RAH Schepenbank Lummen nr. 117

1753 – 1755

Gichten Brabants recht buiten vrijheid

 

Samenvatting van de hand van Mathieu Vandenbosch

 

Begint van 8 januarij 1753 ende eijndight met 18 december 1755.

 

1753, 8 januari. Folio 1.

Voor schepenen van het land Lummen ten brabants recht buiten vrijheid verkoopt Joan Rijmen een derde part in een rishouve tot Coorsel op den Hoogen bos gelegen. Palende O. en Z. die gemijne heyde; W. Joris van Ubbel; N. heer Beckers. Voor 40 gulden en 2 halsters koren. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 2 gulden.

 

1753, 27 januari. Folio 1.

Voor schepenen als voor leent Jaspar Lekens van Joan Comans 100 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: 2 halsters land op het Groot velt. Palende O. Michiel Put; W.Jan van Hamel; Z. Joan Reijnders en N. Joseph van Hamel.

 

1753, 11 mei. Folio 1 v.

Voor schepenen als voor verkopen:

Henricus Gijbels mede voor zijn minderjarige zuster Ida,

Jan van Velthoven man-momber Anna Elisabeth Gijbels,

Peeter Joannes Dirix man-momber Marie Margriet Gijbels en

Matthijs Peeters man-momber Cristine Gijbels

aan Wilm Witters:

een deel en aanpart in een land tot Veurthen gelegen. Palende O. Peeter Cops; W. Willem Witters; Z. de straat; N. Joan Ceijssens. Voor 600 gulden. Gotspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 1 ton bier. Belast met 10 gulden kapitaal aan de Armen van Coorsel.

 

1753, 16 juli. Folio 2.

Henric Claes verkoopt aan Matthijs Bleux een land tot Veurthen. Palende O. Henric Geijbels; W. de erfgenamen Jan Ceijssens; N. de straat; Z. de verkoper. Verkocht voor 418 ½ gulden. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 1 ton bier. Belast met 1 halster koren aan de Armen van Coorssel en 18 stuivers in het beneficieboek.

 

1753, 16 juli. Folio 2 v.

Huijbrecht Claes verkoopt aan Matthijs Bleux een land tot Veurthen. Palende O. Henric Reijnders; W. de erfgenamen Jan Ceijssens; Z. heer Windelen; N. Matthijs Bleux. Voor 416 gulden.. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 1 ton bier.

 

1753, 16 juli. Folio 2 v.

Jan Comans kwijt de panden van Matthijs Bleux van 100 gulden kapitaal.

 

1753, 25 januari. Folio 3. Los beschadigd blad.

Betreft een deling met enkel de leesbare namen van de mombers van één der condividenten: mombers Peeter Rijnders en Henricus Wauters.

 

1753, 25 januari. Folio 6.

Kopie van akte van notaris Kijnen, Hasselt.

1725, 28 november. Merten Lekens, met in te brengen laudatie van zijn echtgenote Anna Leijssens, leent van Ida Maria Briers weduwe van burgemeester Egidius Otto Jacomijns 650 gulden à 26 gulden 'sjaars. Pand:

1.      zijn huis en aanhang te Coorssel, omtrent de Witterswinninge. 7 halsters zaaiens groot volgens taxaat der tienden. Palende O. Mattijs Ceijssens; W. en Z. Jacob Hendrix; N. de straat.

2.      4 halsters zaaiens land, het Hoffken. Palende W. Catlijn Schepers; N. 's heren aert.

3.      het Boomers land, 3 halsters zaaiens groot. Palende W. Jan Schepers en met 3 zijden 's heren aert.

4.      ruim 3 dagmalen bampt genaamd den Peersenbampt. Palende O. Elisabeth Hendricx; W. Andries Wauters; N.de Rooebeck.

Schepenen Munters en Didden bevestigen dat Anna Leijssens accoord gaat met de lening.

Op 30 april 1748 hebben Francis en Jan Lekens en consorten deze 650 gulden afgelegd. Actum: Hasselt, G.H. Briers in de naam van E. H. kanunnik Briers.

Deze kwitantie is op 25 januari 1753 geregistreerd. P.S. N° 70, folio 22 op het register van joffr. Briers.

 

1753, 22 februari. Folio 8.

Latijnse tekst. Titel voor magister Henrici van der Aa, theoloog, zoon van Hubertus van der Aa van Coorsel en wijlen Christina Maes.

10 gulden jaarlijks van 200 gulden op goederen van representanten van Petrus Vanderheijden van Corsel.

9 gulden jaarlijks van 200 gulden op goederen van Mathijs Gijbels van Coorsel.

55 gulden jaarlijks van grond gelegen in 't Voestien in Quamechelen.

25 gulden jaarlijks van grond gelegen in de Groeven in Quamechelen.

40 gulden jaarlijks van grond gelegen in Velthoeven in Quamechelen.

25 gulden jaarlijks van grond in Quamechelen.

20 gulden jaarlijks van grond tot Hulsen.

15 gulden jaarlijks, 15 gulden jaarlijks.

Totale waarde: 4300 gulden. Jaarlijks 214 gulden.

Ita testor: Vaes, meier. P. Aerts, L. Smedts, H. Van der Aa, schepenen. Goyvaerts, secretaris.

 

1753, 14 februari. Geen folio nr.

Hendrick Pluckers en Matthijs Winderickx, oud-burgemeesters verklaren dat Hubertus van der Aa 2 sillen hooibeemd liggen heeft te Vurtien. Palende O. Matthias Windenlen; W. de erfgenamen Henderix Winderix; N. de straat. Gewaardeerd door de voorschrevenen op tenminste 1100 gulden. Item 1 sille bemd onder Groeven. Palende N. de beek; Z. Jan Maes; W. de erfgenamen Joannes Maes den ouden. Gewaardeerd op 530 gulden. Item een perceel land onder Velthoven, palende O. Peeter Smeijers; W. Hendrick Windrix; N. de straat; 8 halsters zaaiens groot, getaxeerd op 800 gulden Brabants. Item 8 halsters land, geheten den Somer. Palende O. en Z. de Heijde; W. Joannes Maes. Getaxeerd op 500 gulden Brabants.

 

1753, 8 maart. Folio 14.

Petrus Wouters leent van Gielielmus Pelsers 100 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: 1 ½ dagmaal waterbroek onder Veurten. Palende O. de pastoor van Coorsel; W. Joannes Reijnders; Z. Andreas Convens; N. Andreas Wauters.

 

1753, 22 maart. Folio 15.

Joannes Vaes leent van Catharina Renders weduwe Joannes van Herle 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: land tot Tinwinckel genaamd het Haalmers velt ( er is geknoeid). Palende O. de erven van Vaes de rentgelder; N. en W. de Halmers steeghe; Z. de erfgenamen Quintens.

 

1753, 22 maart. Folio 15.

Peeter Wolfs verschijnt voor het gerecht en vervolgt de zaak tegen zijn schoonzoon Henderic Remen en heeft zijn zoon Servaes Wolfs geconstitueerd. Belovende goed en van waarde te houden al hetgeen zijn zoon tegen Henderic Remen zal komen te doen. Stipulatie gegeven in handen van Smets.

 

1753, 12 april. Folio 19.

Jan Picaris, 's herendienaar van het land Lummen ten Brabants recht, volgens akte van notaris A. Quisthoudt d.d. april 1753 gevolmachtigd door Symon Truyens van Corsel, belooft een jaarlijkse rente van 24 gulden Brabants Luiks te betalen aan joufvrouw Marie Maghdelena Minten ten hare woonhuize in Diest. Af te leggen met 150 pattacons makende 600 gulden Brabants Luiks. Pand:

1.      4 sillen hooibeemd tot Vurthen onder Coorsel, achter de Schaensche. Palende O. en Z. Wauter Swerts; W. Jan Rynders; N. de Winterbeke. Belast met 300 gulden Brabants Luiks aan de erfgenamen Peeter Thielens

2.      6 halsters zaaiens akkerland te Coorsel in zijn huisveld. Palende O. en W.  zijn zelfs erf en met de 2 andere zijden de straat.

Na opdracht en vertijdenisse door Jan Picaris wordt sieur van Langendonck in naam van de voornoemde M.M. Minten in de 2 percelen gegicht en gegoed.

 

1753, 2 april. Folio 20 v.

Hier staat de lening door Symon Truyens geregistreerd, in vorige akte reeds aangehaald. Het enige nieuwe in deze akte is, dat de twee in pand gezette percelen hem verstorven zijn van wijlen zijn vader Peeter Truyens. En dat ze, behalve met de 300 gulden nog belast zijn met een kleine Brabantse cijns. In geval van wanbetaling kan er geprocedeerd worden voor de souvereine raad van Brabant, meier en schepenen der hoofdstad Loven, heren wethouders der stad Diest, schepenen van Lummen als alom elders.

Gedaan binnen Diest. Getuigen: Joannes Cocx en Norbertus Bruyninx.

 

1753, 14 juni. Folio 44.

Henderic Mommen legt zijn eed af als dienaar van Corsel.

 

…………….. . Folio 47.

te beginnen aen het gat van de Swerte beeke aen het spyck eenen vyftigh voeten boven.

 

1753, 20 juli. Folio 52.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Joan Witters aan Anna Henrix een plek land op de Witterswinninge. Palende rondom Anna Henrix. Verkocht voor 300 gulden. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1753, 11 oktober. Folio 52.

Voor schepenen als voor leent Marten Cupers 300 gulden Brabants Luiks à 3 ½ % van Adriaen Willems. Pand:

-         zijn huis en hof tot Veurthen onder Coorsel. Palende O. en W. Aert Stevens; Z. Aert Deckers; N. de straat.

-         een dagmaal broek tot Veurthen. Palende O. Henric Lekens; W. Matthijs Bleux; Z. Jan Claes; N. Aert Cuijpers van Beverloo.

 

1753, 13 augustus. Folio 53.

Tomas Reijmen en Maria Anna Reijmen verkopen aan Joannes Reijmen hun deel van een land genaamd Hoefackeren. Palende O. en Z. Joannes Mellen; W. joffrouw Jans; N. de straat. Verkocht voor ieder 2 pattacons boven de 200 gulden waarmede het perceel beleend was. Leijcoop: 2 schellingen.

 

1753, 25 augustus. Folio 54.

Voorwaarden van een publieke verkoop gehouden door notaris Joannes Antonius Put. De verkopers zijn:

-         Joannes Bosmans, Francis Bosmans, Nicolaes Bosmans.

-         Jan Diepvens als man-momber Catharina Bosmans, allen inwoners van de buijtinge van Beringen.

-         allen zich sterk makende voor hun 2 uitlandige broers: Matthijs Bosmans en Peeter Bosmans.

De verkopers zijn kinderen van wijlen Joannes Bosmans x Barbara Traetsen.

De verkoop heeft plaats ten huize van de weduwe Jan Claes tot Vurten onder Coorsel.

Verkocht wordt: 1 ½ dagmaal bemd genaamd het Eersel gelegen onder Vurten. Palende O. Matthijs Bleux; N. de heer Hesselt van Dinter met consorten; W. Matthijs Bleux en anderen. De moeder, Barabara Traetsen, heeft op deze zelfde dag voor dezelfde notaris, de tocht daarvan gecedeerd ten behoeve van de verkopers, die beloven de opbrengst van de verkoop te besteden tot het afleggen aan de heer Libotton, van 1400 gulden Brabants Luiks op hun ander patrimonieel goed.

De gicht zal onmiddellijk na de kaarsbranding gebeuren. Betalen moet men binnen de 6 weken daarna.

Het erf is voor de jaren 1754 en 1755 nog verhuurd aan Joris Leeckens. De koper zal voor die jaren moeten tevreden zijn met de huur, hetzij jaarlijks 12 gulden. De huur van 1753 komt de moeder van de verkopers ten goede.

Alle oncosten over desen vercoop te reyssen als: kersbrandinge, gichten en quitteringen, afroepen en publiceeren des dienaers, conficieren deser conditien, godtsgeldt 5 stuijvers eens aen de kercke van Coorsel, lijcoop een ton goet bier en voorders alle andere, soo juditiele als extra-juditiele (lasten) sullen wesen ten laste des obtinents cooper sonder corten aen de cooppenningen.

Op 6 september 1753 biedt Henrick Bleux namens zijn vader Matthys Bleux, 460 gulden Brabants Luiks voor het perceel dat op 25 augustus ten huize de Trompette van de weduwe Claes was uitgeroepen tijdens de 1ste zitdag. Hij krijgt de palmslag en verbetert zijn koop met 50 hogen en alsnog met 25 hogen.

Gedaan in notaris woonhuis in de kamer. Getuigen: Henric Willems en Peter Francis Put.

Op 6 september 1753 is de kaars wettelijk ontstoken voor de schepenen Beckers en vander Aa. Het perceel is verbleven aan de eerste obtinent-koper en wordt dezelfde dag gegicht.

 

1753, 23 mei. Folio 57.

Akte van notaris Joannes Antonius Put, Beringen.

Anna Henrickx weduwe Reijnier Weijnants - geassisteerd met haar 2 zonen Lambricht en Jacob Wijnants, die voor zover nodig het nabeschrevene ratificeren - allen van Coorsel, leent van de Anniversariën van de kerk van Beringen, hier vertegenwoordigd door E.H. Joannes Henricus Vanden brouck, pastoor van Beringen, 425 gulden Brabants Luiks à 4 %, bij tijdige betaling volstaan 15 gulden 'sjaars. Het geld komt van een kapitaal afgelegd door de kinderen van Maria van Trier, legatarissen van E.H. Arn. van Melbeeck en dienende voor d'octave van aldersielen, gefundeert door den heer de Creft oft des selfs weduwe en dienende alhier voor reapplicaet. Pand:

-         3 halsters land op de Witterswinninge onder Coorsel, onlangs door haar gekocht van Jan Witters. Palende rondom de ontleenster.

-         haar 2 opheldingen op de Schrieckheijde. Palende W. Corn. Couberghs; N. de ontleenster;

-         de ophelding dicht bij haar winning onder Coorsel, 3 halsters land groot. Palende Z. Jan Put; N. en W. 's heren aerdt; O. henne voorschreven winninge. Alle voornoemde erven zijn van Brabantse natuur en onbelast

-         al haar andere goederen onder Coorsel en Heusden.

Gedaan in de keuken van de pastorie van Beringen. Getuigen: Antoen Slangen en Jan Janssen.

Anna Henrix weduwe Renier Wijnants laat voorgaande akte registreren op 6 september 1753.

Solvit Ann Henrickx jura notarij.

 

1754, 2 januari. Folio 79.

Joannes Munters en Joannes Claes leggen de eed af als mombers van het onmondig kind van Machiel Claes en Maria Geerts.

 

1754, 9 januari. Folio 80.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Anne Witters aan Tiel Braken haar deel in 2 percelen bos gelegen in den Overslagh onder Coorsel.

Het eerste perceel palende O. Mattheus Tielens en Willem van de Loo; W. de erfgenamen Marten Barben; Z. de Maelbeeck en N. de straat.

Het tweede perceel palende W. en N. 's heren aert; Z. de Maelbeeck en O.Matthijs Ceyssens erfgenamen.

Verkocht voor 9 pattacons. Godtspenninck: 1 stuiver. Lijcoop: 2 gulden.

 

1754, 9 januari. Folio 80 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Michiel Huijbens aan Tiel Braken zijn deel in de eerste van de - in vorige gicht vermelde twee bossen - palende als voor. Voor een son pistool. Godtspennninc: 1 stuiver. Lijcoop: 2 gulden.

 

1754, 19 januari. Los blad voor folio 82.

Anno 1708 den 27ste september heeft MijnH. Joannes Opstraet op rente gedaen acht hondert gulden capitael aen 4 gulden par cent aen Mathijs Smets van Stal zaliger en bekenne ick ondergeschreven op heden desen 19 january 1754 uijt handen van sijne kinderen soo van capitael als jaerlyxsche intresten naer rato des tyts voldaen te syn. Quitterende diensvolgens panden ende persoon van Mathijs Smets aen dese voorschreven rente verobligeert. Consenterende in cassatie en hebbe behoirlijke stipulatie gegeven ende gedaen in handen Hen. Vanderaij ter presentie van sieur Joannes Beckers ende Gilis Elens mijne schoonsonen. Was getekend: Val. Wouters.

 

1754, 7 februari. Folio 82.

Voorwaarden waaronder notaris Joannes Antonius Put in opdracht van Henrick Peeters van Coorsel publiekelijk een halster zaaiens grote dries zal verkopen gelegen in de Straet tot Gestel. Palende O. en N. Catharina Bogaerts; W. de erfgenamen van begijntje Anna Claes; Z. de Gestelsche straet. Belast met 100 gulden Brabants Luiks ten behoeve van notaris J.A. Put van Beringen. De verkoper reserveert zich de getekende perenboom, een eiken- en een essenboom en het schaarhout, deze kaptijd te kappen en te amoveren. (= verwijderen). Jan Lemmens mag zijn 3-jarige huurtermijn op die dries uitdoen. Daarom trekt de koper de huur tot expiratie van de termijn, hetzij 6 ½ gulden per jaar, beginnend 1754.

De 11 januari 1754, tijdens de publieke zitdag ten huize van Matthijs Put tot Gestel onder Lummen biedt Jan Pijpers 100 gulden boven de last, krijgt de palmslag en zet op 3 februari ten huize van de notaris nog 20 hogen. Getuigen: Guiliam Leeuws en Petrus Franciscus Put.

Op de kaarsbranding van 7 februari, kaars ontstoken en gebannen door 's heren dienaar Jan Picaris, is Pijpers als laatste hoger, koper gebleven.

 

1754, 28 februari. Folio 85.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid staat Guttruijt Reijnders haar tocht af aan Willem van de Loo en Matheus Tielens. Aangaande 2/3 in een bemd int Oversel. Palende O. Francis Schoups; W. de weduwe Aert Schuijlens; Z. Peeter Conincx; N. de Maelbeeck.

Terzelfdertijd verkoopt Guttruijt Reijnders aan dezelfde van de Loo en Tielens, 1/3 dat ze in eigendom bezit in voornoemde bemd. Voor 35 pattacons.

 

1754, 28 februari. Folio 85.

Willem van de Loo en Mattheus Tielens verkopen aan Matthijs van de Loo een bempt int Oversel gelegen. Palende O. Francis Schoups; W. de weduwe Aert Schuijlens; Z.Peeter Coninckx; N. de Maelbeeck. Verkocht voor 8 pattacons in goede gewichtige ducaten. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 3 vanen bier.

 

1754, 7 mei. Folio 91.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid draagt Gregorius Moons aan Jan Sneijers een perceel bos op gelegen in de Overslagh onder Coorsel. Palende O. heer Ceijssens; W. Goort Gilis met zijn zuster; Z. de Maelbeeck en N. de gemijne heijde. Hij doet dat in ruil voor een kar en paard en 20 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 1 stuiver. Lijcoop: ½ ton bier.

 

1754, 15 mei. Folio 91 v.

Voor de schepenen Beckers en Van der Aa verkopen Hinric Ceyssens, Henric van Bilsen en Peeter Convents als burgemeesters van Coorsel, aan Wilm van Genuchten, een perceeltje heide genaamd den Peerskerckhoff om daar een huis op te zetten. Palende O. W. en Z. de weduwe van Postel; N. de straat. Verkocht voor 3 stuivers schatting in ieder schatboek aan de burgemeesters van Coorsel cijnzende jaarlijks aan hare majesteit … (niet ingevuld)

 

1754, 17 juni. Folio 93.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabantsche recht buiten vrijheid verkoopt Guttruijt Reijnders huisvrouw van Adiaen van Zeer aan de erfgenamen Anna Reijnders haar deel in een bos int Oversel, palende O. Tiel Braken; W. Peeter Leijssen; Z. die Maelbeeck; N. de gemeijne heyde. Verkocht voor 11 pattacons. Godtspenninc: 2 stuivers. Lijcoop: 2 vanen bier

 

1754, 6 juni. Folio 94.

Voor schepenen als voor verkoopt Petrus Beckers aan Henric Tielemans een perceel broek tot Hoxelaer. Palende O. Jan Cornelis en Joan Blommen; W. de erfgenamen Henric Tielemans; N. de erfgenamen Joan van de Weijer. Voor 185 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier. Belast met dorpsschatting: 8 stuivers 1 oord in iedere schatbrief aan de burgemeesters van Coorsel.

 

1754, 5 augustus. Folio 94 v.

Voor schepenen als voor kwijt Willem Vijfekens de weduwe Joris van Ubbel de koop van het nieuw goed en bekent de gehele koopsom ontvangen te hebben.

 

1754, 27 augustus. Folio 94 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Jan Knaep aan Eerw. heer Caspar Smeets een vijvertje tot Stal, genaamd het Mellemans vijverken. Palende O. W. en N. 's heren aert en Z. den Melleman. Verkocht voor 60 gulden. Godtspenninc: 2 stuivers. Lijcoop: 3 vanen bier.

 

1754, 24 juni. Folio 95.

Joan Severijns en Clemens Steeps verkopen aan Joan van de Bergh een perceel land onder Veurthen. Palende O. Jan van de Bergh; W. Michiel Claes; Z. de straat en N. de erfgenamen Aert Witters. Verkocht voor 165 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers.

 

1754, 1 juli. Folio 95 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Joan Hermans met instemming van zijn vrouw Anna Tielens het kindsdeel van zijn vrouw, gekomen van wijlen haar ouders en gelegen aan de Scrickheijde onder Coorsel. Palende O. Peeter Leijssen, de weduwe van Postel en de erfgenamen Cristiaen Smeets; W. Jan Vaes; Z. Abrahams vijver en N. de straat. Verkocht aan zijn zwager Jaspar Tielens. Voor 140 gulden. Godtspenninc: 2 stuivers. Lijcoop: 2 vanen bier. Belast met 100 gulden kapitaal aan de Cellebroeders tot Hasselt.

 

1754, 30 november. Folio 112.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid verkoopt Geert Wouters aan Henricus Noops een land genaamd Froijenshoff. Palende O. Henricus Noops; W. en N. Thomas Geerts; Z. Jan Wouters. Verkocht voor 300 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier. Belast met dorpsschatting, in iederen brieff achtien stuyvers.

 

1754, 30 september. Folio 112.

Voor schepenen als voor leent Joris Lekens van Maria van Ubbel 300 gulden Brabants Luiks à 3 ½ %. Pand:

-         Zijn deel in Henric Lekenshoff tot Veurthen. O. Henric Lekens; W. en N. Matthijs Bleux; Z. de straat.

-         De helft van het Dungbroeck. Palende O. Maria van Ubbel; W. Matthijs Bleux; Z. de weduwe Peeter Geerts en N. de H.Geest beecke.

 

1755, 2 januari. Folio 122.

Inventaris van alle ende jegelycke de contante penningen, silverwerck, boecken ende papieren eenighsins achtergelaeten ende ten sterfhuyse bevonden van wijlen joufvrouw Catharina van Dorst, in haer leven bogyntien op den hoiven deser stadt. Was Willems dochter wijlen daer moeder af was Maria Coninckx, de welcke op den vyfden deser maendt ende jaere deser wereldt is comen aflyfvigh te worden, achterlaetende voor haere geïnstituerde erfgenaemen Peeter ende Maria Geerts, wonende tot Coorsel, haeren neve ende nighte ende by voor aflyfvighyd van jemande van hun ander selver wettigh descendenten in vollen eygendom ende profijdt. Welcken desen inventaris wordt genomen ende geformeert ten versoecke van joufvrouw Anna Maria Stuup(?), oock bogijntien op den hoive alhier in qualiteijdt als executrice gestelt, byder aflyvighe condicille van (van) dato sesthien augustu 1700 vierenvyftigh door my Eduaert van Tilborgh, openbaer notaris by haere keyserlycke ende koninclycke majestydts souverynen raede van Brabandt geadmitteert, t’ Antwerpen residerende ter presentie van Petrus de Los Rios als getuyghe, desen sesden december seventhien hondert vier en vyftigh.

Contante penningen.

Inden eersten bevonden thien soo oude als nieuwe ducatons, compt in guldens courant geld

vyf en dertigh guldens, dus:                                                                                       35-00-0

Item vier en dertigh halve ducatons, compt in guldens courant gelt:               59-10-0

Item twee dobbel schellingen, compt:                                                              1-08-0

Item een goude ducaet, compt in courant gelt:                                                     5-18-0

Item bevonden in den saeck van het meysen in moneta, te saemen:                                    3-17-0

Samen:                                                                                                                      105-13-0

Silverwerck.

In den eersten negen ronde oude witsche silvere lepels.

Item vyf silvere fourchetten wesende van differente soorten.

Item eenen silveren ronden lepel met silveren dicken steel met clyn silvere friquetteeken achtergeschreven Maghdalina Rayez

Item een silvere kommeken.

Item een clynder silver ditto.

Item een silvere beeker.

Item een silveren naelde.

Item een schiltpadde cruysken met silveren Godt ende silveren rinsken, hetwelck men seght d' aflyfvighe mondelinge belast heeft te geven aen sekeren heer onderpastoor synde der aflyvighe cosijn.

Boecken, papieren ende litteragiën.

In den eersten bevonden der aflyfvige notitieboeck met haer handt geschreven, gebonden in geel parquement in octavo, die door mij notario is gequotiseert :                                      n° 1.

Item bevonden eenen transportbrieve waerby Cornelis Doppegieters Leanaerts sone wijlen daer moeder af was Maria Geerts en op thien november 1600 vyftigh compareerde voor heeren schepenen deser stadt, aen Anna ende Elisabeth Doppegieter heeft getransporteert eene erfvelycke rente van een en twintigh guldens ende twelff stuyvers erfvelyck ten penninck twintigh tot laste deser stadtscasse van reductie te boeck des heere rentmeester sub n° 1827 fortificatie welcken brieve door my notario is gequotiseert:                                                                           n° 2.

Item volgens den voorschreven notitieboeck van de aflyvighe is den interest derselve rente tot vyf per cent met eenentwintigh guldens ende twelff stuyvers s'jaers ten desen jaere voldaen tot den vyf en twintigh october 1700 seven en twinigh ende mits reductie drij per cent met twelf guldens negenthien en halven s'jaers tot vyfentwintigh october 1700 vier en vyftigh.

Item involgen den voorschreven notitieboeck van d'aflyvighe in desen heeft de selve naergelaeten eene erffelycke rente van sesthien guldens ende sesthien stuyvers s'jaers ten penninck twintigh tot laste der geseyde stadt Antwerpen op de casse van reductie alhier staende te boeck sub n° 1657 corpus dan soo heeft men daervan geene brieven bevonden naer de welcke moet geïnformeert worden ende naermaels bevonden wordende sullen worden gequotiseert:                           n° 3.

Consterende by den voorschreven notitieboeck dat den interest der selve rente tot vyf per cento met sesthien guldens en sesthien stuyvers voldaen is tot den eersten december 1700 acht en twintigh ende mits reductie tot drij per cento met thien guldens ende twee stuyvers s'jaers tot vier december 1700 dry en vijftigh.

Item bevonden eenen parquementen brieve waerby Maurus Morren, brandwynstoicker alhier ende Anna Beez syne huysvrouwe op vyfentwintigh january 1700 vyfthien, comparerende voor heeren schepenen deser stadt van d' aflyvighe in desen terve genomen hebben eene huysinge eertydts eene huyvetterije geweest synde, genaemt de Half maen, met grooten vlore keuckene, twee neercamers, twee solders, kelder, weerdribbe, plaetse, gronde ende allen den toebehoorten gestaen ende gelegen opden Cauwenbergh alhier tusschen t' hoeckhuys van d' Hobokestraete aen d'een syde ende Pieter van Hoboken ofte des actie hebbende huys, aen d'andere syde, op den last van dry en negentigh guldens vyfthien stuyvers s'jaers erfvelyck synde in capitael vyfthien hondert guldens wisselgeldt welcken brieve door my notario is gequotiseert:                                                               n° 4.

Volgens de voorscheven constitutiebrieve croiseert de selve rente tot drij per cento s'jaers courant geldt, synde jaerlyckx vyf en viertigh guldens die de aflyvighe volgens haeren notitieboeck voldaen is tot vyfthienden januari 1700 vierenvyftigh.

Item bevonden eenen brieve waerby borgemeesteren, schepenen, thresorier, rentmeestere, raedt ende schepenen, porteren ende gemeyne ingesetenen deser stadt, by hunnen brieve van verbande van date thien october 1700 een, aen de aflyvighe verluyde eene lyffrente t’ haeren behoeve van sesendertigh guldens s'jaers vallende ses meert ende ses september daer vooren specialyck verbonden het beloop van de imposten deser stadt ende casse van consumptie in subsidium staende te boeck des heeren rendtmeester sub num. 87 welcken lyfrentebrieve door my notario is gequotiseert:                                                                                                                           n° 5.

Volgens de notitieboeck van de aflyvighe maeckt sy mentie van de gemelde lyfrente maer sy noteert daerby dat dese lyfrente niet ten achteren en is als het (het) loopende jaer, het welck sal moeten geïnformeert worden.

Item bevonden eenen parquementen brieve waerby Maria Coninckx met Willem van Dorst haeren man op achtentwintigh meije sesthien hondert vierenseventigh compareerden voor heeren schepenen deser stadt aen Elisabeth Coninckx hebben gecedeert ende getransporteert eene rente van vierthien guldens s' jaers met allen de achterstellen daer af verschenen ten laste van de heeren staeten van Brabant in het quartier deser stadt staende te boeck des heeren rendtmeesters sub n° 862, welcken brieve daer van synde door my notario by een syn gebonden ende in dorso gequotiseert:                                                                                                                           n° 6.

Blyckende by de aflyvighe notitieboeck dat den interest der selve rente tot vierthien guldens s'jaers aen haer ten desen jaere voldaen is tot negenthienden junij 1700 een en viertigh.

Item bevonden eenen parquementen brieve waerby Jan Austynen achtergelaeten weduwenaer van wylen Cathalyn van Amvermeulen cum suo op vier meije 1700 negenthien comparerende binnen dese stadt voor wylen den notaris Laureys Groesius, present getuygen aen de aflyvighe hebben verleden eenen capittaele rente van derthien hondert guldens wisselgeldt ende daervoren specialck verbonden eerst de hellight van eene behuysde hoffstede met landen, grond ende toebehoorten, onverscheyden ende onverdeylt gestaen ende gelegen onder de heerlyckheydt van Belaer in de Braedestraete aldaer, groot tesaemen in het geheel, ontrint drye bunderen, regenooten oost Andries Stobbars ende Jan van Mol, suydt den Heyligen Geest van Berlaer, west Gilis Reycken, noordt Jaspar Peers erve. Item seker stedeken met den lande daer aen dependerende gelegen tot Berlaer voorschreven in de tenten van de Smetsstraete, groot een bunder onbegrepen der juste maete ende finalyck alnogh vier stucken landts gronde ende toebehoorten de Hoie Stuyckens landts daer van aen malckanderen gelegen binnen Berlaer voorschreven, regenooten de ter eenre s' heeren straete ter tweedere den Heyligen Geest aldaer, ter derde Jan Mattheus ende ter vierden seyde Michiel Haverhals erve. Item het eerste stuck landts genaemt het Heycken, regenooten ter eendere de debiteur, ter tweedere Jan Roosenbroick, ter derdere de erfgenaemen de Grutter erve. Item het vierde stuck landts genoemt het Hedeken, regenooten ter eenre s' heeren straete, ter tweedere ende ter derdere den Hyligen Geest van Lier, ende ter vierde seyde den heere Wils erve. Groot te samen ontrint twee bunderen gelegen in de Smetstraete welcken constitutie brieve op sevenentwintigh november 1700 negenthien ten fine van realisatie ende affectatie voor schepenen van syne koninklycke ende catholicke majestydts domynialen hove van Befferen is vernieuwt ende herkent, welcken brieve met eenige daertoe relatief te samen syn gebonden ende door my notario is gequoteert:                                                                                                                             n° 7.

Blyckende by de aflyvighe voorschreven notitieboeck dat de selve rente is croiserende ten advenante van dry guldens ende thien stuyvers per cento s'jaers synde jaerlyckx vyf en viertigh guldens ende thien stuyvers die de aflyvighe voldaen is tot den 4 meij 1700 een en vyftigh ende op reckeninge van den jaere 1700 twee en vyftigh de somme van een en viertigh guldens.

Item bevonden in eenen parquementen brieven waerby surintendent generael van alle de berghen van Bermertigheydt, opgericht ende alnogh op te richten, binnen alle steden ende provintiën van syne majestydt van herwaerts over alwaer taeffel van waecheraechtighe leeninghe gehouden wordt susintendent particulier gouverneur ende raedt van den Bergh van Bermertigheydt binnen dese stadt op vier en twintigh december 1600 dryenviertigh by hunne brieven van verbande aen wylen Barbara Dimers hebben vercoght ende verleden eene erfvelycke rente van vyftigh guldens s'jaers ten penninck twintigh, mits conditie dat die rente voor sesse jaeren soude betaelt worden ten penninck vijfentwintigh te weten met viertigh guldens s'jaers voor den prys ende somme van duysent guldens eens ende die specialyck hebben gecreert op alle ende jegelycke de goederen, rurende ende onruerende, tegenwoordigh ende toecomende, hoedanigh die souden moghen wesen, toebehoorende ende descenderende van alle de voorscreven berghen ende particulierlyck van den huyse ende Bergh van Bermertighydt binnen dese stadt Antwerpen ende voorts als by de selve brieven staet vermelt, soo nochtans dat den selve brieve soude moeten worden geïnterineert by den eersten heere aertsbisschop van Mechelen ende den heere cancellier van Brabant, welck interinement is geschiet op den sessentwinigh januarij 1600 vier en viertigh, blyckende bij acte in dorso van brieven staende, blyckende oock in dorso van den selven brieve by acte de dato 9 julij 1600 één en seventigh dat dese rente heeft toegecomen aen wylen jofrou Maria de Coninck by testamente in beslotene forme van jofrou Elisabeth D’oppegitter gepasseert voor den notaris Zegeris Havelandt ende sekere getuygen op seventhien juni 1600 eenenseventigh ende aen Willem van Dorst gecompeteert hebben by testamente van jofrou Maria Coninckx syne huysvrouw op den derthien meij 1700 een, gepasseert binnen dese stadt voor wylen den notaris Melchior van Tongerloo, present getuygen ende aen de aflyvighe ende wylen haeren broeder heer Guilelmus van Dorst Willems eenighe kinderen wylen daer moeder af was de geseyde Maria Coninckx gecompeteert hebbende als eenighe kinderen ende erfgenamen ab intestato van hunne ouders welcken brieve door my notario is gequotiseert ende bevonden te boeck te staen sub n°251, met                  n° 8.

Blijckende den voorschreve notitieboeck dat de selve rente is croiserende ten advenante van twee par cento s'jaers synde twintigh guldens jaerlyckx ende aldaer aengeteeckent tot ende met den jaere 1700 acht en veertigh het gheene moet geïnformeert worden.

Item bevonden eenen brieve waerby Dominicus van Eycke procurator der societydt jesu van de nederduydtsche provincie voor ende inde naeme van het collegie der selve societydt jesu binnen Berghen Sint Winox, aen Elisabeth ende haere nichte Catharina van Dorst, bogycken heeft verleden eene erfvelycke rente, sive obligatie van seven hondert guldens wisselgelt ende voorts als by de brieve staet vermelt synde van dato 28 september 1706, welcke rente sive obligatie aen de aflyvighe alleen was competerende by tranport van de geseyde wylen joffrou Elisabeth Coninckx van dato eenentwintich februari 1700 vyfthien staende opden constitutie brieve welcken brieve door my notario is gequotiseert:                                                                                                   n° 9.

Consterende byden selven brieve dat de voorschreven rente is vermeerdert geworden met dry hondert guldens wisselgeldt soo dat het capittael te saemen beloopt duysent guldens wisselgelt die als by den brieven croiseren ten advenante van twee per cento courant s'jaers synde twintigh guldens jaerlyckx ende aen de aflyvighe voldaen is tot achtentwintigh september 1700 vier en vyftigh.

Item bevonden eenen brieve waerby jofr. Maria Roose weduwe Dillis Bouwens op sessentwintigh juni 1700 dryen vyftigh comparerende voor my notaris present getuygen op obligatie aen de aflyvighe wylen heeft verleden eene somme van tweehondert guldens cappitael courant geldt ten intrest van dry par cento s'jaers oock courant geldt met voorder conditie van alle jaeren te sullen quyten vyftigh guldens op het cappitael, om waer aen te voldoen de aflyvighe dit jaer vyftigh guldens heeft ontfangen op mindernisse van het cappitael soe dat het selve maer meer en blyft hondert vyftigh guldens courant geldt welcke obligatie door my notaris is geqoutiseert: n°10.

Den interest der selve is voldaen tot vierentwintigh junii 1700 vier en vyftigh.

Item bevonden eene donnatie inter vivos waerby jofr. Elisabeth Coninckx jonge gejaerde dochter comparerende voor heeren schepenen deser stadt op dryentwintighsten februarij 1700 vyfthien aen de aflyvighe in desen heeft gedonnateert met vollen rechte allent gene wes haer donatrice eenighsints toocomende bleven ende verstorven magh wesen, mits de doodt ende aflyvigheydt van haere ouders ende andersins bestaende de selve haere goederen in seeker paert ende gedeelte beneffens de voorscreven gedonateerde van ende in eene hofstede met de landen daer medegaende gestaen ende gelegen onder Laere inden lande van Lujyck.

Item haer gedeelte in sekere landerijen gelegen ontrent de stadt Beringen oock lande van Luyck.

Item een huijs haer donatrice alleen competerende ende gelegen binnen de stadt Beringen.

Item seekere haere rente van vierthien guldens s'jaer die sy heeft ende is ten laste van de heeren staeten van Brabant in het quartier deser stadt met de openstaende verloopen der selve ende voorts generalyck alle ende jeglycke andere goederen, soo roerende als onroerende waer ende tot wat plaetse die gelegen sijn ofte bevonden sullen worden, geene uytgenomen ofte gereserveert, alles naerder by de selve donnatie vermelt de gene door my notario is gequotiseert:               n° 11.

Item eene schattinge van goederen tot Laeren ende gestelt door my notario gequotiseert: n° 12.

Item bevonden eene scheydinge ende deylinge der achtergelaetene goederen van wylen Willeme Bibriechts ende Hylweghen van Honssum als van wylen Dionise ende Fransse van Honssum op seventwintigh januari 1500 tweeen negentigh voor heeren schepenen deser stadt gepasseert, door my notario gequotiseert:                                                                                                   n° 13.

Item sekere acte van scheydinge ende dylinge tusschen sieur Lenaert d' Oppegieters ende jofr. Anna syne sustere alhier woonachtigh ende Agnes Gaethoffs met Francus Cronnaerts ende consorten op dry en twintigh junii 1600 vyf en viertigh gepasseert voor den notaris H.Haverbandt present getuygen door my notario gequotiseert:                                                                           n° 14.

Item bevonden een briefken waerop staet geschreven met handt van d'aflyvighe: ick ondergeschreve kenne ontfangen te hebben uyt handen van desen man de somme van dertigh ende was onderteeckent Catharina van Dorst, het gene moet geinformeert worden, gequotiseert:            n° 15.

Item den besloten testamente van wylen jofr. Elisabeth d'Oppegietter bejaerde dochter op vyf entwintigh november 1600 seventigh voor den notaris Zegers Haverlandt present getuygen gerecognosceert ende op seventhien juny 1600 eenenseventigh door den selven notaris geopent, door my notario gequotiseert:                                                                                       n° 16.

Item den testamente van Lenaert d' Oppegieter ende Maria Geertsen syne huysvrouwe in beslotene forme gemaeckt op den 29 julii 1600 negenthien voor den notaris David vander Sippen present getuygen, gerecognosceert door my notario gequotiseert:                                                   n° 17.

Item den testamente van wylen Elisabeth d' Oppegitter Simons dochter, daer moeder af was Josina Rutsaerts by haer in beslotene forme gemaeckt ende opden sevensten december 1600 achtien voor den notaris van Soppen present getuygen gerecognosceert, by my notaria gequotiseert            n° 18.

Item den testamente van wylen jofr. Maria Coninckx wettighe huysvrouw van Willem van Dorst, cuyper van synen stiel op derthien meij 1700 ende gepasseert binnen dese stadt voor den notaris Melchior van Tongerloo present getuygen die door my notario is gequotiseert:               n° 19.

Item den testamente van wylen jofr. Elisabeth Coninckx jonge dochter gepasseert binnen dese stadt voor wylen den notaris Frans van Luuven present getuygen op negenthien december 1700 twee, gequotiseert:                                                                                                                           n° 20.

Item den testamente van de aflyvighe in desen op thien october 1700 negen endertigh gepasseert binnen dese stadt voor den notaris Joannis Laurentius Francot present getuygen, gequotiseert:                                                                                                                                                   n° 21.

Item eene manuale codicille luydende als volght: Item soo maecke ick aen joufvrouw Luijckx een pistol ende ses van de beste hemmen. Was onderteekent Catharina van Dorst, gequotiseert:                                                                                                                                                   n° 22.

Item eene manuale codicille waerby sy seght: Item soo laete ende maecke aen Maghdalena Willemsens eene schilderye verbeldende de gesselinge ende een daer de twelf apostelen aen taefel sitten ende bovendien een pistol in gelt ende was onderteeckent Catharina van Dorst, gequotiseert:                                                                                                                                       n° 23.

Item nogh een ander manuale dispositie, luydende: Item soo maecke ick aen de kinderen van Joannes Munters die hij by Maria Geerts als gewonnen heeft, ieder tweehondert guldens wisselgeldt voor uyt in form van legaet. Dit is mynen uytersten wille, geschreven in het jaer seventhienhondert tweeen viertigh ende was onderteeckent Catharina van Dorst. Degene is gequotiseert:                                                                                                               n° 24.

Item een ander manuael dispositie ende aldus een groot lyck met het behangen van den autaer ende het clyn silver aen de gemeynte dobbel broodt, de costerssen, de portirressen, jeder eenen pattacon myn heer pastoor vyfthien guldens, mijnheer Verdonck vyfentwintigh voor legaet 1740 ende was onderteeckent, Catharina van Dorst. Leeger stondt met haer handt geschreven aen de sey autaeren jeder eenen ducaton voor het becleed der selve, gequotiseert:                                       n° 25.

Item eene manuaele dispositie onderteeckent door de aflyvighe wylen in dato sesthien augustij 1700 vieren vyftigh door my notario onderteeckent:                                                                        n° 26.

Aldus beschreven ende geinventtariert ten daeghe maende ende jaere mits gaeders ten versoecke ende ter presentie als in proemio deser staet vermelt. Onder stondt quod attestor ende was onderteeckent E.V. Tilborgh, notarius publicus.

Aen meyne heeren die schepenen des landts Lummen ten Brabanschen rechte buyten vreyheydt als oppermomboirs.

Verthoont met alle eerbidinge Michiel Claes weduwenaer wylen Maria Elisabeth Munters ingesetene onder Coersel als vader ende momboir over syn minderjaerigh eenigh kindt by hem uijt wylen syne voorschreve huysvrouw behouden, dat onlanghs binnen de stadt Antwerpen is comen aflyvigh te worden joufvrouw Catharina van Dorst, in haer leven bogyntien op den bogynhoeve aldaer, in welckers erfenisse ofte naerlaetenhydt des verthoonders voorschreven minderjaerigh kindt voor een vierde is gerechtigh, de voornoemde Catharina van Dorst heeft achtergelaeten eenige renten ende obligatien alle ontrint ofte binnen de stadt Antwerpen voornoemt ende alsoo aen het gemelt kindt ende desselfs mede erfgenaemen ten uytersten ongelegen is, daerenboven dese mede erfgenaemen in geender mannieren in verstaen te blyven in communione ende boven dit alles de geseyde Catharina van Dorst heeft geordonneert verscheyde legaeten, de welcke soo wel als de oncosten haerder begraevenisse ende andere passive schulden behoeren voldaen te worden ende want sy over haere meubelen heeft gedisponneert in faveur van andere, soo en resteert daertoe niet anders als de weynige contanten penningen in haeren sterfhuyse bevonden, niet meer bedraegende als een hondert en vyf guldens derthien stuyvers volgens den inventaris daer over genomen alhier by copye volant aen U eersaeme getoondt welcke in verre daertoe niet genoeghsaem wesende, soo wordt genootsaeckt, daertoe te employeren de renten ende obligatiën by de selve achtergelaeten ende uyt dese redenen so wordt hy verthoonder onophoudelyck wegens de andere mede-erfgenaemen gepraemt om te consenteren in de vercoopinge derselve, dan alsoo daertoe indispensabelyck van doen heeft behoorlycke authorisatie van U eersaemen geeft dit redene van recours tot de selve.

Oodtmoedelyck biddende gelieven gedient te wesen den suppliant te authoriseren om in den naeme van sijn voorschreven minderjaerigh kindt, ende renten ende obligatiën by de voorschreven Catharina van Dorst achtergelaeten met de voordere mede erfgenaemen ten besten profyt t’plublickelyck t'uyterhandt te vercoopen oock met afgaen van recht van calengeringe ofte vernaerderinge den cooper ofte coopers daerinne wel ende deughdelyck te goeden, vestigen ende erven, de penningen onder synen quittantie te ontfangen daeruyt voor soo veel dit uyt die contante penningen ofte andere aen het voorschreven minderjaerigh kindt uyt den hoofde van de voorschreven Catharina van Dorst eenighsins competerende oft toetecomen niet can gebeuren, de legaeten ende andere passive schulden te voldoen ende den voorschreven sterfhuyse van alles te adjusteren ende te vereffenen, oock met cracht, tot alle de gene voorschreven, te verleyden ende te passeren procuratie in forma, den suppliant belastende de penningen syne weese competerende, voor soo veel die sullen overen, wederomme ten profyte van de selve aen te leggen ende te remplaceren ende soo tempore te doen behoorelycke reckeninge ende bewijs over dit alles accorderende behoorelycke acte d. d. etc… Onders stondt: Michiel Claes.

Wy ondergeschreven verclaeren dat den staedt ende gelegenthydt van wylen Catharina van Dorst in haer leven bogynken tot Antwerpen, is als in de voorstaende requeste is opgegeven, dat den inhoude vanden selve requeste is waerachtigh ende vervolgens dat het versoeck daermede gedaen als synde ten uytersten redelyck behoort geaccordeert te worden. Ter oerconde etc.. ende was onderteeckent: Joes Munters, Joannis Claes, Hendericus Geerts.

Gesien by schepenen des landts Lummen ten Brabanschen rechte buyten vryheydt, den voorstaende requeste by Machiel Claes weduwenaer van wylen Maria Elisabeth Munters, als vader ende momboir van syn minderjaerigh kindt by hem uyt syne voornoemde huysvrouw behouden, als mede het advies daer onder staende der naeste vrienden des minderjaerigh kindt, ende wel ende rypelyck op het selve geledt ende geconsidereert alle het geene staet te consideren, permitteren den suppliant de vercoopinge ende transport der renten ende goederen, in den inventaris by copye volant gepassert voor den notaris E. V. Tilborgh hic in judicio gethoont ende die vercoopinge te doen, soo hy met de mede erfgenaemen van voornoemde joefvrouw van Dorst sullen goet vinden te doen tot beste profyt het sy by publickelyck als andersins, met macht van daer over verlegen procuratie om den cooper ofte vercoopers in die goederen ofte rente sive obligatiën te laeten gighten ende erven.

Den supliant alsoo mits desen authoriserende op conditie dat hy supliant vierthien daegen naer de vercoopinge de selve publiekelyk uyt ter haendt sal oovergeven hier in judicio copije authentique van de conditie vercoghte goederen ofte renten bovendien den inventaris hier by copije volant gesient te doen authenticeren ende penningen daer van voortscomende voor het paert van syn minderjaerigh kindt hier te consigneren, ofte by te brengen applicat waer ende aen wie die penningen ten behoeve van syn minderjaerigh kindt souden geremplaceert worden ende voorts doende soo in voorschreven requeste vermelt. Dictum in collegio coram Peeter Aerts, Leonardus Smets et Jacobs, schepenen, den 2de januari 1755.

 

1755, 2 januari. Folio 143.

Wy meyer, schepenen des landts Lummen ten Brabanschen rechte buyten vryheydt certificeren, attesteren ende verclaeren by ende mits desen alsdat in het benoemt landt noyt en worden gebruyct ofte gevoegt eenige segel, t'sij by contracten, schabinaele acten ofte andersins aen de welcke de segels in Brabant souden moeten gevoeght worden. Des t' oorconden hebben wy dese declaratie met onsen schepenen segel doen bevestigen ende door onsen secretaris doen onderteeckenen. Desen 2 januari 1755. Ter ordonnantie. C.P. Goyvaerts.

 

1755, 10 februari. Folio 145.

Thomas Devue legt een kapitaal van 100 gulden af aan Antonius Slangen. Ze stonden gehypothekeerd op huis, hof en een perceel genaamd Schrickheydthoeve.

 

1740, 1 februari. Folio 146.

Akte van notaris Peter Nicolaij, Heusden.

Anna Henrickx, in het bijzijn en met goedkeuring van haar 2 zonen - Jacob en Lambrecht Weijnants, die zich sterk maken voor hun zuster - leent van Peeter Nulens van Liloo onder Houthaelen 600 gulden Brabants Luiks à 4%. Het geld dient tot betaling aan haar zwager Francis Claes van zulke erfkoop als wijlen haar man Renier Wynants gedaan had. Pand:

-         huis, kamer, stal, warmoeshof, put etc. op die Witterswinninghe tot Coursell gelegen. Met 2 ½ halsters land het Leerken genaamd, palende O. Marten Leckens erfgenamen; W. de straat en Jan Put; Z. de ontleners; N. Brigida Henrickx met de dries aan het Leerken gelegen.

-         land in die Breede pleek gelegen, palende O. Jan Henrickx; W. Jacobus Cauberghs; Z. die Heijde; N. het Leerken voorschreven.

-         een perceel land in die Groote houffve, westwaarts. Palende O. en W. Jan Henrickx; Z. die Heijde en N. die Postelshouffve.

Alles gelegen tot Coursell ter Brabantsche nature.

Gedaan te Heusden ten notaris huize. Getuigen: Francis Claes en Anna Leyssens.

Deze akte is de 26ste februari geregistreerd op verzoek van Joannes Neulens. Folio 147.

 

1755, 30 januari. Folio 148.

Akte uit schepenbank van Zonhoven.

Wij schepenen der gerechte van Sonhoven.

Alsoo Jacobus Kuppens momber synder kinderen verweckt bij Marie Stevens zaliger over ontrent drij à vier jaeren geleden bij proclamatie en cracht van octroij ten dien eynde geobtineert met sijn consoorten kinderen en representanten van Jan Stevens, heeft mede verkoght seckere huijsinge ende annexe onder Coersel en aen dessens onmundige kinderen uyt de koopsomme competeerde over ofte ontrent de twee hondert gls. bb. luijckx, relaes tot den coop, welcke penningen sijn opgetrocken en tot dato deser gedetineert door h.h. schepenen van Lummen ten brabantschen rechte ende waerscheynelyck uyt vreese van qualyck geappliceert te worden deselve penningen niet en hebben laten volgen aen ditto Kuppens en want desen Kuppens ende syne voorschreven minderjaerige kinderen door 't aenhouden oft sequesteratie deser penningen merckelycke schaede en interesse komen te lijden, gemerckt op die goederen alhier gelegen door hen respectivelyck voor de tocht en proprietydt coutumier beseten, alreede ter instantie van den Eerw. heer Palmans van Hasselt en andere voor ons gedimineert ende geklaeght is, faut betaelinge van drij gls. thien sts. Item vijf gls jlxe. renten als onder andere op hunne voorschreven goederen geaffecteert zijn ende alsoo dagelyckx staen geevinceert te worden, tot groot naerdeel der gemelde kinderen.

En willende sulckx voorkomen en voor soo veel doenlijck ten profijt deser weesen daer in voorsien, soo is 't dat wij scheepenen voorschreven bij desen ex officio deputeeren onsen mede scheepen ende secretaris Vander Masen om bij opgemelden gerechte tot Lummen die geseyde penningen oft quoyte der coopsomme toestaende aen meergeseyde kinden te solliciteeren, op te trecken, cum omni causa, en behoorelijcke recipisse daer van te geven, ten eijnde om met die selve voorschreven lasten, waer voor alreede alhier geklaeght oft andere op der voorschreven kinderen huys en erven alhier geaffecteert, te redimeeren ter concurrentie der selvige penningen, tot welckers redemptie oft applicaet ten profyt deser weesen, wij scheepenen voorschreven syn verplichtende onsen persoonen ende goederen alwaer geleegen. In oirconde der waerheijt hebben wij dese doen expediëren met onsen gewoonelycken amptzegel bevestigen ende onderteckenen. Actum in consistorio tot Zonhoven desen 30sten januarij 1755.

P.J. Tielens scabinus sonhoviensis de mandato dd confratorum in ficem substitutus.

 

Den ondergescreven bekent ontfangen te hebben uijt handen van heeren meijer ende schepenen van Lummen ten brabanschen rechte de somme van twee hondert seven en sestigh guldens brabants en vier stuyvers brabants luijx namens Jacob Cuppens ende sijne kinderen verweckt bij wijlen sijne huijsvrouwe Marie Stevens. Actum Lummen desen 28sten februarij 1755. J.G. Vandermaesen secretaris ende schepen van Sonhoven.

Den ondergescreven bekent mits desen heeren schepenen van Lummen ten Brabantschen rechte te quitteren van alsulcke penningen als sij van hem en sijne kinderen verweckt bij sijne huijsvrouwe Marie Stevens zaliger in handen hadden, alles volgens desen acte. Actum Lummen desen 28ste februarij 1755. (handtekening) Jacobus Kuppens.

 

1755, 8 maart. Zonder folionummer.

Voor schepenen van het land Lummen ten Babants recht buiten vrijheid staat Anna Hendrix weduwe Renier Wijnants haar tocht af aan haar zoon Jacob Wijnants, van een derde deel van al haar goederen gelegen onder Coorsel. Ten deze effect emancipeert ze haar zoon. Hij mag die goederen belasten met 200 gulden Brabants Luiks.

 

1755, 13 maart. Folio 152 v.

's Heren dienaar Thomas Reymen zegt op de 2de februari het 3de kerkgebod gedaan te hebben te Corsel van een heydehoeve die Jan Cornelis met zijn vrouw Anna Jans heeft verkregen van … Beckers tot Beringen.

 

1755, 15 maart. Folio 155.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Joan Beckers van Joan Reijnders 300 gulden Brabants Luiks à 5%. Pand:

1.      zijn huis en hof aan de kerk te Coorsel. Palende O. Henric Peeters; W. de straat; Z. Henric Tielemans; N. de weduwe Mattheus Gijbels.

2.      het etbroek, palende O. de weduwe Mattheus Gijbels; W. de Waterstraet; Z. de Breedonck; N. Henric Tielemans en Marie van Ubbel.

3.      het Koyebroeck, palende O. en Z. Henric Tielemans; W. Joseph van Hamel; N. de erfgenamen Peeter Jans.

 

1755, 12 maart. Folio 156.

Akte van notaris Adr. Ridderbeecks, Hasselt.

Jacob Wijnants van Coorsel - na emancipatie en nadat zijn moeder Anna Hendricx weduwe Renier Wijnants op de 8ste dezer haar tocht is uitgegaan - leent van de Graususters van Hasselt, vertegenwoordigd door eerwaarde moeder Petronella van Rijckel, Francisca van Laer, memoeder en Barbara Beelen, procuratersse 200 gulden à 4%. Pand:

-         zijn toekomend kindsdeel, signantelyck op het derde deel der goederen onder de portie L:H: bij deyling geratificeert voer Henr. Noops, secretaris van sijn hooghwerdige den prelaet van Averbode in synen laethove tot Coersel, de 6de aug. 1732, ten deel gevallen aen Renier Wijnants, vader des comparants.

-         het derde deel ende aenpaert in de Breede pleck tot Coersel op de Witterswinning gelegen. Regenoten de representanten Jan Hendricx en d' erfgenamen Corn. Cauberghs.

-         het derde deel van die Streep neffens het Postelhoeff, regenoten d' erfgenamen Merten Lekens en d' erfgenamen Henr. Van Postel.

-         de derde paert van de hellicht in de Groote hoeve onder Coersel, regenoten de representanten Jan Hendricx en den Keneman

-         het derde deel van het Hechtels broeck oock onder Coersel gelegen, reg. de representanten Peet. Huijsman en de representanten van Jan Schoonmakers.

Welke percelen Renier Wijnants op de 6de augustus 1732 voor genoemde secretaris Noops van Francis Claes cum sua bij koop verkregen heeft.

-         zulke goederen als hem bij testament van 25 mei 1750, voor pastoor Gentis in Coersel, door Joannes Hendricx gelaten zijn. Goederen die nog in tocht bezeten zijn door Anna Janssen weduwe van voornoemde Jan Hendricx.

-         Tot meerdere zekerheid voor kapitaal en intresten stelt Lamb. Wijnants, broer van Jacob, zijn persoon en goederen.

De comparant zal de inhoud van deze akte doen lauderen door zijn vrouw.

Gedaan in het convent van de Graususters te Hasselt. Getuigen: Herman Stevens en Joannes Bas.

 

1755, 29 maart. Folio 157.

Jacob Wijnants heeft met consent van zijn vrouw Maria Put, voorgaande akte laten registreren.

 

1755, 28 april. Folio 163.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Huijbrecht Aghten van eerw. heer Leonardus Moons 100 gulden Brabants Luiks à 4 %. Pand:

-         zijn huis en hof gelegen tot Veurthen, palende O. en N. de straat; W. Geert van Lauw; Z. Arnoldus Truijens.

-         de Egge, palende O. en Z. de erfgenamen Adriaen Smeets; W. Geert van Lauw; N. Huijbrecht Aghten

-         2 bemden in den Langenijcken, palende O. de weduwe Jan Claes; W. Willem Witters; Z. Arnoldus Truijens; N. Peeter Tielemans.

 

1755, 9 mei. Folio 164.

Joris Dams bekent, mede voor zijn 3 zusters: Elisabeth, Christina en Anna Dams, 100 gulden kapitaal ontvangen te hebben die hier op de 24ste april tot hunner behoef geconsigneerd waren door Huybright Renders. Waarmede de panden van Renders gekweten zijn.

 

1755, 31 mei. Folio 173.

Voor schepenen van het land Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid leent Henric Slegers van Dimpna van der Heyden, 200 gulden Brabants Luiks à 4%. Pand: zijn huis en hof tot Veurthen gelegen. Palende O. Jan? Convents; W. Valentinus Wouters; Z. zijn eigen erf; N. de straat. Onderpand: een turfbeemd te Oversel gelegen, palende O. Henric Be…; W. Peeter Cops; Z. zijn eigen erf; N. de Maelbeeck.

 

1755, 6 juni. Folio 176.

Wouter Postelmans en Jan Reijmen leggen de eed af als mombers van de achtergelaten kinderen van Jan Postelmans.

 

1755, 5 september. Folio 186.

Voor schepenen van land Lummen, Brabants recht buiten vrijheid, verkoopt Maria van Ubbel aan Catharina Smeets, huis en hof tot Coorsel gelegen. Palende O. en Z. de straat; W. Michiel Meijen; N. Huijbrecht Jans. Voor 248 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: 3 vanen bier. De koop is belast met 312 gulden kapitaal, schatting en 's heren grondcijns.

 

1755, 13 oktober. Folio 189.

Voor schepenen van het land Lummen, Brabants recht, buiten vrijheid, bekent Huijbrecht Aghten dat hem bij deling 425 gulden aangedeeld zijn, gekomen van Jan Reijmen, den doven, tot last van de H. Geest van Coorsel. Pand: 1. zijn huis en hof tot Veurthen. Palende O. en N. de straat; W. de erfgenamen Jan Vervorst; Z. Arnold Truijens. 2. het Hooghvelleken. 3. het edtbrouck en hoijbrouck inden Langeneycken. 4. het Vorsten driesken. 5. den Achtersten dries. 6. de Heijschab. 7. de Eeghde. Allen in regenoten zoals bij de deling is aangegeven. 8. het Nieuwgoedt, palende O. de Scrikheij; W. Thomas Tielens; Z. Michiel Claes vijver; N. Geert van Louw.

Jaspar Smeets staat vermeld als H. Geestmeester.

 

1755, 5 november. Folio 189 v.

Voor schepenen als voor kwijt Jan Put zijn broers en zusters wegens de koop met hem ingegaan; hij is nu tenvolle voldaan.

 

1756, 8 januari. Folio 189 v.

Voor schepenen als voor verkoopt Andries Wouters aan Jacobus Houben een bempt in het Waterbrouck tot Veurthen. Palende O. Peeter van Eerdewegh; W. Jan Reynders; Z. de Winterbeecke; N. de Oude beecke. Voor 261 gulden Brabants Luiks. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ ton bier.

In de marge staat: 1785.

 

1756, 8 januari. Folio 190.

Voor schepenen als voor verkoopt iemand (niet genoemd) aan Jan Reijnders een bempt genaamd de Jacob. Palende O. de erfgenamen Christiaen Smeets; W. de weduwe van Postel; Z. Michiel Claes en N. de Oude beeck. Verkocht voor 170 gulden, te weten: 2 Luneborghse pistolen, 2 goede ducaton en voorts vijff en twintigen van Vranckrijck. Godtspenninc: 5 stuivers. Lijcoop: ½ aam bier.

 

Dezelfde dag verkoopt die onbekende aan Jaspar Smeets een land genaamd de Houve. Palende O. de straat; W. Jan Schepers; Z. Jaspar Vaes; N. Houb Henrix. Verkocht voor 260 gulden en betaald met 18 goede ducaton en voorts Luijxe quartiens. Godtspenninc en lijcoop als voor.

 

 

                                                                                                Hasselt, 7 september 2002.