RAH Schepenbank Lummen nr. 120

1761 - 1763

Gichten Brabants recht buiten vrijheid

 

Samenvatting gemaakt door Mathieu Vandenbosch

 

Titelblad:

Begint van 29 januarij 1761 ende eijndight met 24 februari 1763. Nr. 15.

 

1761, 14 februari. Folio 8.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht verkopen Jan en Servaes Vaes hun deel in de Houven aan Jaspar Vaes. Palende O. Peeter Convents; W. Peeter Vaes; Z. Willem Witters en Henric Slegers; N. Jacob Vaes. Voor 60 pattacons. Godtspenninc: 1 stuiver. Lijcoop: ½ aam bier.

 

1761, 14 februari. Folio 8.

Voor schepenen als voor verkoopt Peeter Vaes aan Jacob Vaes een perceel land in de Houven. Palende O. Peeter Convents; W. Jacob Vaes; Z. Jaspar Vaes; N. de straat. Voor 175 gulden. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 3 gulden.

 

1761, 16 februari. Folio 8 v.

Voor schepenen als voor leent Jaspar Mertens met instemming van zijn kinderen van E. Heer Leonardus en Servaes Moons, 600 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: zijn huis en of gelegen tot Stall met de naast gelegen hof. Door koop verkregen van de erfgenamen Simon Beckers. Palende O. Henric Smeets; W. en Z. de straat; N. Jan Put. De kinderen die hun vader toestemming gaven tot lenen zijn met name: Michiel en Jaspar Mertens; Jan Huvenees als man-mober Catharina Mertens en Laurens Claes als man-momber Helena Mertens. Ze maken zich sterk voor hun minderjarige zuster Maria Mertens.

 

1761, 20 februari. Folio 9.

Voor schepenen als voor verkoopt Peeter Vaes aan Jaspar Vaes een plek land in de Houven. Palende O. Jacob en Jaspar Vaes; W. Jacob Vaes; Z. Michiel Meijen; N. Peeter Vaes. Voor 31 pattacons. Godtspenninc: 1 stuiver. Lycoop: 2 gulden.

 

1761, 20 februari. Folio 9.

Servaes Vaes verkoopt aan Peeter Vaes een stuk land genaamd den Keneman gelegen op die Winninge. Palende O. Jan Gijbels; W.Jacobus Leijssen; Z. en N. de straat. Voor 100 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 1 stuiver. Lijcoop: 3 vanen bier. Het perceel is belast met 100 gulden Brabants Luiks aan de kerk van Coorsel en met 250 gulden aan Peeter Nuelens.

 

1761, 2 maart. Folio 14.

Voorwaarden waaronder Joan Louwes met consent van zijn vrouw Elisabeth Vaes, verkoopt:

1.      zijn deel gelegen in de Houve. Palende O. Jan Beckers; W. Anna Vaes; N. Thomas Vaes.

2.      zijn deel in het daaraan gelegen eedt. Palende O. Paulus Van Schillebeeck; W. Anna Vaes; Z. die Maelbeeck; N. perceel 1.

Het land is aan te slaan, half oogst. Het eedt te half maart. De verkoper reserveert zich alle boompjes en het schaarhout op het eedt. De erven worden verkocht met 3 zitdagen, van 14 tot 3 maal 14 dagen en met proclameren 's zondags in de vroegmisse. De zondag na de laatste zitdag zal de kaarsbranding geproclameerd worden. Tot last van de koper vallen: een kermisse van 6 gulden Brabants Luiks voor verkopers vrouw; onkosten van kaarsbranding, gichtgeld, godtsgelt aan de kerk van Coorsel, 5 stuivers; roepgeld, 1 gulden; schrijfgeld en kopie, 2 gulden; lijcoop, ½ aam bier.

Geconditionneerd ten huize van Aert Knaep in de kamer, tot Stall onder Coorsel op 26 januari 1761. Getuigen: Thomas Reijmen en Jan Bleux. Quod attestor: J.H. Beckers, schepen.

Paulus Beckers biedt 260 gulden en krijgt de palmslag. Getuigen: Thomas Reijmen en Joan Bleux, beiden gerechtsdienaars. De originele koper verhoogt zijn koop met 69 hogen.

De 2de zitdag is gehouden op 9 februari 1761.

De 3de zitdag is gehouden op 23 februari 1761. Henric Bleux heeft als momber van Thomas en Anna Vaes de koop verbeterd met 1 hoge. Getekend: Hendricus Bleux, Arnoldus Knaep en Helena Lekens. Concordantiam testor; J.H. Beckers, schepen.

Op 2 maart 1761 is de kaars ontstoken en gebannen voor schepenen Beckers en Vander Aa. Verbleven aan de laatste hoger. Gegicht voor Thomas en Anna Vaes. Prijs: 236 gulden, inbegrepen de kermisse voor verkopers vrouw.

 

1761, 2 maart. (?) Folio 16.

Henric Bleux als momber van Thomas en Anna Vaes leent van Aert Knaep 300 gulden Brabants Luiks à 4%.

Pand: de 2 percelen in vorige akte vermeld, de Houve en de Eedt. Palende O. Jan Beckers, Paulus Van schillebeeck en Adriaen Peeten; W. Adriaen Peeten en de erfgenamen Paul Lempnens en Jaspar Mertens en Joan Beckers; Z. die Maelbeeck; N. Joannes Henricus Beckers.

 

1761, 3 maart. Folio 16 v.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht kwijt Renerus Lhonneux nomine uxoris joufr. Maria Cuenen, de panden van Joan van de Berch van 25 halsters koren jaarlijks hetzij 1000 gulden kapitaal.

 

1761, 25 februari. Folio 17.

Uittreksel uit de erftaelregister der heren scholtus en schepenen van Exel en Hechtel.

Voor Clerckx en Schoofs, respectievelijk schepen en secretaris en meerdere schepenen, compareerde ter griffie als voor recht: Jan Aerts met zijn vrouw Anna Wouters en ruilt met E. Heer Josephus Ceijssens.

De 1ste aan de 2de. zijn onverdeeld deel, zijnde 1/3 in de erfgoederen (maar niet in de rente) van wijlen zijn schoonouders Laurens Wouters en Josyn Meus. Met name in een bempt onder Exel, op de Locht, palende de erfgenamen Joannes Smekens, de erfgenamen Anthonis Bosmans. Nog in een bempt en bos in den Overslagh onder Coorsel, palende Mathijs Seysens en Adriaen Fassée; belast met 6 oorden cijns in de laathof van Averboden tot Coorsel.

De 2de aan de 1ste: zijn huis en hof genaamd den Rasop tot Hechtel in het Dorp gelegen. Palende Peter Coninckx, den veltwegh en N.N. Seysens; belast met 4 oorden schatting in ieder cedule jaarlijks.

Ceijssens kent Aerts voor de duur van 12 jaar het gebruik toe van een reije land aan dat huis gelegen.

Verder krijgt Aerts tot supplement 306 gulden en een stoffen falie tot kermisse voor de vrouw van Aerts.

Aerts bekent reeds 106 gulden ontvangen te hebben; de 200 resterende guldens belooft Ceijssens binnen het jaar te voldoen.

Op 4 maart 1761 is de voorschreven akte gerechtlijk aangebracht.

Op 5 maart 1761 is hij op verzoek van E.H. Ceijssens geregistreerd.

 

1761, 18 april. Folio 18.

Peeter Houben verkoopt met consent van zijn vrouw Aldegon Witters aan Matthijs Bleux - present zijn zoon Henric Bleux - zijn deel in een bempt genaamd 't Sluijsbroeck, afgekomen van Huijbrecht Muijters. Palende O. Joris Lekens; W. de erfgenamen Antoon Slangen; Z. Clooster Sichem; N. de beek. Voor 412 ½ gulden. Betaald.

Godtspenninc: 10 oorden. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1761, 30 mei. Folio 18 v.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht, buiten vrijheid verkoopt Jaspar Smeets aan Joan Huijbrechts, zijn deel in de Molenbempt gelegen omtrent dieVeurthensche molen, palende O. den Molendijck; W. Wouter Swerts; Z. die wederhelft; N. de H. Geest beeck. Voor 228 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 4 gulden. Belast met 250 gulden Brabants Luiks, staande ten selve intrest te betalen aan Michiel Claes.

Op 9 juni 1761 bekent Huijbrecht naderschap aan Peeter Convents als bloedverwant van Jaspar Smeets.

 

1761, 22 juni. Folio 19.

Matthijs Ceijssens broeder van de E. Heer Josephus Ceijssens bekent naderschap aan Peeter Wouters als bloedverwant van Joan Aerts, aangaande de bempt die hij op de 5de maart verkregen heeft.

 

1761, 20 juli. Folio 30.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid kwijt sieur Petrus Wouters de panden van de weduwe Wouter Smets van 100 gl. Brabants Luiks à 10 %. Of het kapitaal is 200 gl. geweest à 5%.

 

1671, 19 oktober. Folio 30.

Voor schepenen als voor hebben Franciscus en Joannes Leyssens aan schepen Joannes Reijnders een half bosje verkocht gelegen tot Veurthen op de Hooghstraet. Palende O. Louwis Gijbels; W. de erfgenamen Simon Van der heyden; Z. de Hooghstraet. Voor 34 gulden Brabants Luiks en 1 gulden tot een kermesse voor verkopers vrouw. Godtspenninc: 5 stuivers.

 

1762, 28 januari. Folio 50 v.

Schepen Henricus Vander aa verklaart dat de drossaard van Beringen E. F. Elens hem gezegd heeft de panden van Henricus Put, van 200 gulden Brabants Luiks gekweten te hebben.

 

1760, 18 augustus. Folio 57.

Akte van notaris Quisthoudt van Diest.

Jordaen Hermans x Maria Put van Kermpt hebben op de 29ste februari laatstleden aan Willem Put, wonend onder Coorsel, verkocht:

3½ halster zaaiens land tot Stal onder Coorsel gelegen in het huisveld van Joseph Put. Palende N. de gemijnten aert; W. Jan Jeus; Z. Joseph Put; N. de Hairbaen.

Verkocht voor 550 gulden Brabants Luiks. De schelling à 10 stuivers gerekend. Lijfcoop: 8 gulden Brabants Luiks. Drinckgelt: 5 gulden.

De verkopers hebben het geld ontvangen in Brabantse gangbare speciën, te weten Franse pistolen en Hollandse ducaten.

De plek is verkocht met de houtkant en opstaande bomen en is door Maria Put geërfd van haar ouders.

Belast met 200 gulden Brabants Luiks aan Jan Rijnders en met 25 stuivers Brabants Luiks jaarlijks aan de H. Geesttafel van Beringen. Lasten vallen aan de koper.

Dezelfde dag verkochten Hermans - Put aan Willem Put:

1.      1 halster zaaiens land geheten den Bosch gelegen tot Stal. Palende N. en Z. Nicolaes Moons; O. Peeter Seijssens kinderen; Z. de Maelbeke en Henricus Beckers. Verkocht voor 80 gulden.

2.      een perceel bemd aldaar, geheten den Euschen bempdt, palende N. Joseph Put; O. Jasper Smets; Z. Willem Caers; W. Mattijs Gielen. Verkocht voor 370 gulden.

Van de 370 gulden zijn er 250 betaald in Brabantse gangbare speciën, te weten Franse en Spaanse pistolen en verdugadains. De rest van deze koopsom, met de koopsom van het land den Bosch, is betaald in carolinen en Luikse dobbele en enkele schellingen. De laatste twee percelen kwamen ook uit het erfdeel van Maria Put.

De koper betaalde 1 gulden goedtspenningh.

Gedaan binnen Diest. Getuigen: Sebastianus Josephus Quisthoudt en Joannes Cuijpers.

De minuut is bekleed met een zegel van 24 stuivers.

Op 11 februari 1762 heeft J.F. Vaes, meier dezer justitie, namens Willem Put van Coorsel, voorgaande akte laten registreren.

 

1762, 26 maart. Folio 64.

Peeter Timmermans toont een autentieke kopie uit het schepenregister van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, inhoudende een akte d.d. 17 mei 1741 over een tocht-overdracht door Servaes Vaes van Coursel, ten behoeve van zijn zoon Vaes. Alsmede ook een beleningsakte d.d. 22 juni 1741, van 300 gulden Brabants Luiks op het kindsdeel van de zoon. Dan laat Peeter Timmermans de volgende deelakte registreren, opgesteld door notaris J. Nulens op 30 oktober 1760:

Joannes Vaes; Peeter Vaes; Servaes Vaes als vader-momber van zijn onmondige kinderen Joris en Catharina Vaes; Jacobus Vaes als man-momber Anna Vaes. Delen, na dood van hun ouders Servaes Vaes x Catharina Smeets, huis, hof, landen, bemden, jonten? en renten in 4 parten.

………

De 2de kavel, getekend B, is gekozen door Jan Vaes, als oudste zoon.

-         het Baender, 3 dagmalen groot. Palende O. en Z. Peeter Convents van Vurten; nog Z. den Kerckenbempdt; W. Jan Knaep en N. de alde beeck.

-         3 halsters land het Schrikkelheijveldt gelegen op de Schrickheijde. Palende O. Hendrick Slegers; W. en Z. de straat; N. Jan Ceijssens.

-         het gemeijn broeck tot Tervaent.

-         uit kavel A te trekken: 25 gulden eens.

Belast met 200 gulden aan de Armen van Coursel.

Voorwaarden: aangaande de last van 300 gulden aan advocaat Vossius te Hasselt, verdeeld over 3 kavels, en af te leggen binnen het jaar door die 3 kavels, is overeengekomen dat ze die lasten samen zullen betalen. De huur van het broek en het land zullen ze proffiteren volgens termeijn van die winninge, soo dat iemandt als huerman het sij van condividenten oft vremdt sijnen termeijn sal hebben soo van brouck als landt involgens hennen huerman Bernardus Ceijssens ende alsoo die goederen neffens den selven huerman te verlaeten.

Het schaarhout op de hiernavolgende percelen zullen ze samenderhand verkopen. Op het Schrikheijveldt, op die Boxhoeven, op het Schansveldt, den Ruydenbempdt, het Baender, den Haserick in den huijshoff van het driesken oostwaarts of achterwaarts den Heijhoff, d'eerste en tweede hoeve.

Gedaan ten huize van Jan Gijbels tot Coursel op de kelderkamer. Getuigen: Peter Dries, Jan Gijbels, Joseph van Hamel, en Mattheus Gijbels.

Op verzoek van Peeter Timmermans zijn deze gegevens geregistreerd.

 

1762, 20 februari. Folio 70.

Boven deze akte staat: raeckende de hoeve aen Schrickheyde.

Voorwaarden waaronder de kinderen van wijlen Pauls Zeuws en Elisabeth Goos de goederen verkopen, hun aangekomen na dood van hun ouders. De kinderen zijn:

Petrus Zeeuws.

Andries Sannen als man-momber van Marian Zeeuws, met overstaen van Mattijs Stevens en Peeter Rapers als momboirs der kinderen verweckt bij Arnold Stevens.

Jan Tessens als man-momber Elisabeth Zeeuws.

Jan De Vos als man-momber Anna Catharina Zeeuws.

Peeter Rapers als man-momber Anna Margarita Zeeuws.

Met volle last van hun afwezige broeder Antoon Zeeuws, die stipulatie deed in handen van schepen Jan Rynders.

Ze verkopen een perceel land, genaamd de Hoeve, gelegen aan de Schrickheyde tot Coorsel. Palende O. de straat; W. Catharien Smets; N. de erfgenamen mr. Gerard Kenens. Het kapbaar schaarhout is aan de kopers gereserveerd. De Hoeve is nog verhuurd tot één jaar na half oogst voor 7 halsters koren, waarmede de koper zich moet tevreden stellen. De koopdagen zullen geproclameerd worden aen de kerk van Coorsel.

Voorgelezen ten huize van schepen Jan Rijnders tot Coorsel op 23 januari 1762. Getuigen: Joannes Rijnders den jongen en Thomas Rijmen, gerechtsdienaar. Tezelfdertijd is de Hoeve bijgeslagen aan Petrus Van ubbel voor 355 gulden. Van ubbel stelt nog 25 hogen. Getuigen: Joannes Rijnders den jongen en Thomas Rijmen.

Op 6 februari 1762 verbeterde Arnoldus Beckers de koop met 25 hogen. Gedaan ten huize van notaris Gaspar Rapers tot Stal-Coorsel. Getuigen: Peeter Witters en Huijbrecht Hermans.

Op de 3de zitdag de 20ste februari 1762 wordt de kaars ontstoken en gebannen. Aert Beckers stelt nog 5 hogen. Verbleven aan Aert Beckers voor 355 gulden en 55 hogen. Op dezelfde dag wordt het perceel gegicht.

 

1761, 15 december. Folio 72.

Voorwaarden van een publieke verkoop door Jan Van miert met instemming van zijn vrouw Anna Catharina Jans, instemming op 27 oktober 1761 gegeven in handen van de notaris J. Nulens. Verkocht wordt: huis en hof in de Postelmans hoeck tot Coursel. Palende O. Jan Vaes; W. de straat; Z. Peeter Francis Convents en Jan Beckers; N. Jan Hermans. Belast met 100 gulden aan Jan Reijnders, schepen.

Huis en hof zullen door gerechtsdienaar Thomas Reijmen opgeroepen worden en aan de meestbiedende bij éénmaal, andermaal, derdemaal toegeslagen worden. De eventuele koper zal zijn voorhogen mogen hebben. Huis, moeshof en veurlen zijn aan te slaan, half maart 1762; het land, half oogst daarna.

De eventuele koper zal een ton bier tot lijcoop geven, te consumeren ten huize van Jan Gijbels. Godtsgelt: 5 stuivers aan de kerk alhier. Verder tot last van de koper: roepgeld, 1 gulden; schrijfgeld en kopie dezer conditie, 2 gulden; gichten, kaarsbranding en al wat er van dependeert.

De voorwaarden zijn publiekelijk voorgelezen ten huize genaamd Den Lesten Stuijver van Jan Gijbels tot Coursel. Getuigen: Mattheus Lemmens en Henricus Mattheus Gijbels. Quod attestor: J. Nulens, notaris.

Andreas Vaes biedt op de 27ste oktober 1761, 405 gulden Brabants Luiks boven de last. Hem is de palmslag vergund. Aldus gedaen, gepasseert, VERCOGHT, gaccepteert en behoorlyck gestipuleert. Getuigen ten huize van Jan Gijbels: Mattheus Gijbels en Henricus Mattheus Gijbels.

Andreas Vaes verbetert zijn koop met 15 hogen.

Tijdens de volgende zitdag op 3 november 1761, na publicatie door gerechtsdienaar Thomas Reijmen, gebeurt er niets. Getuigen als drie regels hoger.

Op 17 november 1761 gebeurt er evenmin iets. Getuigen: sieur P. Van postel en Henricus Mattheus Gijbels.

Op 2 december 1761 evenmin. Getuigen: Henricus Mattheus Gijbels en Mattheus Lemmens.

Op 15 december 1761 evenmin. Getuigen Mattheus Gijbels en Henricus Mattheus Gijbels.

Dan wordt op deze 15 december de kaars ontstoken en wettelijk gebannen voor de schepenen Beckers en Vander aa. Verbleven aan de eerste hoger en obtinent koper. Op 8 maart 1762 is de koop gegicht.

 

1762, 20 maart. Folio 76.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, verkoopt Huijbrecht Aghten aan Henricus Beckers Francissens sone, zijn deel ( is de helft) in 4 vijverkens tot Coorsel in de heide gelegen. Palende Noorden Jan Put nieuw goet van twee ende voorts s'heeren aert van de andere twee en dese twee rontsomme. Verkocht voor 60 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: een vierdel bier. Indien er later lasten op blijken te staan, zal de verkoper die voor de helft goedmaken.

 

1762, 23 januari. Folio 76 v.

Voor schepenen als voor verkoopt den heer doctor Bartholomeus Roucourt met consent van zijn vrouw Anna Tielemans (Tielens) aan Joan Krikelven een derde deel van het half broek omtrent den Esselen bos gelegen. Palende O. Jacobus Houben; W. Margriet Aerts; Z. Peeter Wouters; N. de Winterbeeck. Voor 130 gulden Brabants Luiks. Godtspeninc: 10 oorden.

 

1762, 23 januari. Folio 76 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Joan Krikelven aan Jacobus Houben 2/3 in de voorschreven bempt. Palende O. Jacobus Houben derde deel; W. Margriet Aerts; Z. Peeter Wouters; N. de Winterbeeck. Voor 260 gulden Brabants Luiks. Godtspennnc: 10 oorden. Lijcoop:1 vaan bier.

 

1762, 22 maart. Folio 77.

Voorwaarden waaronder Antoon Van de bos met consent van zijn vrouw Maria Goossens publiekelijk een perceel, genaamd het Nieuw broeck, zal verkopen. Palende O. Jacobus Dillen; W. Jan Comans; Z. de straat; N. de weduwe Joan Beckers. Belast met 2 stuivers 2 oorden in ieder schatboek aan de borgemeesters tot Coorssel. Te verkopen bij éénmaal, andermaal, om dan te worden toegeslagen. Door koper te geven lijcoop: een vierdel bier. Godtsgelt aan de kerk van Coorsel: 5 stuivers. Afroepen des dienaars: 1 gulden. Schrijfgeld dezer condities en kopie: 2 gulden. Gichtgeld, kaarsbranding, enz.

Voorgelezen op 15 maart 1762 ten huize van Henric Tielemans, staande aan de kerk tot Coorsel. Getuigen: Joseph van Hamel en Thomas Reijmen. Quod attestor: J.H. Beckers, schepen.

Servaes Vaes biedt 192 gulden Brabants Luiks en krijgt de palmslag.

Op 22 maart 1762 is de kaars ontstoken en wettelijk gebannen voor schepenen Beckers en Vander aa.

Het Nieuw broeck is verbleven aan Servaes Vaes. Het wordt dezelfde dag gegicht.

 

1762, 22 maart. Folio 79.

Op dezelfde wijze verkoopt Anton Van de bos x Maria Goossens een land genaamd de Heijthouve. Palende O. en W. Michiel Meijen; Z. de Schrickheyde; N. de weduwe Joan Vaes. Belast met 2 stuivers 2 oorden in zekere schatbrief aan de borgemeesters van Coorssel. De verkoper reserveert zich 1 eikenboompje en het schaarhout aan de noordzijde. Lijcoop: ½ ton bier. Godtsgelt: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel.

Voorgelezen ten huize van Henric Tielemans, staande aan de kerk te Coorssel. Getuigen: Joseph van Hamel en Thomas Reijmen. Quod attestor: J.H. Beckers, schepen.

Joan Comans biedt op deze 15 maart 1762, 261 gulden Brabants en krijgt de palmslag. Hij verbetert zijn koop met 5 hogen. Op 20 maart verbetert Michiel Meijen deze koop met 10 hogen. Was getekend: Petrus Beckers, Henric Coenen, Michiel Meijen. Op 22 maart stelt Joan Comans nog 5 hogen. Getuigen: schepenen Vander aa en Reijnders. Dan wordt de kaars ontstoken voor schepenen Beckers en Vander aa. Verbleven aan Joan Comans.

Dezelfde dag gegicht.

 

1762, 22 april. Folio 81 v.

Opschrift van de akte: De erfgenamen Melchior Lemmens quitteren de panden der erfgenamen Osireus Vreven.

Jan Stockmans, zich sterk makend voor Renier en Catharina Lemmens, en Peeter Vaes als stiefvader der kinderen Jan Lemmens, te weten: Joannes, Servatius, Arnoldus Lemmens. Kwijten de panden der erfgenamen Osireus Vreven van 200 gulden Brabants Luiks. Het geld is in handen van de schepenen geconsigneerd om ten profijte van de voorschreven kinderen geappliceerd te worden.

 

1762, 10 maart. Folio 82.

Akte van notaris J. Nulens tot Coursel.

Joannes Maes liet, met instemming van zijn vrouw Catharina Buntiens, op 18 december 1761 onroerende goederen publiekelijk verkopen. Koper Henrick Put kon blijkbaar niet betalen. De goederen worden nu opnieuw te koop gesteld.

-         Huis en hof tot Hoxelaer onder Coursel, palende O. en N. de straat; W.Gieraert Put; Z. Jan Cornelis. Belast met 200 gulden Brabants Luiks aan de relaat van Averbode. En met schatting en cijns. De verkoper reserveert zich het gekapt hout en de bomen die op het erf liggen. Huis en veurlen zijn aan te slaan half maart 1763; het land te half oogst daarna.Vermits de huurder, Nicolaes Sroijen, van huis en hof nog één jaar huur tegoed heeft, krijgt de koper 15 halsters koren en 8 gulden Brabants Luiks voor huur van 1762.

-         Land, de Rooten, onder Hoxelaer. Palende O. en N. de weduwe Wouter Swerts; W. de weduwe Pier Sroijen en Z. Arnold Truijens. Aan te slaan, half oogst 1763. De koper krijgt voor de huur van het komende jaar: 5 halsters koren te leveren door de huurder Nicolaes Sroijen. De verkoper reserveert zich bomen en schaarhout.

-         Perceel torfbemdt, genaamd het Bemeken tot Hoxelaer onder Coursel. Palende O. de weduwe Pier Sroijen; W. Arnold Truijens; N. weduwe Wouter Swerts; Z. Peeter Nijs. Aan te slaan half maart 1763. Koper geniet voor het jaar 1762, 12 gulden van de huurder Nicolaes Sroijen, die het komend jaar op genoemde beemd 6 karren torf leggen mag en 1 roede ris steken.

Te verkopen: éénmaal, andermaal, derdemaal toe te slaan. Na de palmslag moet de koper tenminste 3 voorhogen stellen. Lijcoop: 1 ½ ton bier te verbruiken ten huize Jan Cornelis. Godtsgelt: 5 stuivers.

Voorgelezen ten huize van Jan Cornelis tot Hoxelaer onder Coursel. Getuigen: Jan Cornelis en Joannes Vaes.

Op 24 maart 1762 biedt Arnold Beckers voor loten 1, 2 en 3: 1060 gulden Brabants Luiks boven de last.

Hij zet 60 hogen. Op 21 april 1762 wordt er niet gehoogd. Getuigen: Peeter Cops en Adrianus Peeten.

Op 5 mei 1762, geen hogen. Getuigen: Jan Cornelis en Henrick Tilemans.

Dezelfde dag wordt de kaars ontstoken en gebannen voor schepenen Beckers en Vander aa. Verbleven aan Arnold Beckers.

 

1762, 7 mei. Folio 85 v.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Aert Beckers van Joan Huijbrechts, 800 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand:

1.      land het Bovenblock tot Coursel gelegen, palende O. Peeter Convents; W. Adriaen Peeten; Z. Arnold Truijens; N. de straat.

2.      het Koybrouck, palende O. Jan Comans; W. Henric Tielemans; Z. de straat; N. de weduwe Henricus Van postel.

3.      land de Houve, palende O. de straat; W. de weduwe Joris van Ubbel; N. Jaspar Knaep; Z. de weduwe van Postel en Henric Peeters.

4.      land genaamd den Hecpaer, palende O. de erfgenamen Gilis Wouters; W. Thomas Tielens; Z. de erfgenamen Peeter Tielemans en N. de straat.

 

…………….. Folio 87 v.

Memorie voor de secretaris.

Op te zoeken 1755 of '56 heeft Michael Rediers het kindsdeel van Geert Willems gekocht.

Item de staat van kosten van Willem Vijfeijcken mede te nemen.

Te zoeken naar de renten van de Eerw. heer Franciscus Cronaerts als momber der onmondige kinderen van Valentine Wauters en Mari Helene Cronaerts; een rente van 400 gulden tot last van Simon Truijens en zijn panden tot Coorsel.

 

1762, 23 januari. Folio 88.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid ruilt 1. Cristiaen Aghten met 2. Jaspar Vaes.

De 1ste aan de 2de:

-         een plek land genaamd den Heuvel, tot Coorssel gelegen. Palende O. Peeter Dries en de begijn Beckers; W. Helena Kenens; Z. de straat en N. de pastoor van Coorssel.

-         een opleg van 85 gulden Brabants Luiks.

De 2de aan de 1ste:

a.       een plek land genaamd de Vijverhoff gelegen tot Lilo. Palende O. Antonius Leijnen; W. Hieronimus Claes; Z. zijn eigen erf; N. Geert Lijnen.

b.      een bemdeken naast de Vijverhoff. Palende O. Antonius Leijnen; W. Peeter Neulens; Z. de beek; N. de voorschreven erve.

c.       nog een plek land over de beek. Palende W. de erfgenamen Renier Neulens; Z. de straat; N. de beek.

d.      een turfbroekje, genaamd het Streepken, palende O. Simon ……; W. Henric Aerts; N. de erfgenamen Renier Neulens. Vaes verklaart dat deze voorschreven percelen belast zijn met: 100 gulden kapitaal aan Henric Van briel; 1 halster koren jaarlijks aan de pastoor tot Houthalen; nog 5 stuivers aan dezelfde pastoor.

e.       1/5 part in een bosje tot Lilo, belast met 10 stuivers jaarlijks

Lijcoop: 5 schellingen.

 

1762, 16 juni. Folio 89.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid kwijt Antoon van Herck de panden van de weduwe Willem Noops van een hypotheek van 100 gulden Brabants Luiks à 4 %.

 

1762, 17 juni. Folio 89.

Voor schepenen als voor kwijt jouffr. Anna Francisca Beckers de panden van Peeter Leijssen van een hypotheek van 600 gulden Brabants Luiks à 4 ½ %.

 

1762, 30 juni. Folio 209.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Joan Zeuws met instemming zijner vrouw Cristina Put 600 gulden Brabants Luiks à 5% van medeschepen Joannes Henricus Beckers. Pand: huis en hof met de dries daarvoor gelegen. Palende O. Joan Put, Jordaen Hermans en Joan Tielemans; W. Matthijs Mentens en Nicolaes Moons; Z. de heerbaen; N. de gemeijn heijde.

 

1762, 30 juni. Folio 210.

Voorwaarden volgens dewelke Thomas en Maria Anna Reijmen door notaris J. Nulens onroerend goed laten verkopen. Namelijk: land tot Vurten onder Coursel. Palende O. de straat; W. en Z. Jan Mellen; N. jouffrouw Jans. Uit de voorwaarden:

Zal opgeroepen worden door gerichtsdienaar Jan Bleux.

Te verkopen aan de meest biedende bij éénmaal, andermaal en bij derde maal toegeslagen.

De eventuele koper moet tenminste 3 voorhogen stellen.

Hogen van 2 gulden, te verdelen tussen hoger en verkoper.

Het land is aan te slaan half oogst 1762, als de vruchten van het land zijn.

Lijcoop: 1 ton Diesters bier te verbruiken ten huize van de weduwe Jan Claes.

Voor het afroepen aan de dienaar: 1 gulden.

Voor conditie en schrijven der billetten: 2 gulden. Godtsgelt: 5 stuivers.

Verder nog tot last van de koper: gichtgeld, kaarsbranding en alles wat daaraan is appenderende en dependerende, zonder te korten aan de koopsom.

Voorgelezen ten huize genaamd de Trompette, van de weduwe Jan Claes, tot Vurten onder Coursel.

Getuigen: Servaes Vaes en Peeter Claes.

Adrianus Peeten biedt voor deze plek 310 gulden. Hij krijgt de palmslag. Getuigen: Servaes Vaes en Matthias Stevens. Dan verbetert Adrianus Peeten zijn koop met 20 hogen.

Op 14 juli 1762 wordt er niet gehoogd. Getuigen: Michiel Claes en Peeter Claes.

Op 28 juli 1762 wordt er niet gehoogd. Zelfde getuigen.

Op 11 augustus 1762 worden in aanwezigheid van Mattheus Claes en Mighiel Claes als getuigen de voorwaarden voorgelezen. Margareta Van herck hoogt Adrianus Peeten af met 2 hogen. Getuigen: Jan Bleux en Mattheus Claes. Adrianus Peeten verbetert met 20 hogen. Getuigen: Jan Bleux en Mattheus Claes.

Dan wordt de kaars wettelijk gebannen en ontstoken voor schepenen Beckers en Van der aa. Verbleven aan de eerste obtinent koper Adrianus Peeten. Wordt dezelfde dag gegicht.

 

1762, 1 september. Folio 216.

Voor schepenen Beckers en Vander aa legt Joannes Poorters van Tessenderloo, meester-molenmaker, zijn eed af over de visitatie van de Vuerthensche molen onder Coorsel gelegen. Hij heeft die molen gevisiteerd op verzoek van Joannes Nuelens, de huidige molenaar. De eed is afgelegd in de aanwezigheid van Joannes Reijnders en Valentinus Wouters, schepenen van zijne excellentie de graaf de la Marc. Poorters heeft onder eed verklaard het nieuw werck te accorderen op het audt werck.

 

1762, 9 september. Folio 218.

Akte van notaris J.A. Dimartinelle van Diest.

Simon Truijens x Maria Cnapen van Coorsel lenen van Willem Keesmaeckers, borger binnen de stad Weert, 200 gulden Brabants Luiks, ieder gulden tot 2 schellingen, à 4%. Jaarrente te betalen ten huize van de gelddoener.

Pand: 4 dagmalen bempdt en land tot Coorsel, geheten den Eerselschen bosch, gelegen tussen de schans en de kerk. Palende O. schepen Wauters; Z. Aert Schroijen; N. en W. Jan Claes. De herencijns daarop overtreft de 2 oorden niet. Gedaan binnen Diest. Getuigen: Joannes Franciscus Vaes, meier van Lummen en Andreas Vandermaesen. De minuut is bekleed met een zegel van 6 stuivers.

Deze akte is geregistreerd op 23 september 1762, op verzoek van meier Vaes in de naam van Simon Truijens.

 

1762, 18 september. Folio 225.

Akte van notaris Joannes Antonius Put, Beringen.

Henrick Slegers en zijn vrouw Magriet Stevens, inwoners tot Veurten onder Coorsel, lenen van joffr. Anna Francisca Beckers van de stad Beringen, 600 gulden Brabants Luiks à 4%. Bij prompte betaling, zonder 2 jaren in elkaar te laten vervallen, volstaat 3 ½ %. Pand:

1.      hun huizinge en hof met de huishof of land daarachter gelegen. Omtrent 2 halsters groot. Tot Vurten onder Coorsel gelegen. Palende O. Andries Convents; W. sieur Joannes Val. Wouters; N. de straat; de dries van de geldlichters. Deze panden betalen Brabantse cijns te Lummen.

2.      4 ½ halsters land naast de Molenstraet achter de Geijtelinge onder Coorsel. Palende O. de Molenstraet; W. Michael Claes; N. de erfgenamen van sieur van den Dweije; Z. de Veldtstraet.

De geldlichters moeten deze akte binnen één maand op hun kosten laten gichten voor de Brabantse justitie van Lummen en daarvan een kopie bezorgen aan de gelddoenster.

Gedaan te Beringen in de keuken van joffr. Anna Francisca Beckers. Getuigen: Henricus Leeuws en Jaspar Jans.

Henricus Slegers laat deze akte registreren op 20 oktober 1762, voor Beckers en Vander aa, schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid.

 

1762, 20 oktober. Folio 226.

Voor de 2 schepenen als voor kwijt Dijmphna Van der heyden weduwe Jan Vervorst de panden van Hendric Slegers 100 gulden Brabants Luiks à 4%

 

1762, 15 november. Folio 227.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Maria Bamps aan Lambert Witters, 1/7 deel van volgende percelen:

1.      land met een aangelegen driesken, palende O. de erfgenamen Henric Reijnders; W. Daniel Slangen; N. Matthijs Witters; Z. de weduwe Vincent Ceyssens.

2.      Geerkenslant, palende O. de Hoestadt; W. Joan Lekens; N. Daniel Slanghen; Z. Willem Witters en Vincent Ceijssens.

3.      De Heijthouve palende O. Elisabeth Stevens; W. Geert Tijsmans; N. Jacob Theunis; Z. de weduwe Joan van de Weijer.

4.      Het edtbrooken, palende O. de weduwe Vincent Ceyssens; W. Elisabeth Stevens; N. Willem Witters; Z. de weduwe Joan Ceijssens.

Verkocht voor 24 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 2 oorden. Lijcoop: 10 stuivers. Perceel 2 en 3 zijn belast met 200 gulden kapitaal ten profijte van Joan Van de bergh.

 

1762, 15 november. Folio 227.

Voor schepenen als voor verkoopt Amandus Van linden met consent zijner vrouw Helena Bamps aan Joan Maes 1/7 deel van de percelen in voorgaande gicht vermeld. Voor 18 gulden Brabants Luiks. Godtdpenninc: 2 oorden. Lijcoop: 5 stuivers. In deze akte staat ook de last van 200 gulden op percelen 2 en 3 vermeld.

 

1762, 1 december. Folio 227 v.

Lambert Witters bekent aan Joan Maes als bloedverwant van Marie Bamps naderschap aangaande de koop van 15 november 1762, beschreven in de 2de voorgaande gicht.

 

1762, 30 september. Folio 229.

Handschrift waarin C. Cadaine weduwe Borremans, Brussel, bekent van Jan Van de bergh 425 pattacons en 14 pattacons en 7 schellingen intrest van 1762, ontvangen te hebben.

 

1762, 7 oktober. Folio 229.

Franciscus Van de bergh legt voorvermelde kwijting ter registratie voor.

 

1761, 23 maart. Folio 232.

Anno 1761 den 23 meert heeft Peeter Tielens dese rente geredimeert met de somme van twee hondert guldens. Oversulckx pandt ende persoon ontslaende. En was onderteeckent: C. de Heusch.

 

1762, 18 november. Folio 232.

Voor meier en schepenen heeft voorschreven Peeter Tielens het voorschreven handschrift laten registreren. De panden waren gelegen onder Coorsel. En de 1ste gicht dateerde van 13 maart 1727.

 

 

                                                                                                                      Hasselt, 3 april 2002.