RAH Schepenbank Lummen nr. 121

1763 – 1768

Gichten Brabants recht buiten vrijheid

 

Samenvatting door Mathieu Vandenbosch

 

1763, 14 april. Folio 7.

Registratie van een publieke verkoop.

Getrudis Ceunen weduwe Andreas Vaes, stelt na voorgaande kerkegebod, publiek te koop:

huis en hof in de Postelmans hoeck te Coursel. Palende O. Jacob Vaes; W. de straat; Z. Peeter Francis Convens en Jan Beckers; N. Jan Hermans.

Zij heeft het verkegen volgens testament van haar man.

Los en vrij van alle lasten, behalve schatting en cijns.

Voorwaarden:

1.      Huis en hof zullen door de gerichtsdienaar Thomas Reijmen opgeroepen worden en aan de meestbiedende bij één maal, andermaal, derde maal worden toegeslagen, tenzij het niet aan de prijs kwam die de verkoopster er van verwacht.

2.      De eventuele koper mag zijn voorhogen hebben en mag tenminste 5 hogen stellen. Dit geschied zijnde zal eenieder zo veel hogen mogen stellen als het hun believen zal. Ieder hoge 2 gulden Brabants Luiks doende, te verdelen tussen hoger en verkoopster naer ouder usantie.

3.      Voorschreven erve zal door de gerechtsdienaar worden geproclameerd van 14 dagen tot 3 maal 14 dagen. Na effect van dien zal de kaars voor de schepenen, waaronder het goed resorteert, ontstoken worden en op wie de kaars, wettelijk gebannen zijnde, zal uitgaan, zal het huis en hof obtineren.

4.      Bij misverstand tijdens het hogen of uitgaan der kaars zullen de schepenen beslissen. Na hoging door een insolvente, wordt de koop opnieuw opgehangen. Ende de mindergeldinge met prompte en parate executie op den gebreckelijcken moghen verhaelt worden, waer voor den eventuelen coopere se et sua sal moeten verobligeren ter wat plaetse gelegen, alles om bij faut van geene voldoeninge aen voorschreven conditie, den gelimiteerden tydt van voldoeninge geexpireert sijnde, mits voorgaende dagement van drij dagen, te doen en laten condemneeren, welcken sigh alsoo vrijwilligh sal moeten gecondemneert houden, al oft hij met alle rechts middelen, daer toe verwonnen was, wesende de meerdergeldinge tot profeijt van die vercooperse.

5.      Huis en hof is verhuurd voor termijn van 6 jaren, begonnen half maart 1762, op te zeggen na 3 jaren. Dan kan de koper, op dag van gichten, de volle eigendom en de rechten van de verkoopster hebben. De verkoopster reserveert zich enkel de korenpacht, zijnde 7 halsters, te vervallen St. Andries e.k. De huishuur bedraagt 14 gulden jaarlijks. De koper zal die in maart 1764 genieten. De huurder moet op de termijn van 3 jaren een kar walm verdekken, volgens lants costuijme.

6.      De koper moet betalen in zilveren of gouden speciën, op dag van gichten, onmiddellijk na de kaarsbranding. Tot die dag toe zal de verkoopster de cijns bij betalen.

7.      De koper zal een ton bier tot lijcoop geven; drie vierdel nu op de koop en één vierdel op de kaarsbranding. Te verbruiken ten huize van Henrick Tielemans, nadat de palmslag zal vergund zijn. Hij moet 5 stuivers godtsgelt geven aan de kerk. Voor roepgeld: 1 gulden. Voor schrijfgeld en kopie, 3 gulden. Voor 3 kerkeroepen aan de dienaar: 15 stuivers. En verder nog gichtgeld, kaarsbranding en alles wat daer aen is dependerende, sonder corten aen de coopsomme.

Dit alles publiekelijk voorgelezen op dag, jaar en maand als boven ten huize Henrick Tielemans, te Coursel. Present: Joannes Reijnders en P. van Postel als getuigen, die met de verkoopster de originele van deze hebben ondertekend. Quod attestor: J. Nulens, notaris.

 

1763, 14 april. Folio 8.

Voor notaris en getuigen compareerde Michiel Jans en bood voor huis en hof 480 gulden Brabants Luiks. De verkoopster verleent hem de palmslag. Hij stelt 10 hogen ter grootte en ter bestemming als in de voorwaarde vermeld.

Getuigen: J. Reijnders en P.van Postel.

 

1763, 28 april. Folio 8.

Na voorgaande affixie en publicatie door gerechtsdienaar Thomas Reijmen, zijn de voorwaarden van verkoop voorgelezen ten huize van Hendrick Tielemans, ter presentie van Gaspar Tielens en Matheus Gijbels als getuigen, die getekend hebben met notaris J. Nulens.

 

1763, 13 mei. Folio 8 v.

Na voorgaande affixie en publicatie door gerechtsdienaar Thomas Reijmen zijn de voorgaande condities voorgelezen ten huize van Hendrik Tielemans ter presentie van Gaspar Tielens en Mattheus Gijbels als getuigen, die samen met notaris J. Nulens hebben getekend.

 

1763, 26 mei. Folio 8 v.

Na voorgaande affixie en publicatie door gerechtsdienaar Thomas Reijmen zijn de voorgaande condities voorgelezen ten huize van Hendrik Tielemans, ter presentie van Gaspar Tielens en Thomas Reijmens als getuigen, die getekend hebben samen met notaris J. Nulens.

 

1763, 26 mei. Folio 8 v.

De kaars is ontstoken en gerichtelijk gebannen voor schepenen Beckers en Vanderaa. Na uitgaan der kaars is huis en hof verbleven aan de eerste koper en hoger.

Op jaar en dag als voor heeft Gertrudis Ceunen weduwe Andries Vaes, huis en hof ontvangen en daarna opgedragen ten behoeve van Michiel Jans. Betaald.

Was getekend: M.G. vander Borcht, secretaris.

 

1763, 24 mei. Folio 9 v.

Voor schepenen van het land Lummen, ten Brabantse recht buiten vrijheid, kwijt Joannes Witters de panden en persoon van Aert Smeets van 200 gulden Brabants Luiks die gehypothekeerd stonden à 5%.

 

1763, 8 juni. Folio 9 v.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabantse recht buiten vrijheid kwijt Dimphna Van der heyden weduwe Jan Van der vorst, panden en persoon van Joris Lekens van 200 gulden Brabants Luiks die stonden à 5%.

 

1763, 27 oktober. Blz. 16, rechts.

J.F. Vaes meier van hare keizerlijke en koninklijke majesteit in het land van Lummen (in de tekst ook officier genoemd) heeft door Beckers en Vander aa, schepenen ten Brabantse recht buiten vrijheid, met instemming van de moderne burgemeesters van Coorsel, een perceel uit de gemyn heijde opgepaald, naast de Hommelheijde gelegen. Palende O. de weduwe Jan Hendrix; W. en N. 'sheeren aert; Z. de Hommelheijde. Met 4 paalstenen gepaald ten behoeve van Geert Wauters. Voor 3 stuivers schatting in iedere brief jaarlijks aan de gemeente van Coorsel. Voorwaarde: de waterloop van de Langh vinne moet zijn loop hebben door de gracht van deze voorschreven ophelding. Mits jaarlijks aan hare majesteit 2 oorden Brabants te betalen op St.Bavo. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1763, 21 december. Blz. 19, links.

Officier van hare majesteit - Peeter Baten.

Voor mij (aan het geschift te zien is dat secretaris Vander Borcht) en schepenen Hendericus Beckers en Henderick Vander aa, verscheen Peeter Baten, na een erve opgepaald te hebben op de Schrickheyde onder Corsel. Palende rondom de gemeente en op deze dag in vier palen gesteken na voorgaande publikaties en kerkegeboden ter gewone plaatse. Baten accepteert die heide voor 2 oorden Brabants 'sheren grondcijns 'sjaars aan zijne koninklijke en keizerlijke majesteit als grondheer der voorschreven gemeente, en 3 stuivers Brabants Luiks schatting in ieder schatboek 'sjaars voor dorpsschattinge. So syn wij schepenen ende offesiers desisterende van alsulcke heyde tot oorbaer ende behoef van Peeter Baten. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

Naschrift: nota is nu huizinge en hof.

 

1763, 8 april. Blz. 19, rechts.

Kopie van mutueel testament van Joannis Zeeuws en Christina Put, gemaakt op 8 april 1763 voor F.V. Adenaer, vice pastor te Coersel.

Ze willen dat na dood van één van hun beiden, de ander volledig heer en meester zijn zal van al hun beider erfelijke en havelijke goederen, met de macht en de vrijheid die te verkopen of te belasten, zover nodig voor de opvoeding en onderhoud van hun beider achterblijvende kinderen.

Bij aldien de overlevende parthije haer tot het tweede huwelijck zoude begeven, alsdan de erffelijcke goederen gehouden syn te vercoopen, en de boven lasten daer van overschietende penningen, uyt te setten op rente tot profijt ende eijgendom vande kinderen van hun eerste bedde.

Indien de overlevende partij het erfelijk goed zou moeten belasten of noodzakelijker wijze moeten verkopen voor het grootbrengen van de kinderen, voor het aangaan van een 2de huwelijk, dan willen beiden dat uit de opbrengst van die verkoop 300 gulden vrij en onbelast zal blijven voor de kinderen uit het eerste bed.

Joannes Zeeuws kon tekenen; zijn vrouw niet.

Getuigen: Hendric Tielemans en Jacobus Moons.

Voor eensluidend afschrift, was getekend: J. Nulens, notaris.

 

1763, 10 november. Blz. 20, rechts.

Voorwaarden van verkoop van:

1.      huis, hof en dries te Stal, door Joannes Zeeuws, krachtens voorgaand testament en voorgaande kerkgebod. Ligging: Stal (Koersel), palende O. Jan Put, Jan Mattijs Tielemans en Maria Put; W. Nicolaes Moens en Matthias Mentens; Z. de heirbaene en N. die Klijne heijde.

2.      de Wellenshoeve onder Beverlooz, palende O. Nicolaes Moens; W. en Z. die gemeijn heijde.

3.      De Rishoeve in de Stalsche heijde gelegen.

De 3 loten zullen door gerechtsdienaar Thomas Reijmen worden opgeroepen en bij éénmaal, andermaal, derdemaal aan de meestbiedende worden toegeslagen, tenzij het niet aan zijn waarde komt.

De eventuele koper zal terstond na de palmslag zijn voorhogen mogen stellen, voor dat iemand tot het hogen zal toegelaten worden. Daarna zal eenieder zo veel hogen mogen stellen als het hem believen zal, tot de kaarsbranding inclusief. Doende ieder hoge 2 gulden Brabants Luiks, te verdelen tussen hoger en verkoper naer ouder usantie.

De erven zullen worden geproclameerd van 14 dagen tot 3 maal 14 dagen, met zijn gewone zitdagen en na effect van dien wordt op de eerstvolgende genachtendag - of als het de partijen gelieven zal - de kaars ontstoken. Op wie - de kaars wettelijk gebannen zijnde - zal uitgaan, zal de erven bekomen. Indien er misverstand ontstaat tijdens het branden van de kaars, zal de wette daer over sittende, zonder tegenspraak beslissen. Lot 1 is belast met:

-         1300 gulden Brabants Luiks aan sieur J. Henr. Beckers, schepen.

-         500 gulden Brabants Luiks aan Bastiaen Valentijns tot Peldt.

-         200 gulden Brabants Luiks aan die Sangereij tot Beringen.

-         100 gulden Brabants Luiks aan Jan Wilborts en Ludovicus Aerts.

-         3 gulden 1 stuiver Brabants Luiks jaarlijks aan de H. Geest tot Coursel.

-         schatting en cijns.

De lasten korten niet aan de koopsom. De vervallen intresten en cijnzen tot datum van gichten zijn ten laste van de verkoper.

De verkoper behoudt zich voor deze kaptijd het schaarhout voor in de Wellenshoeve, noordwaarts. Hij reserveert zich eveneens de korenpacht, a.s. St. Andries vallend als ook de broekhuur, vervallend half meert a.s.

Het voorschreven erve is verhuurd aan Henrick Tielemans; de huur loopt nog tot half maart 1764. De koper zal die huur genieten. De gicht zal onmiddellijk na de kaarsbranding gebeuren. De totale kooppenningen met alle hogen moeten dan betaald worden in zilveren of gouden speciën. Als ook alle rechtsonkosten de koop aangaande, als gichtgeld, kaarsbranding, roepgeld. Godtsgelt: 5 stuivers. Schrijfgeld dezer: 2 gulden. Lijcoop: 1½ ton Diesters bier, te consumeren ten huize van Henrick Beckers, schepen. Alles zonder iets te korten aan de kooppenningen.

Indien de kaars uitgaat op een insolvent persoon, mag de verkoper het andermaal te koop stellen op een dag naar believen. Brengt het dan meer op, dan is dat ten voordele van de verkoper. Brengt het minder op, dan valt dat ten koste van de defaillante hoogher, met parate, zo reële als personele executie als verwonnen schuld, mits voorgaande een conde van 14 dagen.

Deze voorwaarden zijn voorgelezen ten huize van schepen Henri. Beckers te Stal onder Coursel.

Getuigen: Mattheus Gijbels en Thomas Reijmen, die getekend hebben samen met de verkoper.

Quod attestor: J. Nulens, notaris.

 

1763, 10 november. Blz. 22, links.

Voor notaris Nulens verschenen: ten 1ste Joannes Zeeuws en ten 2de sieur J. Henr. Beckers, schepen. De 2de heeft na lezing van de voorwaarden, 750 gulden Brabants Luiks geboden boven de lasten. De 1ste vergunt hem de palmslag. Beckers stelt daarenboven 100 hogen.

Gedaan ten huize van sieur J. Henr. Beckers te Stal onder Coursel. Was getekend: J. Nulens, notaris.

 

1763, 24 november. Blz. 22, links.

Na voorgaande affixie en publicatie door gerechtsdienaar Thomas Reijmen, zijn de voorwaarden publiekelijk voorgelezen ten huize van schepen sieur J.H. Beckers te Stal-Coursel.

Getuigen: Hubertus Hermans en Peeter Eijgen hebben getekend. Quod attestor: J. Nulens, notaris.

 

1763, 9 december. Blz. 22, rechts.

Matthias Mentens heeft de koop verbeterd en Beckers afgehoogd met 50 hogen. Gedaan ten notaris woonhuize gestaan te Vurten onder Coursel. Getuigen: Henrick Lekens en Bartel Van dickelen. Hebben getekend samen met de hoger. Quod attestor: J. Nulens, notaris.

 

1763, 9 december. Blz. 22, rechts.

Bovenstaande voorwaarden zijn na voorgaande affixie en publicatie van gerichtdienaar Thoma Reijmen, publiekelijk voorgelezen ten huize van schepen sieur J.H. Beckers te Stal onder Coursel. Getuigen: Peeter Zeeuws en Peeter Eijgen, die getekend hebben. Quod attestor: J. Nulens, notaris.

 

1763, 14 december. Blz. 22, rechts.

Voor de notaris verscheen Blasius Knaep en verbeterde de koop van Matthias Mentens met 50 hogen. Gedaan ten woonhuize van de notaris te Vurten onder Coursel. Getuigen: Peeter Convents en Bartel Van dickelen die samen met de hoger hebben getekend. Quod attestor: J. Nulens, notaris.

 

1763, 16 december. Blz. 23, links.

De kaars is ontstoken en wettelijk gebannen door Thomas Reijmen 'sheren dienaar, voor schepenen Beckers en Vander aa. Schepen Beckers heeft onder het branden der kaars de koop nog verdiert met 100 hogen. En is de kaars daarop uitgegaan. Het erve is derhalve verbleven aan sieur J.H. Beckers, schepen, originele koper en laatste hoger. Was getekend: Mij present M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1763, 16 december. Blz. 25, rechts.

Voor het Brabants recht hebben Joannes Zeeuws en Henricus Beckers, schepenen, de condities van 10 november 1763 voorgelegd, geschreven door notaris Nulens. De huizingen en erve onder Stal-Coursel, daarin vermeld, zijn verkocht aan medeschepen Henricus Beckers. Dat huis en erf waren de verkoper aangekomen, volgens testament d.d. 8 april 1763 voor vice-pastor van Coursel, F.V. Adenaer, tussen hem en zijn vrouw Christina Put.

Beckers wordt er in gegicht en gegoed. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1764, 26 januari. Blz. 28, rechts.

Voor schepenen ten Brabants recht buiten vrijheid, voor de justitie binnen Lummen, hebben Geeraet Tijsmans (als momber?) en Jan Aerts als toeziener de eed gedaan voor de achtergelaten kinderen van Jan Tijsmans en Anna Aerts. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1764, 18 februari. Blz. 30, links.

Michiel Jans leent van Lambertus Huijbreghs 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: huis en hof in de Postelmans hoeck. Palende O. en N. Jacobs Vaes; W. de straat; Z. Jan Beckers en Peeter Convens. Af te leggen met gouden en zilveren speciën. Gedaan voor de schepenen Hendericus Beckers en Hend. Vander aa.

Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1764, 16 juni. Blz. 36, rechts.

Voor de Brabantse schepenen van het land Lummen leent Mattijs Tijsmans van Marie Van de Weijer, begijntje tot Diest, 100 gulden Brabants Luiks à 4% - en - in geval van prompte betaling op de vervaldag of binnen de 6 weken daarna: 3 ½ %. Pand: 2 halsters land onder Corsel tot Stal. Palende N. de heide aan de Postbaen; W. Mie Mate; O. Geeraet Tijsmans; Z. de erfgenamen Jan Witters. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1763, 30 augustus. Blz. 42, rechts.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabantse recht buiten vrijheid leent Jacobus Wijnants met consent van zijn vrouw Maria Put, 100 gulden Brabants Luiks à 5%, van Joannes Reynders. Pand:

-         land op de Witters winninghe, palende O. Hendric Convents; W. Aert Cauwberghs en Catharina Smeets; Z. Jan Put; N. de erfgenamen Servaes Ceyssens.

-         al zijn andere goederen, hebbende en verkrijgende, ter wat plaatse gelegen. W.g. M.G.Vander Borcht, secr.

 

1764, 10 september. Blz. 48, rechts.

Voor Beckers en Van der aa, schepenen van het land Lummen, Brabants recht, buiten vrijheid, verkopen

-         Joan Obbers

-         Wouter Postelmans met instemming zijner vrouw Anna Obbers

-         Joan Bleux als man-momber Marie Obbers

-         Peeter Cuijpers als man-momber Elisabeth Obbers die haar instemming schriftelijk heeft aangetoond

-         Mattheus Obbers

-         Catharina, Barbara en Brigitta Obbers

als erfgenamen van hun ouders Jan Obbers en Catharina Coels,

aan Dymphna Vander heyden, een land in de Hommelaeck onder Coursel, palende O. de erfgenamen magister J.H. Convents; W. Mattheus Obbers; Z. Jan Gijbels; N. de weduwe Giet Obbers.

Voor 270 gulden Brabants Luiks. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

Bijkomende gegevens uit de condities:

Barbara Obbers was absent. 1ste zitdag is op 13 augustus 1764. Koop zal door Thomas Reijmen, gerechtsdienaar opgeroepen worden. De erve, een land met kennep, is aan te slaan komende half oogst na betaling. De koper moet na de palmslag drie vierdel Diesters bier geven ter lijcoop ten huize van de weduwe Jan Claes. Godtsgelt: 5 stuivers. Ook ten laste van de koper: 1 gulden roepgeld; 2 gulden voor deze condities en kopie daarvan. Gedaan ten huize 'Den Trompette' van wed. Jan Claes te Vurten onder Coursel. Getuigen: Thomas Reijmen en Jan Maes. Was getekend, J. Nulens, notaris.

Op 13 augustus 1764 heeft Joannes Clemens Convents namens zijn grootmoeder Dimphna Vander heijden 270 gulden Brabants Luiks geboden, waarop hem q.q. de palmslag vergund is. En is hem verbleven.

Was getekend, J. Nulens, notaris. Testor: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1764, 25 september. Blz. 49, links.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen, Brabants recht, buiten vrijheid, heeft Hendric Van henus, schepen van het hoog gerecht der stad Hasselt, in naam van zijn zwager heer Arnold Stiels, schepen en secretaris der stad Bilsen, de panden gekweten van Aert Knaep van een kapitaal van 200 gulden Brabants Luiks à 5%. Was getekend: M.G. Vander Borcht secretaris.

 

1764, 1 oktober. Blz. 49, links.

Voor schepen als voor leent Hendric Smeets krachtens testament en met instemming van Joan Wauters, van Joan Beckers Joostens sone, 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: huis en hof te Stall. Palende O. de erfgenamen Matthijs Bogaerts; W. de straat; Z. Henric Vints; N. Peeter Ceyssens. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secr.

 

1764, 1 oktober. Blz. 49, rechts.

Voor schepenen als voor leent Joan Vaes met consent van Joan Wauters en krachtens testament op 29 juli 1764 beschreven door notaris Joan Nuelens, 200 gulden Brabants Luiks à 4 % van Joan Beckers Joostens sone. Pand: een edtbrock tot Coursel, palende O. en N. de erfgenamen Mathijs Ceynssens; W. Geraedt Van houdt; Z. de gemijne hyde. Onderpand: huis en hof gelegen op het Vliegerseynde tot Courssel, palende O. hun selffs erve; W. de erfgenamen Huybrecht Van herck; Z. de Winterbeeck en N. die gemeyn heyde. W.g. Vander Borcht, secr.

 

1765, 24 januari. Folio 56.

Peter Ceijsens, mede voor: Bernardus Ceysens, Marie Ceysens en Peeter Renders, kwijt de panden en personen van Peeter Rutten cum suis, van een rente van 100 gulden Brabants Luiks. W.g.: M.G. Vander Borcht, secr.

 

1765, 18 april. Folio 67 v.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Louwies Gijbels met instemming zijner vrouw Anna Elisabeth Lardeu van Willem Hauben, 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: zijn huis en hof genaamd den Trimpert met annexen daaraan gelegen. Palende O. en Z. Jan Blommen; W. en N. de straat. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1765, 18 maart. Folio 68.

Voor schepenen als voor leent Henrick Peeters met instemming van zijn zoon Petrus Peeters, die zich sterk maakt voor zijn minderjarige zuster Gertruijt Peeters, 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Van Willem Hauben, burger van Hasselt. Pand:

-         zijn huis en hof tot Coorssel gelegen, palende O. de erfgenamen mr. Joan Smeets; W. den Kerckhoff en Hendrick Tielemans; Z. de straat en N. Joan Gijbels.

-         1 ½ halster zaaiens land tot Veurthen, palende O. den eerdewegh; W. de erfgenamen Paulus Noops; Z. Dijmphna Van der heyden; N. de erfgenamen Jacob Vervorst.

-         een rente van 250 gulden Brabants Luiks op panden van Anna Catharina Goos weduwe Niclaes Vertessen tot Quamechelen. Welke rente toebehoort aan Petrus Peeters, voortkomende van zijn vrouw Gertruijt Keunen.

Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1765, 14 maart. Folio 68 v.

Voor Beckers en Vander aa schepenen van het land Lummen, ten Brabants recht, buiten Vrijheid, leent Simon Truijens van notaris Joannis Nulens 25 gulden Brabants Luiks à 4 ½ %. Pand: zijn huis, hof met aangelegen te Veurthen. Palende O. Jan Vaes en de weduwe Jan Claes; W. Paulus Leuws; Z. de straat en N. Peeter Wouters en de Schansstraet. Onderpand: al zijn andere goederen. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1765, 28 mei. Folio 73.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, leent Joannes Vaes van de Armentafel van Coorssel, vertegenwoordigd door pastoor Gentis, 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: een bemd, de Baender tot Coorssel gelegen. Palende O. en Z. Peeter Convents en het O.L. Vrouw boender en Jan Knaep W.; N. de alde beeck. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1765, 7 november. Folio 81.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Peeter Cops van schepen Joannes Reynders 400 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: een bempt gelegen in den Langeneijckene. Palende O. Dijmphna Vander heyden; W. de weduwe Jan Claes; Z. Jaspar Reynders; N. Joan Ceijssens. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1765, 5 december. Folio 85.

Willem Witters en Aert Cauberghs hebben de behoorlijke eed gedaan als mombers der achtergelaten kinderen van Aert Cauberghs en Anna Maria Bosmans. Boven de akte staat dat Michiel Cauberghs de medemomber is.

In de marge: nihil solvit. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1765, 13 juli. Folio 86 v.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Henricus Tielemans met instemming zijner vrouw Catharina Smeets van Maria Anna Smeets, 400 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand:

1.      land in de Cornelis houve? tot Stall. Palende O. Joannes Munters; W. Thomas Lemmens; Z. de Heirbaen; N. Maria Catharina Claes.

2.      Land op de Witters winninghe, genaamd het Heufken. Palende O. Jan Lekens; W. de weduwe Renier Wijnants; Z. de gemyn hyde; N. Peeter Vaes. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1766, 7 januari. Folio 87.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Helena Kenens van Jacobus Dillen 150 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: land den Heuvel tot Coorssel, palende O. Jasper Vaes; W. en N. Joannes Nuelens; Z. de straat. Was getekend: M. G. Vander Borcht, secretaris.

 

1764, 29 september. Folio 93.

Akte van notaris J. Nulens te Coursel residerende.

Henrick Neijs leent met instemming zijner vrouw Aldegond Witters, 300 gulden Brabants Luiks à 4% van Joannes Beckers. Pand: een bemdt op de Esselen bos onder Coursel. Palende O. de voornoemde Joannes Beckers; W. en Z. Matthias Mentens; N. Henrick Tielemans. Gedaan ten notaris woonhuize te Vurten onder Coursel. Getuigen: Peeter Nulens en Adiaen Peeten. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

Deze akte is op 13 februari 1766 geregistreerd ten behoeve van Joannes Beckers.

 

1766, 5 mei. Folio 107 v.

Voor Beckers en Vander aa schepenen van het land van Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Joris Tielemans met instemming zijner vrouw Helena Mentens aan Maria Aerts, een land op het Steenveldt tot Veurthen. Palende O. en Z. Maria Aerts; W. Peeter Noops; N. de weduwe doctor Pelsens. Voor 262 gulden Brabants Luiks. Goedtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier. Was getekend: M. G. Vander Borcht, secretaris.

 

1766, 21 april. Folio 108 r.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land van Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Michiel Cauwberghs aan Jan Daniëls een perceel land genaamd de Bree pleck, op de Witters winning gelegen. Palende O. N. en Z. Anna Henrix; W. Joannes Daniëls. Voor 100 gulden Brabants Luiks. Belast met 100 gulden Brabants Luiks aan de pastoor tot Coorssel en 100 gulden aan Peter Cops. De koper kan dit erf pas aanslaan half oogst 1769. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1766, 21 april. Folio 108 r.

Voor schepenen als voor leent Jan Zeeuws met instemming van zijn vrouw Elisabeth Kenens van de voorkinderen die hij had bij Christina Put, 300 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: een land en dries, genaamd de Vreun, tot Coorssel. Palende O. de weduwe Henricus Van postel; W. en Z. de straat; N. Jan Ceijssens. Dit geld is van Joannes Henricus Beckers, wegens de koop die hij aangegaan is met Jan Zeuws, uitwijzens gicht en testament daar van zijnde. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1766, 2 juni. Folio 110 v.

Akte van notaris Joannes Antonius Put van Beringen.

Peeter Cops van Coorsel draagt bij manier van surrogatie op (verkoopt) aan de jonge dochter jouffrouw Maria Elisabeth Windelen, een kapitaal van 400 gulden Brabants Luiks à 5% op panden, afgekomen van wijlen Jan Aerdts gelegen tot Coorsel en nu door koop gedeeltelijk overgegaan op Jan Baptist Van den weijer, wonende op den Eerdewegh tot Coorsel. Die betaalt tegenwoordig de voorschreven rente. En Peeter Cops verklaart dat de rente hem toekomt uit hoofde van zijn grootvader wijlen Michiel Claes. Nu verkocht voor 400 gulden Brabants Luiks en door Joannes Arnoldus Windelen, schepen en secretaris der justitie Beringen betaald voor zijn nicht. In specien van 20 carolinen en Luikse schellingen. Die 400 gulden komen voort uit een kapitaal van 600 gulden die hem namens zijn nicht gekweten zijn door de erfgenamen van E.H. Maes tot Overpeldt; ze worden hier herbelegd. Voor de waarborg van een goede overdracht verborgt Cops zijn goederen onder de compe van Beringen gelegen en andere roerende en onroerende goederen. Gedaan binnen de stad Beringen ten huize van secretaris Windelen. Getuigen: Joannes Baptista Sneijers en Catharina Coenen. W.g.: M.G. Vander Borcht, secr.

 

1766, 6 juni. Folio 111 r.

Secretaris Windelen komt voorgaande akte laten registreren. Windelen betaalde de hofrechten: 2-10-2.

 

1766, 10 juli. Folio 119 r.

Voorwaarden van verkoop door Hendrick Put van een torfbemdt genaamd de Kausbandt gelegen te Coursel omtrent de Koesenbemdtvijver. Palende O. P.F. Convents; W. Paulus Zeuws; Z. de gemyn heyde en N. de Oude beke. Gegevens uit de voorwaarden: - zal opgeroepen worden door gerechtsdienaar Thomas Reijmen in Brabants Luiks gevalueerd geld - toegeslagen worden aan de meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derde maal, als het aan zijn prijs komt - het erf zal ter gewone plaatse geproclameerd worden - op de eerstvolgende genachtendag of als het partijen believen zal, zal de kaars ontstoken worden voor de schepenen waaronder het goed resorteert - op wie de kaars, wettelijk gebannen zijnde, uitgaat, zal het erf bekomen.

De originele koper zal zijn voorhogen hebben - daarna kan iedereen zoveel hogen als het hem believen zal - ieder hoog 2 gulden Brabants Luiks, te verdelen tussen hoger en koper.

De gicht zal gebeuren onmiddellijk na de kaarsbranding, wanneer de totale koopsom met de hogen moet voldaan worden. Samen met de gerechtskosten, als gichtgeld, 1 gulden roepgeld, 5 stuivers goedtsgelt, 3 gulden voor schrijfgeld en kopie. Lijcoop: 1 ton bier.

De koper mag het erf half maart 1767 aanslaan; de huur van dit lopende jaar is nog voor de verkoper.

Op 12 juni 1766 voorgelezen in het Dorp van Coursel ten huize van Henrick Tielemans. Getuigen: H.M. Reynders en Adriaen Peeter. Notaris J. Nulens.

Peeter Francus Convents biedt 401 gulden, krijgt de palmslag en zet 10 hogen. Getuigen: magister P.F. Convents en Henrick Tielens.

Op 26 juni 1766, tenzelfde huize, na voorgaande affixie en publicatie door gerechtsdienaar Thomas Reijmen en voor de getuigen Joseph Van hamel en P.F. Convents, verschijnen geen liefhebbers voor de 2de zitdag.

Op 10 juli 1766: 3de zitdag, zelfde scenario. Getuigen: schepenen J.H. Beckers en Vander aa.

Kaarsbranding op dezelfde dag. Verbleven aan de laatste hoger: Petrus Franciscus Convents. Gegicht.

 

1766, 21 juli. Folio 123 r.

Na het verloop van de publieke verkoopszittingen draagt Peeter Noops aan Michiel Claes een plek land over, genaamd de Grooten hof gelegen tot Vurten onder Coursel. Palende O. begijn Noops; W. de erfgenamen Jan Claes; Z. Peter Francus Convents en N. de straat. Belast met: a. 400 guldens aan Jacobus Dillen. b. 4 gulden jaarlijks te betalen voor het prediken van de passie tot Coursel. c. schatting en cijns. De koper zal het erf aanslaan half oogst 1767 en krijgt 10 halsters koren voor de pacht die half oogst 1767 vervalt. De verkoper reserveert zich de korenpacht van dat land, te vervallen St. Andries 1766. De koper sal hetselven aenslaen met die volle schettinge. Tot last van de koper: lijfcoop: 1 ton bier; goedtsgelt, 5 stuivers; roepgeld, 1 gulden; gichtgeld; kaarsbranding, enz.

Verkoop had plaats ten huize die Trompette van de weduwe Jan Claes te Vurten Coursel. Getuigen: Peeter Cops en magister Peter Franciscus Convents. Notaris: J. Nulens.

Op de 1ste zitdag op 20 juni 1766 bood Mighiel Claes 420 gulden Brabants Luiks boven de lasten. Hij kreeg de palmslag en verbetert met 50 hogen. Getuigen: Schepen I. H. Beckers en Adriaen Peeten.

Op de 2de zitdag, 27 juni 1766 gebeurde er niets. Getuigen: schepen J. H. Vander aa en Adriaen Peeten.

Op de 3de zitdag, 4 juli 1766 waren schepenen J.H. Beckers en J. H. Vander aa aanwezig en had ook de kaarsbranding plaats zonder dat er nog iets wijzigde.

Dezelfde dag bekent Michiel Claes naderschap aan Arnoldus Wellens als bloedverwant van Peeter Noops.

 

1766, 9 mei. Folio 123 v.

Verslag van de publieke verkoop ten huize de Trompet van de weduwe Jan Claes te Vurten. Van een hoijebemdt in Vurten onder Coursel gelegen op de Esselen bos, door Henrick Neijs met instemming van zijn vrouw Aldegondis Witters. En verbleven aan Catharina de Hoogh. Ligging: palende O. de weduwe Joseph Beckers; W. en Z. Matthijs Mentens; N. Henrick Tielemans. Belast met 300 gulden Brabants Luiks aan Joannes Beckers.

Uit de voorwaarden en de zittingsverslagen:

De vrouw van de verkoper moet 15 gulden hebben tot een kermis. Lijfkoop: 1 ton bier. Godtsgelt: 5 stuivers.

1 gulden roepgeld. Op 9 mei 1766: Joannes Beckers biedt namens zijn moeder Catharina de Hooghe 230 gulden Brabants Luiks boven de last. Hij krijgt de palmslag en zet 25 hogen. Getuigen: Peter Cops en Matheus Gijbels. Op 23 mei 1766: geen belangstelling. Getuigen: Peeter Cops en Peeter Van eerdwegh.

Op 6 juni 1766 : geen belangstelling. Getuigen: Peeter Claes en Arnold Smeets. Notaris: J. Nulens.

Op 20 juni 1766: kaarsbranding voor schepenen Beckers en Vander aa. Verbleven aan Catharina de Hoogh, vertegenwoordigd door haar zoon Joannes Beckers, zonder nog te moeten hogen. Gegicht.

 

1766, 21 juli. Folio 124 r.

Voorwaarden van de publieke verkoop door Simon Truyens, na voorgaande kerkengebod, van de wederhelft van een huis en hof,door hem gekocht van Aert Witters. Gelegen onder Vurten tot Coursel. Palende O. Jan Vaes; W. de wederhelft; Z. de straat en N. Peeter Wauters.

Uit de voorwaarden: de koper moet de vrouw van de verkoper tot een kermis 1 dukaat of 8 ½ gulden geven - 1 ton Diesters bier - 1 gulden roepgeld - 3 gulden voor kopie en conditiegeld - 5 stuivers goedtsgelt.

1ste zitdag: 6 juni 1766 ten huize die Trompette van de weduwe Jan Claes te Vurten. Getuigen: J. Reynders en Matthys Claes. Notaris J. Nulens. Geen kooplustigen.

2de zitdag: 20 juni 1766. Getuigen: J.H. Beckers en Gerardus Van loun.

3de zitdag: 4 juli 1766. Getuigen: schepenen J.H. Beckers en Vander aa.

4de juli 1766. Adriaen Peeten biedt 675 gulden Brabants Luiks en krijgt de palmslag. Hij zet 25 hogen. Getuigen: Henrick Slegers en Joannes Moens.

Op 16 juli 1766: Blasius Knaep hoogt bij de notaris Adriaen Peeten af met 75 hogen.. Getuigen: Mattheijs Gijbels en Peeter Convens.

Kaarsbranding op 21 juli 1766 voor schepenen Beckers en Vander aa. Verbleven aan de laatste hoger. Gegicht.

 

1766, 4 juli. Folio 127 r.

Simon Truyen verkoopt de andere helft van die hof. Verbleven aan Adriaen Peeten voor 875 gulden Brabants Luiks en 100 hogen.

Op 31 juli 1766 bekent Peeter naderschap aan Blasius Knaep.

 

1766, 21 juli. Folio 129.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht kwijt Cornelis Beirts de panden van Blasius Knaep afgekomen van Simon Truijens, van een rente van 100 gulden kapitaal.

 

1766, 21 juli. Folio 129 v.

Peeter Vaes kwijt nomine uxoris de panden van Blasius Knaep van een rente van 100 gulden kapitaal.

 

1766, 31 juli. Folio 130 r.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Wilhelmus Pelsers aan Jan Reynders den jonghen, een vijverken in de Coorselsche heyde, gelegen omtrent of achter den Lochtenbergh. Palende rondom die gemyne heyde. Verkocht voor een hesp van 12 of 13 pond.

 

1765, 26 juli. Folio 130 v.

Henricus Beckers Simons zoon bekent van zijn neef Hendricus Beckers 395 gulden Brabants Luiks ontvangen te hebben voor de aankoop op 13 juli 1765 van een land, genaamd de Half mudde. Hebben deze kwijting getekend: de verkoper, de koper, getuige Joannes Ceijsens en de notaris J. Nulens. Was getekend: M.G.Vander Borcht,secr.

Deze kwitantie werd op 2 juni 1766 door Henricus Beckers ter registratie voorgelegd aan schepenen Beckers en Vander aa.

 

1766, 1 oktober. Folio 131 r.

Akte van notaris J.A. Dimartinelli van Diest.

Jouffrou Helena Arnijs weduwe van Peeter Heijlen wonend onder Hersselt en Sophia Posselius weduwe Franciscus Arnijs wonende tot Tessenderloo verkopen samenderhand aan Jan Vanden Berghe, molder tot Stall onder Coursel, hier vertegenwoordigd door zijn zoon Francis, alzulke delen als de verkoopsters als erfgenamen van Ambrosius De Munter bezitten, bedragende 'sjaars 14 halsters koren in de molen, huis en aangelegen erven tot Stalle onder Coursel. Verkocht voor 100 pattacons; iedere pattacon gerekend à 2 gulden 16 stuivers Brabants Luiks. Som waarvan de verkoopsters ieder de helft ontvangen hebben. De verkoopsters hebben actie van quarant hun competerende uijt crachte van den testamente van jouffrouw Aerts, hofmestersse van den begijnhove alhier voorden  notaris W. A. Van der straeten alhier in dato … 1729 ende naer doode Ambross De Munter. Getuigen: Joannes Franciscus Vaes, meier van Lummen en Gerardus Hendrickx. De minuut van deze akte is bekleed met een zegel van 12 stuivers.

Bovenstaande akte is geregistreerd op 9 oktober 1766. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1753, 10 oktober. Folio 133 r.

Akte van notaris Tim Moons tot Pael.

Cornelis Jac. Moons, schoolmeester van Pael, buitinge van Beringen, met in te brengen consent van zijn vrouw Catharia Bosmans, verkoopt aan Willem Van aken, inwoner van Lummen, de helft van 2 percelen land en een bosje - waarvan de wederhelft toehoort aan zijn oom Wauter Swerts van Coirsel - gelegen tot Lummen onder Schallebrouck. Groot omtrent 15 halsters. Verkocht voor 9 pattacons of 36 gulden Brabants Luiks. De koper zal de pacht van dit jaar genieten. Godtsgelt: 5 stuivers.

Gedaan ten huize van de koper tot Ghenijcken gemeente van Lummen, in de kamer. Getuigen: Joannes Bervoets en Jan Steinaers.

Dan volgt de registratie van de ratificatie door de vrouw van de verkoper, getekend: Pael, 11 oktober 1753.

Voorstaande akte en ratificatie zijn geregistreerd op 9 oktober 1766 op verzoek van Willem Van aken. Fol 134 r.

 

1766, 9 oktober. Folio 134 r.

Willem Van aken bekent naderschap aan Jan Swerts als bloedverwant van Cornelis Joannes Moons aangaande voorgaande koop van de helft van 2 percelen land en een bos tot Schallebroeck. Groot voor die helft: 7 ½ halster zaaiens. Was getekend: M.G. Vander Borcht, secretaris.

 

1766, 29 januari. Folio 142 r.

Uittreksel uit het register van de schepenen van Diest.

Jouffrouw Anna Catharina Minten gehuwd met en geassisteerd van meester Arnoldus Mattheus Danckaerts, lic. in beide rechten en oud-burgemeester van Diest, schenkt bij gift onder de levenden, bij warmer handt, uit liefde voor de armen, aan de tafel van de H. Geest dezer stad, de volgende renten, haar toegekomen vanwege wijlen haar zuster jouffr. Maria Magdalena Minten:

1.      Een rente van 24 gulden Brabants Luiks 'sjaars, zijnde een kapitaal van 150 pattacons of 360 guldens. Staande tot last van Sijmon Truijens tot Coirssel, op: - 4 daghwanden, gelegen achter de schans tot Vurthen onder Coirssel. Palende O. en Z. Wauter Swerts; W. Jan Rynders; N. de winterbeke. - 6 halsters zaaiens land te Coirssel in zijn huijsveldt. Palende O. en W. zijn eigen erf en met de 2 andere zijden de straat. De akte van deze hypotheek werd verleden voor notaris J.A. Quisthoudt op 2 april 1753. De gicht volgde voor de schepenen van het land Lummen, ten Brabants recht buiten vrijhheid op 12 april van dat jaar. Dan wordt in de akte nog opgegeven voor welke vervallen jaren de rente nog niet of slechts gedeeltelijk betaald is.

2.      De tweede rente is niet beschreven. Er zijn enkele regels open gebleven.

Was getekend: M.G. vander Borcht, secretaris.

Op 18 december 1766 wordt voorgaande akte geregistreerd op verzoek van Andries Poelbergen, oud-burgemeester van Diest, als rentmeester der tafel van de H. Geest.

 

1765, 21 februari. Folio 144 v.

Akte van notaris G. Caerts van Beverloo.

Jan Tielemans van Coorsel leent met instemming van zijn vrouw Christina Puts van Dionijs Moons, Gerard Joris en Peeter Schaeken, regerende burgemeesters van Beverloo, in de naam van de kapelaan alhier: 400 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: zijn huis en hof tot Stal onder Coorsel; palende O. Joris Mons; W. de straat; N. de heijde; Z. Dionijs Mons. Enkel belast met cijns en dorpsschatting.

Gedaan ten huize van Dionijs Moons. Getuigen: Henricus Caerts en Anthoon Rijnders.

Geregistreerd op verzoek van borgemeester Dionijs Moons van Beverlo op 31 oktober 1766.

 

1766, 13 oktober. Folio 145 v.

Voorwaarden voor een publieke verkoop, door Jacobus Dillen, na voorgaand kerkegebod, van 2 naast elkaar gelegen percelen land op het Vliegers eynde tot Coursel. Palende O. Jan Gijbels; W. verkopers erve; Z. de straat; N. Jan Reynders. De koper kan het erf aanslaan half oogst 1767 en de pacht van dit lopend jaar, 5 halsters koren, genieten. De koper moet tot lijcoop 10 gulden geven, te consumeren ten huize van Jaspar Smeedts na dat de palmslag gegeven is. Voor schrijfgeld en kopie van deze voorwaarden: 3 gulden. Roepgeld: 1 gulden.Godtsgeldt: 5 stuivers.

Voorwaarden zijn op bovenstaande datum voorgelezen ten huize van Jaspar Smeets te Coursel. Getuigen: Joannes Reynders en Jaspar Smeets. Was getekend: notaris J. Nulens.

De notaris biedt 208 gulden Brabants Luik, krijgt van Dillen de palmslag en zet 5 hogen.

Op 18 oktober 1766 verbetert de notaris ten huize van Jaspar Smeets, de koop met 7 hogen. Getuigen: Jaspar Smeets en Henrick Tielemans.

Op 27 oktober 1766 wordt er niet gehoogd. Getuigen: Henrick Tielemans en P.F. Convents.

Op 12 november 1766 wordt, na voorlezing door gerechtsdienaar Thomas Reymen, niet gehoogd. Getuigen: Jaspar Smeets en P. Norb. Van postel. Op dezelfde dag is de kaars ontstoken voor schepenen Beckers en Vander aa. Verbleven aan de eerste hoger (die ook de laatste hoger was).

Jacob Dillen draagt de verkochte goederen over aan koper notaris Joan. Nulens.

 

1766, 14 oktober. Folio 146 r.

Publieke verkoop door notaris J. Nulens, op verzoek van Henricus Beckers, van een perceel land onder Coursel. Palende O. en Z. de wijer van joufr.Jans; W. Mathias Gielen en N. de straat. Aan te slaan half oogst 1767 en de koper zal van dit lopend jaar 3 halsters koren (van de huur) krijgen. Tot last van de koper: één vierdelken bier; schrijfgeld en kopie van de condities: 3 gulden; roepgeld: 1 gulden; godtsgeldt: 5 stuivers.

Franciscus Van de bergh biedt in naam van Arnoldus Smeets 205 gulden Brabants Luiks, krijgt de palmslag en zet 5 hogen. Gedaan ten huize van Joannes Munters te Stal onder Coursel. Getuigen: J.H. Beckers en Reynders. Op 21 oktober 1766 wordt er niet gehoogd. Getuigen: Joannes Munters en schepen J.H. Beckers.

Op 28 oktober 1766 wordt er niet gehoogd. Getuigen: J.H. Beckers en P.F. Convents.

Op 30 oktober 1766 wordt de kaars ontstoken voor schepenen Beckers en Vander aa en wettelijk gebannen. Verbleven aan de originele koper Franciscus Van de bergh in naam van Arnoldus Smeets.

Wordt dezelfde dag gegicht ten behoeve van Aert Smeets, present.

 

1767, 18 februari. Folio 150.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Joannes Truijens aan Antonius Goven een bemd in den Overslagh onder Coorssel. Palende O. de weduwe Neijs Neijs; W. Theus Vander heijden en Jan Moons; Z. sieur Helser (?); N. Joan Witters. Voor 800 gulden Brabants Luiks. Goedtspenninck: 10 stuivers. Lijcoop: een vaen bier.

 

1767, 5 maart. Folio 150 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Huijbrecht Janssens aan Jan Jansens een bemd int Oversel onder Coorssel. Palende O. Anna Witters; W. en Z. de erfgenamen Anna Put; N. die Maelbeeck. Voor 380 gulden Brabants Luiks. Goedtspennink: 5 stuivers. Lijcoop: een vaen bier.

 

1767, 9 november. Folio 171.

Akte van notaris A. Quisthoudt van Diest.

Arnoldus Truijens en Marie Hermans, echtelingen van Coirssel, lenen van jouffrou Maria Catharina Schillemans, begijntje op het begijnhof te Diest, als moeder van het convent ter Engelen, 200 gulden brabants wisselgeld, de schelling tot 6 stuivers en alle andere speciën navenant, alle geschoten in speciën binnen deze lande van Brabant geëvalueerd. Te weten in hele en halve cronen, waarvan het stuk, te weten 1 hele = 9 schellingen of 2 guldens 14 stuivers wisselgeld. Het geld hoort het convent toe van een rente gekweten door Hendrick Bellinckx. Nu geleend tegen een jaarrente van 8 gulden Brabants courant. Pand:

1.      een perceel bemd genoemd den Grooten bempdt, 3 dagmalen groot en gelegen op den Eerdenwegh tot Coirssel, palende O. Geert Van louw; W. weduwe Jan Claes; Z. Geert Geerts en N. de straat.

2.      2 halsters zaaiens land genoemd den Heuvel, gelegen te Coirssel achter de kerk. Palende O. de H.Geest aldaar; W. Gaspar Vaes; Z. de straat.

Beide percelen zijn van Brabantse natuur en de ontleners aangedeeld bij scheiding en deling voor notaris J. Nulens te Coirssell op 19 juni laatstleden. Beide percelen enkel belast met cijnzen vande groenden. (gronden?) en het laatste perceel met 1 gulden 5 stuivers Brabants Luiks 'sjaars aan de Armen tot Coirssel en met 17 oord van dezelfde munt 'sjaars aan den beneficie boek aldaar.

Gedaan binnen Diest. Getuigen: E.H. Joannes Andreas Van cauwenberghe, priester, rentmeester van het bgijnhof en Joannes Bovij. De minuut is bekleed met een zegel van 12 stuivers.

Geregistreerd op 14 januari 1768. Was getekend: M.G. van der Borcht, secretaris.

 

1768, 28 januari. Folio 173.

Voor meier en schepenen ten Brabants recht buiten vrijheid van het land Lummen verkoopt Peeter Bormans aan Jan Van singel:

1.      een half driesken tot Genijken omtrent de Schanse; groot omtrent 1 sille. Palende N. en O. de straat; Z. erfgenamen van advocaat Vaets; W. de wederhelft Matijs Persoens.

2.      de helft van een plek land, genaamd den Ouden Roester. Palende N. Mattijs Persoens met de wederhelft; Z. Jan Schranen; O. de secretaris Beckers van Beringen.

3.      de helft (van de helft) van een rente van 100 gulden kapitaal staande op Jan Meus van Rekeven (Rekhoven).

Verkocht voor 92 gulden Brabants Luiks.

 

1768, 6 februari. Folio 174 v.

Akte van J. Nulens, openbaar notaris tot Luijck geadmitteerd en tot Coursel residerend. Testament van Catharina Coomans.

E.H. F. Gepts, als onderpastoor van Coursel, Peeter Leijsen, Jan Philips, Matthias Hermans en Andreas Witters werden op 10 januari 1768 verzocht ten huize van Hubertus Jans om de uiterste wil te aanhoren van Catharina Coomans vrouw van Hubertus Jans. Ze maakte haar man meester van:

1.      een bemd genaamd het Heijkebrouck tot Coursel gelegen. Palende O. de weduwe Henrick Van postel en de weduwe Arnoldus Beckers; W. Jan Baptiest Van de wijer; Z. Joseph Van hamel en Jan Beckers; N. Thomas Gierts.

2.      een torfbemdt, staande hun huwelijk gekocht. Ook tot Coursel gelegen. Palende O. Henrick Slegers; W. Andreas Sroijen; Z. de straat en N. de beke.

Hij mag die vrij en liberlyck verkopen, om de schulden die ze samen gemaakt hebben of nog zullen maken, te delgen. Hij kan er de lening mede afleggen die ze hebben moeten aangaan om genoemde torfbemd te kopen.

Verklaring afgelegd op 06.02.1768 ten huize van Gaspar Smeedts tot Coursel. Getuigen: P. N. van Postel en sieur Joannes Reynders.

Geregistreerd op 25 februari 1768 in het bijzijn van Jan Thommas en Tues Reynders, naaste bloedverwanten van de testatrice.

 

Aan het einde van dit boek zit een losse katern gefolieerd van 1 tot en met 23.

 

1768, 9 maart. Folio 1.

Verkoopsvoorwaarden waaronder Mighael Neijs, na voorgaand kerkgebod, een stuk land genaamd de Rooten tot Hoxelaer onder Courssel zal verkopen. Palende O. Michiel Schommans; W. Marie Lochten; Z. de Brouckstraat; N. Willem Witters. Aan te slaan a.s. oogst 1768. De koper moet tot lijcoop drie vierdel Diesters bier geven, te consumeren ten huize van Jan Cornelis. Deze voorwaarden zijn voorgelezen ten huize van Jan Cornelis, tot Hoxelaer onder Coursel op 4 februari 1768. Getuigen: Jan Cornelis en Joannes Ceijsens.

Joannes Swarts biedt 380 gulden Brabants Luiks; hij krijgt de palmslag en zet 25 hogen. Getuigen: Peeter Cops en Andreas Vaes. Was getekend: notaris J. Nulens.

Op 9 maart 1768 is de kaars gerechtelijk gebannen en ontstoken voor Beckers en Vander aa, schepenen. Het perceel is verbleven aan Joannes Swarts. Onmiddellijk daarna heeft de overdracht plaats.

 

1768, 11 mei . Folio 3.

Krachtens een testament dat voor deze schepenen op 25 februari 1768 gerealiseerd en geapprobeerd werd, stelt Hubertus Jans heden, 11 mei, 2 dagmalen beemd te koop, genaamd het Heykebrouck. Gelegen tot Coursel en palende O. de weduwe Hendrick Van postel en weduwe Arnoldus Beckers; W. Jan Baptist Van de wijer; Z. Joseph Van hamel en Jan Beckers en N. Thomas Gierts. Aan te slaan kerstmis 1768.

De beemd zal opgeroepen worden door gerichtsdienaar Thomas Reijmen. Tot last van de koper vallen alle rechtsonkosten als daar zijn: gichtgeld, kaarsbranding, roepgeld 1 gulden, voor conditiegeld en kopie van de condities 3 gulden, 5 stuivers voor godtgeldt aan de kerk alhier. En 10 gulden lijcoop.

De verkoper behoudt de bladinge van de beemd tot kerstmis toe en betaalt daarvoor de schatting van 1768.

Voorgelezen ten huize van Gaspar Smeets tot Coursel. Getuigen: Gaspar Smeets en Peeter Dries.

Maria Jans biedt voor het perceel 630 gulden Brabants Luiks, krijgt de palmslag en zet 20 hogen. Getuigen: Peeter Dries en Gaspar Smeets.

Op 25 mei 1768 wordt er niet gehoogd. Getuigen: Gaspar Smeets en Henrick Smeets.

Op 8 juni 1768 wordt er niet gehoogd. Getuigen als op 25 mei. Was getekend: J. Nulens, notaris.

De kaars wordt ontstoken en gerechtelijk gebannen voor schepenen Beckers en Vander aa.

Het perceel is verbleven aan de eerste hoogster, Maria Jans, die daarin gegicht wordt.

 

1768, 20 augustus. Folio 6 v.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, kwijt Joan Mellen de panden van Brigide Convents van een rente van 100 gulden Brabants Luiks kapitaal.

 

1768, 22 augustus. Folio 6 v.

Voor schepen als voor leent Peeter Put van Joan Van de bergh 315 gulden Brabants Luiks à 14 gulden. Pand: zijn huis en hof tot Stall onder Coursel. Palende O. Joannes Henricus Beckers; W. Willem Put; Z. Mathijs Mentens; N. de straat.

 

1768, 10 september. Folio 17.

Voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid kwijt Willem Smeets de panden van Henricus Vints nomine uxoris van 100 gulden Brabants Luiks.

 

1768, 28 september. Folio 17.

Voor schepenen als voor kwijt Henricus Geraets de panden van Joannes Henricus Beckers van 500 gulden Brabants Luiks. Deze panden waren voorheen van Daniel Put.

 

1768, 31 oktober. Folio 17.

Voor schepenen als voor kwijt Jan Beckers Joosens zoon de panden van Henrick Smeets van 200 gulden kapitaal.

 

1768, 31 oktober. Folio 17 v.

Voor schepenen als voor kwijt Joan Beckers Joosens zoon de panden van Joan Vaes van 200 gulden kapitaal.

 

1768, 15 oktober. Folio 18.

Akte van Joannes Antonius Put, notaris te Beringen.

Servaes Vaes en zijn vrouw Maria Anna Eygen lenen van heer Joannes Arnoldus Wendelen, schepen en secretaris van de justitie Beringen, in de naam van zijn neef de experten heer Peter Bernardus Wendelen, licentiaat in de medicijnen, 500 gulden Brabants Luiks in Franse kronen à 9 schelligen 7 ½ stuiver. A 4%.

Deze 500 gulden komen uit een kapitaal van 600 gulden Brabants Luiks die hem namens zijn neef zijn geredimeerd door de erfgenamen van wijlen meier de Borman; ze worden hier herbelegd. Pand:

1.      hun huis, hof en huishof van circa 2 sillen land daarachter, tot Coorsel gelegen. Palende O. en N. de straat; W. Gertruijdt Van haemel; Z. Brigida Noops.

2.      1 sille land, de Mestel hoeve (Mertelhoeve?). Palende O. weduwe Henrick Rynders; W. Jan Comans; Z. de straat; N. Brigida Noops.

3.      3 sillen land, genaamd Cabit, gelegen omtrent de vorige. Palende O. Jan Jacobs; W. en Z. de straat; N. Christien van de Vorst.

4.      Hun bemden 't Voorste en Achterste Heijssen genaamd in het Heijsse broucker gelegen tot Coorsel. Palende O. Michiel Claes en Thomas Tielens; W. Gertruijdt Van hamel en Catrien Witters; N. Teus Lemmens; Z. Brigide Noops.

5.      Hun halve hoeve met het perceel land onlangs gekocht van hun vader Joannes Vaes. Samen 7 ½ sillen land gelegen op het Vlieger eynde onder Coorsel. Palende O. en W. Peter Eijgen; Z. Elisabeth Eijgen en Henrick Beckers; N. Jan Rynders en de gemynen aert.

6.      1 bunder land, het Nieuw brouck genaamd, gelegen omtrent de Heijssebroucker. Palende O. Jan Neulens; W. Jan Comans; N. relicta Jan Beckers; Z. de straat.

Deze erven zijn niet meer belast dan met 300 gulden Brabants Luiks aan Joseph Van hamel.

Gedaan binnen Beringen ten notaris woonhuize. Getuigen: doctoor Guill. Pelsers, lit. medicijnen en E.H. Franc. Croonaerts, subdiaken.

Geregistreerd op 20 oktober 1768 .

 

1769, 4 februari. Folio 21 v.

Akte van notaris Joannes Antonius Put van Beringen.

Jasper Vaes van Coorsel leent van Joannes Arnoldus Wendelen, schepen en secretaris van de justitie Beringen 600 gulden Brabants Luiks in specie van 30 gouden Carolinen en een weinig zilvergeld. A 6%. Pand:

1.      zijn deel in het brock de Hoeven genaamd. Gelegen omtrent de Dijck. Groot: 2 dagmalen. Palende O. de kinderen van Sebatiaen Jans; W. en N. de straat; Z. Mattheus Lemmens.

2.      2 halsters land omtrent de kerk tot Coorsel. Palende O. Peeter Dries; W. Helena Kenens; Z. de straat; N. de pastoor van Coorsel.

3.      2 dagmalen bemd in de Overslagh onder Coorsel. Palende O. het Molengoet; W. Hendrick Senten; Z. den Hoogen bos en N. Jacobus Jans.

4.      3 halsters zaaiens land, de Middelste hoeven. Ook omtrent de Dijck gelegen. Door de pandsteller gekocht van Peeter Vaes en consorten. Palende O. Peeter Convents; W. en N. Jacobus Vaes; Z. Michiel Meijen.

Alle panden zijn van Brabantse nature. Enkel het broek aan de Dijck is belast. Met 6 gulden 'sjaars aan de Anniversarien te Beringen.

Gedaan ten notaris huize in Beringen. Getuigen: Cosmas Joannes Put en Gerard Vaes.

Geregistreerd op verzoek van Joannes Arnoldus Wendelen, op 23 februari 1769.

 

 

                                                                                                          Hasselt, 1 maart 2002.