.1737 verklaart de vader dat de bovenstaande gegevens juist zijn; hij staat de tocht af. 2e apostille: in vergadering van 25.11.1737 goedgekeurd.

 

1739, 25 juni. Folio 149r

Petrus Roelants, oud-burgemeester Hasselt, laat akte registreren van not. H. Pijp, Hasselt, d.d. 07.06.1739. Inhoud: Jan Vanderheyden, Renier Vanderheyden en Catharien Vanderheyden, kinderen-erfgenamen van wijlen Jan Vanderheyden x wijlen Maria Van Geel, en in die kwaliteit “quotatieve” erfgenamen of representanten van wijlen E. O. Jacomijns, burgemeester van Hasselt en scholtis van de vrijheid Curingen. Ze waren voor enige jaren in proces, voor officiaal van Luijck en justitie Lummen, tegen de mombers van Elisabeth Fabri, minderjarige dochter van Woltherus Fabri, nu geprofest in het klooster der kanunnikkessen regulieren van het H. Graf te Hasselt – nu tegen Matthijs Thijs en Peeter Vandevenne, haar representanten – en Marten Stappers, namens zijn vrouw Helena Vandevenne, en als koper representerende Aert Le Cocq en Joannes Mellemans, ook pretensieve, quotatieve erfgenamen van wijlen Jacomijns. Het ging over erven en renten in het land van Luik en Brabant door Jacomijns nagelaten. Petrus Roelants heeft in deze zaak reeds veel geld uitgegeven. De comparanten dragen hun actie, recht en gerechtigheid over aan Roelants, die alleen de zaak verder zet. Hij zal later verslag uitbrengen en delen, of bij verlies hun part in de kosten eisen. Gedaan ten huize van de notaris in de Lammerstraet. Getuigen: Lowies Franc. Pijp en Elisabeth Conincx.

 

1739, 25 juni. Folio 150v

Petrus Roelants, oud-burgemeester van Hasselt, laat akte registreren van not. H. Pijp, Hasselt, d.d. 15.06.1739. Inhoud: Mattheys Thijs van Alken, quotatieve, pretense erfgenaam van wijlen E. O. Jacomijn, burgemeester Hasselt en scholtis van de Vrijheid Curingen, voor een deel representerende Elisabeth Fabri, religieuze H. Graf Hasselt, en Peeter Vandevenne ook als mede-erfgenaam, met Marten Stappers van Curingen q.q., hebben gehoord dat de Vanderheydens hun recht in erfenis (zie vorige akte) afstonden aan Petrus Roelants. Zij sluiten met Roelands het volgend akkoord: 1) zij laten Roelants hun recht uit de nalatenschap, inbegrepen erven en renten, hun gelegateerd bij testament van religieuze Elisabeth Fabri; 2) Roelants neemt de kosten die zij gedaan hebben voor zich; 3) en de lasten die op de erfenis liggen. Roelants geniet wel openstaande pachten, land-, bampt- en huishuren tot op heden. 4) Mattheys Thijs hielp voor enkele jaren 1 bunder land verkopen op ’t Muggevelt onder Curingen aan ’t Bonnefantenklooster van Hasselt (not. Joannes Stellingwerff). Voor zijn 1/6 kreeg Thijs 60 gulden; hij brengt die nu in. 5) Roelants zal de vital-rente van 24 gulden betalen aan de religieuze. 6) de comparanten verklaren, zoveel hen aangaat, voldaan te zijn door Roelants aangaande zekere geldsommen. Gedaan ten notarishuize in de Lammerstraet. Getuigen: Matth. Hollanders en Peeter Meijnen van Alcken.

 

1741, 03 februari. Folio 168r

Deze akte is opgesteld in zeer ambtelijke taal: moeilijk te verstaan en moeilijk om samen te vatten.

Martinus Stappers laat akte registreren van notaris J. N. Lieffsoens, Hasselt, d.d. 16.06.1740. Inhoud: Petrus Roelants, oud-burgemeester en koopman van Hasselt, heeft vernieuwd en gereïtereerd de opdracht van goederen als hij, Roelants, voor schepenen van Curingen, bij vernadering op 13.06.1740 – alle goederen, erven en renten in het land van Lummen of elders volgens akte van not. H. Pijp d.d. 15.06.1739; schepenen van Lummen 25.06.1739 – verkregen had van Mattheys Thijs en Peeter Vandevenne. Tot behoef van Martinus Stappers en Joannes Mellemans, uit hoofde van hun vrouwen, bloedverwanten van Thijs en Vandenvinne. Voor 375 gulden 6 stuivers 2 oord. Dit is het bedrag dat Roelants ontbeursd had. Gedaan ten huize “den Wan” van Roelants, in de Hoogstraet van Hasselt. Getuigen: Philippus van Kerckhoven, Philippus Roelants.