RAH Schepenbank Lummen nr. 114.
1743 – 1745
Samenvatting van
Mathieu Vandenbosch
Begint
7 november 1743 ende eijndight 16 december 1745.
1744, 22 februari. Folio 10.
Voor
schepenen Munters en Beckers leent Laurens Steen met insteming van zijn vrouw
Catharina Knaep 100 gulden Brabants Luiks à 5% van Peeter van de Weijer. Pand:
1.
zijn
huis en hof tot Stall onder Coorssel gelegen. Palende O. de straat; W. Peeter
van de Weijer; Z. Jan Knaep: N. de weduwe Joan van de Weijer.
2.
een
bempt eveneens tot Stall gelegen. Palende O. de erfgenamen Joan Knaep; W.
convent van Averbode; Z. Peeter van de Weijer; N. de Maelbeeck.
1744, 26 februari. Folio 10
v.
Voor
dezelfde schepenen als voor verkoopt Francis Teunis met instemming van zijn
vrouw Aldegon Jacobs aan Joan Van de Bergh, voor 625 gulden Brabants Luiks een
bempt onder Veurthen gelegen. Palende O. Andrie Convents; W. Alegon Witters; Z.
Huijbrecht Muijters; N. Joan Rijnders. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 1 ton
bier. Deze bempt is belast met 5 gulden Brabants Luiks jaarlijks aan de passie
op Palmzondag.
1744, 26 februari. Folio 10
v.
Voor
dezelfde schepenen verkoopt het voornoemde echtpaar Theunis - Jacobs aan
Matthijs Bleux, een perceel land tot Veurthen gelegen. Palende O. de weduwe
secretaris Windelen; W. de erfgenamen Joan Ceijssens; Z. Huijbrecht Claes; N.
Henric Claes. Verkocht voor 309 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5
stuivers. Lijcoop: ½ ton bier.
1744,
24 febrauri. Folio 11 v bis.
Voor
schepenen Munters en Beckers staat Matthijs Teysmans zijn vruchtgebruik af ten
behoeve van zijn kinderen om die toe te laten een lening aan te gaan van 300
gulden.
1706, 24 maart. Folio
16.
Akte
van notaris Cos. Nicolai.
Elisabeth
Wouters weduwe Herman Laurens en Henrick Jans, haeren schoonsone als toezieners en curators van het
weeskind wijlen Bartholomeus Colen, leent (lenen) van Adriaen Claes, inwoner
van Stal onder Coorsselt, 100 gulden Brabants tegen de jaarlijkse intrest den penninck twintigh. Is 5%.
Pand:
alle goederen van het kind van Bartholomeus Colen, gelegen onder Gestel,
jurisdictie van Lummen.
Getuigen:
Jan Ceunen en Arnoldt Bormans.
Erat
subsignatum concordantiam cum originali. Testor: Joannes Antonius Put, notaris.
1744, 27 februari. Folio 17.
Jan
Cannaers laat voorgaande akte registreren.
1744, 2 maart. Folio 20.
Voor
schepenen Munters en Beckers verkoopt Martinus Peeters en zijn vrouw Anna
Witters, aan Matthijs Witters, zijn huis en hof tot Stall onder Coorssel
gelegen. Palende O. Z. en N. de straat en W. sijn selffs erffve. Voor 343 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 1
stuiver. Lijcoop: 1 gulden.
Het
verkochte goed is belast met 150 gulden aan de prelaat van Averbode en 10
oorden schatting in iedere brief aan de borgmeesters van Coorssel.
1744, 9 maart. Folio 20 v.
Voor
schepenen Munters en Beckers kwijt Jacobus Beckers de kinderen van Matthijs
Teijsmans van de koop ingegaan op 5 maart 1742.
1744, 11 maart. Folio 20 v.
Voor
schepenen Munters en Beckers kwijt Peeter Mentens, Matthijs Ceijssens van
alzulke koop als Ceijssens met Mentens is aangegaan. Mentens bekent ten volle
voldaan te zijn.
1744, 12 maart. Folio 21.
Compareert voor recht
Wilhelmus, Jacobus en Christina Put alle kinderen van Henrick Put ende Gertrudis
Van Eijnde, gehuijschen zaliger, welcke kennen ontfanghen te hebben uijt handen
van Maria Put weduwe Daniel Put eene somme van dertigh pattacons, sijnde
penninghen voortgecomen van Vincent Put vaderlijcken oom. Welcke comparanten
ieder in het besonder sijn verbinde ende opdraghende een perceel landts met
eene bempdeken genampt het Tonghsken ontrent de Stalsche Schans geleghen om
daeraen als pandt ende reele hipoteque te verhalen het vierde paert van de
voorsijde somme van dertigh pattacons het gene Anthoon Put, broeder der
voorschreven comparanten uijt deselve somme als mede erfgenaem van sijnen oom
moet trecken ende bovendien verobligeren de selve comparanten en solidum hunne
persoonen ende goederen present ende toecomende.
1744,
2 april. Folio 24 v. bis.
Niclaes
Jeuris legt voor schepenen Munters en Beckers de eed af als momber van het
onmondig kind van Ludovicus Jans.
1744, 9 april. Folio 26.
Voor
schepenen Munters en Beckers verkoopt Simon Billet aan Henricus Van postel,
land genaamd die Koij. Palende O. Joannes Beckers; W. Catharina Van postel; Z.
Peeter Didden; N. jouffr. Anna Beckers, begijntje te Diest. Verkocht voor 251
gulden Brabants Luiks. Godspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 4 gulden. Belast met
12 stuivers schatting in iedere brief aan de borgmeesters van Coorssel.
1744, 13 april. Folio 26.
Voor
schepenen Munters en Beckers kwijten Adriaen en Paulus Schillebeeck de panden
van Jaspar Smeets en consorten van 400 gulden die stonden à 6%.
1744,
22 april. Folio 26 v.
Voor schepenen Munters en Beckers verkoopt Henric Claes aan Aert Van ubbel land het Geijtelingh velleken. Palende O. de erfgenamen secretaris Windelen; W. jouff. Jans; Z. Peeter Stevens; N. de Geijtelinghe. Voor 250 gulden. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 2 vanen bier. Belast met 10 stuivers schatting in iedere brief aan de borgemeesters van Coorssel.
1744,
17 april. Folio 27 v. bis.
De
officier van zijne majesteit heeft ten behoeve van Lambrecht Witters eenen uytfanc opgepaelt om zijn huis op
te zetten. Palende O. N. en Z. de straat en W. zijn eigen erf. Bepaald met 3
stenen.
1744, 28 februari. Folio 28.
Akte
van notaris Jadin, Hasselt.
Matthijs
Witters getrouwd met Catharina Thijsmans; Jan Thijsmans omtrent 30 jaar; Gerard
Thijsmans 24 à 25 jaar, renuntierend van zijn minderjarigheid. Allen kinderen
van Matthijs Thijsmans en wijlen Elisabeth Bogaers. Welke comparanten mede
handelen voor hun afwezige broers Peeter Tijsmans en Matthijs Tijsmans.
Lenen
van joffrouw Catharina van den Dwije, rentmeesteres van het begijnhof te
Hasselt, 300 gulden Brabants Luiks à 4%.
Present: E.H. Stephanus Tits, pastoor; joffr. Anna Margareta van Hilst,
meesterse; joffr. Maria Gertrudis Coghen, medemeersterse, allen oversten van
het begijnhof.
Het
geld komt van de vrijdagse en zaterdagse mis en wordt hier herbelegd. Pand:
1.
5
halsters zaaiens land tot Castel onder Coursel gelegen allernaast de huizinge
genaamd Den Posthoren. Palende O. de weduwe Nicolas Smets; N. de Heerbaene; W.
en Z. Matthijs Thysmans, vader der comparanten. Verkregen door de comparanten
en beschreven voor de schepenen van Lummen op 5 maart 1742.
2.
hun
kindsdeel, na dat de vader op de 24 februari ll. daarvan het vruchtgebruik
afstond.
Gedaan
binnen Hasselt op het begijnhof ten huize van voornoemde joff. van den Dwije.
Getuigen:
Marie Helene Smets en Jacobus Janssens van Sonhoven.
1744,
20 april. Folio 29 v.
Voor
schepenen Munters en Beckers laat Matthijs Witters getrouwd met Catharina
Teijsmans voorgaande akte registreren.
1732, 4 juli. Folio
31.
Akte
van Henr. Noops, secretaris van de laathof van de prelaat van Averbode, te
Coorssel.
Jan
Vaes leent van Philips Tielens 150 gulden Brabants Luiks à 4%.
Pand:
land op het Groot veldt, palende O. de erfgenamen Peeter Convens; W. Jan Meijen;N.
Huijbert Van hamel; Z. Henderick Reijnders.
Bijpand:
al zijn andere goederen, waar ook gelegen.
Gedaan
ten huize van sieur Henrick Van postel op de kelderkamer.
Getuigen:
Henrick Van postel en Machiel Meijen.
1744,
30 april. Folio 31 v.
Voor
schepenen Munters en Beckers laat Caspar Tielens voorgaande akte registreren.
Solvit jura Gaspar Tielens.
1744,
8 april. Folio 34.
Akte
van notaris J.H. Convents, Coersel.
Gerard
Van herck, meerderjarige jonkman, verkoopt aan Peeter Dries:
1.
3
halsters zaaiens land genaamd de Cromme vore, van nature Branbants. Palende O.
Peeter Dries; W.mr. Geert Kenens; N. de pastoorije van Coersel; Z. begijntje
Beckers tot Diest.
2.
3
dagmalen etbroek gelegen aan de Ceeu tot Coersel, van nature Loons. Palende O.
de erfgenamen Peeter Jans; W. Thomas Smeets; Z. Joseph Van hamel; N. Jaspar
Reijnders.
Verkocht
voor 950 gulden Brabants Luiks.
De
percelen zijn belast met 600 gulden Brabants Luiks aan de begijnen tot Peer. En
met 1 gulden in iedere brief tot Coorsel.
Het
land is te aanvaarden te half oogst aanstaande, als de vruchten er van af zijn.
Het
broek is te aanvaarden na datum dezes.
Van
Herck moet van Dries, boven de last van 600 gulden nog 100 gulden hebben, een
nieuw kleedt en één jaar vrije
mondkost. Godtsgelt aan de kerk van Coersel, 5 stuivers van elk perceel.
Gedaan
te Coorsel ten huize van Jan Henrix. Getuigen: Jan Henrix en Matthijs
Ceijssens.
1744, 12 mei. Folio 35.
Voor
schepenen Munters en Beckers laat Geerardt van Herck de vorige akte
registreren.
1744, 22 mei. Folio 36.
Voor
schepenen als voor verkoopt Joan Ceijssens met instemming van zijn vrouw, aan Henricus
Beckers:
1.
de
helft in een vijver gelegen tot Coorssel en geheten Langven. Palende O. Jan
Hendrix; W. en N. de straat; Z. Wilm Vijvekens en de straat.
2.
de
helft van den Heller, gelegen op de Scrickheijde, palende O. die Lemmens
vijvers; W. Jan Comans; Z. en N; ‘s heren aert.
3.
2
vijverkens aan de Nieuwe dijck, het ene palene rondom ‘s heren aert; het
andere, palende W. dieLemmens vijvers en verder ‘s heren aert rondom.
Verkocht
voor 220 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel.
Lijcoop: 1 vaan bier.
1744, 27 mei. Folio 36 v.
Voor
schepenen als voor verkoopt Joseph Slegers met instemming van zijn vrouw Maria
Soorens, aan Joan Ties, een perceel broek in het Oversel gelegen. Palende O. en
N. Joan Geerts; W. Peeter Tielens; Z. de Winterbeeck. Verkocht voor 23
pattacons, waarvan er 15 ½ betaald worden. De rest moet betaald worden op dag
van bejaren. Godtspenninc: 2 oorden.
1744, 6 juni. Folio 38.
Voor
schepenen Beckers en Peeter Aerts kwijt medeschepen Joan Munters zijn zoon Joan
Munters van de koop van huis en hof, voorheen verkocht aan Lambertus Hermans en
door de zoon Munters vernaderd.
1744, 13 juni. Folio 39.
Voor
secretaris van het land Lummen en Smets verschenen Gerart van Herck en Peeter
Dries. Ze doen, gedeeltelijk, de koop van 8 april teniet. Zie folio 34. De
Cromme vore blijft verkocht; het perceel broek en etbroek niet.
1744, 25 juni. Folio 54.
Voor
schepenen Munters en Beckers leent Aert Stevens in naam van zijn zuster Anna
Stevens, 300 gulden Brabants Luiks à 4%, van Quintijn Vaes.
Pand:
huis en hof tot Coorssel gelegen. Palende O. Joris Geerts; W. Jan Vaes; Z. en
N. de straat.
1744, 2 juli. Folio 55.
Voor
schepenen als voor verkoopt Anna Margriet Van de weijer aan Peeter Dries, 5
vijvers, waarvan er 3 zijn gelegen achter de Witters winninghe; 1 omtrent de
Meijbergh en de 5de omtrent den Knevelsbergh. Verkocht voor 25 gulden Brabants
Luiks, 7 jaren een portie vis en 8 karren turf of risch bij te varen.
1744, 20 juli. Folio 56.
Voor
schepenen als voor bekent Peeter Dries naderschap aan Philip Van de wijer, de
broer van Anna Margareta Van de wijer, aangaande de 5 vijvers uit vorige akte.
1744, 29 augustus. Folio 59.
Voor
schepenen als voor verkoopt Catharina Claes weduwe Mattheus Obbers, krachtens
testament, aan Jaspar Tielens, haar deel in het Lummens bosken. Palende O. Aert
Huijbrechts; W. Peeter en Paulus Lemmens, Jaspar Mertens en Maria Put; Z. ‘s
heren aert en N. Ruth Tielen. Verkocht voor 8 pattacons. Godtspenninc: 1
stuiver. Lijcoop: 15 stuivers.
1744,
26 augustus. Folio 59 v.
Voor
schepenen als voor staat Jeusijn Meus (Meuws) haar tocht van een rente van 150 gulden
Brabants kapitaal op panden van Joan Gijbels te Coorssel af, aan haar kinderen
Joan Aerts getrouwd met Anna Wouters en Petrus en Aldegonda Wouters.
Dan
verkopen die kinderen dat kapitaal aan Lenaert Colis van Wijchmael.
.............................
Folio 60 v. bis v.
Advertentie.
Alle de gene die ten
sterfhuysen van Norbertus Smets hebben gecoght eenighe soorten van meubelen
sullen ten teyde van vierthien daeghen moeten commen betaelen op pene van
rateringe der conditie.
Den neenen
seght het den anderen voorts.
1744, 28 november. Folio 64.
Voor
schepenen Beckers en Aerts verkoopt Joan Eckmans, geassisteerd met zijn oom en
momber Jan Put, aan Joan Baptist van de Weijer, zijn huis, stal, schuur en
bakhuis met de halve huishof, partijen bekend en gelegen onder Veurthen op den
Erdenwegh. Palende O. de erfgenamen Peeter van der Heijden; W. de begijn Marval
tot Diest; Z. den Eerdenwegh en N. de straat. Verkocht voor 60 gulden Brabants
Luiks. Lijcoop: 1 ton bier. Godtspenninc: 5 stuivers aan de kerk van Coorssel.
Deze erven zijn belast met 700 gulden ten behoeve van Peeter Cops en de weduwe
Peeter Convens.
1744, 19 september. Folio
65.
Proclamatoriale conditie
volgens welcke Franciscus Heijligen man ende momboir sijnder huijsvrouwe Marie
Paels ende Lenard Schinckx als man ende momboir sijnder huijsvrouwe Anna Paels,
geassisteert met Jan Reijnders, schepen, ende Mattheus Schuermans als geëede
momboirs der onmundige, alles kinderen ende erffgenamen Pauli Paels ende
Elisabeth Schuermans, saligers, sullen ten meestbiedende vercoopen huijs en hof
gestaen ende gelegen tot Coersel ontrent de Langhvenne, liggende in regenoten
oosten Gerard van Hout, westen sieur Henricus Noops ende Jan Reijnders,
schepen, zuijden Michiel Claes, noorden s’heeren straat, groot ontrent
....(niet ingevuld) halsters saeijens salvo justo.
Waranderende vercoopers
voorschreven dit selve belast te sijn met drij hondert gulden Brabants Luycx
capitael aen de kercke van Coersel, jaerlijx twelf guldens. Item aen de arme
tafel van Coersel vier halsteren coren jaerlijx. Item belast met twee hondert
guldens aen Anna Cuijpers tot Beverloo. Item alnoch belast met 100 gulden
capitael gegichte rente aen Gerard Maes tot Houthalen. Voor voordere lasten,
alle eventuele molestatien doen vercoopers warantschap onder obligatie ut in forma,
ende wie huijs en hof sal coopen sal gehouden sijn af te leggen tweehondert
guldens van de bovengenoemde lasten, oft te stellen sufficante borge voor de
tweehondert guldens voorschreven ende wat boven lasten sal comen te gelden sal
moeten betaelt woorden op den dagh van gicht, welcke sal moeten geschieden
binnen den tijdt van ses weken, ende sal cooper gehouden sijn te geven tot
lijckoop een tonne biers, godtsgeldt aen de kercke van Coersel vijf stuijves,
scrijffgeldt eenen gulden ende het roepgeldt aen de dienaers, alles tot last
des coopers sonder aen de cooppenningen te corten. Item schattinge ende
dorpslasten drijentwintigh stuijvers in iederen brief der gemeijnte van Coersel
met s’heeren gront ceijns gelijcker aen ervonden woort. Ende sal cooper gehouden
sijn te betalen de lasten van het loopende jaer ende het huijs aenteslaen
terstont ende sal profiteren de pacht van Willem Vijfeijckens ende sal de huere
van Willem Vijfeijckens voorschreven eijndigen toecomende jaer half ooghst
1745.
Item indien iemant op desen
coop oft proclamatie quame te hoogen ende aen hem verbleef, niet connende oft
willende voldoen, sal denuo woorden opgehangen, de meergeldinge sal sijn tot
profijt van de vercoopers, de mindergeldinge sal den defalianten hooger oft
cooper suppleren, daer voor sich met een opene ende gepriviligeerde conde van
vijfthien dagen verwonnen houdende, soo tot parate, reele als persoonele
executie, als sich volontairlijck condemnerende ende submitterende sonder
eenigen voorderen middel van recht behoeven, oft moeten te gebruijcken, ten
dien eijnde renuntierende van alle exceptien, privilegien ende beneficien van
recht deses eenighsints contrarierende oft obsterende. Item indien concurrentie
der stemme geviel int’affroepen des dienaers, dat men den lesten hooger niet
conde discerneren, sal het different wederom woorden opgehangen ende
affgeroepen. Ende om geen ignorantie deser conditie te connen oft mogen
pretenderen is die selve
door mij ondergeschreven notaris publieckelijck den volcke bij den anderen geroepen
sijnde door Paulus Eertmans, gerichtsdienaer voorgelesen ter presentie van
Joannes Beckers ende Joannes Vanpostel als gelooffbaere getuijgen ten desen
besonderlijck versocht ende gebeden. Leeger stont ende was geteeckent. Joannes
Van postel, testis. Joannes Beckers. Et me Quod attestor J.H. Convents, notaris in Coersel
residens in fidem substitutus.
Anno 1744 desen 19
septembris is gecompareert voor mij ondergeschreven notaris tot Coersel
residerende ende in de presentie der naergenoemde getuijgen den eersaemen Aert
Couberghs den welcken op alle ende iedere vorige conditien voor dit huijs ende
hof in de proclamatie uijtgedeijlt, heeft geboden ende gepresenteert
achtervolgens vorige conditien de somme van vijfenvijftigh guldens brabants
luijcx, waer voor hem den palmslagh is gegeven ende gegunt ten huijse van Jan
Geijbels ter presentie van Joannes Van Postel ende sieur Henricus Noops als
gelooffbaere hier toe versochde getuijgen, leeger stont ende was geteeckent
Arnoldus Couberghs, Fransus
Heijligen, hantteecken + Leonard Schinckx verclarende niet te connen schrijven,
Jan Reijnders, Mattheus Schuermans, Henr. Noops, testis, Joannes Van postel, testis.
Concordantiam
cum suo originali. Quod attestor: J.H. Convents, notarius in fidem per copiam substitutus.
Folio
66 verso volgt de gicht.
1744,
14 december. Folio 72.
Voor
Beckers en Aerts, schepenen leent Peeter Lemmens van schepen Joan Reijnders,
200 gulden Brabans Luiks à 5%. Pand: een land gelegen tot Stall, genaamd het
Jennens veldt. Palende O. en Z. de straat; W. Vincent Ceijsens; N. 's heren
aert. En verder zijn andere hebbende en verkrijgende goederen.
1745, 22 februari. Folio 78 v.
Voor schepenen als voor leent Simon Truijens 100 gulden
Brabants Luiks à 5% van Peeter Tielens. Pand: huis en hof met het aangelegen
colckblock, afgekomen van Aert Witters. Palende O. Joan Vaes; W. zijn eigen
erf; Z. de straat; N. Bernaerd Ceijssens.
1745, 11 maart. Folio 81 v.
Arnol Tripels verkoopt voor 280 gulden aan Joan
Pijpers, een perceel broek in de Reijbempt gelegen, palende O. de verkoper; W.
de pastoor van Zeelhem; Z. Tielen van Herle; N. de Drieschen bosstraat.
Godtspenninc: 1 stuiver. Lijcoop: 5 schellingen.
Belast met dorpsschatting, nl. 11 stuivers in de gehele cedule en 1 Brabants
oord cijns.
1744, 27
augustus. Folio 88.
Akte van notaris H. Gijbels van Eksel.
Joannes Tielens van Exel verkoopt aan Peter Van
Hemel van Hechtel, een bamt in de Overslaegh onder Corsel. Palende O. Frans
Ooms; N. Mattheys Zeyssens; W. de erfgenamen Peter Hueysmans; Z. de Roode
beeck.
Terstond te aanvaarden. Moet wegen over den bamt
van Matheijs Zeyssens. Verkocht voor 45 patakons. Gedaan binnen Hechtel ten
woonhuize van Mattheus Zeyssens. Getuigen: Mattheus Zeyssens en Matheus
Zeyssens. (Ook tweemaal gehandmerkt).
Geregistreerd op 29 maart 1745 voor schepenen
Beckers en Aerts, op verzoek van Peter Van Hemel.
1745, 21 april. Folio 92.
Voor schepenen Beckers en Aerts verkoopt Cristiaen
Goossens zijn deel in de goederen die hij verkregen heeft bij versterf van
Guttruijt Smeets, gelegen op de Scrickheijde. Aan de kinderen van Adriaen
Smeets, vertegenwoordigd door hun momber Joan Gielen. Verkocht voor 75 gulden.
Godtspenninc: 1 stuiver. Lijcoop: 25 stuivers.
1745,
23 april. Folio 101.
Akte van notaris G.W.
Kips, Luik.
De edele heer Ignatius de
Hesselt de Dinter en zijn instemmende gemalin mevrouw Marie Anne de Manij en
mevrouw Tschoudij geboren de Louvrex, ter ener, en
Peeter Nulens, molder van
Vurten onder Coursel, ter ander zijde.
De eersten verklaren in
verschillende beurten van de tweede ontvangen te hebben: 300 gulden, 200
gulden, 100 gulden, 400 gulden, 150 gulden, 150 gulden, 158 gulden, alles
Brabants geld. Nog neemt de 2de comparant 100 gulden tot zijn laste
om die ter ontlasting van de eerste comparanten te betalen aan sieur
Mareschealle. Daarenboven heeft de 2de comparant nu, in het bijzijn
van de notaris, nog 42 gulden betaald aan de eerste comparanten. Bedragende
samen de som van 1600 guldens Brabants Luiks geld.
De eeerste comparanten
beloven aan de 2de op dit bedrag een jaarlijkse rente te betalen van
5%.
Pand: hun 5de
part in de Vurtensche molen en annexe goederen onder Coursel gelegen.
De eerste comparanten
ratificeren een akte gepasseerd voor notaris Schellinx, liggende in dato 27
januari 1743 in
alle sijne pointen en parteyen nie gereserveert noch uytgenomen alles om bij
faut van betaelinge sigh te konnen hervatten met een conde van vyfthien daegen
dagement van drij daegen alles geprivilegieert soo binnen als buyten vacantie.
Gedaan ten huize van de
eerste comparanten, gestaan en gelegen onder de parochie van St. Veronica.
Present aldaar: Gaspar
Gheie en Maria Gilman.
Geregistreerd op 22 juli
1745 ten verzoeke van Peeter Nulens. Copije voor Peter Nulens.
Voor
vacatie, stipulatie en copije deser solvit vier guldens brabants.
1745,
2 augustus. Folio 104.
Meester Gerardus Kenis
laat voor schepenen Beckers en Leonardus Smets een kwijting registreren van 300
gulden Brabants Luiks getekend door A.E. de Moore weduwe ….?. Waarmede de
panden van Kenis wettelijk gekweten zijn.
1745,
2 augustus. Folio 104.
Meester Geert Kennis x
Alegonda Thielens lenen 200 gulden à 3 ½ % van de paters Augustijnen van Diest.
De schellink gerekend ad 7 stuivers. Pand: 2 plekken land, 8 halsters zaaiens
groot, gelegen onder Coorsel. Palende O. de straat; N. en W. de erfgenamen
Andries Truijens; Z. Paulus Zeeuws en de E.H. Beckers. Reeds belast met 150
gulden Brabants Luiks aan de erfgenamen Peeter Leijsens. Item huis en hof onder
Coorsel gelegen, palende O. en W. Hendericus van Postel; Z. Jan Claes; N. de
straat. Belast aan de eerw. heren van Everboode met 1 gulden 5 stuivers
jaarlijks.
1745,
5 augustus. Folio 105.
Akte van notaris Joannes
Antonius Put, Beringen.
Jonkman Thomas Markal van
Beringen, die bij koop of vernadering zijn zuster jouffr. Maria Marchal,
begijntje tot Diest representeert, verkoopt aan Gerardus van Lauw, 2 scabben of heijdthoeven, gelegen op de Schrick en genaamd de Boskens.
Palende O. Nicolaes Hermans; W. Jan Claes; N. de Brouckstraet en de erfgenamen
Adriaen Smeets; Z. Jaspar Rijnders en Jan Jacobs. Voor 266 gulden Brabants
Luiks verleende de verkoper hem de palmslag. De koper zal betalen binnen de 6
weken. Aan te slaan, kerstmis e.k. als de huur vervalt die dan nog tot
verkopers profijt zal zijn. Alle onkosten van deze verkoop zijn ten laste van
de koper; o.a. 4 gulden lijcoop, zonder te korten aan de koopsom.
Gedaan ten woonhuize van
Geerdt Geerdts, gestaan op den Eerdewech tot Veurten, in de keuken. Getuigen:
Peeter Tielemans en Matthijs Slangen.
1745, 21 augustus. Folio 105 v. bis.
Registratie van
voorgaande akte. Gedaan voor schepenen: Beckers, Aerts en Smeets.
1744, 20 juli. Folio 105 v. bis. v.
Deze akte is
doorgestreept. In de marge staat: Nihil.
Voor schepenen Munters en
Beckers bekent Peeter Dries naderschap aan Philip van de Weijer als broer van
Anna Margareta van de Weijer, over de vijvers die Peeter Dries van haar
verkregen had.
1745,
14 september. Folio 108.
Voor schepenen Beckers en
Aerts kwijt Matthijs Ceijssens wettelijk de panden van Henric Feijen van 500
gulden uitkooppenningen van huis en warmoeshof, genaamd den Haspel. Die waren
destijds blijven staan.
1745,
14 september. Folio 108.
Voor schepenen als voor
verkoopt Henric Feijen aan Joan Reijnders de zoon van Henric Reijnders, huis en
warmoeshof den Haspel. Palende O. en N. de straat; W. den Pastorijhoff; Z.
Peeter Dries. Verkocht voor 425 gulden en een os van 25 patakons. Godtspenninc:
1 stuiver. Lijcoop: 1 ton bier. Enkel belast met 2 Brabantse oorden cijns aan
zijne majeseit.
1745,
23 september. Folio 109.
Catharina Ridiers weduwe
Peeter Smets nu in huwelijk met Jan Luickens ? ook present, bekent op 22 maart
1744? in haar weduwelijke staat, 250 gulden Brabants Luiks à 4 ½ geleend te
hebben van Peeter Nulens. Eerste betaling op 23 september 1746. Pand: land
genaamd den Kelenman?, gelegen tot Coorsel. Palende O. en N. Jan Henderic; Z.
de heijde; W. Alegonda Stockmans.
1745, 23 september. Folio 109 v.
Leonard Smets laat als
momber der kinderen van Norbert Smets, een kwijting registreren van 200 gulden
Brabants Luiks, getekend Panis.
1745,
18 oktober. Folio 111.
Voor schepenen Aerts en
Smeets leent Aert Stevens 100 gulden Brabants Luiks à 5 %, van Peeter Tielens
van Hechtel. Pand: een bemd aan de Esselen bos gelegen, genaamd die Streken,
palende O. Antoon Gaethoffs; W. Geerard van Lauw en Daniel Slanghen; N. Michiel
Claes en Z. de begijnen van Peer.
Fiat
copia van dese gichte. Mede een copije uijt het transport van een gichte aen
Lenaert Colis.
1745,
20 juli. Folio 112.
Akte van notaris Joannes
Antonius Put, Beringen.
Jan Mellen en zijn vrouw
Ida Wellens van Beverloo verkopen aan Jan Aerdts x Alegond Joris van Tervant,
buitinge van Beringen, de tocht van de volgende goederen in zoverre de tweede
comparanten er de eigendom van bezitten en die na dood van Ida Wellens op haar
voornoemde dochter Aldegond Joris, verwekt bij wijlen haar eerste man Henrick
Joris zouden moeten devolveren.
1. 3 halsters zaaiens land genaamd de Sluijse gelegen
onder Beringen omtrent de Geijtelinge.
2. het deel dat Aldegond competeert voor de
proprieteit in een land en dries, genaamd de Hofacker, samen 9 halsters land,
naast elkaar gelegen tot Veurten onder Coorsel, omtrent de huizinge van Jan
Vaes.
3. een jaarlijkse rente ten kapitale 250 gulden
Brabants Luiks op panden van Aerdt Stevens of Peeter Convents tot Veurten.
Gedaan binnen Beringen
ten woonhuize van Adriaen Bremps, in de keuken.
Getuigen: Matth. Phil.
Lebon en Michel Slegers.
Op 20 oktober 1745 komt
Jan Mellen voorgaande akte laten registreren. Gedaan voor schepenen: Beckers,
Aerts en Smeets.
1745,
20 juli. Folio 113.
Akte van notaris Joannes
Antonius Put, Beringen.
Jan Aerdts x Aldegond Joris
verkopen aan Jan Mellens x Ida Wellens, de drie in voorgaande akte vermelde
goederen. Verkocht voor 500 gulden Brabants Luiks, waarvan 200 contant. De rest
wordt betaald binnen de 14 dagen. Boven de last op die panden van 200 gulden
aan Michiel Claes. Alle onkosten zijn tot kopers last.
Gedaan op plaats als in
vorige akte. Zelfde getuigen.
Op 14 oktober 1745 kwijt
Jan Aerdts zijn schoonvader Jan Mellen, een bedrag van 500 gulden. (300 + 200).
Gedaan bij notaris J.A. Put.
Op 20 oktober 1745 komt
Jan Mellen voorgaande akte laten registreren. Gedaan voor schepenen: Beckers,
Aerts en Smeets
1745,
4 november. Folio 118.
Voor schepenen Beckers en
Aerts bekent Thomas Marchal zijn kooppenningen ten volle ontvangen te hebben
van Geerardt van Lauw.
1745,
18 november. Folio 118.
Voor schepenen als voor
leent Joan Reijnders 100 gulden Brabants Luiks à 4, van de Armen ( de H. Geest)
van Coorssel, vertegenwoordigd door eerw. heer Judocus Gentis als momber
superintendent. Pand: 1 halster land op het Groodt veldt, palende O. de weduwe
Bernaerdt Ceijssens; W. Louwis Lekens; N. Gerardt Aghten; Z. Maria Meijen.
1745,
5 augustus. Folio 121.
Akte van notaris Joannes
Antonius Put, Beringen.
Jonkman Thomas Markal van
Beringen, bij koop of vernadering zijn zuster Maria Markal, begijn te Diest
representerende, verkoopt aan Nicolaes Hermans een eedtweide onder Coorsel tot
Veurten gelegen omtrent den Eerdewech. Palende O. Geerdt van Louw en de
erfgenamen Andries Truyens; W. Jan Claes; N. den Eerdewech en de erfgenamen
Jaspar van Herck; Z. de heijdthoeve of scabbe, door de verkoper op heden
verkocht aan Geerdt Geerdts.
De koper Nicolaes Hermans
bood 670 gulden Brabants Luiks en 1 pistool of 15 gulden Brab. Luiks drinkgeld
voor de verkoper. Markal gaf daarvoor de palmslag die de cooper in danck is accepterende. Hermans belooft de koopsom te voldoen binnen de 6
weken. Het goed is aan te slaan, kerstmis 1745.
Gedaan te Veurten onder
Coorsel op den Eerdenwech ten woonhuize van Geerdt Geerts, in de keuken.
Getuigen: Matthijs
Slangen en Peeter Tielemans.
Aansluitend is de
kwijting geregistreerd, die afgetekend was op 25 september 1745.
Solvit
Nicolaes Hermans voor confectie ende copije deser 1-10-0.
1745,
14 december. Folio 125.
Voor schepenen als voor
staat Maria Beckers weduwe Jaspar Van herck haar tocht af van haar goederen
gelegen tot Coorssel op het Vliegers eijnde, ten behoeve van haar schoonzoon
Niclaes Hermans.
Niclaes Hermans verkoopt
met instemming van zijn vrouw Elisabeth Van herck voor 332 gulden Brabants
Luiks aan Joan Reijnders: een bemd gelegen in die Butsaerden tot Coorssel.
Palende O. Anna Geerts; W. Henric Beirts; Z. Joan Reijnders; N. Matthijs Lekens.
Drinckgelt: 1 pistool voor Maria Beckers, de schoonmoeder van Niclaes Hermans.
Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier. De bemd is los en vrij behalve
schatting in iedere schatbrief aan die burgemeesters van Coorssel met 6
stuivers.
Hasselt, 4 maart 2003. Vetten
dinsdag.