RAH Schepenbank Lummen nr. 115

1746 – 1749

Brabants recht buiten vrijheid

 

Samenvatting door Mathieu Vandenbosch

 

Begint van 27 januarij 1746 ende eijndight met 18 december 1749.

 

1746, 31 januari. Folio 3.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabans recht buiten vrijheid staat Catharina Claes weduwe Mattheus Obbers, aan haar zoon Gerardt Obbers haar tocht af van een perceel land gelegen tot Coorssel. Palende O. Jan Obbers; W. de weduwe Henricus Postel; N. de straat en Z. Philip Van de Weijer.

Tocht en erfdom vergaderd zijnde verkoopt Gerardt Obbers aan Brigida Noops dat perceel land voor 16 ½ pattacon. Godtspenninc: 5 stuivers. Belast met 5 ½ oorden schatting in iedere brief. De koopster mag het goed aanslaan tegen bamisse als de kemp ervan zal zijn.

 

1746, 23 februari. Folio 3 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Helena Gilis aan Matthijs Bleux:

  1. land die Langhouve tot Veurthen, palende O. Joan Vervorst; W. Jan Ceijssens; Z. Valentinus Wouters; N. Simon Truijens.
  2. een bemd aan die Dunge, palende O. HelenaZeuws; W. jouffr. Jans; Z. Peeter Geerts; N. die Aude beeck.

Verkocht voor 440 gulden Brabants Luiks. Belast met 100 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Lijcoop: 5 gulden. Het land is te aanvaarden half oogst e.k. en de koper profiteert de korenpacht van 1746. In geval van approximatie profiteert de koper de brockheure van het jaar 1746, ter oorzake dat hij die bemd in huur heeft.

 

1723, 30 augustus. Folio 5.

Akte van notaris P. Convents. Coersel.

Jaspar Lekens bekent met instemming van zijn vrouw Elisabeth Busvelts een schuld van 200 gulden Brabants Luiks aan Christien Convents weduwe Jan Reijnders. Voortkomende van verlopen pachten en bijgelanghde penningen. Lekens zal daarvoor 4% geven en zet tot pand:

  1. land onder Coursel, palende O. het land van de erfgenamen Gertruijt Eijgen; W. Peeter Eijgen.
  2. broek onder Coursel, palende O. Jan Vaes senior; W. Jan Zeuws cum suis en Jaspar Reijnders erfgenamen.

Het land is belast aan de Donderdagse mis tot Coursel met 100 gulden

Gedaan tot Coersel ten huize van de vornoemde weduwe. Getuigen: Jan Geerts en Andries Wouters.

Concordantiam cum suo originali, quod attestor J.H. Convents, notaris in Coursel.

 

1746, 25 februari. Folio 5 v.

Vor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, laat Joannes Van postel, volgens procuratie aan de schepenen gebleken, voorgaande akte registreren.

 

1746, 10 maart. Folio 6.

Voor schepenen als voor legt Mattijs Persoons een kapitaal van 100 gulden Brabants Luiks af, gehypothekeerd op een land genaamd de Schoom. Palende O. de Helstraet; Z. en N. de paters Augustijnen van Diest; W. de straat. Eerw. heer Seijsens bekent het bedrag ontvangen te hebben.

 

1746, 13 april. Folio 11.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, kwijt Wilm Witters de panden van Wouter Bleux van 200 gulden à 5%.

 

1746, 26 april. Folio 11.

Voor schepenen als voor verkoopt Adriaen Wouters aan Geerard van Lauw een half dagmaal broek aan de Esselen bos. Palende O. Huijbrecht Muijters; W. Joost Beckers; Z. de Winterbeeck; N. Aert Convents. Verkocht voor 30 ½ pattacon. Godspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 2 gulden. Last: 3 stuivers 2 oorden dorpsschatting, in iedere brief aan de borgemeesters van Coorssel.

 

1746, 21 april. Folio 12.

Jan Picaris, 's heren dienaar van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, in Diest voor notaris Quishoudt op 11 september 1745 gevolmachtigd door het echtpaar Henderic Reynders en Elisabeth Beckers van Coirsel, leent q.q. 100 pattacons of 280 gulden Brabants courant, de schillink à 7 stuivers, à 4 pattacons of 11 gulden en 4 stuivers 's jaars. Van joufvrouw Maria Weijermans, begijntje op het begijnhof te Diest, als vertegenwoordigster van joufvrouw Margeretha Verslegers, haar nicht, eveneens begijntje aldaar. Het geld is ter beschikking van het begijnhof gesteld als begijnen titel voor Verslegers.

Het echtpaar Reynders - Beckers stelt tot pand:

° 3 halsters land gelegen omtrent de Asbergh, Brabants ressort onder Coirsel. Palende O. meester Jan Smets erfgenamen; W. en Z. Jan Comans; N. Jan Van hamel.

° hun huis en hof, groot 4 ½ halsters land, tot Coirsel gelegen, palende N. de straat; Z. Jan Commans; W. Huybright Van hamel en O. Joris van Eubbel.

Waeranderende beyde dese panden voor hun eygen ende onverteerde chijnsroerigh in den chijnsboeck tot Lummen van haere conincklijcke majestydt, hertogin van Brabant. Ende niet anders belast als met de chijnsen ende andere heerelijcke rechten van den gronde.

 

1745, 11 september. Folio 14.

Akte van notaris A. Quisthoudt, Diest.

Henderick Rynders en zijn vrouw Elisabeth Reckers, ingezetenen van Coirssel lenen van jouffrouw Maria Weyermans, begijntje op het begijnhof te Diest, optredend namens haar nicht Margaretha Verslegers, eveneens begijn aldaar, 100 pattacons of 280 gulden courant à 4 pattacon of 11 gulden en 4 stuivers 's jaars. Het geld komt van de titel van begijn Verslegers. Verder dezelfde akte als voor

Gedaan binnen Diest. Getuigen: E.H. Petrus Franciscus Loijens, priester en rentmeester van het begijnhof en heer Hendericus Loijens, secretaris van Selem.

 

1746, 13 juni. Folio 21.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid kwijt Joannes Valentinus Wouters namens zijn broer Franciscus Wouters, de panden van Aert Huijbechts van 175 gulden Brabants Luiks, zijnde diens deel uit een kapitaal van 575 gulden. Ende voorts verclaert hij comparant te cederen ende te transporteren mits desen de resterende vier hondert gulden met den interesse dier soo ende gelijck sijnen broeder sr. Franciscus Wouters is hebbende op panden Jaspar Smeets voor twee hondert guldens capitael ende op panden Joan Maes hondert gulden capitael ende op panden Jacob Beirten hondert gulden capitael soo ende gelijck hij die quotativelijck in die selve rente is geldende, maeckende alsoo te saemen de voorschreven vier hondert gulden, daervan vertijende ten behoefve van den voorschreven Aert Huijbrechts voor en om die somme van vier hondert gulden brabants Luijx.

 

1746, 13 juni. Folio 22.

Zelfde akte als voor.

 

1746, 3 juli. Folio 24.

Op heden den derden julii 1746 syn gecompareert Petrus Aerts en Christian Baers schepenen des landts Lummen ten Brabants rechte buyten vryheydt Wauter Pallen en Martinus Bollen synde geaccordeert ende geconvenieert over het geheel land van Elisabeth Quintens geacquisteerde goederen maer niet van de stockgoederen, vermits de stockgoederen verbleven sijn aen Elisabeth Quintens ende van Elisabeth Quintens gesuccedeert op haere dochter Beatrix vanden Bos huysvrouw van Martinus Bollen ende volgens advies onderteekent A. Danckaerts. Inden ersten syn de voorschreven twe comparanten geconvenieert alsdat Wouter Paullen sal hebben het geheel geacquesteert ackerlant aen parteyen bekent belast met drij hondert guldens capitael aen het beneficie tot Corsel jars 15 guldens ceynsen dorpslasten soo daer aen ervonden sullen worden. Item voorders den tweeden comparant Martinus Bollen man van Beatrix vanden Bosch sal hebben het Eedebroek in regenooten parteyen bekent, belast met hondert guldens capitael Brabants Luijx aen de kerke van Coorsel, dorpslasten ende cheynsen dier aen sullen ervonden worden houdende voor goedt ende van weerde de voorschreven twee comparanten het gheen hier voorschreven is verbinde hunne peroon ende goederen sub obli et renuntiatione in forma ende is in hoeden gekeert ter presentie als boven ende van mij secretaris onderteeckent.

Leger stont:quod attestor C. Baers, schepene.

 

1746, 2 november. Folio 37.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht verkoopt Henric Leijssen aan Henric Claes, Hubertus Claes en Christina Huveneers, zijn deel in de goederen afgekomen van Anna Claes.

  1. zijn deel in het broek, palende O. de weduwe Andries Bielen; W. Wouter Swerts; Z. Joan Claes en N. de Winterbeek.
  2. zijn deel in het land, palende O. Joan Claes; W. en N. de straat.

Verkocht voor 22 ½ gulden. Lijcoop: 1 gulden. Godtspenninck: 5 stuivers.

 

1746, 2 november. Folio 37 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Hubertus Claes aan Hendric Claes:

  1. de halve Boelekenns bempt achter die Veurthensche schans, palende O. Henric Claes; W. Wouter Swerts; Z. Jan Claes; N. de Winterbeeck.
  2. zijn deel in het schanshuis op de Courselsche schans.
  3. Verkocht voor 425 gulden.

Godtspenninc:5 stuivers. Lijcoop: 1 gulden.

 

1746, 5 november. Folio 38.

Voor schepenen als voor verkopen Joan Witters en Peeter Houben aan Matthijs Bleux een bempt, genaamd den Ceuleman, tot Vuerthen gelegen. Palende O. Anna van Ubbel; W. Anthoon Slanghen; Z. het klooster tot Zichem; N. die Aldebeeck. Voor 921 gulden Brabants Luiks. Godtspenninck: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Lijcoop: 2 tonnen bier.

 

1746, 12 november. Folio 38 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Maria Hermans aan Peeter Hermans:

  1. een huis gelegen tot Coorssel op het Vliegers eynde. Palende O. en N. 's heren aert; W. de weduwe Peeter Eijghen; N. haar eigen erf.
  2. een eersel of etweijde, palende O. en N. Servaes Vaes; W. Peeter Hermans; Z. 's heren aert.

Voor 250 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1746, 22 november. Folio 46.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Joris Lekens voor 45 pattacons aan Jaspar Lekens een land op het Groodt veldt, palende O. Michiel Put; W. Joan Van hamel; Z. de erfgenamen Peeter Smeets en N. Joseph Van hamel. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1746, 22 november. Folio 46.

Voor schepenen als voor verkopen: ° Jan Witters, ° Jan Vaes nomine uxoris, ° Aert Witters, en ° Peeter Houben nomine uxoris, voor 402 gulden Brabants Luiks aan Joris Lekens, een huis en hof gelegen tot Stall onder Coorssel, afgekomen van Huijbrecht Muijters. Palende O. de erfgenamen begijntje Schreurmans; W. Joan Claes; N. hun eigen erf en Z. de straat. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 1 ton bier.

 

1747, 27 februari. Folio 46 v.

Voor schepenen als voor kwijten Huijbrecht Loockx en Jan Mertens, zich sterk makend voor hun consoorten en onmondigen, de panden van Michiel Meijen van 180 gulden Brabants Luiks à 6 gl. 'sjaars.

 

1745, 11 december. Folio 58.

Akte van notaris Becquet, Diest. Arnoldus Cauwberghe van Coorsel leent van zuster Maria Anna Vlaijen als priorin der kanunnikessen regulier genaamd Mariendael, binnen Diest, 200 gulden Brabants Luiks, de schellinck ad 10 stuivers. A 3 ¾ %. Zijnde 7 ½ gulden 'sjaars. Pand: huizinge met de hof, 6 halsters groot, gelegen tot Coorsel omtrent de Langhvinne. Palende O. Gerardt van Hout; W. sieur Henricus Noops; Z. Michiel Claes en N. de straat. Goed waarvan de comparant zegt het verkregen te hebben van de erfgenamen Paulus Pouls.

Gedan binnen Diest. Getuigen: Jan Baptist Claes en Peter Jacobs.

De minuut dezer akte is bekleed met zegel naar waarde.

 

1747, 27 april. Folio 60.

Jan Picaris, 's heren dienaar van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, op 11 december 1745 voor notaris J. Becquet van Diest, onwederroepelijk geconstitueerd zijnde vanwege Arnoldus Cauberghs van Corsel, jurisdictie Lummen, heeft het bedrag in voornoemde leenakte vermeld, ontvangen namens Cauberghs.

In deze akte staat ook dat sieur van Langenacker optreedt namens het klooster.

 

1746, 4 juli. Folio 62.

Akte van notaris Peter Baten, Exel.

Renier Timmermans als man-momber Maria Bestens, met haar nog in te brengen instemming, heeft ingevolge kerkeproclamatie op heden aan de hoogst en meestbiedende de goederen van zijn vrouw geveild, gelegen onder Exel, Hechtel en Coorsel.

In den eersten sal ieder parceel met die benoemde lasten ingeset ende gehooght woorden ende naer drij gangen wedersijts gegaen ter plaetsen te designeren achtervolgens coustume aen den hooghst ende meest biedenden den palmslagh verblijven. Wie de palmslag krijgt mag zoveel hogen zetten als hem believen zal. Ieder hoge 2 gulden, half voor de verkoper, half voor de hoger. Onder conditie nochtans soo niet genoegh en comen te gelden, den vercooper die selve sal connen ophouden soo in palmslagh als hoogen al eer den derden ganck sal gegaen sijn.

De kopers kunnen de stukken die bezaaid zijn aanvaarden t'ooghst naer die seijsene. De kopers moeten de koopsom, de gehele hogen en de kosten tellen op de gichtdag die gehouden wordt binnen de 3 maanden na deze.

De verkoper mag de percelen, na ze afzonderlijk ingezet te hebben, ze in massa aanbieden. Is de massa hoger, dan worden ze in massa verkocht.

Gedaan in de kamer ten huize van Martinus Berben in Hechtel. Present Aerdt Truijens en Andries Nickmans.

° Het broek in de Overslag gelegen. Palende O. Francus Schoops; W. weduwe Jan Tielens. Met de cijns daaraan bevonden. Lijcoop: 30 stuivers. Voor conditie, kopie, en bode: 30 stuivers.

De palmslag is verbleven aan Fransus Schops voor 205 gulden; hij zet 20 hogen. Mattheus Truijens zet 1 hoge. Fransus Schops zet nog 1 hoge. Het is hem verbleven.

De notariële akte van de koop van het perceel staat gegicht op 8 mei 1747 op verzoek van Francis Schops. Zie folio 63. De akte is verleden bij notaris Petrus Baten te Exel op 20 oktober 1746. Getuigen waren toen: Andries Nickmans en Mathues Boelaers.

 

1747, 29 mei. Los blad voor folio 64.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht kwijten Antoon Ceijssens en Henric Slegers als ooms en mombers van het onmondige kind van Jaspar Ceijssens en Marie Slegers en Francis Lekens als man-momber van Elisabeth Ceijssens, de panden van Peeter Hermans van 200 gulden à 5%.

 

1747, 16 november. Folio 71.

Uittreksel uit het schepenregister van het land Lummen, ten Brabants recht buiten vrijheid.

Jacobus Castellijns als man-momber Elisabeth Frederix weduwe Joannes Notelaers die koster was van de buitinge van Beringen, verkoopt met instemming van zijn vrouw gegeven in handen van schepen Christian Baers en na octrooi van de schepenen d.d. 19 oktober 1747, aan Renier Claes, molenaar te Beringen, een hooibeemd in de Mot onder Coorsel gelegen. Voor 575 gulden Brabants. Volgens conditie van verkoop d.d. 24 oktober 1747 voor notaris Wauters.

Actum, 16 november 1747. Coram meier Vaes en Christian Baers, Peeter Aerts en Leonardus Smets, scabini. Was getekend: C.P. Goyvaerts, secretaris.

 

…………………….. Folio 72.

Jacobus Casteleyns en Elisabeth Frederix weduwe Joannes Notelaers leggen een autentieke kopie voor van een testament, gemaakt voor notaris Anthoon Pudt op 10 juni 1741. In dat t'estament wordt aan de langstlevende het meesterschap verleend van de beemd in vorig gicht beschreven. Deze 3 dagmalen grote beemd is gelegen omtrent de Motte naast de beemd van de erfgenamen Petrus Windelen en diens vrouw.

Advocaat Hilst heeft advies gegeven dat Casteleyns de beemd mag verkopen.

Elisabeth Frederix was ten behoeve van haar voorkinderen met Notelaers, voor de officiaal te Luik in proces met Wilhelmus Domiicus Marien; proces dat nog niet geëindigd is.

Octrooi is verleend op 19 oktober 1747. Actum in collegio coram Smets, Peeter Aerts, Baerts, Beckers, etc.

 

1747, 24 oktober. Folio 75.

Voorwaarden waaronder de voornoemde beemd verkocht wordt. Verkoop die gebeurt om het proces te bekostigen dat Helmus en Dominicus Marien, de verkopers hebben aangedaan voor de officiaal te Luik en rakende de successie van wijlen pastoor Notelaers.

Ligging: in de Motte, palende N. de H. Geest van Beringhen; Z. het Brockstratien toebehorende Lenaert Feijen; W. de Motstraet. Het perceel zal aan de meestbiedende toegeslagen worden door de gerechtsdienaar. De koper mag de bemd aanslaan op dag van gicht, die gebeurt op de eerstkomende genachte. De koper moet boven de koopprijs aan verkopers vrouw een pistole geven tot spellegelt. Item (de koper) sal gehauden syn te geven op date van vercoopinge eene tonne bier lijcop, ende op date van gichte den vercoopere met syn geselschap te defrayeren. ( = vrijhouden). De koper moet nog betalen: plak-, roep- en schrijfgeld, kopie van de gichte en goedenisse en voorts alle judiciele en extrajudiciele onkosten deze koop aangaande.

De voorwaarden zijn voorgelezen ten huize van Henricus Vanderay. Getuigen: Joannes Verheyden, Guiliam Leuws en sr. Gaethoffs.

Naer het langh afroepen des dienaers heeft Renier Claes, molder van Beringhen, 575 gulden geboden. De koop is hem vergund. Was getekend: Wouters, notaris.

 

1747, 25 oktober. Folio 77.

Jacobus Castelyns en zijn vrouw verklaren bij notaris Wouters, ten volle voldaan te zijn door Renier Claes. Getuigen: mijnheer Loneux en jouffr. Christ. Elens.

 

…………………….. Folio 84.

Voorwaarden van verkoop door de erfgenamen van Lucie Verbuijlen weduwe Lenaerdt Ariaens, signantelijk

1.      Simon Raemaeckers met zijn instemmende vrouw Anna Elisabeth Robijns (Rombijns), voor ¼

2.      Francis van Sonhoven, belovende zijn vrouw Marie Verbuijlen in te brengen voor laudatie. Voor ¼.

3.      de eerbare meerderjarige jonge dochter Anna Elisabeth Smolders, voor ¼ .

4.      dezelfde Smolders, door Lucie Verbuijlen, luidens haar tesament, tot momberse en toezienster aangesteld over haar neef Petrus Ludovicus van Runckelen, voor ¼. Testament van 3 december 1746 verleden bij notaris Joannes Antonius Put.

Van een etweide en 2 percelen land onder Gestel naast de Quaecque. Palende O. het voorschreven broek, de kerk van Coorsel; W. de Quaecque; Z. Jan Rutten. Het ene perceel land: O. Ant. Gaethofs of de Quaecque; Z. het voorschreven broek; N. Cheere straete(!). Het ander perceel: N. Cheere straete; O. Henrick Put; Z. Herman Daniels.

Verkoop gaat door ten huize van Guiliam Leeuws binnen Beringen.

Voor eerst sullen dese erfven publieckelijck door den gerichts dienaer woorden opgehangen ende aen den meestbiedende met stemme eenmael, andermael ende derdemael woorden toegeslaegen. Tenzij het niet aan zijn waarde kwam.

De erven worden verkocht met een last van 8 guldens Brabants Luiks jaarlijks aan de Armtafel van Beringen.

Caverende de voorschreven Anna Elisabeth Smolders soo voor haere paerte als de paerte van haere neve Petrus Ludovicus van Runckelen, renuntierende ten dese effecte aen alle beneficien die daer aen soude connen contrarien ende signantelijck aen t beneficie senat. Cons. vellei. si qua mulier van den effect vandien door mij ondergeschreven notaris onderricht sijnde.

Het broek is te aanvaarden op kerstdag 1747; de landerijen half oogst 1748. Sullende de heure van het landt ende brouck voor het tegenwoordigh jaer 1747 noch wesen ten profijt des vercoopers ende de pachte te half oost des jaers 1748 te vervallen, te weten acht halsters coorens wesen ten profijt des coopers.

Anthonis Gaethofs zal de grachten der voorschreven erven mogen gebruiken tot op- en afloopen van zijn wijers oft reservoiren soo ende gelijck het gebruijck der selve bij testament van Lucie Verbuijlen saliger aen hem gelaeten is.

De kopers moeten betalen binnen de 6 weken na datum dezer; de last aan de Armtafel kort niet aan de koopsom.

Tot last van de kopers vallen: ale onkosten deze koop aangaande als gichten en kwijtingen, registraties, conficieren dezer condities, afroepen des dienaars, publiceren des zitdags, lijcoop 4 gulden, de rechten van relieven waartoe de verkopers zouden kunnen gehouden zijn en verder alle juditiele en extrajuditiele kosten.

Op 2 september 1747 biedt Henrick Put van Gestel onder Lummen 680 gulden Brabants Luiks boven de last. Wordt hem toegewezen. Godtsgelt: 5 stuivers. Getuigen: Nicolaus Van der Straeten en Thomas Markal.

 

1747, 29 september. Folio 86.

Akte van notaris Joannes Antonius Put, Beringen.

Simon Raemaeckeers man-momber Anna Elisabeth Rombijns en Francis van Sonhoven met zijn vrouw Marie Verbuijlen ratificeren de verkoop in vorige gicht vermeld en bekennen uit handen van Jan Pijpers, ieder voor hun part 170 gulden Brabants Luiks ontvangen te hebben uit de koopsom van 680 gulden Brabants Luiks.

Pijpers verklaart de verkochte erven voor de helft als maeschap ende bloodtverwant van de vercoopers onderstaen ende vernaedert te hebben van Henrick Put, gewesen cooper.

Gedaan ten huize van de notaris in de kamer. Getuigen: Guiliam Leeuws en Reijnier Claes.

 

1747, 19 november. Folio 86 v.

Akte van notaris Joannes Antonius Put, Beringen.

Elisabeth Smolders, mede voor haar neef Petrus Ludovicus van Runckelen bekent van Henricus Put 340 gulden Brabants Luiks ontvangen te hebben ter voldoening van de voor vermelde koop.

Gedaan binnen Beringen ten huize van de notaris in de kamer. Getuigen: Geerdt Rijnders en Anna Margareta Raemaeckers.

 

1741, 19 december. Folio 90.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Geert Van herck aan Peeter Neulens, zijn huis en hof gelegen tot Coorsel. Palende O. mr. Geert Kenens; W. de erfgenamen mr. Jan Smeets; Z. de straat; N. zijn eigen erf. Voor 900 gulden, kontant betaald, een reijpeert met sadel en toom en eenen mantel rock. Godtspenninc: 5 stuivers.

 

1744, 28 februari. Folio 98.

Akte van notaris J.A. Jadin, Hasselt.

Matthijs Witters van Coursel, sittende in sijnen vollen houlijck met Catharina Thijsmans, leent 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Van joffvrouw Catharina van den Dweije, rentmeesteres (hofmeesteres) van het begijnhof van Hasselt, vertegenwoordigd door E.Heer Stephanus Tits, pastoor, joffr. Anna Margareta van Hilst, meestersse en joffvrouw Marie Gertrudis Coghen, alle oversten, in naam van het begijnhof. De 200 gulden komen van het jaargetijde van wijlen zuster Catharina Matthijs. Pand: zijn kindsdeel, hem toegekomen bij deling voor schepen Beckers van Lummen op 3 augustus 1740, onder lot C. Met name: het Ven, den Grooten dierencoop, het Stuck en den Bogaert, palende O. Jacobus Slangen; N. Bernaerdt Ceijssens; item de Nieuwstraet een plaksken lants en dries. Palende met 2 zijden 's heren aerdt. Enkel belast met 21 stuivers aan een altaar in de kerk van Coursel en met 29 stuivers schatting in iedere brief aan de borgemeesters van Coursel.

De ontlener verklaart de geleende penningen aan te wenden tot aankoop van een huis en hof, 1 vat zaaiens groot, en in voormelde deling als 2de portie gevallen aan Martinus Peeters gehuwd met Anna Witters. Zettende dit mede tot pand. Palende O. en N. 's heeren aerdt; W. Thomas Bamps; Z. Martinus Peeters. Belast met 150 gulden aan de prelaat van Averbode.

Gedaan binnen Hasselt op het begijnhof, ten huize van joffvrouw van den Dweij. Getuigen: Ida Scherpenbergh en Marie Helena Smets.

 

1748, 7 februari. Folio 99 v.

Catharina van den Dweije, hofmeesteres van het begijnhof te Hasselt laat voorgaande leenakte registreren.

 

1748, 27 februari. Folio 102.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Henricus Beckers aan Michiel Claes voor 225 gulden en 15 gulden drinkgeld een bempt tot Hoxelaer gelegen. Palende O. de erfgenamen Francis Buntiens; W. Jan Van der heijden; Z. de beek; N. die Roten. Godtspenninc: 5 stuivers.

 

1748, 14 maart. Folio 102 v.

Voor schepenen als voor komen Geert en Jaspar Vaes en Joan Cops, kinderen en erfgenamen van Joan Vaes. Ze kwijten de panden van de erfgenamen van Christiaen Goossens van 200 gulden à 4% en nog van een kapitaal van 150 gulden.

 

1748, 23 maart. Folio 102 v.

Voor schepenen als voor kwijt Gaspar Tielens de panden van de erfgenamen van Jan Vaes van 150 gulden à 4%.

 

1748, 4 maart. Folio 103.

Voor schepenen als voor verkoopt Jan Knaep met instemming van zijn vrouw Maria Van hamel aan Henric Claes, voor 475 gulden en 15 gulden drinkgeld voor verkopers vrouw, een land op het Grootvelt. Palende O. Joseph Van hamel; W. den Sterffpieringh; Z. Jan Vaes; N. Henric Reynders. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Lijcoop: 1 ton bier.

 

1748, 4 maart. Folio 103 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Jan Knaep met instemming zijner vrouw Maria Van hamel, voor 290 gulden en 15 gulden drinkgeld voor verkopers vrouw, een land op den Heirgracht. Palende O. Jaspar Tielens; W. Jan Geybels; Z. Peeter Dries; N. Antoon Van herck. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1748, 7 maart. Folio 104.

Op heden den 7 martij 1748 voor ons schepen des landt Lummen ten Brabantschen rechte buyten vryheit syn in judicio gecompareert Huybrecht Claes geassocieert met Peeter Ceijssens, kerckmeesters van Coorselt ende als tot den ondervolgenden eynde oock geauthoriseert ende geconstitueert van den seer eerwaerde heer Gentis pastoor aldaer, involgens dessens schriftelycke volmacht aen ons verthoont, liggende deselve in date den 22 february 1748, dewelcke in sulcker qualiteijt bij maniere van redemptie oft anderen tijtel aen den hier onder volgenden acceptant bestdienelijck hebben opgedraegen, gecedeert ende getransporteert soo ende gelijck sijn doende mits desen aen ende ten behoeff van den heer Livinus van den Dwije tot Hasselt, present door onsen facteur van Langenacker in dessens name accepterende eene jaerlijcxe rente van vijff guldens, capitael hondert guldens Brabants Luijcks met alle verloopen derselve, geaffecteert op een stuck landts gelegen tot Veurten tot Coorsel, voor ons resorterende, afcomende voormaels van Frans Wijnen, daernaer van Jan van den Eertwegh ende als nu beseten door Peeter Stevens, op welcke erve den selven Livinus van den Dwije posterieurelyck aen dese getransporteerde rente is treckende twintigh guldens jaerlijcx capitael vyffhondert guldens Brabants Luijcx, bekennende dese opdragers uijt handen van onsen facteur van Langenacker namens den selven Heer van den Dwije voor capitael, verloopen, rechtsoncosten ende wes van dese rente is dependerende in onse presentie reelyck in goede gevalueerden gelde ontfangen te hebben hondert sestigh guldens Brabants Luijcks eens, ende alsoo dien aengaende tot hunnen contentement ten vollen vernogh ende voldaen te sijn. Dienvolgens den selven pandt ende voorts naer inhaudt deer creatie van dese rente ende andersints als boven absolutelijck quiterende ende ontslaende ende denselven Heer Vandendwije over alles in hunne plaetse, actie ende gerechtigheijt surrogerende, doende warandtschap voor eene goede redemptie ende surrogatie als naer den landtrecht onder obligatie van respective persoon ende goederen met consent in voordere realisatie ende approbatie deser daer ende alwaer noodigh ende constitutie generael naer stiel. Ende naer den opdraegen ende vertijen van die kerckmeesters voorschreven soo is den Heere van den Dweije in die voornoomde renthe gegicht ende gegoet met recht.

 

1748, 14 maart. Folio 106.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid kwijt Joannes Loijens, commissaris te Beringen, de panden van de erfgenamen Joan Vaes van 200 gulden à 5%.

 

1748, 22 april. Folio 106.

Voor schepenen als voor kwijt Quinten Vaes de panden van Wilm Witters van 300 gulden à 4%.

 

1748, 19 april. Folio 106 v.

Voor schepenen als voor leent Joris Lekens met consent van zijn vrouw Helena van Ubbel van Jan Vervorst, 200 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand: zijn huis en warmoeshof, in zoverre als het Brabants is. Palende O. Guttruijt Jans, Jan van de Bergh en de weduwe Aert Huijbrechts; W. Jan Claes; Z. de straat en N. zijn eigen erf. Onderpand: de hof, van nature Loons. Palende O. de weduwe Aeert Huijbrechts; W. Jan Claes; Z. den voorschreven cruijthoff; N. de erfgenamen Peeter van de Weijer.

 

1748, 27 mei. Folio 107.

Voor schepenen als voor verkoopt Peeter Stevens met instemming zijner vrouw Elisabeth Vervorst voor 200 gulden en 1 pistool drinkgeld voor verkopers vrouw, aan Aert Reijnders, een bempt gelegen tot Veurthen. Palende O. Peeter Stevens; W. Aert Reijnders; Z. Jan Van der heijden; N. Peeter Dries. Het erf is los en vrij behalve dorpsschatting, 6 stuivers in iederen brief aan de borgemeesters van Coorssel. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1748, 25 april. Folio 110.

Jan Baptist Claessens van Diest kwijt de panden van Geert van Herck van een jaarrente van 10 gulden 12 stuivers Brabants Luiks. Kapitaal: 243 gulden.

 

1748, 8 juni. Folio 115.
Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid bekent Michiel Claes naderschap aan Arnoldus Truijens als bloedverwant van Henricus Beckers, aangaande de koop van 27 februari 1748. Zie folio 102.

 

1748, 26 juni. Folio 119.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Peeter Stevens met instemming zijner vrouw Elisabeth Vervorst, voor 275 gulden Brabants Luiks en 7 ½ gulden drinkgeld voor verkopers vrouw, aan Wilm Witters land het Velleken onder Veurthen. Palende O. den Eerdewegh; W. de erfgenamen Paulus Noops; Z. de erfgenamen Peeter Smeets en N. de straat. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Lijcoop: ½ ton bier. Dit erf is belast met 300 gulden Brabants Luiks.

 

1748, 8 juli. Folio 119 v.

Voor schepenen als voor kwijt de eerwaarde heer Gaspar Geerts in naam van zijn moeder Catharina Huveneers weduwe Peeter Geerts, de panden van de erfgenamen Thomas Mentens van 100 gulden à 4%.

 

1748, 8 juli. Folio 119 v.

Voor schepenen als voor leggen Jan Munters! en heer Jaspar Geerts de eed als mombers voor Christina Mentens dochter van Thomas Mentens en Catharina Cortens.

 

1748, 10 juli. Folio 119 v.

Voor schepenen als voor leggen Peeter Henrix en Francis Theunis de momberseed af voor het kind van Jacob Jacobs.

 

1748, 20 juli. Folio 120.

Voor schepenen als voor bekent Wilm Witters naderschap aan Christina Vervorst die bloedverwant en zwagerin is van Peeter Stevens. Zie folio 119.

 

1749, 27 januari. Folio 120.

Voor schepenen als voor verkoopt Philip Van de weijer aan Jaspar Vaes voor 10 pattacons 4 vijverkens gelegen in de Sterten tot Coorssel op de Scrickheijde palende rondom 's heren aert. Godspenninc: 2 oorden. Lijcoop: 5 stuivers.

 

1749, 3 februari. Folio 120 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Henricus Beckers aan Arnoldus Truijens voor 18 gulden Brabants Luiks de helft van de Helder. Palende O. de Lemmens vijvers; W. en N. de Scrickheijde. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier.

 

…………………… Folio 123.

Omnibus et singulis praesentes visuris lecturis aut legi audituris salutem in Domino sempeternam.

Nos Henricus Beckers et Henricus Vander Aa, scabini justitia de Lummen in pago de Coorsel, justitiae nostrae subjecto residentes, attestamur et fidem facimus coram nobis personaliter constitutum comparisse Joannem Petrum Smets filium legitimum Joannis Smets oriundi de Coorsel et Catharina Corsten conjugum piae memoria, sacrae theologiae auditorem et seminarij Leodiensis alumn… ad sacros ordines aspirantem, qui cum titulo beneficiali quo possit ordinari nundum sit praeditos itaque ipse ( cum reverendo domino Gaspare Smets patruo eius et Josepho Van Hamel tamquam momburnos, id idem ratificantibus) ex bonis suis patrimonialibus ipsi plaeno dominio competentibus et pacifico possessus pagoque nostro subjectis illum in effectum assignavit uti per praesentes assignat, in primis certas aedes sublimiores prope aecclesiam nostram sitas cum appendentus et dependentus, et horto majori apud nos taxata ad centum et quatuor florenis br. annue.

Item, cameram a dictis aedibus separatam cum pascuo et pomario ad jacentibus, apud nos taxatam ad quinquaginta et duos florenos annue.

Item horrcum noviter extructum, cum horto minori et agro adjacente taxatum ad quadraginta octo florenos bb. annue.

Item certum pratum vulgo den Uyterman apud nos taxatum ad duodecim florenos bb. annue ad junctum versus orientem et septentrionem fundis Petri Zeuws, versus occidentem Joannis Knaep et versus austrum Joannis Zeuws

Itaque ex bonis sive corum fructibus dictum aspirantem annue posse percipere ducentos et sedecim florenos bb. cum sint omnibus oneribus libera ( salvis tamen talleis communitatis et censibus dominicalibus annue ascendentibus ad septem florenos et duodecim stuferos, quibus substractis restare preficu.. aspirantis ducentos et octo florenos cum stuferis octo fidem facimus et attestamur et cum daeceat veritati adhibere testimonium praesertim dum ad illud requirimur, praesentes nostras litteras testimoniales per secretarium nostrum juratum expediri jussimus et subsignari, sigillique nostri ordinarij impressione munivimus. Anno salvatoris nostri millesimo septingentesimo quadragesimo octavo mensis septembris die tertia.

Was getekend: J.H. Beckers, scabinis. H. vander Aa, scabinus.

 

1747, 8 juni. Folio 127.

Akte van notaris Gaspar Rapers.

Mattijs Witters Mattijssensoen, leent van Henric en Marie Ceijssens kinderen-erfgenamen van wijlen Vincent Ceijssens, 200 gulden Brabants Luiks à 4 %. Pand:

  1. zijn huis en aangelegen erven te Castel. Palende W. Martien Peeters en met de 3 andere zijden de straat.
  2. die Nieuw straet, ook daaromtrent gelegen. Palende O. Thomas Bampts erfgenamen; Z. Nicolas Smets erfgenamen en met 2 zijden de straat.
  3. een ander perceel kort bij de voorschreven huizinge, zo land als dries, met de bijhorende straat. Palende O. Jacobus Slangen; W. Peeter Ceijssens; Z. Lambert Witters met voornoemde Jacobus Slangen; N. Martien Peeters en de erfgenamen Bernard Ceijssens.

Gedaan tot Stal onder Coorsel op die Schansche ten huize van de telders. Getuigen: Mattheus Knaep en Peeter Rapers.

Matthijs Witters laat voorgaande akte registreren op 12 oktober 1748. Folio 127 verso.

 

1748, 24 oktober. Folio 131 v. tertio

Joannes Nullens stelt zich als borghe principael voor Gerardus van Herck voor een som van 80 gulden Brabants courant. Welcken borghe sigh is verbindende ende verobligeerende voor de selve somme, sub obligatione et renuntiatione in forma ende heeft davor stipulatie gedaen ad manus Smets, scabino.

 

1748, 24 oktober. Folio 131 v. quarto.

Peeter Witters en Willem Juris verclaeren hier te condescenderen in alle pretentien die waeren pretenderende op Peeter Stockmans, man ende momboir Anna Witters te vreden sijnde allenelyck maer te commen in de goederen afgecomen van Jan Witters. Verclaerende op den voorschreven Peeter Stockmans geen pretentie meer te formeren, het sij in meubiliare ofte iet ander op wat mannier het soude moegen wesen.

De 3 comparanten hebben beloofd de akte vast en goede van waarde te houden onder verbintenis van hun persoon en goederen. Op voorwaarde dat Stockmans alle lasten op zich zal nemen behalve de 50 guldens die tevoren aan het goed hebben gestaan.

 

1748, 19 december. Folio 137.

Elisabeth Van Buylen weduwe Joannes Cijssens institueert tot erfgenaam van al haar goederen verworven in haar weduwelijken staat, de kinderen, zijnde en komende, van Jan Mons en Ida Flors. Wel te verstaan de kinderen, met uitsluiting van hun ouders, die wel het vruchtgebruik genieten. Elisabeth Van Buylen schenkt dit bij forma van testament, codecille of donatie inter vivos. Hierover is stipulatie gedaan in handen van schepen Smets.

Was getekend: C.P. Goyvaerts.

 

1749, 16 januari. Folio 137 v bis en 138.

Verzoekschrift aan de schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid door Helena Hendricx weduwe Joannes Cijssens. Zij verklaart dat wijlen Bernardus Cijssens in zijn testament van 13 mei 1740 voor de pastoor van Coorssel, zijn 3 broeders heeft geinstitueerd tot zijn erfgenamen. Te weten: E.H. Petrus Ffranciscus, Mathias en de voornoemde Joannes Cijssens met de kinderen van wijlen testateurs zuster Elisabeth Cijssens. De goederen zijn tot nu toe niet kunnen gedeeld worden omdat de 2 jongste kinderen van de verzoekschrijftster, nl. Bernardus en Maria Cijssens nog minderjarig zijn en niet voorzien van wettige mombers. De weduwe Cijssens - Hendicx dringt aan op deling omdat haar de tocht van het deel harer kinderen toekomt. Ze vraagt de schepenen bekwame mombers aan te stellen.

Het verzoekschrift zal van een oudere datum zijn. De aanstelling van de mombers: schepen van der Aje en Valentinus Wauters dateert van 16 januari.

 

1741 of 1740, 13 mei. Folio 139.

Testament van de zieke Bernardus Cijssens gemaakt in het bijzijn van zijn vrouw Marie Van Postel. Laat tot een aalmoes aan de kerk van Coersel 5 stuivers, voor sijn blint onrechtveerdigh goet, oft eenigh onwetende mogh besitten.

150 gulden voor 300 missen, te verdelen als volgt:

50 voor de pastoor van Coersel. 50 voor de kapelaan. 50 voor heer Geerts. 40 voor heer Cijssens. 20 voor heer Smit. 30 voor heer Beckers. 40 voor pater Wauters. De 20 resterende zullen besteed worden naar wil van zijn vrouw.

50 gulden te overhandigen aan de pastoor voor een vaan voor het devoot broederschap van de gelovige zielen binnen de kerk van Coersel.

2 zakken koren na zijn dood uit te delen aan de armen van Coersel tot lafenis der gelovige zielen.

Aan zijn vrouw Marie van Postel, een stuk land genaamd het Veldeke, palende Z. Catharin Bosmans; N. de straat. Met obligatie het voorschreven legaat en de 300 missen te betalen.

Aan Henricus, zoon van Hendrick Sleges en Anna Reckers, een stuk erf genaamd den Papenbeempt. Palende W. Vincent Cijssens en N. Jan Van de bergh.

Van de rest zijner erfgoederen maakt hij bij forme van fide commiss egalijk erfgenamen de 4 volgende staken: 1. Heer Petrus Franciscus Cijssens. 2. Matthias Cijssens. 3. Joannes Cijssens, broeders van de testateur. 4. de kinderen van Elisabeth, zuster van de testateur. Deze erfgenamen mogen het goed noch directelijk, noch indirectelijk verkopen of alinieren. Maar de kavel van heer Petrus Franciscus Cijssens zal hoofdsgewijs vallen op de kinderen van Jan Cijssens. De kavel van Matthias Cijssens hoofdsgewijs op de kinderen van Elisabeth. De testateur verplicht de kinderen van de 4de staak, te weten de kinderen van Elisabeth, jaarlijks 4 gulden te geven aan Peternel Reckers, lekezuster in het klooster van Mariendael te Diest; zolang ze leven zal.

Het is de wil van de testateur, dat degene die niet tevreden is met zijn part, wordt uitgesloten ten voordele van de anderen. Gedaan ten huize van de testateur binnen Coersel in tegenwoordigheid van zijn vrouw, E.H. Gommarus Dom, kapelaan van Coersel en Henricus Beerts als getuigen. Quod attestor Judocus Gentis, pastoor in Coersel.

 

1749, 8 februari. Folio 152.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Huijbrecht Theijs aan Willem Put, een bemd in het Oversel gelegen, palende O. de erfgenamen Simon Beckers; W. Peeter Leyssen en Z. de Alde beeck. Voor 500 gulden. Drinkgeld: 5 gulden. Godtspenninc: 1 stuiver. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1749, 8 februari. Folio 152.

Voor schepenen als voor kwijt Matthijs Slangen de panden van Elisabet Dirix de weduwe van Jan Beckers. Het bedrag staat niet ingevuld.

 

1744, 3 juni. Folio 154.

Voor Henr. Noops, secretaris van de prelaat van Everboden in zijn laathof binnen Coorsel leent Wilhem Fijveijken (Fijffeijcken) van Jan Comans, 62 gulden Brabants Luiks à 4 gl. ‘s jaars. Pand: perceel land op de Scricheijde tot Coorsel. Palende O. Jan Put; N. Aert Cauberghs; W. en Z. de straat.

Gedaan ten woonhuize van Henr. Noops. Getuigen: Melchior Geerts en Gertrude Noops.

 

1749, 20 februari. Folio154 v.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid laat Jan Comans voorgaande akte registreren.

 

1748, 8 november (oktober?). Folio 156.

Door F.J. Gentis, pastoor van Coersel, geschreven testament van de ziek te bed liggende Arnoldus Stevens. Gemaakt in bijzijn van zijn vrouw Margaretha Van Herck.

Aan de kerk van Coersel voor zijn blind en onrechtvaardig goed : 1 pattacon.

Aan het devoot broederschap der gelovige zielen binnen de kerk van Coersel: 1 pistool.

Voor 100 missen te lezen kort na zijn aflijvigheid: 50 gulden Brabants.

Voor zijn uitvaart: 100 gulden Brabants. De overschietende penningen moeten aan de pastoor gegeven worden om ten behoeve van de schaemelhuijsarmen uitgedeeld te worden.

Al zijn Brabantse goederen evenals zijn meubilaire goederen oft haeve vermaakt hij aan zijn vrouw Margaretha Van Herck met de last van de legaten aan kerk, broederschap, missen, uitvaart en armen te voldoen.

Gedaan ten huize van Arnoldus Truijens naast bij de Schrickheijde alwaar de testateur ziek te bed lag.

Getuigen: magister Joannes Convents en Christiaen Huvenaers.

De testateur gevraagd zijnde of hij kon tekenen, heeft geantwoord ‘Ja’. Maar omwille van zijn grote ziekte heeft hij de minute ondertekend met een kruisje.

 

1749, 27 februari. Folio 157.

Margareta Van Herck laat voorgaand testament registreren. Ende is Willem Witters ende Henric Slegers hier toe bedaeght geweest om te sien ende te aenhoeren alsulck testament involghens relaes Jan Knaep, s’heeren dienaer ut refert.

 

1749, 10 maart. Folio 159.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Geert Wouters van Wilm Witters 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: 2 beemden in de Breuckelen gelegen. Palende O. de weduwe Van postel; W. en N. Joan Wouters en Z. Jan Jacobs.

 

1749, 15 maart. Folio 159.

Voor schepenen als voor bekent Arnoldus Truijens naderschap aan Henricus Noops als oom en bloedverwant van Henricus Beckers, aangaande een bemd tot Hoxelaer gelegen.

 

1749, 17 maart. Folio 159 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Simon Truijens aan Matthijs Lekens een perceel broek aan de Loosenbempt gelegen. Palende O. Mattthijs Gielen en Jan Munters; W. Jan Beckers; Z. de wederpart. Verkocht voor 225 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. Lijcoop: 4 gulden.

 

1749, 9 juni. Folio 159 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Simon Van houdt namens Francis Aerts en Carolus Duwé aan Melchior Geerts, een huis en hof, groot omtrent 12 halsters zaaiens. Palende O. en Z. de gemijne heijde; W. de straat ; N. die Bevelsche straet. Voor 625 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. Lijcoop: 1 ½ ton bier.

 

1749, 13 juni. Folio 160.

Voor schepenen als voor leent Peeter Stevens van heer Jacobus Van de Weijer, pastoor tot Poedele, vertegenwoordigd door zijn broer Philippus Van de Weijer, 400 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand:

1.     een etweide gelegen aan den Eerdenwegh tot Veurthen. Palende O. den Eerdenwegh; W. Aert Reijnders; Z. de Broeckstraet; N. de weduwe Jan Vervorst.

2.     Zijn huis en hof met een aangelegen bemdeken. Palende O. en N. de erfgenamen Jaspar Smeets; W. de weduwe Wilm Noops; Z. de straat.

 

1749, 13 maart. Folio 161.

Jan De Vos van Coorsel leent van Francis Buckeberghs 100 gulden op een plek land genaamd de Tiendebaen gelegen tot Linckhaudt, 2 halsters zaaiens groot. Palende O. Gilis Vander hoeven; de straat met 2 zijden en Z. de Thienste baen. Stipulatie gedaan in handen van schepenen P. Aerdts en H. Jans.

 

1749, 13 maart. Folio 161.

Jan De Vos draagt een rente van 100 gulden Brabants Luiks op ten behoeve van Hendrick Kenens in naam van zijn zoon Adriaen Kenens. Staande bepand op een perceel broek gelegen tot Linckhaudt aan de S..ppe bemd. Palende O. de Demer; W. Gilis Van der hoeven; Z. Jan Meus; N. het Paus collegie. Volgens stipulatie gedaan in handen van schepenen P. Aerts en H. Jans.

 

1749, 10 april. Folio 166.

Akte van commissaris Joannes Loijens van Beringen.

Valentinus Wouters, zoon van Mattijs leent van Catharina Ceunen weduwe van borgemeester Philippi 600 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: zijn huizinge en appenditien met het achtergelegen huisvelt tot Coorsel ten Brabants ressort. Palende O. en Z. de straat; W. Peeter Cops; N. de erfgenamen Bernaert Ceijssens. Verder zijn persoon en andere goederen, roerend en onroerend.

Gedaan binnen Beringen ten huize van de acceptante. Getuigen: Petrus Loneux en Odilia Berben.

 

1750, 9 april. Folio 167 v. bis.

Jan Picaris, ‘s heren dienaar, laat namens Valentinus Wouters, voorgaande akte registeren.

 

1749, 9 juni. Folio 173 bis.

Caspar Vaes leent van Maria Vande weijer, begijntje tot Diest, hier vertegenwoordigd door haar broer Philippus Vande weijer, 200 gulden Brabants Luiks à 4 %. Pand: de Claesbampt onder Coorsel. Palende: O. de heer Kassel; Z. de Hoohgen bosch.

 

1728, 17 mei. Folio 175.

Akte van notaris Gaspar Rapers.

Peeter Geerts heeft ten laste van Jaspar Smeets, zoon van Jaspar, een kapitaal van 400 gulden Brabants Luiks à 4 %. Ter kwijting van dat kapitaal cedeert en transporteert Smeets ten behoeve van Geerts: een hooibemd gelegen onder Stal. Palende O. de Maelbeeck; W. de Molendijck; Z. Huijbrecht Muijters en N. Voornoemde Peeter Geerts.

Gedaan ten huize van Jacob van de Vorst tot Vurthen onder Coorsel.

Getuigen: Jan van de Vorst, Jacobs zoon en Lenaert Schroeyen.

 

1749, 10 juni. Folio 175 v.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht laat Catharina Huveneers weduwe Peeter Geerts voorgaande akte registreren.

 

1749, 6 november. Folio 181 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Barbara Scroijen aan Peeter Tielemans haar huis en hof gelegen tot Veurthen aan de Eerdewegh. Palende O. Niclaes Hermans; W. en Z. den Eerdewegh; N. de straat. Voor:

1.     een rente van 500 gulden staande op de gemeente van Coorssel.

2.     200 gulden die op dat huis en hof blijven staan à 4%.

3.     80 gulden die de verkoopster bekent ontvangen te hebben.

Samen: 780 gulden. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 1 ton bier.

Huis en hof aan te slaan, half maart e.k. anno 1750.

 

1749, 6 december. Folio 184.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoop Henric Lekens voor 360 gulden Brabants Luiks aan Joris Van ubbel land den Boomaert gelegen omtrent de Witterswinninghe tot Coorssel. Palende met 3 zijden ‘s heeren aert en W. de weduwe Jan Vaes. De koper moet 14 dagen voor half maart betalen. Godtspenninc: 5 stuivers.

 

1749, 16 oktober. Folio 184 v.

Laurens Convents en Henric Huijbrechts leggen de eed af als mombers van het kind van Aert Huijbrechts en Barbara Convents.

 

1749, 2 december Foio 210.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid bekent Peeter Tielemans naderschap aan Jan Scroijen als broer van Barbara Scroijen, aangaande koop van huis en hof op 6 november laatstleden.

Zie folio 181 v. Barbara Scroijen laat er 200 gulden op staan waarvoor Jan Scroijen 4% zal geven.

 

 

                                                                              Hasselt, 18 december 2002.